Poliflw

Scholen en kinderopvang zijn een onmisbare schakel in onze samenleving. Tot een paar weken terug waren scholen, peuterspeelzalen en kinderdagverblijven vanzelfsprekende plekken waar kinderen leerden, speelden en werden opgevangen als de ouders naar het werk gingen. Nu is alles dicht en moet veel op eigen kracht. Voor veel kinderen lukt het wel, maar er is zijn ook kinderen voor wie dat minder makkelijk gaat. Voor deze laatste groep is extra aandacht nodig van scholen en gemeenten. Daarom stelden wij vragen. NB. Kort na insturen van het artikel kregen wij de antwoorden op de schriftelijke vragen binnen. Een samenvatting vindt u na het artikel. Onderwijs op afstand Binnen een mum van tijd hebben scholen onderwijs op afstand vorm gegeven. Via mail en videocontact of soms via een raam op het schoolplein wordt het contact met de meeste kinderen gelegd en onderhouden. Opdrachten, instructie van leeslessen en werkbladen kunnen op een afgesproken tijdstip via beeld en geluid worden gevolgd. Daarnaast zijn papa of mama plotseling ook meester of juf. Hoe leg je een som uit, hoe leert een kind lezen, wat doe je als je kind geen zin heeft. Hoe doe je ook je eigen werk? Voor de oudere kinderen kunnen weer andere problemen opdoemen. Technieklessen, je mist het juiste gereedschap, of een lastige wiskundesom of een presentatie geven vanuit huis. Sociale contacten met vrienden zijn ook minder makkelijk dan voorheen. Gelukkig redden de meeste kinderen en ouders dit wel. Voldoende rustige momenten, voldoende laptops en inzet en begeleiding van ouders om er samen het beste van te maken. Niet voor alle kinderen mogelijk Helaas zijn er ook kinderen die om verschillende redenen de school heel hard missen. Kinderen voor wie school de veilige haven is, bijvoorbeeld. Of kinderen die digitaal niet te bereiken zijn omdat ze geen computer hebben. Kwetsbare kinderen uit kwetsbare gezinnen. Voor ons was dat meer dan voldoende reden om hierover vragen te stellen aan het college. Hoe pakt onze gemeente dit samen met de scholen op? Inmiddels is Rolph Dols, onze oud-wethouder (CDA) en nu wethouder in Tilburg aangewezen als coördinator om de opvang van deze kinderen in heel Brabant te coördineren. We hebben er alle vertrouwen in dat dit bij Rolph in goede handen is. Geen kind mag tussen wal en schip vallen. Janet Frankemölle, raadslid Aanvulling: antwoord op de schriftelijke vragen Scholen, de gemeente en andere organisaties in de regio werken hard aan maatwerk voor deze groep kinderen. Het sociaal team heeft wekelijks contact met deze gezinnen, ook jeugdconsulenten van het dorpsteam worden ingeschakeld bij twijfels of zorgen. Regionaal zijn goede afspraken gemaakt. Scholen kunnen worden ondersteund door de gemeente en vanaf 2 april is opvang geregeld voor kwetsbare kinderen. Voor het basisonderwijs is dat onze gemeente in goed overleg met de drie besturen PO georganiseerd en voor Speciaal Onderwijs en VO is het regionaal georganiseerd. Ook met Stichting Leergeld zijn goede afspraken gemaakt. Samen wordt hard gewerkt aan maatwerk.

We zijn als CDA blij met het rapport waarin het armoedebeleid van onze gemeente onder de loep is genomen. We zien dat het jarenlange ruimhartige armoedebeleid van oud-wethouder Rolph Dols (CDA) zijn vruchten afwerpt. Radar, bureau voor sociale vraagstukken, heeft in opdracht van het college het armoedebeleid van onze gemeente onderzocht. We zijn als CDA blij te lezen dat het armoedebeleid goed is ingebed. Er is in onze gemeente veel aandacht voor kinderen in armoedesituaties. De samenwerking tussen gemeente en maatschappelijke organisaties is goed en ook onderling vinden de organisaties elkaar steeds beter. In onze gemeente is het gehele plaatje belangrijk, armoedebeleid kun je niet los van andere zaken zien. Oud-wethouder Rolph Dols gaf menigmaal aan dat onze gemeente een ruimhartig armoedebeleid heeft. En dat lezen we ook terug in het bovengenoemde rapport. Als voorbeeld noemen we het armoedebeleid dat op kinderen is gericht. De meedoen-regelingen zijn zeer uitgebreid. Stichting Leergeld, het Jeugd Cultuurfonds, het Jeugd Sportfonds en de bijzondere bijstand zorgen ervoor dat kinderen niet aan de zijlijn hoeven staan. Ze kunnen meedoen met hun vriendjes en vriendinnetjes. Ook organisaties zoals de Voedselbank en de Weggeefhoek hebben hun vaste plek gekregen in onze gemeente. Het CDA heeft veel respect voor alle vrijwilligers die hier heel veel tijd insteken. Er gebeuren dus veel goede dingen, maar ook goede dingen kunnen verbeterd worden. De meedoen-regelingen voor kinderen hebben veel overlap. Stichting Leergeld, de twee jeugdfondsen en de gemeente moeten duidelijke afspraken maken: wie doet wat? Ouders weten niet altijd bij wie ze moeten zijn. Scholen en schoolmaatschappelijk werk kunnen hier ook een rol in spelen. De gemeente moet zorgen dat alle neuzen dezelfde kant op wijzen. Wat we zeker niet mogen vergeten is dat armoede ook onder oudere inwoners voorkomt. De seniorenverenigingen in de gemeente zijn de aangewezen partners om hierover mee te denken en te praten. Zij hebben veel kennis en kunde in huis. Het CDA is zeer tevreden dat het college doorbouwt op wat goed gaat, werkt aan wat beter kan en inzet op vroegtijdige signalering en preventie. Armoede voorkomen is onze gezamenlijke opdracht. Janet Frankemölle, raadslid