Eerste termijn.

Voorzitter,

Allereest dank aan de ambtelijke organisatie voor al het werk dat de medewerkers hebben verzet om de jaarstukken op te stellen.

In het Statenvoorstel lezen we dat het College de plannen uit de begroting grotendeels heeft gerealiseerd en daarmee volop op koers ligt. Het lukt steeds beter om realistisch te ramen – al zijn de onderlinge verschillen nog groot – en het bedrag aan overhevelingen is met 16,4 miljoen een stuk lager dan vorig jaar (toen was het 35,8 miljoen). Graag zoem ik op deze onderwerpen wat verder in.

Onderbestedingen Allereerst de onderbestedingen. Voorzitter, de Gedeputeerde van Financiën heeft woord gehouden. Bij de bespreking van de jaarstukken 2016 sprak hij de ambitie uit om richting de 10% aan onderbestedingen te bewegen. We lezen nu dat dat is gelukt: “Door de onderbestedingen goed te analyseren kan er in de toekomst beter op onnodige onderbestedingen worden gestuurd.” Voor Provinciale Staten zijn die analyses ook van belang. In het bijlagenboek wordt er bij twee kostenoverschrijdingen een toelichting gegeven; Deze toelichting zien wij als D66 in de toekomst graag voor alle grote overschrijdingen en onderbestedingen.

Daarom willen we het College oproepen om volgend jaar op alle individuele productgroepen te streven naar een maximale onderbesteding van 10%, want dat het overall beeld goed is, wil niet zeggen dat het overal goed gaat. En wij willen ook op productgroep-niveau in control zijn.

In navolging van de accountant herhalen wij dan ook onze oproep om verwachte afwijkingen op de begroting – in positieve en negatieve zin – zo spoedig mogelijk aan Provinciale Staten mede te delen en te verwerken in de eerstvolgende begrotingswijziging.

De grootste afwijking op de onderbestedingen – bijna 22 miljoen – heeft te maken met de afhankelijkheid van partners, zo lezen we. D66 ziet hier een verband met de vernieuwende bestuursstijl van dit College. Een provincie die niet meer solistisch opereert, maar midden in de Brabantse samenleving staat. Door steeds meer samenwerkingsverbanden aan te gaan, wordt de provincie ook steeds afhankelijker van andere partijen. We zien het aantal verbonden partijen toenemen en daarmee ook de afhankelijkheid van derden. We zijn benieuwd hoe het College deze ontwikkeling ziet in relatie tot de regierol van de provincie. Kan de gedeputeerde het vertrouwen uitspreken dat deze 22 miljoen uiteindelijk wel effectief wordt uitgegeven? Of leiden de nieuwe samenwerkingsverband zelfs tot besparingen?

Zuidelijke Rekenkamer Dit jaar voert de Zuidelijker Rekenkamer een onderzoek uit genaamd ‘Kaders tellen’. De rekenkamer signaleert in haar werkprogramma dat “de provincie steeds vaker in netwerken samen met partners werkt en daarbij in de loop van de jaren ook andere rollen is gaan spelen.” We zijn benieuwd hoe de verschillende P&C documenten inzicht gaan geven in de relatie tussen de provinciale rollen in de uitvoering en sturing enerzijds en de kaderstellende en controlerende rol van Provinciale Staten anderzijds. D66 ziet de uitkomsten van dit onderzoek dan ook met veel belangstelling tegemoet.

Want voorzitter, onze fractie ziet ruimte voor verbetering van doelen en prestatie indicatoren, bijvoorbeeld bij het programma Cultuur. In plaats van op te nemen hoeveel instellingen de provincie subsidieert, is veel belangrijker om te meten welke toegevoegde waarde er is bereikt. Hoe heeft de provincie nu bijgedragen aan een sterkere Brabantse culturele sector? Verbindingen tussen cultuur en andere provinciale opgaven meet je niet door aantal bijeenkomsten te turven, maar door de effecten van die cross-overs in beeld te brengen. D66 ziet dan ook liever een beperkte set van relevante KPI’s die vooral iets zeggen over maatschappelijk effect en kwaliteit van het gevoerde beleid.

Over relevante informatie gesproken; bij de jaarstukken zat voor het eerst een verantwoordingsbrief. Die leest wat de fractie van D66 betreft als een publieksjaarverslag. Als fractie zijn we erg enthousiast over dit nieuwe communicatiemiddel, dat de Brabander op een toegankelijke manier inzicht geeft in de prestaties van de provincie. Wat D66 betreft dan gaan we dit middel dan ook breder en actiever inzetten om heel Brabant te laten zien waar we als politiek in deze provincie mee bezig zijn! Dank ook aan de Cda fractie voor het indienen van deze motie.

Methode Duisenberg/Van Meenen Op 21 oktober 2016 hebben we in de Statenvergadering unaniem de Motie Duisenberg/Van Meenen aangenomen. In deze motie werden Gedeputeerde Staten verzocht om deze auditmethode op te nemen in de Planning & Control cyclus. In het Platform P&C spraken we vervolgens af om gedurende 1 volledige cyclus – in de vorm van een pilot – alle P&C documenten van het Economisch programma te gaan monitoren. Op deze plaats willen wij de Staten collega’s Koevoets en Uijlenhoet nogmaals bedanken voor hun vele werk, waardevolle conclusies en heldere aanbevelingen. Omdat niet alle fracties deelnemen aan de vergaderingen van het Platform P&C, heeft onze fractie gevraagd om de laatste presentatie over de pilot toe te voegen aan de bespreekstukken van vandaag; u vindt deze op Ibabs.

Ten aanzien van het economisch programma staat er onder andere in dat: “de financiële overzichten grote schommelingen laten zien die niet duidelijk worden onderbouwd.” Dat maakt het voor Provinciale Staten dan wel moeilijk om onze controlerende rol te kunnen uitoefenen.

De fractie van D66 is benieuwd wat het College met deze en andere aanbevelingen uit de pilot gaan doen en welke effecten we daarvan al in de begroting 2019 kunnen zien. Bijvoorbeeld over het SMART maken van doelen en opnemen van goede indicatoren om de realisatie te kunnen meten. Graag een reactie van de Gedeputeerde hierop.

De suggestie om de methode Duisenberg/Van Meenen in een Brabantse variant voort te zetten en ook te betrekken bij andere beleidsdocumenten, omarmt de D66 fractie in ieder geval van harte. We hopen daarbij ook weer op ondersteuning vanuit de ambtelijke organisatie, de griffie en de Zuidelijke Rekenkamer.

Voorzitter, kijkend naar de jaarstukken kunnen we constateren dat er volop beweging in Brabant is. Enthousiast en optimistisch gaan we dan ook de laatste maanden van deze bestuursperiode in; om samen nog meer voor elkaar te krijgen.

Tot zover.

Tweede termijn.

Voorzitter, dank aan de Gedeputeerde voor de toezegging om in het Platform P&C verder te praten over hoe Provinciale Staten meer inzicht kunnen krijgen in hoe afwijkingen ontstaan tijdens de P&C cyclus en hoe hier op gestuurd wordt vanuit het College.

We krijgen het trouwens druk in het Platform, want de Gedeputeerde heeft vanmiddag voorgesteld om een aantal onderwerpen daar verder te bespreken. De fractie van D66 denkt graag mee met het College, bijvoorbeeld in een vorm van een werkgroep, om – in aanloop naar de volgende Begroting – verbeteringen door te voeren, gebaseerd op de vragen uit de methode Duisenberg/Van Meenen. GS en PS zijn immers samen een verbetertraject ingegaan en daar willen wij graag een vervolg aan geven. D66 is nog niet helemaal tevreden, maar we zien duidelijke verbeteringen op een aantal punten.

Voorzitter, kijkend naar de jaarstukken kunnen we constateren dat er volop beweging in Brabant is. Enthousiast en optimistisch gaan we dan ook de laatste maanden van deze bestuursperiode in; om samen nog meer voor elkaar te krijgen. Wat ons betreft is de fractie van 50+ van harte welkom daarbij mee te doen. Want D66 is ook 50+ !!