Voorzitter, als ik langs Amare loop, op weg naar dit stadhuis, dan denk ik niet alleen aan onze ellenlange debatten over deze cultuurtempel. Of het prijskaartje hiervan, dat jaar op jaar ongunstiger uitpakt. Of de cultuursector, waarin het dit jaar stiller is dan ooit. 

Voorzitter, ik vraag me ook wel eens af of deze tempel niet onbedoeld een momument wordt voor een politiek wankele tijd. Een tijd waarin we zijn opgeschrikt door een gezondheidscrisis, waarvan de gevolgen nog nauwelijks te overzien zijn. Waarin de integriteit van ons lokale bestuur steeds vaker onderwerp van gesprek is. En waarin de polarisatie tussen inwoners en buurten steeds voelbaarder wordt, zelfs in dit stadhuis.

Voorzitter, om heelhuids uit deze crisis te komen zullen we de kortste weg moeten vinden van polarisatie naar solidariteit. En de eensgezindheid die nodig is om een crisis te bestrijden, is in dit stadsbestuur soms helaas ver te zoeken. We herinneren ons allen nog de afvaloorlog die een jaar geleden woedde tussen bestuurspartijen Groep de Mos en GroenLinks. Een droevige vertoning in de richting van Hagenaars en Hagenezen die zich dagelijks een weg door de rotzooi moeten banen.

Voorzitter, mijn fractie moet helaas constateren dat die cultuur van hete aardappels naar elkaar doorschuiven ook in dit nieuwe college nog springlevend is. We merkten het vorige week, toen wethouder Revis zijn afscheidscadeau aan de stad presenteerde. Kent u de grap van de sociale huurwoningen tegenover het Centraal Station? Nou, hij lijkt een beetje op de grap van de sociale huurwoningen in het Spuikwartier... Woningen die alleen op papier hebben bestaan, om prestigieuze bouwplannen een sociaal randje te geven. 

Voorzitter, hoe is het mogelijk dat één wethouder solistisch ‘package deals’ met vastgoedbazen kan smeden die eerdere beloften aan de raad teniet doen? Zoals de belofte dat het zogenaamde ‘Central Innovation District’ niet een speeltuin wordt voor kosmopolitische kenniswerkers, maar een gebied waar iedereen een plekje kan veroveren. Ongeacht de dikte van je portemonnee. Wat zegt het dat de wethouder Wonen onlangs geen enkele vraag wilde beantwoorden over die gebroken beloften? Een schone stad, een betaalbare stad: dit soort zaken zijn de basis voor een menswaardig bestaan. Daar drijf je geen koehandel mee, maar daar zet je samen de schouders onder. Mijn fractie roept de wethouder wonen en zijn kersverse collega, de heer Mulder, dan ook op om voortaan vanuit één gezamenlijke visie te bouwen aan onze stad. De visie dat iedere betaalbare woning het waard is om voor te knokken. Juist nu.

Maar voorzitter,  om eensgezind uit de crisis te komen is meer nodig dan een eensgezind stadsbestuur. Het vraagt ook om een andere politiek. Willen we solidariteit organiseren, dan moeten we op zoek naar wat ons verbindt in plaats van  verdeelt. Bijvoorbeeld: het besef dat wijken als Duindorp en de Schilderswijk veel dichter bij elkaar liggen dan we dikwijls denken. We hoeven maar even in de schoenen van onze jongeren te stappen.

Voorzitter, onze jongeren groeien momenteel op in het besef dat ze later wellicht slechter af zijn dan hun ouders. In een maatschappij die hen leert om elkaar als concurrenten te zien. Want op die ene stage of die ene betaalbare studio azen nog honderden anderen. En juist de jongeren zonder kruiwagen om hogerop te komen dreigen in deze ratrace het onderspit te delven. Dat brengt mij bij de hamvraag over de plannen van dit college: voor wie werkt onze economie?

Voorzitter, om die vraag te beantwoorden maak ik een sprong terug in de tijd. Waar onze kust vroeger met haar havengebonden bedrijvigheid brood op de plank bood aan jonge gezinnen, moest deze grotendeels plaats maken voor toerisme en luxe woningbouw. En begrijp me niet verkeerd: natuurlijk biedt het toerisme veel mooie banen. Maar de sector grossiert ook in flexwerk en is broos in tijden van crisis. En de jongere zonder kruiwagen die een baan wil in de horeca, moet niet zelden concurreren met werkstudenten.

Voorzitter, als we doorspoelen naar het heden zien we dat in de Binckhorst – ons grootste binnenstedelijke bedrijventerrein – ambachtelijke familiebedrijven een onzekere toekomst tegemoet gaan. Al jaren waarschuwt men dat de huidige visie voor de Binckhorst – nog zo’n erfenis van Revis – tot een uittocht van bedrijven zou kunnen leiden. Een domino-effect, dat mogelijk wordt versneld met het vertrek van de Asfaltcentrale. Terwijl de Binckhorst juist jarenlang de plek was waar Haagse jongeren op de fiets naar toe konden om een vak te leren.

Voorzitter, wat zegt het college tegen deze jongeren? Dat door internationale bedrijven die hun hele personeelsbestand meenemen aan te trekken, er indirect banen voor hen zullen worden gecreëerd? Dat de energietransitie als vanzelf banen in de bouw of installatietechniek zal creëren? Of kiest het college ervoor om in haarsociaal-economisch herstelplan en de besteding van de Enecogelden hun kansen centraal te stellen? Door bijvoorbeeld leer- en ontwikkelkansen voor jongeren als rode draad op te nemen in ieder bestedingsplan. Kiest het college ervoor om keiharde banenafspraken te maken voor onze jongeren? Voorzitter, ik hoop deze zaken terug te zien in de economische plannen en investeringen die het college reeds heeft aangekondigd . Want wat de SP betreft kunnen we kwetsbare jongeren niet afschepen met de kruimels van de ‘trickle down economie’. Zij verdienen een deel van de koek.