Poliflw

De gemeente Asten maakt werk van groen. In het groenbeleid worden de voordelen van een groene omgeving opgesomd: schonere lucht, minder stress, hogere waarden van huizen, klimaatbestendiger en goed voor de gezondheid. Voor PGA gaan de plannen niet ver genoeg. Met groen moet op elk gebied rekening gehouden worden. PGA pleit al jaren voor een groennorm om groen beter te borgen, zowel in bestaande als nieuwe plannen. Zonder groennorm is het voor projectontwikkelaars gemakkelijk om de weg van de minste weerstand te kiezen en weinig rekening te houden met groen. Het voorstel wat er nu ligt (alleen bij uitbreiding met 5 woningen/bedrijven of meer) gaat niet ver genoeg.

Het buitengebied is de groene long van Asten. Beleid over groen in het buitengebied komt amper aan bod. Kappen van bomen wordt gemakkelijk terwijl er niets tegenover staat. Hierdoor loopt Asten een groot risico op kaalslag. Temeer omdat er geen meldingsplicht is bij het kappen van bomen waardoor het zicht op het totaalplaatje ontbreekt. Daarnaast is er weinig aandacht voor ander groen dan bomen, zoals gras, heide, plas/dras-gebieden, struiken, kruiden en bloemrijke akkerranden. Het is een gemiste kans dat het groenbeleid niet alle aspecten van groen omvat. Groenbeleid hoort net als CO2 en inclusiviteit bij alle beslissingen meegewogen te worden.

PGA wil het uitgangspunt hanteren dat we zo min mogelijk kappen en anders compenseren, minimaal 1 op 1. We snappen dat een verruiming in de regels rond houtopstanden vellen de gemeentelijke organisatie minder werkdruk oplevert. Echter, door jonge bomen geen bescherming te bieden krijg je minder oude bomen. Terwijl dat juist het uitgangspunt is van het programma en wat wij als PGA zéker onderschrijven. PGA vindt dat je door de kapregels zo te verruimen dat je de deur wagenwijd open zet voor kap, terwijl je daar niks tegenover zet. We willen toch juist Zuinig zijn op groen zoals uitgangspunt 1 zegt? Daarom vinden wij daartegenover een herplantplicht voor het vellen van houtopstanden op zijn plaats. Zeker met het oog op de klimaatdoelen die we op wereldniveau samen hebben vastgesteld. Een herplantplicht willen we graag in de APV verwerkt zien.

Het uitgangspunt rond behoud van bomen bij Wegreconstructies kunnen wij ons in vinden, maar we doen wel een appél om te kijken hoe je met de rest van het groen omgaat. Wil je dat natuurlijker inrichten met onderbeplanting, bloemrijker maken, qua soorten bomen gevarieerder maken, wat is je vervangingsbeleid?

PGA vindt het belangrijk dat we als gemeente ons inzetten voor groene schoolpleinen. Een groen schoolplein is belangrijk in de ontwikkeling van kinderen, voor samenwerking, educatie en gezondheid.

Zéker nu we met een aantal nieuwbouw-scholen bezig zijn en er subsidieregelingen zijn, dan vinden we dat je die kans niet moet laten liggen voor groene schoolpleinen; en dat je daar als gemeente op in moet spelen. Hoe kijkt het college hiernaar?

Maaibeleid, kruidenrijk grasland en heesters:

Een Programma Groen staat niet gelijk álleen maar bomen; we hebben ook grasland en heesters. Bij kruidenrijk grasland en bijvoorbeeld parken doet ook het maaibeleid ertoe. Ook tijdens de presentatie werd gesproken over kruidenrijk grasland. Hoe gaan we om met bermen en op welke plek willen we gemaaid gras of kruidenrijk grasland? Waar komen de andere vormen groen terug binnen het Programma Groen? Dat is ons niet duidelijk.

We vinden dat het buitengebied te weinig terugkomt in het programma Groen. Het buitengebied is het overgrote deel van onze gemeente en verdient een betere en een duidelijkere plek in het beleid en in een stuk planning.

Er wordt gesproken over dat het bestemmingsplan borging biedt voor landschapselementen. Daar zijn we het niet helemaal mee eens. Een bestemming in het bestemmingsplan biedt de mogelijkheid voor bijvoorbeeld Groen, maar het hoeft niet groen te zijn. Daardoor is dit sec geen bescherming van het landschapselement of de boom.

Middels de nota en de voorgestelde wijzigingen in de APV wordt beoogd kappen van bomen nog makkelijker te maken. Gezien het belang wat de gemeente hecht aan bomen, struiken, houtwallen en groenstructuren hadden wij in ieder geval een meldingsplicht verwacht, om de in de gaten te kunnen blijven houden of we nog de goede richting uitgaan met onze doelstellingen en tegelijkertijd de administratieve lasten beperken. We vinden minimaal dat de doelstellingen gemonitord moeten worden, of dat nu met een meldingsplicht of een ander middel is. Hiermee kan tevens zicht worden gehouden op de andere vereisten uit de omgevingswet.

Dan hebben we nog antwoord gehad op de stamdiameter op 30 cm hoogte bepaald, maar wij zien toch dat in het Handboek Bomen en vrijwel overal de stamdiameter wordt bepaald op 130 cm. Wij vinden dat toch vreemd om daar op af te wijken.

In de aanvullende informatie wordt gesuggereerd dat er een vergunningplicht blijft bestaan voor bomen groter dan 35 cm diameter. Echter, in het programma groen wordt die 35 cm wel gedefinieerd maar verder staat nergens wat de bedoeling hiervan is. Dit geldt trouwens ook voor de diameter van 10 cm voor struiken. Dit maakt het een warrig verhaal, wat is de bedoeling van deze diameters?

Natuurinclusief Bouwen en groennorm

Een groennorm en natuurinclusief bouwen bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen is de PGA helemaal voorstander van. Groen delft vaak het onderspit bij nieuwe plannen omdat andere aspecten zoals waterberging, archeologie, woningbouw en financiële uitvoerbaarheid wél normen hebben. Dat is jammer en zorgt voor ongelukkige woonsituaties. In het stuk wordt de groennorm bij uitbreidingen wel gehanteerd en bij inbreiding niet. Verderop lezen we dat er afwijkingsmogelijkheden zijn op de groennorm. Als sprake is van afwijkingsmogelijkheden dan vinden wij dat we net zoals bijvoorbeeld in Gemert-Bakel dezelfde groennorm kunnen hanteren voor in- en uitbreiding. We kunnen ons zelfs voorstellen dat een groennorm eerder van belang is bij inbreiding dan bij uitbreiding.

Zoals gezegd zijn we groot voorstander van natuurinclusief bouwen en het voorgestelde puntensysteem. Hierover hebben we een drietal vragen:

In de presentatie was het uitgangspunt 3 woningen, dat is nu 5 woningen geworden, vanwaar is dit opgerekt en waarom zou dit niet voor elke woning kunnen gelden?

Er staat 5 woningen of 5 bedrijven. Soms is één bedrijf gelijk of groter dan 5 woningen. Waarom zou de norm niet voor de bouw van één enkele woning of bedrijfshal kunnen gelden?

Wat als iemand een groenmaatregel neemt die niet in de tabel staat? Worden deze op zijn merites beoordeeld?

In het document staat dat een minimum van 5 punten wordt gehanteerd. Vijf punten wil op papier zeggen: een paar zwaluwkommen tegen de muur en een voortuin met een boom die mogelijk en op termijn 6 meter hoog kan worden. Dan wordt al voldaan aan de eisen. Maximaal kunnen 37 punten behaald worden. Een minimum van vijf vinden we dan weinig en daarom kan wat ons betreft het minimum omhoog.

Verhouding met de omgevingsvisie en omgevingsplan:

Er wordt in het document verwezen naar de omgevingsvisie en het omgevingsplan, maar welke ambitie per deelgebied in de omgevingsvisie nu concreet uit de omgevingsvisie doorvertaald wordt in dit programma is niet duidelijk. Zeker in het buitengebied niet. Dat is niet onoverkomelijk, maar wel een aandachtspunt.

Wat is de planning na vaststelling van dit programma Groen? Gaan we het verouderde beleid vernieuwen? Voor ons als PGA zou een inventarisatie en versterking van de landschapselementen in het buitengebied op nummer één staan in de planning.

Om naar een conclusie toe te werken: we hebben nog enkele pagina’s meer aan vragen en opmerkingen maar we zullen die nu achterwege laten. De doelstellingen van het college om de gemeente Asten te vergroenen en overbodige regels te schrappen kunnen wij ten volle onderschrijven. Ook zijn wij positief gestemd over veel van de acties die de gemeente Asten de laatste jaren heeft uitgevoerd of heeft opgestart. Echter, het nu voorgestelde groenbeleid kan beter. Hier willen wij graag in meedenken.

Op de agenda van de raad stond het bestemmingsplan dat het mogelijk maakt om een supermarkt te realiseren op de locatie van de meubelzaak Berkvens en bij de huidige Aldi een woningbouwproject te realiseren. PGA vindt de plannen een grote aanwinst voor Asten, en vindt dat omwonenden een goede inbreng hebben om de plannen te verbeteren. Omwonenden hebben aangegeven dat de Aldi nu een verhard terrein is en dat het belangrijk is een groene omgeving te creëren waar ook plaats is voor waterberging om op die manier hittestress te voorkomen. PGA vindt net zoals de omwonenden het plan een kans om een groenere omgeving terug te laten komen en wil die kans aangrijpen.

Afgelopen jaar zijn we kritisch geweest op de bouwmassa die gepland is op de parkeerplaats van de Aldi. De plannen zijn hierop een beetje aangepast, maar al met al oogt het nog stenig. Wij vinden dat er meer aandacht mag zijn voor groen. De ontwikkelaar spreekt van een ‘park’ dat hij wil realiseren. Afgezien van het feit dat de oppervlakte te klein is om een park te realiseren vinden wij het ook bijzonder op in een park de bestemming ‘wonen’ te leggen. Hier moet een bestemming Groen komen. Niet alleen in de openbare ruimte, ook op daken en tegen muren mag aandacht uitgaan naar het vergroenen van de omgeving.

Tot slot vragen we aandacht voor de overgebleven ondernemers, de viswinkel en supermarkt. Voor ons is niet duidelijk was er met hen afgesproken is. Tijdens de commissievergadering was de ontwikkelaar hier heel wazig over, ook na een tweede keer vragen kregen we geen concreet antwoord. We gaan ervan uit dat er nu een huurcontract ligt. Is er tijdig met de ondernemers gesproken over de plannen? Hebben ze hierop voor kunnen sorteren of worden ze gecompenseerd voor investeringen die ze nog lang niet terug hebben kunnen verdienen? Als ze moeten verplaatsen naar de voorkant aan de Julianastraat / Emmastraat kunnen klanten moeilijker bij de winkels komen, hoe zit het met de parkeerplaatsen voor de 2 resterende winkels? Ook die ondernemers hebben er recht op om fatsoenlijk hun brood te kunnen verdienen. We houden hier vinger aan de pols.

In de commissievergadering van 8 februari 2024 heeft de commissie stilgestaan bij de regionale bekostingsystematiek Brainport. Kort gezegd komt het hierop neer: de gemeente Asten is gevraagd om een financiële bijdrage te doen bij de realisatie van een nieuw OV knooppunt in Eindhoven. Het gaat om een bedrag van ruwweg 8 ton. Namens onze fractie heeft commissielid Jelle van Deursen tijdens de behandeling het fractiestandpunt gedeeld. Forse investering Als CDA stellen we voorop dat ook wij dit als een forse investering zien, die we niet direct zullen terugzien in onze directe omgeving. Maar we moeten het ook vanuit een aantal andere perspectieven bekijken. Deze investeringen komt in dit stadium met name terecht in en rondom de centrumgemeente van de MRE, Eindhoven. Maar dat is wel een gemeente waar menig Astenaar dagelijks naartoe en doorheen reist en tevens hun brood verdienen. Daarnaast is het economisch belang voor onze ondernemers van de Brainport regio groot. Lokale ondernemers zijn voor een groot deel afhankelijk van ASML, andere high-tech bedrijven en aanverwante bedrijven van deze grote spelers in de regio. Het economisch belang van de Brainport regio is dusdanig groot, dat het in onze ogen gezond is om als regio ook op te trekken en collectief te investeren in maatregelen waar we op meeliften. Commitment voor verbreding en aanpak A67 + N279 Dat vraagt om commitment van ons als deelnemende gemeente van de MRE. In onze ogen heeft de Astenaar baat bij deze cofinanciering en de verbeteringen die dat op een aantal fronten op gaat leveren voor de regio. Wij zullen als fractie wel scherp zijn op voldoende mate van wederkerigheid in dit proces. Wij willen nu commitment afgeven voor de ontwikkeling van de multimodale knoop Eindhoven Centraal en de maatregelen voor de mobiliteitstransitie, maar zullen dan op korte termijn ook commitment willen zien vanuit de regio en de MRE als het gaat om investeringen aan de oostkant van de MRE, waar meer Astenaren dagelijks last van ondervinden, denk aan de A67 en N279. Mobiliteit Mobiliteit is een belangrijk aspect voor Asten, waar we grote mobiliteitsopgaven zien. Naast de A67 en N279 is openbaar vervoer voor ons een knelpunt. De gehele MRE heeft hier nog grote stappen in te zetten in vergelijking met andere belangrijke metropoolregio’s. Deze investeringen die nu gedaan zullen worden zullen voor een schaalsprong zorgen o.a. voor het OV, waar wij als Asten aan het einde van de streep ook voordeel uit zullen behalen, goede bereikbaarheid houdt namelijk niet op bij de gemeentegrens. Als je de knooppunten niet op lost loopt het elders ook vast. Dat betekent wel dat wij de oproep doen aan het college van de gemeente Asten en de subregio oost om stevig te blijven lobbyen voor maatregelen hier in de regio, want die zijn nodig, met name als het gaat om innovatief en hoogwaardig openbaar vervoer. De metropoolregio Eindhoven is een snelgroeiende regio vol ambitie, wij hebben als Asten het geluk hiervan deel uit te mogen maken. We zijn scherp op toezeggingen en moeten elkaar als regio goed vasthouden in dit verhaal. Maar als we knelpunten daadwerkelijk willen oplossen is de tijd nu wel gekomen om ambitie te tonen. Laten we een goede partner zijn in deze samenwerking en samen sterk staan, dat gaat zich voor ons zeker uitbetalen. We zien dit niet als een schenking naar de stad Eindhoven, maar als een proportioneel aandeel in een regio waar we zelf deel van uit maken. Bezoek van burgemeester Dijsselboem Eerder heeft burgemeester Jeroen Dijsselbloem van Eindhoven een bezoek gebracht aan Asten. We zijn de heer Dijsselbloem dankbaar dat hij de tijd en moeite heeft genomen om in Asten tekst en uitleg aan ons te komen geven over deze mobiliteitsmaatregelen. Tijdens zijn bezoek is hem symbolisch door de gehele Astense raad een breekijzer overhandigd. Wij roepen hem bij deze op om deze ook te gebruiken en de deur richting het oosten open te breken.

In januari staat jaarlijks het uitvoeringsprogamma voor het sociaal domein op de agenda en wordt deze besproken in commissieverband. Als CDA zijn we in beginsel positief over de ontwikkelingen in het sociaal domein maar er blijven ook zorgen. Dit jaar vroegen we specifiek aandacht voor: SMART formuleren Ons eerste punt is vooral een uitdaging aan het college. Als CDA missen wij vaak in het sociaal domein een cruciale slag op het gebied van het maken van SMART-doelen. We begrijpen dat dit een uitdaging is, zeker in het sociaal domein, want niet alle resultaten zijn wellicht goed meetbaar. Als we bijvoorbeeld kijken naar thema’s als eenzaamheid: het is lastig te meten hoeveel inwoners je uit de eenzaamheid kunt halen, zeker ook omdat dit vaak een gevoelskwestie is. Tegelijkertijd zijn er echter wel degelijk onderwerpen waar nog meer SMART geformuleerd zou kunnen worden, denk bijvoorbeeld aan laaggeletterdheid of gezinnen in de armoede. Beide onderwerpen die belangrijk zijn voor onze fractie en waar wat ons betreft een hogere prioriteit aan mag worden toegekend. We hebben het college opgeroepen om hardere targets, SMART te formuleren, en daarover te rapporteren aan commissie en raad. Durf te laten zien wat je impact als gemeente is en ook wat die niet is. Mentale en lichamelijke gezondheid Een ander punt wat we als fractie hebben ingebracht is de focus op mentale en lichamelijke gezondheid bij jongeren. We zien in het uitvoeringsprogramma veel plannen die gericht zijn op mentale gezondheid, maar we willen ook oproepen om in toekomstige uitvoeringsprogramma’s meer aandacht te hebben voor fysieke gezondheid van jongeren. Mentale gezondheid gaat namelijk hand in hand met fysieke gezondheid. Naar dat laatste zou mede daarom meer aandacht moeten. De kosten van slechte gewoontes/levensstijl rekenen overal door. Financiën We vinden het simpelweg niet kunnen dat er geen uitgebreidere kostenparagraaf aanwezig was bij het uitvoeringsprogramma. Al was het een toelichting in een memo. We begrijpen dat er wordt verwezen naar de door de raad vastgestelde begroting maar plannen die in dit uitvoeringsprogramma staan kosten geld, en ook al is er geld door de raad beschikbaar gesteld wil dat niet zeggen dat er geen financiële toelichting hoeft te worden opgenomen in een uitvoeringsprogramma. We willen ook graag meer inzicht in de kosten van plannen die in het plan staan.

Een beladen onderwerp bleek wel uit de grote belangstelling vanuit de nabije omgeving. Veel omwonenden zagen dit plan niet zitten om allerlei moverende redenen.

Algemeen belang stemde in de eerste commissievergadering ruimte dan ook tegen het afgeven van een verklaring van geen bedenkingen, het CDA ging hier in mee. Ook in de daaropvolgende raadsvergadering bleven beide partijen tegen het afgeven van deze verklaring. Echter de stemmen staakten met 8 voor en 8 tegen. Dit gebeurde omdat de fractievoorzitter van Algemeen Belang met vakantie was.

Echter in de daaropvolgende raadsvergadering maakte het CDA een ommezwaai door voor te stemmen. Volgens hen voldeed het plan aan de eisen van de omgevingswet ruimtelijke ordening. De omgevingsdialoog zou volgens een meerderheid goed gevoerd zijn waardoor het voorstel voor het afgeven van deze verklaring ineens een meerderheid had gevonden.

Algemeen Belang heeft steeds gezegd dat er niet voldoende (omgevingsdialoog) naar de omwonenden is geluisterd etc., ook dit is een belangrijk issue om voor het afgeven van een verklaring van geen bedenkingen dit goed te monitoren.  Dit bleek wel uit de tientallen bezwaren (zienswijze) die er nadien binnenkwamen bij de gemeente. Hierop volgden veel gesprekken met bezwaarmakers wat uiteindelijk toch de gedachte bij het college deed veranderen. Ook was er tussentijds het een en ander veranderd in de omgeving waardoor er ook niet meer kon worden voldaan aan de eisen die de omgevingswet ruimtelijke ordening stelt.

Opnieuw werd het voorstel in de commissie ruimte gebracht, echter nu om het afgeven van deze verklaring te weigeren op basis van de zojuist benoemde feiten. Zoals het er nu uitziet zullen alle partijen in de komende raadsvergadering hiermee instemmen.

Ondanks alle tumult en onrust welke dit voorstel heeft veroorzaakt in de omgeving bij de omwonenden, toch uiteindelijk een goed resultaat behaald door duidelijk als omwonenden hun ongenoegen te uiten over het proces dat niet naar behoren is gelopen en veel vraagtekens opwierp.

Eind goed al goed gaf Algemeen Belang nogmaals aan en hoopt dat men hier lering uittrekt om iets beter met de omgevingsdialoog om te gaan en men een beter luisterend oor heeft voor de omwonenden/bezwaarmakers.

Paul Bakens

Fractievoorzitter.

Van het thema wonen kan wel gezegd worden dat dit momenteel een van de belangrijkste, zo niet, het belangrijkste thema is voor ons als gemeente. De afgelopen jaren is de druk op de woningmarkt ongekend hoog geweest. Ook binnen de gemeente Asten ervaren we dit nadrukkelijk. Er blijft een grote vraag naar woningen om te kunnen voorzien in woonbehoefte, maar daarbij spelen ook aspecten als betaalbaarheid en geschiktheid van woningen. Om op korte en lange termijn te kunnen voorzien in de behoefte is een juiste visie hierop belangrijk. De woonvisie voor de gemeente is achterhaald en om deze reden is een nieuw Programma Wonen opgesteld. Er is een uitgebreid traject doorlopen om tot een juist programma te komen, waarbij we ons ambtelijk apparaat, diverse partners en stakeholders en onze inwoners willen bedanken voor hun bijdrage hierin. Hieronder lees je onze inbreng als CDA-fractie zoals ons raadslid Geert van den Eijnde die heeft uitgesproken tijdens de raadsvergadering op 12 december 2023: Wonen is een breed thema, waarbij het gaat over het voorzien in de woonbehoefte, maar het heeft ook een bredere link met de leefbaarheid in onze gemeente. Er is bijvoorbeeld een link met ons voorzieningenniveau, verenigingsleven en uitstraling van de openbare ruimte. Dit alles zien we ook terug komen in het programma. Er ligt een breed programma met de juiste speerpunten en doelstellingen. Over het algemeen herkennen wij ons hier goed in. Wel willen we nog enkele aandachtspunten voor ons eruit lichten. Houd vaart in de realisatie van woningen. We zijn blij met de genoemde aantallen woningen die voorzien zijn en we zien projecten ook echt gerealiseerd worden. Zo werd in Loverbosch onlangs nog het startsein gegeven voor de bouw van 66 woningen. Blijf echter alert op stagnatie in het hele proces om tot realisatie te komen. Diverse ontwikkelingen kunnen van invloed zijn, ontwikkelingen in wet- en regelgeving zoals met betrekking tot stikstof, maar ook ontwikkeling in de kosten of beschikbaarheid van bouwmaterialen. Blijf goed schakelen met projectontwikkelaars, woningcorporaties en andere bouwpartners om eventuele problemen snel te herkennen en hierop te kunnen anticiperen. We hebben elkaar nodig om tot het gewenste beeld zoals genoemd in de visie te komen. Realisatie van voldoende betaalbare woningen blijft een groot aandachtspunt binnen de gemeente. Blijf zoeken naar oplossingen hierin. Kijk hierbij ook nadrukkelijk naar plaatsing van flexwoningen of modelmatige bouw van woningen. Deze kunnen wellicht oplossingen bieden. Daarbij moet gezegd worden dat hier wel vraag naar moet zijn. En de kwaliteit van onze leefomgeving is belangrijk. Een juiste verhouding tussen betaalbaar bouwen en kwaliteit moet worden gevonden. Creeer mogelijkheden voor het op een juiste manier toevoegen van woningen in het buitengebied. Denk hierbij aan het toevoegen van ruimte voor ruimte woningen, woningsplitsing en realisatie van enkele hofjes. Belangrijk is hierbij de samenhang met andere functies in het buitengebied. Dit kan echt niet zomaar op elke locatie en in elke omvang, maar er zijn mogelijkheden om hier meer ruimte in te bieden. Denk aan bijvoorbeeld enkele kleine hofjes in het buitengebied. De provincie geeft momenteel hier al bepaalde kaders voor. Maak hier gebruik van. In andere gemeentes zien we al enkele goede voorbeelden voorbij komen. Blijf op korte en lange termijn aandacht houden voor het bouwen van woningen in alledrie de dorpen. Momenteel worden in Ommel, Heusden en Asten nieuwe woningen gebouwd. Ook in de komende jaren zijn er zeker in Asten en ook in Ommel nog nieuwe woningen voorzien. Houdt de komende jaren goed in de gaten dat in Heusden voldoende woningen gerealiseerd kunnen worden. Het laatste wat we willen hebben, is een situatie zoals in Ommel eerder sprake van was. Dat te laat plannen van de grond kwamen voor realisatie van nieuwe woningen. Zet actief stappen die hierin kunnen helpen. Onderzoek en wijs nu bijvoorbeeld al een gebied aan waar realisatie van nieuwe woningen wordt voorzien. Daarnaast is niet alleen het bouwen van woningen in alledrie de dorpen van belang, maar ook voor de juiste doelgroepen. Meer ruimte is gewenst voor woonvormen waarbij ouders en kinderen op dezelfde locatie kunnen wonen. Dit biedt mogelijkheden voor starters om een eerste stap te zetten en voor ouders om al eerder een passende woning te kunnen krijgen. Het huidige beleid voor mantelzorgwoningen is te beperkt. Afgestapt moet worden van het enkel toestaan van een mantelzorgwoning als een zorgindicatie aanwezig is. De wens hiervoor is erg groot, zo werd nog maar eens bevestigd tijdens de bijeenkomst voor woonoplossingen voor de toekomst. Creeer hier op korte termijn mogelijkheden voor. Hier is echt vraag naar. Wij vinden het erg belangrijk dat onze inwoners de mogelijkheid wordt geboden om passende woonruimte te vinden. Er is veel concurrentie bij starterswoningen, maar ook bijvoorbeeld seniorenwoningen. Veel inwoners kunnen geen passende woning in vinden en dreigen hierdoor te moeten verhuizen naar een locatie buiten de gemeente, of blijven wonen op een locatie wat niet aansluit op hun behoefte. Starters zijn genoodzaakt om thuis te blijven wonen en inwoners die al een huis hebben, kunnen niet verhuizen, wat de doorstroming in de woningmarkt niet bevorderd. Wij zouden willen zien dat wordt onderzocht of in bepaalde mate woningen kunnen worden toegewezen aan eigen inwoners. Naar ons idee biedt de nieuwe Huisvestingswet hier mogelijkheden toe. In 2022 hebben wij hier al schriftelijke vragen over gesteld. Ondertussen is de nieuwe huisvestingswet al goedgekeurd door de tweede kamer en staat het gepland voor behandeling door de eerste kamer. Eerder is in de beantwoording op de schriftelijke vragen meegegeven dat vooral ook belangrijk is het instrument te bekijken in samenhang met de nog op te stellen woonvisie, welke nu ondertussen voor ligt. Meer weten over wat we belangrijk vinden voor woningbouw in Asten, Heusden en Ommel? klik hier

Steeds meer Nederlanders, en dus ook inwoners van Asten, hebben te maken met tinnitus, voortdurende oorsuizingen of een andere vorm van (blijvende) gehoorschade. Dit wordt veelal veroorzaakt door luide muziek. Het CDA in Asten wil dat burgemeester en wethouders aandacht gaan vragen voor dit onderwerp bij festivalorganisatoren en hierover in gesprek gaat met lokale horecaondernemers. De fractie heeft hiervoor gezamenlijk met andere partijen een motie ingediend bij de raadsvergadering van 12 december jl. De motie werd met unanieme steun aangenomen. Cijfers Naar schatting van deskundigen gaat het om ongeveer twee miljoen Nederlanders die nu met tinnitus of een andere vorm van gehoorschade te maken hebben . Tinnitus of gehoorschade is in de meeste gevallen een ongeneeslijke aandoening. Cijfers laten zien dat vooral jongeren steeds vaker te maken hebben met de gevolgen van blijvende geschoorschade of tinnitus. Dit kan vaak leiden tot ergere problemen zoals stress of andere gezondheidsklachten. Volgens de Gezondheidsraad loopt meer dan de helft van de twaalf- tot en met achttienjarigen op dit moment risico loopt op permanente gehoorschade door harde muziek tijdens uitgaan of door veelvuldig gebruik van muziekspelers. Artsen, audiologen en audiciens zien dat het aantal personen (met name jongeren) met gehoorproblemen toeneemt . Ook door lokale audiciens wordt dit beeld bevestigd. Gesprek op gang Reden voor actie dus volgens de coalitiepartijen. Gemeenteraadslid Daniël van Schijndel: “We willen vooral een gesprek hierover op gang te brengen. Cijfers laten luid en duidelijk zien dat dit een van de grotere gezondheidsvraagstukken is die de komende jaren in onze samenleving gaat spelen. Eenieder die te maken heeft met tinnitus weet ook: er is geen remedie. Mensen nemen ook zelf maatregelen en schaffen steeds vaker gehoorbescherming aan. Bijvoorbeeld oordoppen op maat om mee te nemen naar een concert of festival. Dat is prima en dat moeten we vooral verder stimuleren, maar tegelijkertijd zou je ook kunnen zeggen dat dat de omgekeerde wereld is. Het beste, wat ook wordt geadviseerd door specialisten en het RIVM , is natuurlijk: de geluidsknop zachter draaien. We willen echter niet met vingers gaan wijzen of meteen harde maatregelen nemen, maar vooral uitspreken dat het college dit onderwerp gaat aansnijden op overlegtafels en dat ze organisatoren van evenementen in Asten gaan wijzen op hun verantwoordelijkheid”. Actualiteit Het thema speelt ook in de landelijke actualiteit. Recent wist demissionair staatssecretaris van Volksgezondheid, Maarten Ooijen (CU) een succes te boeken doordat horecaondernemers zich eindelijk na jarenlang geaarzeld te hebben aansloten bij een landelijk convenant over dit onderwerp. Een mooie gelegenheid om nu ook lokaal actie te ondernemen, aldus Van Schijndel: “Het moment is nu. Laten we ervoor zorgen dat jongeren, iedereen, kan blijven genieten van een feestje met muziek, maar zonder daarbij permanente gezondheidsschade op te lopen”. De motie is hier te lezen.

Tijdens de komende raadsvergadering van dinsdag 12 december a.s.  wordt het Programma Wonen 2024-2030 en het Uitvoeringsprogramma wonen 2024-2027 vastgesteld.

In de commissievergadering van 28 november jl is dit ook aan de orde geweest. Voor ons als PGA een belangrijk onderwerp. Dat blijkt ook wel uit ons verkiezingsprogramma waar we uitgebreid ingaan op hoe de PGA denkt over wonen in Asten. Dat verkiezingsprogramma was dan ook onze leidraad om voorliggend programma wonen te beoordelen.

Als wij ons verkiezingsprogramma naast deze twee documenten leggen dan zien we heel veel van ons verkiezingsprogramma terug in het programma Wonen. Het gaf ons even het gevoel dat men ons programma op het bureau had liggen bij het opstellen van het programma Wonen. We hebben het college dan ook gecomplimenteerd met het resultaat.

In het programma wordt gesproken over genoeg passende woningen voor jong én oud in onze dorpen. Om de kernen vitaal en toekomstbestendig te houden is dat ook nodig. Als PGA vinden wij het belangrijk om goede prestatieafspraken te maken met de woningbouwverenigingen,

wij hebben als PGA in de commissie gevraagd om hierbij ook nadrukkelijk afspraken te maken over huurwoningen voor één- en tweepersoonshuishoudens.

Dit omdat we eerder al concludeerden dat op dit moment het woningaanbod in Asten voor 85% bestaat uit eengezinswoningen terwijl tweederde van de huishoudens een één- of tweepersoonshuishouden is. Wij denken dat de woningbouwverenigingen vooral zouden moeten bouwen voor deze één- of tweepersoonshuishoudens.

Omdat die één- en tweepersoonshuishoudens niet allemaal in een sociale huurwoning wonen maar ook particulier huren of een woning kopen hebben we als PGA ons ook hard gemaakt voor de mogelijkheid van het splitsen van bestaande woningen. We hebben het dan niet alleen over grote boerderijen maar ook over woningen binnen de bebouwde kom. Er zijn in Asten best veel grote eengezinswoningen waar ouderen in wonen die er graag zouden blijven wonen. Met een aanpassing zou het mogelijk zijn om hier twee woningen van te maken waarbij de oudere beneden woont en op de etage een tweede woning komt. Dit kan een creatieve manier zijn om zonder veel stenen te stapelen er toch woonruimtes bij te krijgen. Ook al zullen hier haken en ogen aan zitten,

we hebben het college gevraagd om hier welwillend tegenover te staan.

In het hoofdstuk bouwen met ambitie is betaalbaar bouwen een belangrijk onderdeel, de principes van het rijk: twee derde betaalbaar waarvan 30% sociale huur onderschrijven wij helemaal. PGA kan zich ook vinden in het feit dat het college gaat onderzoeken of het instellen van een vereveningsfonds en de mogelijkheid om te salderen kan helpen met het programmatisch invullen van woningbouwlocaties.

Verder staan in de nota dat we ruimte willen bieden aan vernieuwende woonvormen, ook iets wat we in ons verkiezingsprogramma hebben staan.

Tijdens de door de raad georganiseerde informatieavond over wonen, maar ook tijdens de ALV van het dorpsoverleg Heusden kwam aan de orde dat het voor inwoners uit Asten heel lastig is om aan een woning te komen. Aan de ene kant omdat er te weinig aanbod is en aan de andere kant omdat er, als er aanbod is, geloot wordt. Bij deze loting kunnen ook mensen van buiten Asten mee loten. Dit voelt voor de inwoners uit Asten, Heusden en Ommel soms oneerlijk. Mensen vanuit Someren krijgen zo een woning in bijvoorbeeld Heusden terwijl de Heusdense jongere elders moet zoeken. PGA snapt dat bestuurders hier niet alle zeggenschap in hebben. Ook vindt PGA het ook goed dat er nieuwe mensen van buitenaf in onze dorpen komen wonen omdat dat weer nieuwe impulsen geeft. Maar toch hebben we ook begrip voor de jonge mensen die graag in het dorp willen blijven. Daarbij hebben we hen ook hard nodig als vrijwilliger in onze verenigingen en als mantelzorger voor hun ouders als die in het dorp willen blijven wonen. Wij hebben in de commissie dan ook

gevraagd aan het college of zij mogelijkheden zien voor mensen die heel graag hier willen blijven wonen maar door het systeem buiten de boot vallen.

Over dit laatste is een motie in voorbereiding.

De woningnood in Nederland is ook in Asten, Heusden en Ommel goed merkbaar. Inwoners van onze gemeenten kunnen hierdoor moeilijk aan een woning komen. Door de woningnood zijn de woningen erg prijzig en hebben met name starters moeite om een plekje in het eigen dorp te vinden. Datzelfde geldt overigens voor senioren, die op zoek zijn naar een kleinere en/of levensloopbestendige woning. Als CDA Asten-Heusden-Ommel willen wij dit probleem aanpakken. De feiten op een rij. Er is in de voorbij jaren nog nooit zoveel gebouwd in onze gemeente ondanks de hogere bouwkosten en opgelopen rente: Loverbosch fase II en straks deel III, Heusden-Oost, tal van inbreidingslocaties, langs de Koestraat heeft de gemeente nog meer bouwgrond gekocht en ook in Ommel wordt naar bouwgrond gezocht. De ambities uit het coalitieakkoord worden waargemaakt, maar toch realiseren wij ons goed dat we er nog lang niet zijn. Kortgeleden zijn er in Heusden nieuwe betaalbare starterswoningen gerealiseerd. Een woningtype waar erg veel vraag naar is. Er waren 39 kandidaten die zich hadden ingeschreven en er waren 18 woningen beschikbaar. Dit is niet ongebruikelijk op de woningmarkt, maar het is ook niet iets wat bij mij een heel goed gevoel opriep. Degene die een woning hebben weten te bemachtigen wil ik natuurlijk allen van harte feliciteren. Zij zijn de gelukkigen, maar er zijn nu ook 21 teleurgestelde kandidaat-bewoners, die niet hun gewenste stap hebben kunnen maken. De teleurstelling die ik hierover had en die deze 21 kandidaten ongetwijfeld zullen hebben was ook merkbaar op de jaarvergadering van het Dorpsoverleg Heusden medio november. Verschillende personen gaven aan dat zij blij waren met de woningen, maar dat zij ook teleurgesteld waren dat veel van deze woningen niet verkocht waren aan Heusdense starters. Het antwoord op de vraag of het mogelijk was om meer woningen toe te wijzen aan inwoners van de eigen gemeente was het eerlijke antwoord dat de wet hier momenteel geen ruimte voor biedt. Maar er is hoop! In Den Haag is de Tweede Kamer al akkoord met de herziene Huisvestingswet. Als ook de Eerste Kamer instemt, dan mogen gemeenten voor 50% van de woningen bepalen hoe die worden verdeeld aan inwoners met een economische, maatschappelijke of lokale binding. Als CDA Asten-Heusden-Ommel roepen wij het college van Burgemeester en Wethouders tijdens de behandeling van het nieuwe Programma Wonen (Woonvisie) middels een motie op om, zodra de wet het mogelijk maakt, met een voorstel te komen. In dat voorstel moet staan hoe wij het beste zo veel mogelijk nieuwe woningen kunnen toewijzen aan eigen inwoners. Hiermee hopen wij dat inwoners van Asten, Heusden en Ommel, die zo graag in onze gemeente willen blijven wonen, dit ook kunnen doen! Joris van Lierop Raadslid CDA Asten-Heusden-Ommel

Te laat, te volle bus of de bus die helemaal niet is gekomen. Dat zijn de conclusies na het openen van een klachtenlijn door het CDA Asten over het busvervoer in Asten. Tientallen Astenaren hebben hun klacht geuit, waarbij 45% aangeeft dat de bus te laat kwam bij de halte. Daarnaast wordt veelvuldig aangegeven dat de bus te vol zat of dat deze helemaal niet is komen opdagen. Deze klachten worden met name geuit over het busvervoer in de ochtendspits (~70%). Hierdoor worden aansluitingen gemist en komen reizigers te laat op het werk of op school. Tijdens de commissievergadering Samenleving en Bestuur van donderdag 30 november zijn deze klachten door commissielid Dylan Verstappen, die de actie in gang heeft gezet, aangeboden aan wethouder van de Moosdijk. Het CDA wil dat de wethouder hiermee naar Hermes stapt om het openbaar vervoer in Asten te verbeteren. Ondanks herhaaldelijke beloftes, is het Hermes nog altijd niet gelukt om kwalitatief goed busvervoer te organiseren in Asten. Ervaar je nog altijd hinder van reizen met de bus? Laat het ons weten! Stuur een berichtje!