De Arnhemse raad heeft 30 oktober 2019 ingestemd met een voorstel voor de kwijtschelding van afvalstoffenheffing voor mensen met een laag inkomen. Dit voorstel is een van de randvoorwaarden voor DIFTAR (betalen per afvalzak). In het voorstel worden minima met een gemiddeld afvalverbruik volledig gecompenseerd voor de afvalstoffenheffing. Als zij meer verbruiken, moeten ze ook meer betalen. Als zij minder verbruiken krijgen de minima geld terug, bijvoorbeeld via de GelrePas. GroenLinks is erg enthousiast over dit voorstel. Muriël Simonis: “Met dit voorstel is er voor alle Arnhemmers inclusief de minima, een positieve drijfveer om goed afval te scheiden.”

DIFTAR is een vorm van afvalstoffenheffing die de inwoners van Arnhem stimuleert tot betere afvalscheiding en het verminderen van restafval. Door de invoering van DIFTAR dreigden minima hun tijdelijke kwijtschelding van de afvalstoffenheffing te verliezen. Hierdoor zou het nieuwe systeem voor hen juist duurder worden. In het coalitieakkoord is deze kwijtschelding weer teruggebracht. Maar GroenLinks vindt dat afval scheiden óók voor minima lonend moet zijn. Het college  kwam met een uitwerking van het idee dat al eerder door GroenLinks en PvdA werd geopperd, om deze positieve consequentie ook voor minima in te bouwen.

Zonder de invoer van DIFTAR zou de afvalstoffenheffing fors duurder worden en zou de taak die de Rijksoverheid de gemeente heeft opgelegd erg moeilijk te bereiken zijn. We moeten in Arnhem namelijk van een ruime 200 kilo restafval per persoon naar een gemiddelde van 100 kilo. Om DIFTAR te kunnen invoeren waren er nog een paar laatste hordes te nemen door het college. Met deze laatste mooie oplossing krijgt DIFTAR voor elke Arnhemmer die goed haar of zijn afval scheidt een positieve bijwerking. Het voordeel van vermindering van restafval is zowel positief voor de portemonnee van alle Arnhemmers als voor het verminderen en verduurzaming van de afvalstromen.