Nieuws van CDA inzichtelijk

5 documenten

Tweede kamerlid Chris van Dam stelt vragen over cellensluiting

CDA CDA ChristenUnie Winterswijk 30-10-2019 07:28

Naar aanleiding van de brief die CDA Achterhoek vorige week naar hun Tweede Kamerlid Chris van Dam stuurde, heeft hij vandaag samen met zijn collega van de ChristenUnie schriftelijke vragen gesteld. De beantwoording van die vragen zal 3 tot 6 weken duren is de verwachting. Betreft de volgende vragen: Aanvullende vragen van de leden Van der Graaf (ChristenUnie) en Van Dam (CDA) aan de minister van Justitie en Veiligheid over het voornemen van de Nationale Politie tot sluiting van de arrestantencomplexen van de politiebureaus van Deventer, Doetinchem, Ede en Tiel. Heeft de minister kennisgenomen van het voornemen van de Nationale Politie om de arrestantencomplexen van de politiebureaus in Deventer, Doetinchem, Ede en Tiel te sluiten?[1] Is de minister bekend met de zorgen van de burgemeesters in de regio Oost-Nederland aangaande de nadelige gevolgen van een dergelijke sluiting van arrestantencomplexen voor onder andere de beschikbare politiecapaciteit, aangezien agenten soms meer dan een uur onderweg zullen zijn om een arrestant naar een arrestantencel te brengen? Erkent de minister dat hierdoor te weinig politiecapaciteit in de regio beschikbaar zal zijn? Hoe verhoudt dit zich tot de aangenomen Kamermotie Van Toorenburg/Kooiman waarin expliciet werd opgeroepen de korpsleiding opdracht te geven niet over te gaan tot sluiting van het cellencomplex in Deventer? Kan de minister aangeven hoe het besluitvormingsproces rondom een besluit, zoals het onderhavige besluit tot sluiting van de arrestantencomplexen van diverse politiebureaus, plaatsvindt? Deelt de minister de waarneming dat een besluit als het besluit tot sluiting van de arrestantencomplexen van de politiebureaus van Deventer, Doetinchem, Ede en Tiel genomen wordt door de Nationale Politie en dat de lokale bestuurders pas in het eindstadium van de besluitvorming betrokken worden? Waar eindigt de verantwoordelijkheid van de politie voor de eigen bedrijfsvoering en waar begint het gezag op de openbare orde en veiligheid van de burgemeester? En hoe is bij dergelijke besluiten de beslisbevoegdheid tussen politie enerzijds en lokale besturen anderzijds verdeeld? Is de minister op de hoogte van de mogelijke nadelige gevolgen van een dergelijke sluiting vanwege de te verwachten extra reistijd van rechercheurs, advocaten, hulpverleners en forensisch artsen? In hoeverre is in de besluitvormingsprocedure omtrent de voorgenomen sluiting van arrestantencomplexen onderzoek gedaan naar de mogelijke nadelige gevolgen van dit besluit? In hoeverre zijn hierbij mogelijke alternatieve oplossingen voor de problematiek rond de arrestantencellen afgewogen? Is de minister bereid te zoeken naar een oplossing die ervoor zorgt dat de basispolitiezorg in de hele regio Oost-Nederland op orde blijft? Is de minister op de hoogte van alternatieven voor de sluiting van de arrestantencomplexen zoals de oplossing van een arrestantencomplex ‘light’ in Deventer, waar gewerkt wordt met beperktere openingstijden en minder personeel? Is de minister bereid te onderzoeken of het mogelijk is om dit alternatief niet slechts als tijdelijke oplossing tot de sluiting van de arrestantencomplexen in 2022, maar ook op permanente basis mogelijk te maken? Is de minister op de hoogte van mogelijke alternatieven voor het voorgestelde arrestantenvervoer, zoals het arrestantenvervoer als opgezet door het politieteam Maas en Leijgraaf, actief in de driehoek tussen Boxmeer, Cuijk en Uden? Hoe denkt de minister over het genoemde alternatief? Is de minister bekend met de oproep van de burgemeesters van de Achterhoek om een aparte vervoerdienst op te richten om het arrestantenvervoer uit te voeren? Hoe denkt de minister over deze oproep? Is de minister bereid om in te gaan op verschillende mogelijkheden om een aparte arrestantenvervoersdienst gestalte te geven, zoals een vervoersdienst vormgegeven naar het idee van de Dienst Vervoer & Ondersteuning (DV&O) van de Dienst Justitiële Inrichtingen of de optie om de werkzaamheden van de DV&O uit te breiden met het arrestantenvervoer? Is de minister bereid om samen met politie en lokale bestuurders naar genoemde en andere mogelijkheden te kijken om sluiting van de arrestantencomplexen van de politiebureaus in Deventer, Doetinchem, Ede en Tiel te voorkomen en de Kamer hierover te informeren?

CDA wil oplossing voor sluiting arrestantencellen

CDA CDA Winterswijk 23-10-2019 21:11

De voorgenomen sluiting van de arrestantencellen in o.a. Doetinchem, zorgt er voor dat agenten in de Achterhoek straks onnodig veel tijd kwijt zijn met het vervoeren van arrestanten. Winterswijks raadslid Thomas de Roos (CDA) heeft daarom namens de Achterhoekse CDA fracties (Aalten, Bronckhorst, Berkelland, Doetinchem, Oost-Gelre, Oude-IJsselstreek en Winterswijk) zijn zorgen geuit aan Tweede Kamerlid Chris van Dam (CDA) met het verzoek om te komen tot een oplossing voor dit probleem. “Vanuit bijvoorbeeld Winterswijk zijn politieagenten straks uren onderweg. Dit zorgt logischerwijs voor beperking van middelen (zoals voertuigen) en de personele capaciteit tijdens dit vervoer. Daarmee ontstaat een minder veilige situatie in het werkgebied van de agent en voor zijn/haar collega’s.” geeft De Roos aan. De Achterhoekse CDA fracties ondersteunen de eis van de burgemeesters uit de regio voor het invoeren van een vervoersdienst voor arrestanten. Volgens De Roos is dit een nodige stap om agenten te laten doen waar ze voor aangenomen zijn, waarbij ook aangegeven wordt dat er landelijk al werkende voorbeelden zijn: “Dit zou bijvoorbeeld uitgevoerd kunnen worden naar het idee van de Dienst Vervoer & Ondersteuning (DV&O) van Dienst Justitiële Inrichtingen.”. Voorop staat dat er volgens de CDA fracties een oplossing moet komen vóór er een eventuele sluiting plaats gaat vinden. De politietop van Oost-Nederland legt de sluiting van de arrestantencellen op 19 november voor tijdens het halfjaarlijks overleg met de burgemeesters van de regio, het uiteindelijke besluit wordt echter genomen door de Nationale Politie. Via een interview met Omroep Gelderland licht Thomas de Roos zijn actie toe: luister interview

CDA: Helderheid over handhaving verbod gezichtsbedekkende kleding

CDA CDA Zuid-Holland 01-08-2019 12:07

Vanaf 1 augustus is de wet Gedeeltelijk verbod gezichtsbedekkende kleding, ook wel het ‘boerkaverbod’ genoemd, ingegaan. Dat betekent dat het nu voor iedereen verboden is om gezichtsbedekkende kleding (zoals een boerka, bivakmuts of helm) te dragen in gemeentehuizen, het openbaar vervoer, ziekenhuizen en scholen. Het CDA vindt dat iedereen in Nederland op deze plekken herkenbaar moet zijn en zich moet kunnen identificeren. Ondanks dat er jarenlang over deze wet gesproken is in de Tweede Kamer, is er in aanloop naar de invoerdatum verwarring en discussie ontstaan over de handhaving van het gedeeltelijk verbod. De Nationale Politie heeft aangegeven geen prioriteit te geven aan de uitvoering ervan, openbaar vervoersbedrijven wijzen naar de vervoersplicht en ook ziekenhuizen zeggen niet te willen handhaven. CDA-Kamerleden Harry van der Molen en Chris van Dam vinden het onacceptabel dat verschillende instanties weigeren de wet uit te voeren, en hebben daarom Kamervragen gesteld aan het kabinet om opheldering te bieden over de handhaving. Harry van der Molen: “Op deze plekken draait het om persoonlijk contact tussen mensen en een gevoel van sociale veiligheid. Het bedekken van je gezicht staat daar haaks op. Het is belangrijk dat de afspraken die daarover zijn gemaakt voor iedereen helder zijn, en de instanties deze afspraken handhaven.” Zie ook het fragment van Harry van der Molen in de uitzending van EenVandaag (d.d. 31 juli 2019):https://www.youtube.com/watch?v=eIXA3zVQWZI -- Vragen van de leden Van der Molen en Van Dam (beiden CDA) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister van Justitie en Veiligheid over de berichten ‘Verkeerde afslag politie’ en ‘Ov-bedrijven gaan boerkaverbod niet handhaven: Nieuwe wet voor ons niet werkbaar’ 1 Bent u bekend met de berichten ‘Verkeerde afslag politie’ 1) en ‘Ov-bedrijven gaan boerkaverbod niet handhaven: Nieuwe wet voor ons niet werkbaar’ 2)? 2 Bent u op de hoogte van de reactie die de Nationale Politie online heeft gegeven op de handhaving van het boerkaverbod op politiebureau’s, namelijk: ‘niet in de wet staat dat mensen die een boerka dragen geen aangifte mogen doen. De wet zegt dat ze met een boerka niet in een politiebureau mogen komen. Dus helpen we ze daarbuiten.’? 3 Deelt het kabinet met het CDA de opvatting dat het niet zo kan zijn dat een wet de facto niet tot uitvoering komt, of dreigt te komen, omdat de partijen die deze wet dienen te handhaven hier geen prioriteit aan willen geven? Heeft de nationale politie eventuele veiligheidsrisico’s, wanneer personen vanwege gezichtsbedekkende kleding niet geïdentificeerd kunnen worden, betrokken in haar afweging? 4 Heeft de door de politie aangegeven omgang met het verbod op gezichtsbedekkende kleding de steun van het kabinet? Is dit wat het kabinet betreft in lijn met het oogmerk van de wet om gezichtsbedekkende kleding in openbare gelegenheden te ontmoedigen, ook gezien het antwoord van een woordvoerder namens de Minister van Binnenlandse Zaken op de vraag of de door de politie aangegeven werkwijze conform de wet is: “Dat denk ik niet helemaal.”? 5 Wat vindt u van de verwarring die is ontstaan over de handhaving van het verbod op gezichtsbedekkende kleding, door de standpuntbepaling van de politie? Welke handhaving mag van de instellingen in openbare gebouwen verwacht worden? Welke van buitengewone opsporingsambtenaren? Welke handhavende taken zijn uitsluitend voorbehouden aan de politie? 6 Biedt naar de mening van het kabinet, gezien de verwarring die over de handhaving is ontstaan, de ‘kan’ bepaling in de wet (met betrekking tot het inschakelen van politie) voldoende helderheid voor de uitvoeringspraktijk? Zo nee, is het kabinet bereid nadere informatie te verstrekken over de verwachting die het kabinet heeft van de handhaving? Of is zij bereid de wet aan te passen? 7 Welke afspraken heeft het kabinet gemaakt met de Nationale Politie over de handhaving van het verbod op gezichtsbedekkende kleding wanneer derden een beroep op hen doen? Is het juist dat het kabinet ervoor gekozen heeft betrokken instanties, bijvoorbeeld in de zorg, het onderwijs, mede-overheden en vervoersbedrijven afzonderlijk afspraken te laten maken met de politie? 8 Wat vindt u van de uitleg van de woordvoerder van de politie, die in de Telegraaf aangeeft dat de ruimhartige omgang met het verbod specifiek bedoeld is voor personen die een boerka of nikab dragen en dragers van een integraalhelm of bivakmuts niet worden tegemoetgekomen? Hoe verhoudt wat het kabinet betreft deze opstelling zich tot de wet, die nu juist niet uitsluitend een verbod op religieuze kleding beoogt? Maakt de politie hier een gerechtvaardigd onderscheid? 9 Heeft de politie wat het kabinet betreft de ruimte om het verbod op gezichtsbedekkende kleding niet te prioriteren? Is het kabinet bereid de politie ermee te confronteren dat handhaving van het verbod door anderen, waaronder de openbaar vervoersbedrijven, ook mede afhangt van een toezegging van de politie om binnen afzienbare tijd ter plaatse te kunnen zijn om een boete uit te delen of handelend op te treden, zoals de woordvoerder namens de ov-bedrijven aangeeft in het AD: ,,Politie zegt: het heeft niet onze prioriteit. Dit betekent dat zij bij een melding vanuit het openbaar vervoer niet binnen een half uur bij de bewuste tram, trein, metro of bus is. Nou dat gaat dus bij ons niet werken. De rit moet immers door.”? 10 Bent u bereid om met de politie en het Openbaar Ministerie in overleg te gaan om ervoor te zorgen dat handhaving prioriteit krijgt? Deelt de mening dat indien er gehandhaafd wordt, er ook weinig overtredingen en dus weinig inzet nodig is? Bent u bereid om te overleggen met de politie om aan te geven in welke situatie zij wel bereid is om andere uitvoerders te hulp te schieten? 11 Is wat het kabinet betreft een beroep op de wettelijke vervoersplicht door openbaar vervoersbedrijven van toepassing bij het niet weigeren van passagiers met gezichtsbedekkende kleding, aangezien het verbod op gezichtsbedekkende kleding van recentere datum is? 12 Welke lessen heeft u voorafgaand aan de invoering van de wet getrokken uit de ervaringen in andere (Europese) landen met een soortgelijk verbod op gezichtsbedekkende kleding? 13 Ziet u in de aangegeven omstandigheden genoeg aanleiding om met de betrokken partijen nogmaals te overleggen en de Kamer over de uitkomst daarvan nader te informeren? — 1) De Telegraaf, d.d. 25 juli 2019 2) Algemeen Dagblad, d.d. 25 juli 2019

Opinie: De politie moet dienstbaar, dichtbij en direct zijn

CDA CDA Zuid-Holland 21-06-2019 10:35

De politie experimenteert veel. Zo hebben we twitterende agenten, agenten die vlogs maken, er zijn pop-up-bureaus of coffee-with-a-cop. Een heel scala aan mogelijkheden om de burgers meer te betrekken bij wat de politie doet. Deze transparantie is positief en past ook bij hoe onze samenleving verandert. Maar het leidt wel tot een verbrokkeld beeld. Zo helder als het 112-concept is, zo onduidelijk is het als je aangifte wilt doen. Is het bureau in de buurt altijd open, of alleen een dagdeel in de week? Kan ik meteen aangifte doen, of moet dat via internet of op afspraak? Mensen moeten uiteindelijk gewoon weten waar ze terecht kunnen, zodra dat nodig is, en dat is nu niet het geval. Het CDA vindt daarom dat de politie moet komen tot één landelijk serviceconcept. Veiligheid begint bij mensen thuis. Verantwoordelijke mensen die zich gedragen op basis van fatsoen, die rekening houden met anderen, die anderen durven aan te spreken. Maar pal daarachter staat de overheid, de politie. Alleen als burgers het vertrouwen hebben dat de politie nabij is, dán kunnen zij hun eigen rol oppakken. De wijkagent in de wijk, surveillerende agenten op straat, noodhulp als je 112 belt. Maar ook: een plek waar je naartoe kunt om aangifte te doen, om advies te vragen, om een misstand te melden. Een ankerpunt: het politiebureau. Juist de nabijheid van politiebureaus is zo belangrijk. Het is zelfs een essentieel onderdeel van kwaliteit. Dienstverlening die dichtbij, dienstbaar en direct is. En dat is niet alleen een belang van burgers, maar ook van politiemensen zélf. De schaalvergroting, het sluiten van diverse politiebureaus en zeker de forse personele krapte van dit moment leidt ertoe dat ook politiemensen zelf met lede ogen aanzien hoe hun normale, dagelijkse contact met burgers minder wordt. Ook zij willen dicht bij, dienstbaar aan, direct opkomen voor burgers. Ook als er (nog) geen incident is. Dát is de basis van onze Nederlandse politie. Het CDA heeft 70 lokale afdelingen gevraagd onderzoek te doen naar de nabijheid van en aangifte-mogelijkheden bij de politie in hun eigen gemeente. Daaruit blijkt dat er een grote verscheidenheid is. In sommige steden kun je zonder afspraak aangifte doen, in andere steden moet je juist wél een afspraak maken. In sommige dorpen houdt de wijkagent elke maandagavond een spreekuur. In een volgende gemeente op donderdagavond en in veel gemeenten zijn helemaal geen spreekuren met de wijkagent te vinden. We zien dat de politie de laatste jaren minder aanwezig is in wijken en dorpen. Politiebureaus worden gesloten, wijkagenten komen niet toe aan hun eigenlijke werk, en alleen na het maken van een afspraak kan er aangifte worden gedaan. Vaak zijn niet de behoeften van burgers, maar de processen en de efficiëntie van de politie hierin leidend. Zeker in de meer landelijke gebieden zien we een grote afstand tussen buurten en dorpen en het dichtstbijzijnde politiebureau. Ik vind dat ook hier de service op orde moet blijven. Bijvoorbeeld door bij mensen thuis aangiftes op te nemen, ouderen of mensen die minder goed ter been zijn worden zo geholpen. Maar ook gezien de huidige personele krapte is het nodig te komen tot één herkenbaar serviceconcept. Veiligheid begint bij burgers zelf. Maar daar moet de politie pal achter staan. Dichtbij, dienstbaar en direct. Alleen dan kan de samenleving veiligheid creëren. En dat is iets wat wij allemaal willen. Dat de politie mee gaat met haar tijd, met pop-up bureaus, twitterende wijkagenten en vlogs, daar is niks mis mee. Maar er is ook werk aan de winkel als het gaat om de benaderbaarheid en toegankelijkheid van de politie voor burgers, zeker als ze aangifte willen doen. Dat kan stukken duidelijker en daarmee beter. Door CDA Tweede Kamerlid Chris van Dam, woordvoerder politie en oud politieagent

CDA: breng de politie dichter bij de burgers

CDA CDA Zuid-Holland 05-06-2019 16:38

Het CDA heeft een steekproef gehouden bij 70 lokale CDA-fracties om te checken hoe de dienstverlening van de politie er uit ziet: openingstijden, mogelijkheden om aangifte te doen, het wel of niet op afspraak binnen kunnen lopen. En dat leidt tot een zeer divers beeld. Het CDA vindt het van groot belang dat de politie dichtbij de burgers is. Om de veiligheid te waarborgen moet de dienstverlening van de politie dichtbij, dienstbaar en direct zijn. De afgelopen jaren zijn veel politiebureaus gesloten, maar er is ook een aantal nieuwe politieposten – bijvoorbeeld in gemeentehuizen – geopend. CDA Tweede Kamerlid Chris van Dam: “we zien dat veel dorpen niet meer beschikken over een eigen politiebureau. Deze zijn aangewezen op politielocaties in naburige steden of dorpen. Het CDA vindt het belangrijk dat burgers een plek hebben waar ze naartoe kunnen als zij hulp nodig hebben. Om aangifte te doen, om advies te vragen, om een misstand te melden. Een ankerpunt: het politiebureau. Dat is nu niet overal het geval.” Het CDA vindt dat de politie duidelijker moet zijn over de mogelijkheden om aangifte te doen. Nu zijn de mogelijkheden om aangifte te doen vaak pér bureau anders geregeld en dat is onduidelijk voor burgers. CDA Tweede Kamerlid Chris van Dam roept minister Grapperhaus op hierin meer eenduidigheid te brengen. Het CDA wil dat de politie ook in de kleinere gemeentes aanwezig is, met wekelijkse spreekuren, bijvoorbeeld door wekelijks met een mobiel politiebureau in het dorp aanwezig te zijn. Verder moet duidelijker worden hoe je buiten de grotere steden aangifte kunt doen en mag juist daar eerder verwacht worden dat de politie bij de mensen thuis aangifte komt opnemen. Tot slot doet het CDA het voorstel om van alle wijkagenten in Nederland op de website van de politie een foto en contactgegevens te plaatsen, maar ook om alle wijkagenten een eigen email-adres te geven. Dit voorstel wordt al vorm gegeven in Rotterdam en lijkt voor het hele land een goed plan om de politie weer dichter bij de burger te krijgen. Lees de steekproef en voorstellen hier terug.

Zie je content die volgens jou niet op deze site hoort? Check onze disclaimer.