Poliflw

Fractievoorzitter Jeroen van Rossum vraagt zich af of wethouder Bouw een betrouwbare bestuurder is op het onderwerp van de extra brug over de Vliet. “De wethouder geeft geen termijn waarop het besluit wel genomen wordt. Inwoners weten dus niet waar ze aan toe zijn, en dat is niet goed.”

CDA en VVD maakten grootste verkiezingsbeloftes over een extra brug, terwijl op dat moment de brug al was weggestemd. Na de verkiezingen bleef een meerderheid tegen de brug. Maar wethouder Bouw moest en zou met een voorstel komen.

“Eerst vóór de zomer, toen op 10 december, ineens 17 december, en nu blijkt dat er dit jaar geen voorstel komt. Als de wethouder nu zelf actief inwoners hierover informeert... maar de gemeenteraad moet hier zelf om vragen,” verzucht Van Rossum.

Wethouder Bouw geeft aan dat zij de raad in één keer volledig wil informeren. Tussentijdse berichten over de voortgang geeft zij niet omdat ze daar kritiek op verwacht. Bouw is afhankelijk is van derden voor informatie, dus geeft zij geen termijn. Gaf zij die wel, dan verwacht zij kritiek als ze hem niet haalt. “GroenLinks vindt dat wethouder Bouw duikt,” aldus Van Rossum.

Op 10 september 2019 is Hanneke Dominicus geïnstalleerd als tijdelijk raadslid in de gemeente Leidschendam-Voorburg. Zij vervangt Marie-Christine van der Gronde die met zwangerschapsverlof gaat.

Dominicus is nu fractievertegenwoordiger voor GroenLinks en heeft meegeschreven aan het lokale verkiezingsprogramma. Zij heeft veel zin om aan de slag te gaan. “Bij thema's als armoedebestrijding, luchtkwaliteit, gelijkheid tussen man en vrouw, of inburgering heeft u direct mijn onverdeelde aandacht. Ik zie ernaar uit om de komende maanden op die dossiers te werken.”

Fractievoorzitter Jeroen van Rossum heeft er veel vertrouwen in dat Dominicus de komende maanden met verve de idealen van GroenLinks zal vertegenwoordigen. “Hanneke heeft als fractievertegenwoordiger al laten zien een scherpe debater te zijn. In de fractievergaderingen waardeer ik altijd haar scherpe analyses en duidelijke sociale en groene idealen."

GroenLinks wil dat wethouder van Eekelen meer geld vrijspeelt voor de beide theaters. De plannen van het college om de twee theaters overeind te houden, zijn wat betreft GroenLinks een goed begin, maar niet voldoende om de twee theaters voldoende te ondersteunen. Theater is van belang voor creativiteit, levendigheid en innovatie in de samenleving en het ontdekken van talenten bij jong en oud.

Fractievoorzitter Jeroen van Rossum roept al langer dat Leidschendam-Voorburg te gierig is voor kunst en cultuur. “Het bedrag dat we hier per inwoner aan kunst en cultuur uitgeven is vele malen lager dan in andere gemeenten. Dat er nog zoveel cultureel ondernemerschap in onze gemeente is, mag een klein wonder heten. Het wordt tijd dat de gemeente al die doorzettingskracht van onze culturele sector nu eens gaat belonen met structurele en solide financiële steun.”

GroenLinks is blij dat de wethouder eindelijk voorstelt om de huidige, magere en incidentele subsidie die er nu is structureel te maken, maar is teleurgesteld dat er geen verhoging van het budget in zit. Bovendien vreest GroenLinks dat de behandeling van het voorstel in de raad nog wel eens tot een nog grotere deceptie kan leiden.

Voor de zomer heeft de gemeenteraad bij de Algemene Beschouwingen nog over de theaters gesproken. Niet alleen werd een voorstel van GroenLinks om het cultuurbudget met een klein bedrag op te hogen - dat door wethouder van Eekelen was omarmd - daar door de VVD afgeschoten; de VVD leek überhaupt weinig enthousiast om de theaters te ondersteunen.

“Zolang men blijft beweren dat de theaters als ondernemingen moeten worden gezien en dus hun eigen broek maar moeten ophouden, zie ik weinig toekomst voor twee podia in onze gemeente,” aldus van Rossum. “We kunnen het ons echt niet veroorloven om de theaters voortdurend op de rand van opgeven te sturen, als we de ambitie hebben om een bruisende woongemeente te zijn. Daarvoor is een stevige, structurele financiële steun in de rug nodig. Dat beide theaters de afgelopen jaren regelmatig hebben gevreesd voor hun voortbestaan, moet onze gemeenteraad zich aanrekenen.”