Vandaag kijken we met de programmarekening terug op het jaar 2019. Veel plannen en ambities zijn uitgevoerd, maar er zijn ook plannen nog niet uitgevoerd. En dat voorzitter, brengt mij meteen bij de kern van mijn verhaal, want dat moeten we dit jaar zien te voorkomen.

We hebben namelijk te maken met ongekende tijden De economie is nooit eerder in vredestijd zo heftig in elkaar gestort. Er is sprake van een 6% krimp.

We zien veel daadkracht bij de gemeente om Coronamaatregelen te handhaven, denk aan hoe snel de terrassen verruimd konden worden. Geweldig. Die daadkracht wil ik ook bij het te lijf gaan van de economische crisis. Het college moet het goede voorbeeld geven en vertrouwen uitstralen en juist NU naar voren treden en investeren! Niet je neerleggen bij het feit dat er een recessie gaat komen, maar redden wat er te redden valt én voorkomen dat de aankomende crisis permanente schade gaat veroorzaken.

Áls de gemeente daadkracht en vertrouwen uitstraalt, dan zal dit ook afstralen op de inwoners van de stad, en ook op mogelijke investeerders/bedrijven etc. En door nu daadkracht te tonen, kunnen we de werkgelegenheid op de korte termijn herstellen en structureel verbeteren voor de lange termijn.

De Haagse VVD verwacht daarom actie voor het behoud en het herstel van de werkgelegenheid.

Tot voor kort was het toerisme een paradepaardje van onze stad. Het was een banenmotor. Alleen al op Scheveningen waren er in de zomermaanden tussen 5000 en 7500 mensen werkzaam, de rest van het jaar is dat de helft. Het toerisme gaf ondernemers de kans om op de meest creatieve manier een bedrijf op te zetten en het was bijvoorbeeld ook een kans voor de cultuursector, om al het moois aan mensen buiten Den Haag te presenteren.

Door de coronacrisis heeft deze sector bijna 3 maanden volledig stilgelegen. Gelukkig mogen ze nu weer steeds meer hun deuren openen, maar dan hebben zij wel gasten nodig! Gasten uit Den Haag, maar ook van buiten Den Haag!

Daarvoor is een grootscheepse actie nodig. Een actie die de toeristen nu, de gehele zomer, maar ook de nazomer en de winter onze kant optrekt. Want het toerisme is wat ons betreft een van de weinige korte termijnpleisters om de Coronaschade het hoofd te bieden. En voorzitter, de Haagse toerismesector, de culturele instellingen en de horeca zijn er klaar voor: van corona- terrassen tot corona-proof museumtours; de ondernemers en instellingen hebben al het werk gedaan én goed voor hun personeel gezorgd en wat zij nodig hebben, zijn onze steun en gasten. Mede namens mijn collega Judith Oudshoorn dien ik daarom de volgende motie in waarin wij het college oproepen om per direct de stedelijke marketingcampagne te intensiveren, gericht op omliggende landen, zoals België, Duitsland en Frankrijk. Betrek ondernemers erbij en kijk of zij ook willen bijdragen. En de raad hier nog voor het zomerreces over te informeren.

Een andere mogelijkheid om de werkgelegenheid een boost te geven én Den Haag aantrekkelijker te maken voor bijvoorbeeld bedrijven om zich hier te vestigen, is om daar waar het kan, geplande projecten naar voren te halen: het Telderstracé, het opknappen van de buitenruimte van Loosduinen en geplande woningbouwprojecten in o.a. Zuid–West: Dit zijn allemaal plannen die op de planning staan én die al begroot zijn: waarom niet naar voren halen? Dit levert op korte termijn werkgelegenheid op en op de lange termijn heeft dit een structureel effect op de werkgelegenheid, omdat het voor bedrijven aantrekkelijk is om zich te vestigen op locaties die goed bereikbaar zijn en waar genoeg woningen in een mooie omgeving zijn voor werknemers.

Ik dien daarom, samen met de gehele coalitie, een motie in waarin wij het college oproepen een actieplan op te stellen waarin over de volle breedte van het coalitieakkoord, inclusief besteding opbrengst Eneco, wordt gekeken welke plannen er eerder kunnen worden uitgevoerd en welke lopende projecten er sneller kunnen worden uitgevoerd. En de raad uiterlijk 1 oktober hierover te informeren.

Vervolgens voorzitter, wil ik ook nog graag mijn dank uitspreken voor alle mensen die Den Haag draaiende hebben gehouden tijdens deze Corona-crisis: het verzorgende personeel, de boa’s, de politieagenten, de schoonmakers etc…Veel van hen hebben een MBO-opleiding gedaan of kunnen hun opleiding sowieso niet afronden zonder een stage gelopen te hebben. Per 2 juni is er voor mbo-studenten echter een tekort van meer dan 19.000 stages en leerbanen. Een vergelijking: in mei 2019 begonnen er 18.022 mbo’ers aan een stage en in mei 2020 slechts 7282. In de sector openbare orde en veiligheid is bijvoorbeeld een tekort van ruim 5800 stageplekken. Daarnaast waren er tot 1 maart waren er constant klachten over het niet kunnen vinden van arbeidskrachten in bepaalde sectoren, zoals de techniek, zorg etc. Nu komen er hoogstwaarschijnlijk 100.000 mensen op straat te staan. Dit is de kans om het arbeidsaanbod in de stad te kunnen beïnvloeden. Er dient versneld te worden opgeleid in die kwetsbare sectoren. Door het sneller dan normaal, herscholen van werklozen, kun je de aantrekkende sectoren beter bedienen. Heeft het college zicht op de situatie voor Den Haag? Welke kwetsbare sectoren krijgen op termijn te maken met een tekort aan personeel? En is zij bereid om op basis van deze inventarisatie een actieplan te maken, zodat we straks niet met een tekort aan bekwaam verzorgend personeel, boa’s etc zitten….

En tot slot voorzitter, zijn er 2 zaken die, naast de Corona-perikelen, een punt van aandacht behoeven. We leven in een vrij land en in een vrije stad, maar waarin er in de eerste situatie een groep is die op dit moment te veel vrijheid pakt, wordt de groep uit de tweede situatie juist in haar vrijheid beperkt.

Allereerst de situatie op Scheveningen, want hier is op dit moment een groep jongeren, veelal met een migratieachtergrond, die een dikke middelvinger naar onze samenleving opsteken. Bewoners willen ‘s avonds rustig een ommetje kunnen maken of kunnen genieten van het mooie weer in hun achtertuin en de Scheveningse ondernemers zijn er na 3 maanden gesloten te zijn geweest, weer helemaal klaar voor om keihard aan de slag te gaan. Deze relschoppers maken dit nu onmogelijk. Scheveningen verandert ‘s avonds in een urbane jungle waarbij geweld en intimidatie niet ontbreken. Goed dat het college nu met een actieplan komt waarin o.a. wordt ingezet op extra politie en handhaving.  Wat de Haagse VVD betreft wordt daarbij ook flink ingezet op gebiedsverboden voor deze relschoppers. Scheveningen is een gezellige badplaats voor hardwerkende ondernemers en een mooie woonplaats voor al haar inwoners en geen racecircuit voor een groep relschoppers die weigeren zich aan wet en regelgeving te houden en het gezag ondermijnen. 

De groep meisjes in de tweede situatie die ik hier wil benoemen, kent deze vrijheid niet. Zelf bepalen of je vanavond thuisblijft of een drankje gaat drinken op de Scheveningse boulevard is er voor hen niet bij. Zij mogen/kunnen niet beslissen over hun eigen leven én over hun eigen lichaam. In Den Haag zijn jaarlijks zo’n 50 meisjes of jongen vrouwen slachtoffer van genitale verminking (ofwel vrouwenbesnijdenis) en dat aantal moet terug naar 0. Wij steunen daarom de PVV-motie over het aanpakken van de As-Soennah en daarnaast dien ik mede namens mijn collega Jan Pronk een motie in waarin wij het college oproepen om alles te doen om vrouwelijke genitale verminking (VGV) te voorkomen en bestrijden, onder meer door: Alle gemeentelijke zorginstellingen het handelingsprotocol VGV te laten implementeren. Convenanten te sluiten met zorgverleners, zoals huisartsen, ziekenhuizen en de GGD, waarin zij zich committeren aan een meldingsplicht ten aanzien van VGV. De voorlichting over VGV aan risicogroepen te intensiveren. In de driehoek de mogelijkheden te verkennen om te komen actieve opsporing en vervolging van ouders die hun dochters in het buitenland hebben laten besnijden. Hierbij ook te betrekken welke rol aangifte door de gemeente/Veilig Thuis Haaglanden tegen ouders van wie de dochter slachtoffer is geworden van VGV hierbij zou kunnen spelen. Over de voortgang van de implementatie van de vier maatregelen uiterlijk einde vierde kwartaal van 2020 aan de raad te rapporteren.