Poliflw

De Haagse PvdA wil dat gemeentelijke zwembaden zwemles gaan aanbieden voor kinderen vanaf 5 jaar oud. Op dit moment kunnen kinderen pas zwemles volgen als ze 6 jaar oud zijn. Wat betreft fractievertegenwoordiger Samir Ahraui moet die leeftijd naar beneden. “Alle kinderen moeten veilig kunnen zwemmen als ze van de basisschool vertrekken. Uit onderzoek blijkt dat de beste leeftijd om te beginnen met zwemles tussen de 5 en 7 jaar is. En ondertussen heeft slechts 37% van de 11- tot 16-jarigen een zwemdiploma. Dat moet echt beter. Laat kinderen daarom als ze 5 jaar worden al beginnen met zwemles. Zo maken we de komende generatie zwemklaar, want elk kind zonder zwemdiploma is er een te veel.”

Volgens Ahraui is het juist in een waterrijke omgeving als Den Haag extra belangrijk dat kinderen zich in het water kunnen redden. Daarom moet zwemles zo laagdrempelig zijn en voor iedereen toegankelijk. Ahraui: “Afgelopen jaren is er al veel verbeterd, maar we zien dat er nog steeds veel kinderen zonder diploma zijn of die door lange wachtlijsten zijn pas op late leeftijd beginnen. En helaas blijkt dat kinderen uit gezinnen die het minder breed hebben, ook minder vaak hun vervolgzwemdiploma halen. Dat moet echt anders, want ieder kind moet kunnen zwemmen. De gemeente draagt hier echt een deel van de verantwoordelijkheid voor.

De Haagse PvdA wil via schriftelijke vragen van het stadsbestuur weten hoeveel kinderen de basisschool verlaten zonder zwemdiploma en welke factoren hier een rol bij spelen, om zo het probleem aan te pakken. Volgens de PvdA kan de gemeente op korte termijn al stappen zetten door de leeftijd waarop kinderen zwemles mogen volgen, te verlagen. Ahraui: “Het is bewezen dat kinderen het best leren zwemmen vanaf 5 jaar. Laten wij dan zo snel mogelijk de gemiddelde leeftijd waarop kinderen lessen kunnen volgen en hun diploma halen, verlagen.”

Het bericht Haagse PvdA: Bied zwemles aan kinderen vanaf vijf jaar aan verscheen eerst op PvdA Den Haag.

Den Haag kent maar liefst 18 schooltuinen waar kinderen leren gewassen te verbouwen. Deze vorm van milieueducatie maakt dat kinderen leren waar eten vandaan komt en hoe landbouw werkt. Het CDA heeft vernomen dat veel verbouwde groenten worden niet geoogst, en dus niet worden gegeten. De beschimmelde groenten worden weggegooid. CDA-raadsleden Ismet Bingöl en Kavish Partiman vinden dat milieueducatie op deze manier de plank misslaat en stellen kritische vragen aan het stadsbestuur. Het CDA Den Haag is groot voorstander van stadslandbouw, en moedigt dan ook van harte aan dat kinderen op speelse wijze groente kunnen verbouwen. De schooltuinen zijn een mooi voorbeeld van milieueducatie waardoor kinderen lokale, duurzaam verbouwde producten leren waarderen. Bingöl: “Een belangrijk doel van de schooltuinen is om kinderen de waarde van voedsel bij te brengen. Daar hoort ook het oogsten en opeten bij. Als dat element ontbreekt, missen de schooltuinen hun doel". Milieueducatie is ook gericht op het voorkomen van afval, en het zou dus niet moeten gebeuren dat gewassen bederven, vinden Bingöl en Partiman. “Als de groenten niet door de kinderen en hun ouders kunnen worden geconsumeerd, zou er een alternatief moeten worden gevonden, zodat het voedsel in elk geval goed terecht komt”, aldus Partiman. De CDA-raadsleden vragen de gemeente onderzoek te verrichten naar het functioneren van de schooltuinen, zodat de groenten voortaan op tijd geoogst en geconsumeerd worden, wat past bij het duurzaamheidsbeleid van de gemeente. Verder laat de informatievoorziening over de schooltuinen volgens de raadsleden te wensen over. De website van de gemeente verwijst naar de jaarprogramma’s van milieueducatie, maar het CDA Den Haag heeft deze programma’s niet kunnen vinden. Ook op dat vlak vinden Bingöl en Partiman dus dat er het een en ander te verbeteren valt.