In Nederland wonen ongeveer 7.000
kinderen in de maatschappelijke en vrouwenopvang. Zij hebben veel meegemaakt en
behoren tot de meest kwetsbare kinderen van Nederland. Uit onderzoek van
Kinderpostzegels (februari 2017) blijkt dat er onvoldoende zorg is voor
kinderen in de maatschappelijke opvang. Op dit moment hebben kinderen geen
eigen cliëntpositie binnen de opvang. Ze worden gezien als ‘bagage’ van de
moeder/ouders/vader.
Gemeente HaarlemOok de gemeente Haarlem vangt kinderen op in de maatschappelijke
opvang, de vrouwenopvang en de opvang voor economisch dakloze gezinnen. De
afgelopen jaren heeft de gemeenteraad onder andere op aandringen van de VVD veel
aandacht gehad voor de verbetering van de vrouwenopvang. Daarbij kwam ook regelmatig
naar voren dat kinderen in de opvang extra kwetsbaar zijn en aandacht behoeven.
Het is zo dat in de opvang de ouder “verblijf en hulp” krijgt, het kind krijgt
in de opvang een verblijf en moet voor hulp buiten de deur zijn. Hierdoor komt
het niet over als een ‘standaard voorziening’ en ontstaat bij de ouder de vrees
dat hulp buiten de deur kan leiden tot het ‘afpakken’ van het kind door
betrokken instanties. 43% van de kinderen in de opvang heeft namelijk een ouder
met een negatieve houding over hulpverlening en interventies. Hierdoor krijgen
de kinderen niet de hulp die ze nodig hebben. Dat kan anders.
De VVD en D66 hebben voor het schrijven van het initiatiefvoorstel
diverse bezoeken gebracht aan de instellingen en bij de vrouwenopvang en de
maatschappelijke opvang voor gezinnen met OGGZ-problematiek is met cliënten en
medewerkers gesproken.
In het initiatiefvoorstel is opgenomen hoe D66 en de VVD vorm
willen geven aan de verbetering van de hulp aan kinderen in de maatschappelijke
en vrouwenopvang. Kinderen die in de vrouwenopvang of de maatschappelijke
opvang wonen zijn een extra kwetsbare groep. Kinderen en hun ouders vragen niet
makkelijk om hulp. Laagdrempelige hulp door een klein aantal vertrouwde
gezichten is daarom zeer wenselijk. Ook continuïteit en afstemming in de
hulpverlening aan ouders en kinderen, voor, tijdens en na de opvang is van
belang.
Ingrediënten van goede hulp aan kinderen in de opvang zijn:
Vanzelfsprekendheid
van hulpverlening
Ondersteunende aard van de hulpverlening
Op locatie geboden
Inzet van beperkt aantal ‘gezichten’ die vertrouwd raken
Expertise op het gebied van trauma, hechting en geweld
Niet wachten op kindsignalen
Onderkennen van grenzen van standaardaanbod en doorverwijzing naar breder
aanbod waar nodig/wenselijk
En
dat is nodig. Uit onderzoek blijkt namelijk dat veel kinderen in de
maatschappelijke en vrouwenopvang al het nodige hebben meegemaakt ondanks hun
jonge leeftijd:
Relationeel
geweld tussen ouders, 89%Scheiding
van ouders, 86%Verhuizingen,
65%Van
school veranderen tijdens het schooljaar, 40%Ernstige
mishandeling van moeder, 37%De
boel in huis in elkaar geslagen, 25%Arrestatie
van een ouder, 25%Chronische
ziekte of overlijden van een ouder, 21%50%
heeft (ten minste) één ouder met een ernstige psychische stoornis 43%
heeft (ten minste) één ouder die zelf in zijn of haar jeugd slachtoffer is
geweest van kindermishandeling 43%
heeft een ouder met een negatieve houding over hulpverlening en interventies 33%
heeft een ouder met suïcidale of moorddadige gedachten 32%
heeft een ouder die recentelijk werkloos is geworden23%
heeft een ouder met verslavingsproblematiek.
Dit leidt onder andere tot de volgende problematiek van kinderen
in de opvang:
100% van de kinderen heeft geen (eigen) huis meer/is dakloos 77% heeft ouders met financiële problemen
(schulden/huisuitzettingen/armoede) 53% kampt met een zeer lage zelfwaardering 49% heeft ernstige gedragsproblemen (waarbij professioneel
ingrijpen nodig is) 44% heeft weinig of geen vrienden 40% lijdt aan depressiviteit 31% heeft posttraumatische stressstoornisklachten (in klinisch
spectrum) 28% lijdt aan een angststoornis 25% wordt gepest of buitengesloten door leeftijdsgenoten 21% heeft problemen met de lichamelijke gezondheid 14% heeft een vorm van hyperactiviteit of een aandacht stoornis
(o.a. ADHD) 11% heeft een lichamelijke of verstandelijke beperking Bij 11% van de kinderen is een vorm van kindermishandeling
vastgesteld
Anne
Sterenberg: “ De kinderen in de opvang die nu onvoldoende ondersteuning krijgen willen we met dit voorstel helpen,
die zie je niet zo snel op een publieke tribune in de raadzaal. Logisch want in
zo’n situatie heb je wel andere dingen aan je hoofd. Het mooie
aan het schrijven van dit voorstel is dat we er samen met de ambtelijke
ondersteuning echt tijd voor hebben uitgetrokken om het veld in te gaan. Om de
verhalen te horen en om te kijken hoe we de situatie kunnen verbeteren. Ik heb
het idee dat we met dit voorstel ook echt iets kunnen betekenen voor een groep
waar niet snel aan wordt gedacht. Het gaat hier om de toekomst van deze
kinderen, kinderen met een rugzak vol negatieve ervaringen die je niemand gunt.
Ik hoop dat we met dit voorstel deze kinderen het steuntje in de rug kunnen
geven naar een toekomst met minder zorgen waarin ze gewoon weer kind kunnen
zijn. Zonder de geweldige ambtelijke ondersteuning was het ons nooit gelukt om
zo’n uitgebreid initiatiefvoorstel in te dienen. Daarnaast laat het resultaat van dit initiatiefvoorstel zien hoe een coalitiepartij en een oppositiepartij ook prima samen problemen kunnen oppakken”.
Anne Sterenberg vraagt het college in dit voorstel samen met D66
om op basis van de in het initiatief opgenomen informatie met een voorstel te
komen voor een betere aansluiting van de ondersteuning van deze gezinnen voor,
tijdens en na de maatschappelijke en vrouwenopvang. En ervoor te zorgen
dat Haarlemse gezinnen in de maatschappelijke opvang in Hoofddorp zo veel
mogelijk continuïteit wordt geboden.
VervolgBij het indienen van het voorstel is het college verzocht om het
voorstel te voorzien van een pre-advies. Zodra dit advies beschikbaar is kan
het voorstel inclusief reactie van het college besproken worden in de
raadscommissie Samenleving. Na bespreking van het voorstel in de commissie kan
het terug op de raadsagenda zodat er over het voorstel gestemd kan worden.
Update
Op donderdag 15 maart is het initiatiefvoorstel raadsbreed aangenomen.