De afgelopen weken was er veel rumoer over uitingen van D66 dat de veestapel met 50% moet worden ingekrompen om zo bij te dragen aan de reductie van stikstofuitstoot. Veel boeren ervaren die boodschap als een klap in het gezicht. Ze voelen zich weggezet en ontkend. Want veel boeren innoveren permanent (in bodem-, mest en stalsystemen en in het realiseren van nieuwe aanvullende verdienmodellen). En ondertussen zijn ze dagelijks bezig ons allen van hoogwaardig voedsel te voorzien. Die inzet verdient waardering!

Nederland heeft echter een zeer fors probleem. We stoten met elkaar teveel stikstof uit en dat is slecht voor onze natuur in de “stadstaat” die Nederland is. De veestapel is de grootste uitstotende partij. En ondanks alle inspanningen van ondernemers is de uitstoot vanuit de landbouw nog veel te hoog en gaat de natuur en biodiversiteit hollend achteruit. Logisch dat ook de commissie Remkes vaststelt dat ook daar de emissie teruggebracht moet worden. Dat vergt lef, visie, doorzettingsvermogen en geld. De visie is er: over naar natuurinclusieve kringlooplandbouw.

Felle discussie

De individuele boeren, met al die bank- en leververplichtingen, hebben het al vele jaren niet makkelijk in het huidige systeem. Zij knokken dagelijks om het hoofd boven water te houden, en de bank en voedingsindustrie tevreden te houden. Het huidige kabinet heeft daarom in de begroting en het klimaatakkoord reeds honderden miljoenen vrijgemaakt voor hulp bij stoppen (warme sanering) en steun bij het wijzigen van bedrijfsmatige en regionale productie- en verwerkingsmethoden. Ook het CDA, VVD en CU steunen die koers en onderkennen dat het “agrarisch ondernemen” anders moet. Het ontbreekt nu echter aan lef om dat ook naar de traditioneel sterke boerenachterbannen te verwoorden. Een andere escape die CDA en VVD nu hanteren is het RIVM (de jarenlange stikstofmetingen) ter discussie te stellen. Daar zal de natuur niet door verbeteren!

Volgens de commissie Remkes is er meer nodig om de reductie van de stikstofemissie te realiseren, ook in de landbouw. Door het voorstel van D66 is er een debat ontstaan – een fel debat, zeker niet allemaal even fraai en empathisch. Maar de feiten spreken voor zich. Als politieke partijen nu gaan “strijden” voor de boeren zonder antwoord te geven hoe de problemen dan wel opgelost moeten worden, dan is dat een loos geluid. Daar hebben individuele boeren niks aan. Wat zij nodig hebben is échte zekerheid voor de toekomst. De staat van onze planeet laat nou eenmaal niet toe dat we eeuwig op deze manier door blijven gaan.

Wat dan wel?

Maak de visie concreet op regionaal en individueel niveau. Help boeren die vrijwillig willen stoppen zodat ze een fatsoenlijke toekomst houden (4 op de 10 Nederlandse boeren overwegen te stoppen omdat ze of geen opvolger hebben of nieuwe milieumaatregelen niet kunnen financieren) en steun huidige en toekomstige natuurinclusieve kringloopboeren bij de noodzakelijke veranderingen. Pak ondertussen natuurlijk ook mobiliteit, vliegen, industrie en ons consumptiepatroon individueel aan!

Regel nationaal en Europees een goed duurzaam verdienmodel voor boeren en creëer rust in de sector door langjarige wet- en regelgeving. Zorg dat de boer voor haar producten een eerlijke prijs verwerft. Als je nu 130 koeien melkt en alleen de laatste 10 zorgen voor je netto maandelijks inkomen dan kunnen we door meer te betalen voor ons dagelijks eten ook ervoor zorgen dat de toekomstige boer door 80 koeien te melken ook nog een goede boterham verdient. En regel goed dat de boer tevens mee blijft zorgen voor onze collectieve kwetsbare natuur, bijdraagt aan toerisme, lokaal hoogwaardige producten levert en er een duurzame toekomst is voor jonge boeren die graag blijven boeren.

Exportproduct kennis

Daarbij moeten we ervoor zorgen dat alle hoogwaardige landbouwkennis, die uniek is in de wereld, beschikbaar blijft en door kan ontwikkelen. Zodat onze bijzondere kunde op het gebied van landbouwtechnologie elders op de aarde benut wordt. Want ook daar moet geleerd worden goed met bodem, water, dieren en ons klimaat om te gaan. Nederland is het voorbeeld voor vele boeren elders op de wereld. Laten we van die kennis nog meer ons exportproduct maken. Want als je een boer kennis geeft zal ze die benutten als er daardoor meer inkomen ontstaat en haar kinderen naar school kunnen gaan. Dus: geen vis maar een hengel. Dat is de kracht van kennis!