Het incidentje met een SP-Kamerlid die onlangs in een rommelig T-shirt en met zichtbare tatoeages aan de interruptiemicrofoon stond, was kenmerkend voor opvattingen over stijl en kleding in het parlement. Lange tijd verschenen alle mannelijke Kamerleden in een donker pak met stropdas en dames in een jurk of rok en een bijpassend bijou. Maar tegenwoordig is er kennelijk meer vrijheid qua kledingvoorschrift en is aanwezigheid in de Kamer zonder stropdas of met een trui algemeen geaccepteerd. Die ontwikkeling vertoont parallellen met die in de gehele hedendaagse samenleving. Het huidige straatbeeld in steden en dorpen vertoont veelal een trui en een spijkerbroek met vale, weinig modieuze bleekvlekken en onduidelijke voorgevormde gaten. In de Tweede Kamer duurde het tot november 1969 voordat een vrouw in een broekpak verscheen. Een toenmalig D66-Tweede Kamerlid baarde met haar stemmige donkerblauwe outfit, zoals een landelijke krant toen schreef, bepaald opzien, want zo’n kledij was in ‘s lands vergaderzaal niet gebruikelijk. Alle mannelijke Kamerleden kwamen lange tijd in maatkostuum met elegante stropdas en de Tweede Kamervoorzitter zat de plenaire vergaderingen zelfs in rokkostuum met strik voor. Zijn opvolger hield het bij een maatpak en het werd daarna geleidelijk allemaal wat informeler. Uit de Eerste Kamer komt de anekdote dat de griffier een medewerker van de griffie terechtwees die eens zonder stropdas verscheen, toen op hetzelfde moment een Kamerlid in ribfluwelen pak -zonder stropdas- de plenaire zaal binnenkwam. Consternatie alom. Er zijn wel enkele gevallen bekend waarin de Kamervoorzitter een bewindspersoon vroeg zijn jasje aan te trekken, omdat een minister -toen nog deftig aangesproken met excellentie- in hemdsmouwen niet paste in het Haagse decorum. Zelfs op warme zomerdagen werd wat luchtige kledij niet gewaardeerd. In 2003 kregen drie vrouwelijke Tweede Kamerleden van GroenLinks een standje van de voorzitter omdat zij in de plenaire vergadering een T-shirt over hun kleding droegen met teksten als 'Baas in eigen buik'. Ze deden dat als protest tegen het uit het ziekenfonds halen van de pil. Niet zo zeer de kleding als wel het actievoeren, werd niet gewaardeerd. Kamerleden en ministers hadden ook lange tijd een ambtskostuum en tot de Tweede Wereldoorlog droegen velen dat ook op Prinsjesdag. Leden die tevens rechter, hoogleraar of officier waren, kwamen overigens in het kostuum dat bij dat ambt hoorde. Een Kamerlid verscheen bijvoorbeeld met magistermantel (middeleeuwse academische titel vergelijkbaar met die van doctor) en droeg daarbij een baret met paarse pluim. Sinds de jaren negentig van de vorige eeuw zijn er de vrolijk gekleurde hoedjes van vrouwelijke Kamerleden en -bewindspersonen tijdens Prinsjesdag op het Binnenhof te zien. Formele regels zijn er niet. Formeel mag alles, maar informeel toch niet. Want ook al verschuiven normen, dat betekent niet dat alles gepast is. Stijl en decorum blijven rond het Binnenhof belangrijk. Leden van de Tweede Kamer hoeven niet verplicht een jasje te dragen als zij vergaderen in de grote plenaire zaal. De huidige Kamervoorzitter is ook niet van plan een officiële dresscode in te voeren, al hecht zij wel aan representativiteit. Na het T-shirt incident tikte zij een paar dagen later enkele Kamerleden op de vingers die in hemdsmouwen in de plenaire vergaderzaal verschenen. Dat was op het moment dat er buiten zomerse temperaturen waren. Terstond wilden enkele Kamerleden weten of het wel aan de Kamervoorzitter is om leden aan te spreken op hun outfit. Zij hield echter staande dat Kamerleden er representatief uit moeten zien. Burgers sturen volgens haar geregeld mailtjes naar de Kamer waarin zij zich beklagen over het ontbreken van een jasje of te diepe decolletés bij de vrouwelijke parlementariërs. Truien en kraagloze hemden horen volgens de voorzitter niet in het parlement thuis. Een ad rem Kamerlid vatte het vervolgens snedig samen: Kunnen alle leden van de grootste coalitiepartij en haar bewindslieden wellicht in een streepjes pyjama in de plenaire zaal zitting nemen? Om daar vervolgens geestig aan toe te voegen: Het zou daarnaast goed zijn voor de stijl en het decorum van de Kamer wanneer zij ook nog eens naar waarheid zouden betogen.