Poliflw

Recentelijk bereiken diverse berichten de politieke partijen van Alkmaar. Verontrustte inwoners van Sint Pancras en Koedijk benaderen ons, alsmede ook enkele politieke partijen vanuit Langedijk. In Langedijk gonst het van de geruchten, dat de gemeente Alkmaar in haar zienswijze heeft aangegeven zij akkoord is met een ongedeelde fusie. Voorzitter, om een en ander te verduidelijken lees ik een stuk tekst voor uit een bericht aan de politieke partijen in Langedijk, dat op woensdag 26 februari is behandeld in de forumvergadering tijdens het raadsvoorstel 'reactienota en herindelingsadvies'. In een schrijven vanuit het college van Langedijk staat en ik citeer ‘ OP 5 februari 2020 tijdens een bestuurlijk regionaal overleg van de Regio Alkmaar het idee voor een Thorbecke experiment is omarmd door alle zeven Regio gemeenten. Het idee wordt verder door de regio uitgewerkt. Voor bijvoorbeeld Sint Pancras en Koedijk willen de colleges van Langedijk en Heerhugowaard samen met Alkmaar dat de - nu nog drie, later twee- gemeenten samen zorgen voor maximale publieke waarde voor de inwoners’. Even later staat een kopje ik citeer ‘ de zienswijzen leiden tot de volgende aanpassingen in het herindelingsadvies’ gevolgd door de tekst ‘in het herindelingsadvies wordt een aanvulling gegeven bij het beoogde kernenbeleid (zie verder argument 3.4). Een deel van de zienswijzen leidt tot een aanpassing in het herindelingsadvies bij de argumenten voor een ongedeelde fusie (zie verder argument 3.5). En daarna wordt er gesproken over een herindelingsadvies de ongedeelde fusie. Voorzitter: Vraag 1. Klopt het dat de zienswijzen van Alkmaar gekoppeld is aan het Thorbecke experiment? Vraag 2. Een aanzienlijk deel van de inwoners van Sint Pancras en Koedijk en een deel van de gemeenteraad van Langedijk hebben duidelijk aangegeven, dat zij liever zien dat Koedijk en Sint Pancras aansluiten bij de gemeente Alkmaar. Kan het college aangeven, hoe wij de bovenstaande tekst moeten interpreteren? Vraag 3. Kan het college nog eenmaal aangeven, wat zij als zienswijze heeft gegeven? En dien de gemeente Langedijk al gereageerd heeft, wat was dan haar formele reactie? Vriendelijke groet, Iris Zeijlemaker

Recentelijk bereiken diverse berichten de politieke partijen van Alkmaar. Verontrustte inwoners van Sint Pancras en Koedijk benaderen ons, alsmede ook enkele politieke partijen vanuit Langedijk. In Langedijk gonst het van de geruchten, dat de gemeente Alkmaar in haar zienswijze heeft aangegeven zij akkoord is met een ongedeelde fusie. Voorzitter, om een en ander te verduidelijken lees ik een stuk tekst voor uit een bericht aan de politieke partijen in Langedijk, dat op woensdag 26 februari is behandeld in de forumvergadering tijdens het raadsvoorstel 'reactienota en herindelingsadvies'. In een schrijven vanuit het college van Langedijk staat en ik citeer ‘ OP 5 februari 2020 tijdens een bestuurlijk regionaal overleg van de Regio Alkmaar het idee voor een Thorbecke experiment is omarmd door alle zeven Regio gemeenten. Het idee wordt verder door de regio uitgewerkt. Voor bijvoorbeeld Sint Pancras en Koedijk willen de colleges van Langedijk en Heerhugowaard samen met Alkmaar dat de - nu nog drie, later twee- gemeenten samen zorgen voor maximale publieke waarde voor de inwoners’. Even later staat een kopje ik citeer ‘ de zienswijzen leiden tot de volgende aanpassingen in het herindelingsadvies’ gevolgd door de tekst ‘in het herindelingsadvies wordt een aanvulling gegeven bij het beoogde kernenbeleid (zie verder argument 3.4). Een deel van de zienswijzen leidt tot een aanpassing in het herindelingsadvies bij de argumenten voor een ongedeelde fusie (zie verder argument 3.5). En daarna wordt er gesproken over een herindelingsadvies de ongedeelde fusie. Voorzitter: Vraag 1. Klopt het dat de zienswijzen van Alkmaar gekoppeld is aan het Thorbecke experiment? Vraag 2. Een aanzienlijk deel van de inwoners van Sint Pancras en Koedijk en een deel van de gemeenteraad van Langedijk hebben duidelijk aangegeven, dat zij liever zien dat Koedijk en Sint Pancras aansluiten bij de gemeente Alkmaar. Kan het college aangeven, hoe wij de bovenstaande tekst moeten interpreteren? Vraag 3. Kan het college nog eenmaal aangeven, wat zij als zienswijze heeft gegeven? En dien de gemeente Langedijk al gereageerd heeft, wat was dan haar formele reactie? Vriendelijke groet, Iris Zeijlemaker

Betreft: Artikel 42 vragen betreffende zeer gevaarlijke situaties Hoeverweg Datum: 9 mei 2019 Geacht college, Het CDA Alkmaar krijgt, naast dat zij hier zelf ervaring mee heeft, de laatste tijd meer vragen over het oversteken bij de Hoeverweg. Men ervaart het oversteken als gevaarlijk. Het CDA is op de hoogte dat dit een provinciale weg is. De sportcomplexen de Meent en het wielerstadion zijn erg populair. Dit resulteert dat op beide parkeerterreinen geparkeerd wordt, terwijl men op het andere complex moet zijn. Om het ander sportcomplex te bereiken moet men oversteken. Het oversteken op de Hoeverweg wordt ervaren als gevaarlijk, door zowel voetgangers als fietsers. Er zijn geen stoplichten en er is geen zebrapad. In het midden is alleen een verkeerseiland. Het oversteken op deze plek op de Hoeverweg ervaart men als het “kunstig laveren” tussen racende auto’s door. Vanaf de randweg trekken auto’s op en vanaf Egmond is men nog gewend aan 70 km/uur. Meerdere keren ging het oversteken net aan goed. De sportcomplexen worden ook bezocht door veel jongeren. Daarnaast ervaart men dat de verlichting op deze plek op de Hoeverweg onvoldoende is, dat geldt zeker in de wintermaanden. In het licht van artikel 42 van het reglement van orde heeft het CDA Alkmaar de volgende vragen: 1. Deelt het college de mening van het CDA, dat het oversteken van voetgangers en fietsers op de Hoeverweg gevaarlijke situaties oplevert vanwege hoge snelheden van de auto’s? 2. Is het college ook van mening dat de verlichting voor deze drukke oversteekplaats onvoldoende is? 3. Indien het college de mening van het CDA deelt, dat het oversteken op de Hoeverweg tot gevaarlijke situaties kan leiden, bent u dan bereid om in contact te treden met de provincie om het oversteken (op deze plaats) veiliger te maken? In afwachting op uw antwoord. Met vriendelijke groet, Iris Zeijlemaker CDA fractie Alkmaar

Betreft: Artikel 42 vragen betreffende communicatie rondom erfpacht Datum: 28 maart 2019 Tijdig bewoners informeren rondom de mogelijkheden van verlengen of afkopen van erfpacht In de gemeente Alkmaar hebben inwoners te maken met het fenomeen Erfpacht. Erfpacht is in dit geval een 50 jaar durend contract tussen de eigenaar van een object en de eigenaar van de grond waarop het object gesitueerd is. In de meeste gevallen is dit een overeenkomst tussen bewoner en de gemeente. De hoogte van de erfpacht is onder andere gebaseerd op de grondprijs van dat moment. Zoals reeds in de gemeentebegroting 2019 aangegeven loopt de erfpacht vanaf 2029 af voor veel woningen, vooral in Alkmaar-Noord. Voor die tijd moet een nieuwe erfpacht worden afgesloten tegen de dan geldende grondprijzen. Grondprijzen hebben de afgelopen 40 jaar een sterke verhoging doorgemaakt. Dit bekent voor bewoners een sterke verhoging van de erfpacht. Er bestaat een mogelijkheid voor bewoners om op elk moment (tussentijds) de erfpacht af te kopen. Nu de rente nog laag staat zou dit een goede mogelijkheid kunnen zijn voor inwoners om te kiezen voor het afkopen van de erfpacht of het afsluiten van een nieuwe erfpacht. Het CDA weet dat deze regels rondom erfpacht niet bij iedereen bekend zijn. Het is daarom van belang om onze inwoners tijdig en volledig te informeren over de mogelijkheden rondom de erfpacht en de lage rentestand. In het licht van artikel 42 van het reglement van orde heeft het CDA de volgende vragen: 1. Is het college het met het CDA eens, dat het tijdig informeren van de bewoners over de bovengenoemde opties op het gebied van erfpacht een meerwaarde is voor onze inwoners? 2. Zo ja, op welke wijze gaat het college de Alkmaarse inwoners informeren en wanneer? Zo nee, waarom niet? In afwachting op uw reactie. Met vriendelijke groet, Mede namens Stefan Wiebosch Iris Zeijlemaker Fractievoorzitter CDA Alkmaar

Betreft: Artikel 42 extra vragen betreffende een opstelterrein in Heerhugowaard Reeds in 2018 vroeg het CDA aandacht voor de waarschijnlijkheid dat NS en Prorail zouden besluiten om voor Sprintertreinen (op de lijn Uitgeest – Amsterdam) een locatie te kiezen ten noorden van Alkmaar. Het CDA was met name bezorgd dat de doorstroming van de spoorwegovergangen op de Helderseweg en de Noorderkade als gevolg hiervan verder onder druk zouden komen te staan. Gisteren vernamen wij uit de media dat deze waarschijnlijkheid werkelijkheid wordt. Het betreft volgens de krant 32 treinstellen. Met andere woorden de spoorwegovergangen gaan in de (vroege) ochtend 32 keer extra dicht en datzelfde in de avond. Dan hebben wij het nog niet over het voornemen in de toekomst ook extra Intercities te stallen op hetzelfde opstelterrein. De gemeente Alkmaar heeft besloten dat het gebied langs het Noord-Hollands kanaal (zeker in de omgeving van het OV knooppunt) verder ontwikkeld gaat worden voor wonen, werk en recreatie. Reeds nu gedurende de dag sluiten de spoorwegovergangen op de Helderseweg en Noorderkade per uur 12 keer. Met name de spoorwegovergang bij de Helderseweg sluit per keer langer vanwege een nog handmatige sluiting op het station van Alkmaar. Zeg maar per uur overdag een half uur dicht! Een verdere toename van de dichtligtijden van deze overwegen is volgens het CDA voor de toch al kritische doorstroming aldaar nu al onwenselijk, laat staan voor de toekomst. In het antwoord op onze vorige vragen geeft u aan dat u zou uitzetten bij Prorail wat de mogelijke gevolgen van het gebruik van dit opstelterrein zouden kunnen zijn. In het licht van artikel 42 van het reglement van orde heeft het CDA de volgende vragen: 1. Heeft het college de gevolgen voor de dichtligtijden op deze overwegen van Prorail ontvangen? Indien positief, hoe beoordeelt u deze gevolgen. 2. Heeft u Prorail ook gevraagd wat de gevolgen kunnen zijn als in de toekomst Intercities worden gestald op datzelfde opstelterrein? 3. In de media wordt gesteld dat het besluit tot dit opstelterrein voor dit materieel door het Rijk samen met NS en Prorail reeds in januari is genomen. Is de gemeente onderdeel geweest van dit besluit. 4. Gegeven de landelijke besluitvorming, wat gaat het college ondernemen om zorg te dragen dat nu en in de toekomst doorstroming op de bewuste plaatsen adequaat blijft Iris Zeijlemaker Fractie CDA Alkmaar

Datum: 10 januari 2019 Betreft: Artikel 42 vragen vanaf maart alleen nog kleine bussen Geacht college, Bij de aanbesteding van het openbaar vervoer werden enige routes met weinig passagiers opgeheven. Dit zorgde voor veel ophef, ook in Alkmaar. De reactie van de provincie en Connexxion was dat vooral gekeken werd naar de vraagzijde. Bij veel vraag werd een route versterkt door het verhogen van de frequentie. Het CDA en SPA hebben vernomen, later bevestigd door Connexxion, dat met ingang van maart a.s. alle grote bussen (45 zitplaatsen en mogelijkheid tot staanplaatsen) in onze regio worden vervangen door kleine bussen (19 zitplaatsen en geen staanplaatsen). De buschauffeur wordt erop afgerekend in deze bussen maximaal 19 passagiers en niet 1 passagier meer. Reeds nu op bestaande buslijnen met kleine bussen (19 passagiers) zorgt dit ervoor dat mensen niet meekunnen en soms een half uur of langer moeten wachten. Doordat de bussen soms onvoldoende ruimte bieden voor alle wachtende passagiers bij de bushalte, komt het voor dat maar een deel van een gezin wordt meegenomen. Dit is in onze ogen moeilijk acceptabel. Er zijn vele buslijnen waar de vraag van vervoer hoog is, zeker in de spits naar o.a. scholen en het treinstation. De huidige grote bussen kunnen, zeker door weers- en seizoensinvloeden, de vraag soms amper aan. Regelmatig vernemen we dat het busvervoer vanuit de kernen en het grootste deel van Alkmaar Noord momenteel ook problemen oplevert. Als deze routes vanaf maart worden gereden met kleine bussen leidt dit tot onwenselijke situaties, waarbij niet alle wachtende passagiers meegenomen kunnen worden met de bus. Zoals hierboven reeds aangegeven was de vraagzijde het belangrijkste voor de nieuwe dienstregeling. Voor het CDA en SPA is dit een onacceptabele situatie. In het licht van artikel 42 van het reglement van orde heeft het CDA en de SPA de volgende vragen: 1. Is het College het met eens dat bovengenoemde toekomstige scenario komende maart volstrekt onacceptabel is? Zo nee, waarom niet? 2. Is het College bereid per direct deze situatie te agenderen bij de provincie en te bespreken met de provincie met als uitgangspunt dat er per maart voldoende capaciteit zal zijn voor een normaal openbaar vervoer? Indien het antwoord ja is, wanneer zal dit gesprek plaatsvinden en indien nee, waarom niet? 3. Mocht er uit bovenstaande overleg onvoldoende oplossingen komen, is het College dan bereid om zelf naar de gemeenteraad met een voorstel te komen om voldoende capaciteit openbaar vervoer te regelen per maart a.s? Indien het antwoord ja is, op welke wijze gaat het college dit doen en indien nee, waarom niet? In afwachting op uw antwoord. Met vriendelijke groet, Iris Zeijlemaker Arie Epskamp Fractie CDA Alkmaar Senioren Partij Alkmaar