Poliflw

Behalve de verkiezingen voor de provinciale staten waar GroenLinks Brabant gewoon aan mee doet, zijn er ook verkiezingen voor het waterschap.

GroenLinks doet daar niet aan mee, maar steunt de partij Water Natuurlijk.

Frank Lemmens hield onlangs zijn eerste speech in de raad. Hieronder zijn betoog waarin hij extra scherpte vraagt van het college voor de duurzaamheidsparagrafen van voorstellen voor de commissie duurzaamheid.

Meneer/Mevrouw de voorzitter,

De fractie van GL onderschrijft de bevindingen zoals beschreven in het meer-jaren evaluatierapport over het gevoerde duurzaamheidsbeleid van 2014-2018 bij de gemeente bergen op zoom. Ook vragen wij het college de aanbevelingen die zijn genoemd over te nemen.

Ondanks dat dit rapport terecht kritisch is, wil de Fractie van GL toch benadrukken en steun uitspreken voor de mensen die gedurende deze periode gewerkt hebben aan het creëren van meer bewustzijn v.w.b. het belang van duurzaamheid binnen de gemeente op de diverse beleidsterreinen. Het heeft een basis gelegd voor het huidige coalitieakkoord waarin wij, gezien het budget en ambitie meer concrete maatregelen mogen verwachten.

Voorts wil ik graag wat dieper ingaan op de volgende punten uit het rapport:

Volgens de definitie van duurzaamheidsontwikkeling wordt van de gemeente gevraagd om de effecten van maatregelen telkens te wegen op hun effect nu en hier in relatie tot het eventuele effect later, elders.

Mijn vraag aan het college is of de gemeente Bergen op Zoom een methodiek heeft om beleidsvoorstellen te toetsen aan deze definitie. Wij zien graag dat deze afweging wordt toegevoegd aan de voorlegger (1e pagina) van elk Raadsvoorstel.

Voorbeeld: Zijn de duurzaamheidseffecten op korte en lange termijn gewogen Ja/Nee

De rode draad in het rapport is dat de duurzaamheidsmaatregelen vaak niet SMART genoeg zijn geformuleerd en dat de resultaten/effecten van de maatregelen niet of onvoldoende meetbaar zijn gebleken. Dit is uiteraard teleurstellend omdat dit wel de wens was van de raad en hiermee de inspanningen van de gemeente door de rekenkamer niet in alle gevallen kon worden aangetoond.

Ons voorstel is daarom ook om de huidige risicotabel voor de toekomstige raadsvoorstellen uit te breiden met een weging v.w.b. duurzaamheidsontwikkeling op de drie in het rapport genoemde dimensies people, planet en profit. Hiermee is voor de Raad de impact van een voorstel voor mens, milieu en economie snel eenvoudig inzichtelijk en wordt duurzaamheidsontwikkeling een vast onderwerp bij de beoordeling van een raadsvoorstel. Wij horen graag hoe het college hierover denkt?

Op de vraag: In hoeverre was het vastgestelde duurzaamheidsbeleid van de gemeente Bergen op Zoom doelmatig en doeltreffend?

Het rapport stelt dat door de bewuste keuze van de Gemeente om geen indicatoren toe te passen en weinig SMART beleidsdoelstellingen op het gebied van duurzaamheid te formuleren, het beleid slecht meetbaar is gebleken op haar effectiviteit.

Mijn vraag naar aanleiding van deze constatering uit het rapport is of het college nog steeds van mening is dat indicatoren niet gewenst zijn? Indien dit het geval is hoe denkt het college dan een goede transparante verantwoording te kunnen doen v.w.b. het gevoerde duurzaamheidsbeleid.

Het rapport noemt de duurzaamheidsmeter als tool, gaat deze in de toekomst ingezet worden zodat de Raad op de hoogte blijft van de actuele duurzaamheidsontwikkeling?

Er wordt ook een opmerking gemaakt over de ontbrekende regierol (governance) die de gemeente neemt op het gebied van duurzaamheidsontwikkeling. Vooral ook de samenhang tussen verschillende projecten en initiatieven roept vraagtekens op?

Welke concrete maatregelen neemt het college of worden er genomen om dit gedurende deze periode te verbeteren?

Aan het college willen wij voorstellen om de UN SDG-doelen te vertalen naar lokaal beleid

Wij lezen in het rapport ook een kritische aantekening naar de raad. Het betreft hier het onvoldoende stellen van inhoudelijke kaders bij de notitie “Visie duurzame ontwikkeling gemeente Bergen op Zoom”. Ik roep alle fracties op hier nader naar te kijken en zich te beraden of, en welke actie passend is.

Bij de fractie GL is zeker een behoefte aan continue monitoring van de duurzaamheid ontwikkeling in onze gemeente. Wij zouden dus graag, n.a.v. raadsvoorstellen, regelmatig met elkaar hierover in gesprek gaan. Ook willen we graag pro-actief door het college op de hoogte worden gehouden van de resultaten en voortgang.

Tot zover mijn betoog,

Ons Raadslid Corry Damen schreef het college een brief over een nijpend probleem voor vrouwen. Onder andere tijdens de vastenavend. Onder de Bergse tekst volgt de Nederlandse versie .

Betreft: Krabbegat- de plees toe bie!

Berrege, 17 jannewarie 2019

G'acht kelleesje,

Zo agge wit, gaate Vastenavend wir rap beginne. De leut spettert dan wir deur ons jubelstadje aan 't Scheld.

Om di fèèst feitelek vor iederéén te late slage, ebbe m'òòge nood oe toch dringend 's wa te vrage.

Want ge wit vast wel da vrouwkes tegeswòòrdeg ok uit 'n glaske drinke. Ja en dan voeld'al natteg'eid: die motte ok wel 's naar de weecee.

Da's nou net feitelek 'n bietje n't prebleem, want goeje meskes-pleekes zijn d'r bekant nie of vuste weineg in 't Krabbegat. Agg's ècht òòge nood et, dan kreddet gezeik en edd'n prebleem. Ge mot altijd in 't kefee nar binne en àgge dan binne zijt; g'eid, sta d'in de file.

Achter 'n boske plasse mannie, wille me nie en doeme dan ok zééker nie; wie wit kom Steketee d'r aan en t' is verbòòje n't dèèr te late gaan. Gròòte bon aan oew om'òòg g'eze broek en dus minder leut-neut-bonne. Pislink worde dan. Dan zijde nog wijjer van uis.

Ge wit netuurlek ok wel da nog mar venaf 1970 de vrouwkes prebere openbare weecees te krijge. Das ok in ons Krabbegat elaas nog altij nie vor mekare gekomme.

Dus nou wille me n'éél gèère da mette kommende Vastenavend in de stad verschillende weecee-wages, (of 'n plee-steesjon) komme te staan, zodatte vrouwkes ok 'n bietje gèèf en ontspanne d'r plas kenne doen. Dan staan de dweilende vrouwkes van 't Krabbegat nie langer metter bééne gekruisd d'r plas op t'ouwe, mar metter erreme n' omòòg de leut òòg t'ouwe

Agge maar leut et.

Names alle vrouwkes van 't Krabbegat

Fractie GroenLinks

Corry Damen

==

Betreft: Openbare Toiletten met carnaval

Brief: Art. 36 verzoek te plaatsen op de agenda van de raadsvergadering

31 januari of eventueel mondeling te beantwoorden.

Bergen op Zoom, 18 januari 2019

Geacht college,

Het grote evenement van carnaval staat weer voor de deur.

Een geweldig feest met veel gezelligheid, verbinding en plezier.

Daarbij komen er natuurlijk veel bezoekers, ook met kinderen naar de binnenstad.

Vanwege een al jarenlange terugkerende ergernis dat er veel te weinig toiletten zijn zet GroenLinks dit opnieuw op de agenda. In de cafés, en dat worden er steeds minder, zijn er maar enkele toiletten beschikbaar. Waarbij lange wachtrijen ontstaan. We hebben kunnen constateren dat er voor mannen wel voorzieningen worden getroffen maar voor vrouwen helemaal niets. Dit ondanks dat vrouwen al vanaf 1970 pleiten voor openbare toiletten.*

Om nu aan dit gemis tegemoet te komen wil GroenLinks u dringend verzoeken om aankomende carnaval op verschillenden locaties toiletwagens te plaatsen. Net zoals dat bij grotere evenementen al gebeurt.

We verwachten dat vrouwen heel blij zijn als aan deze dringende vraag tegemoet kan worden gekomen.

Fractie GroenLinks

Corry Damen

"Laten we het nu eens hebben over de kwesties die er écht toe doen, zoals de relatie tussen homoseksualiteit en geloof, en seksuele diversiteit in de klas. Alleen als we andersdenkenden met open vizier tegemoet treden, kunnen we een maatschappij bewerkstelligen waarin ieder elkaar in zijn of haar waarde laat." Aldus Max Majorana in zijn maiden speech op 11 december jongstleden.

Max hield op 11 december zijn maiden speech over de werkgroep die opgericht gaat worden om het debat over LHTBI-acceptatie naar een hoger plan te tillen in Bergen op Zoom. De symboliek van een regenbooggemeente gaat GroenLinks Bergen op Zoom niet ver genoeg. Hieronder zijn spreektekst.

De fractie van Groenlinks streeft naar een inclusieve en vrije samenleving waarin plaats is voor iedereen, dus ook voor burgers die niet binnen de heteroseksuele norm vallen. Gelukkig is er sinds de openstelling van het burgerlijk huwelijk in 2001 op wettelijk gebied al een en ander geregeld. Toch is er nog flink wat werk aan de winkel als het gaat om de sociale acceptatie van de LHBTI-doelgroep.

Daarom juichen we het toe dat er nu een werkgroep wordt opgericht die het welzijn van de LHBTI-doelgroep onder de loep neemt en de gelijkwaardigheid in gender en seksuele voorkeur probeert te bevorderen. Dat is ook hard nodig, want discriminatie en pesterijen op basis van seksualiteit komen helaas nog altijd structureel voor in onze gemeente. Door goed naar elkaar te luisteren en te inventariseren waar precies de knelpunten in onze gemeente zitten, kan de werkgroep een belangrijke en constructieve stap zetten in de emancipatie van seksuele minderheden.

Wij zijn er niet per se rouwig om dat het college geen intentieverklaring heeft afgegeven om zich aan te melden als regenbooggemeente. Voorzitter, begrijp ons niet verkeerd. Het is absoluut van belang dat we homofobie tegengaan, maar de vraag moet zijn wat daartoe het meest effectieve middel is. Naar ons idee is het in 2018 niet meer van deze tijd om prioriteit te geven aan het vergroten van de zichtbaarheid van seksuele minderheden, bijvoorbeeld door middel van symbolen als de regenboogvlag of -zebrapad. Dit soort symbolen zien er weliswaar fraai uit, maar het is zeer de vraag of ze daadwerkelijk nu nog zoden aan de dijk zetten. Wij betwijfelen of het hijsen van een vlag er toe leidt dat homoseksuelen zich veiliger voelen om uit de kast te komen, of dat mensen die negatief staan tegenover LHBTI’ers er door van gedachten veranderen. Wij sluiten zulke acties met andere woorden niet uit, maar er dient een fundamenteler inzicht aan ten grondslag te liggen wat betreft het omgaan met verschillen en afwijkingen van de norm.

Bovendien is het ondertekenen van een intentieverklaring een wel erg makkelijke manier om te zeggen ‘Kijk, wij moedigen de emancipatie aan’, en daarna dan maar achterover te leunen. Die achteloosheid moeten we voorkomen. Onze fractie ziet liever dat een regenbooggemeente een predikaat is dat je moet verdienen, door aantoonbaar initiatief te nemen.

Voorzitter, dat er niet alleen maar hetereoseksuelen in Bergen op Zoom leven mogen we beschouwen als een bekend gegeven, en dus is het nu tijd voor de volgende stap: het nadrukkelijk tegengaan van onsmakelijke uitlatingen en het normaliseren van de Bergse LHBTI-gemeenschap. Wij zien de werkgroep als een passend voertuig om het debat naar een hoger plan te tillen en inhoudelijk de dialoog aan te gaan. Laten we het nu eens hebben over de kwesties die er écht toe doen, zoals de relatie tussen homoseksualiteit en geloof, en seksuele diversiteit in de klas. Alleen als we andersdenkenden met open vizier tegemoet treden, kunnen we een maatschappij bewerkstelligen waarin ieder elkaar in zijn of haar waarde laat.

"Laten we het nu eens hebben over de kwesties die er écht toe doen, zoals de relatie tussen homoseksualiteit en geloof, en seksuele diversiteit in de klas. Alleen als we andersdenkenden met open vizier tegemoet treden, kunnen we een maatschappij bewerkstelligen waarin ieder elkaar in zijn of haar waarde laat." Aldus Max Majorana in zijn maiden speech op 11 december jongstleden. Max hield  zijn maiden speech over de werkgroep die opgericht gaat worden om het debat over LHTBI-acceptatie naar een hoger plan te tillen in Bergen op Zoom. De symboliek van een regenbooggemeente gaat GroenLinks Bergen op Zoom niet ver genoeg. Hieronder zijn spreektekst.

De fractie van Groenlinks streeft naar een inclusieve en vrije samenleving waarin plaats is voor iedereen, dus ook voor burgers die niet binnen de heteroseksuele norm vallen. Gelukkig is er sinds de openstelling van het burgerlijk huwelijk in 2001 op wettelijk gebied al een en ander geregeld. Toch is er nog flink wat werk aan de winkel als het gaat om de sociale acceptatie van de LHBTI-doelgroep.

Daarom juichen we het toe dat er nu een werkgroep wordt opgericht die het welzijn van de LHBTI-doelgroep onder de loep neemt en de gelijkwaardigheid in gender en seksuele voorkeur probeert te bevorderen. Dat is ook hard nodig, want discriminatie en pesterijen op basis van seksualiteit komen helaas nog altijd structureel voor in onze gemeente. Door goed naar elkaar te luisteren en te inventariseren waar precies de knelpunten in onze gemeente zitten, kan de werkgroep een belangrijke en constructieve stap zetten in de emancipatie van seksuele minderheden.

Wij zijn er niet per se rouwig om dat het college geen intentieverklaring heeft afgegeven om zich aan te melden als regenbooggemeente. Voorzitter, begrijp ons niet verkeerd. Het is absoluut van belang dat we homofobie tegengaan, maar de vraag moet zijn wat daartoe het meest effectieve middel is. Naar ons idee is het in 2018 niet meer van deze tijd om prioriteit te geven aan het vergroten van de zichtbaarheid van seksuele minderheden, bijvoorbeeld door middel van symbolen als de regenboogvlag of -zebrapad. Dit soort symbolen zien er weliswaar fraai uit, maar het is zeer de vraag of ze daadwerkelijk nu nog zoden aan de dijk zetten. Wij betwijfelen of het hijsen van een vlag er toe leidt dat homoseksuelen zich veiliger voelen om uit de kast te komen, of dat mensen die negatief staan tegenover LHBTI’ers er door van gedachten veranderen. Wij sluiten zulke acties met andere woorden niet uit, maar er dient een fundamenteler inzicht aan ten grondslag te liggen wat betreft het omgaan met verschillen en afwijkingen van de norm.

Bovendien is het ondertekenen van een intentieverklaring een wel erg makkelijke manier om te zeggen ‘Kijk, wij moedigen de emancipatie aan’, en daarna dan maar achterover te leunen. Die achteloosheid moeten we voorkomen. Onze fractie ziet liever dat een regenbooggemeente een predikaat is dat je moet verdienen, door aantoonbaar initiatief te nemen.

Voorzitter, dat er niet alleen maar hetereoseksuelen in Bergen op Zoom leven mogen we beschouwen als een bekend gegeven, en dus is het nu tijd voor de volgende stap: het nadrukkelijk tegengaan van onsmakelijke uitlatingen en het normaliseren van de Bergse LHBTI-gemeenschap. Wij zien de werkgroep als een passend voertuig om het debat naar een hoger plan te tillen en inhoudelijk de dialoog aan te gaan. Laten we het nu eens hebben over de kwesties die er écht toe doen, zoals de relatie tussen homoseksualiteit en geloof, en seksuele diversiteit in de klas. Alleen als we andersdenkenden met open vizier tegemoet treden, kunnen we een maatschappij bewerkstelligen waarin ieder elkaar in zijn of haar waarde laat.