#DenHelder #geheugenklachten Yanaika Zomer DEN HELDER Den Helder krijgt een inloophuis voor mensen met beginnende dementie en geheugenklachten. Het is het eerste van Noord-Holland Noord, dit ’Odensehuis’. Waar naar Deens voorbeeld burgers voor elkaar zorgen, buiten de reguliere zorg om. Een van de initiatiefnemers is Peter Wijnants, directeur van Het Buurtcollectief. Felix Rottenberg, deeltijd-inwoner van Huisduinen, is bestuursvoorzitter van het Odensehuis in Amsterdam-Zuid. Wijnants vroeg hem als ambassadeur voor het Helderse initiatief. De heren vertellen hoe het zo gekomen is. Wijnants: „Door het werk voor onze Helderse buurthuizen weet ik dat een goed maatschappelijk project een buurthuis bestaansrecht geeft. Daar zijn we dus mee bezig. Den Helder vergrijst sterk. In 2040 zullen meer dan 16.000 inwoners van deze stad ouder dan 65 zijn. Je kunt je voorstellen dat daar een taak ligt.” De schatting is bovendien dat tegen die tijd zo’n tweeduizend personen met de gevolgen van dementie zullen kampen. Met name voor mensen met beginnende dementie is het aanbod beperkt. Wijnants: „Tussen het moment dat een arts de diagnose dementie geeft en het moment dat iemand in aanmerking komt voor zorg in een gesloten setting, zit eigenlijk niks.” Mantelzorger Het Odensehuis biedt allerlei activiteiten, van koffie drinken tot wandelen of muziek en zelfs de mogelijkheid om nog op vakantie te gaan. Oud PvdA-voorzitter Felix Rottenberg: „Dat is niet alleen prettig voor de gasten zelf, maar ook voor hun mantelzorgers. Zij hebben even hun handen vrij. Daarnaast kunnen ze ook in het Odensehuis terecht voor informatie en contact met andere mantelzorgers.” Dementievriendelijk Peter Wijnants hoorde vorig jaar voor het eerst van het fenomeen. „Den Helder wil graag een dementievriendelijke gemeente zijn. Ik had contact met een lokale vertegenwoordiger van Alzheimer Nederland die me op het bestaan van de Odensehuizen wees. We zijn gaan kijken en het sloot eigenlijk één op één aan bij wat we hier nodig hebben.” Wijnants verloor nog maar kort geleden zijn jongere broer aan de gevolgen van dementie. In de periode voor zijn opname was Wijnants mantelzorger en tot zijn overlijden ook diens mentor. Hij heeft het nodige ervaren met indicaties, zorgwetten en de stroperige bureaucratische processen die ermee gemoeid zijn. Daarnaast zag hij van dichtbij wat dementie met een mens en zijn omgeving doet. Het is een persoonlijke drijfveer om vanuit zijn functie werk te maken van een Odensehuis. Ook Rottenberg zag hoe zijn moeder onder invloed van de ziekte van Alzheimer veranderde. „In die periode had ik een ontmoeting met verpleegkundig specialist Fred Gillissen. Hij heeft de Odensehuizen naar Nederland gehaald. Ik vond het zo’n mooi initiatief. Toen mij werd gevraagd bestuursvoorzitter in Amsterdam te worden, kon ik natuurlijk geen nee zeggen.” Langer thuis In Nederland zijn de afgelopen jaren ongeveer dertig Odensehuizen geopend. Rottenberg: „In Amsterdam zie je inmiddels dat artsen hun patiënten en familie er bij een diagnose op wijzen.” Wijnants hoopt ook in Den Helder de gezondheidszorg zo ver te krijgen. En met gegronde reden. Rottenberg: „Wat ik echt indrukwekkend vind, is dat mensen door het Odensehuis gemiddeld twee tot twee en een half jaar langer thuis kunnen blijven wonen.” Odensehuizen worden door gemeentes gefinancierd vanuit de Wet Maatschappelijke Ondersteuning, eventueel aangevuld door particuliere fondsen. De huizen draaien op enkele beroepskrachten en veel vrijwilligers. Wijnants: „Vrijwilligers en goede huisvesting zijn het belangrijkst. Buurthuis de Beuk in het centrum en Buurthuis de Overzet in de Vogelwijk zijn op dit moment in beeld als mogelijke locaties. In de laatste zouden we zo kunnen starten, maar we zijn nog even in overleg. Het liefst willen we voor het einde van het jaar open.” Daarvoor zijn ook nog hoofden en handen nodig. „We zijn op zoek naar mensen uit de doelgroep en hun familieleden om ze te betrekken bij de totstandkoming van het Odensehuis.” Rottenberg: „Het gaat om de mensen zelf. Geen zorg, maar welzijn Samen zo ver als mogelijk willen gaan om iedereen deelgenoot te maken van de gemeenschap.” Hij is ervan overtuigd dat dat in Den Helder gaat lukken. „Een Odensehuis is echt van de burgers en het aantal vrijwilligers geeft de doorslag. Wanneer je er als stad in slaagt zo’n huis te laten draaien, is dat een ware proeve van bekwaamheid.”