Poliflw

Jeroen Bulthuis is onze kandidaat op plek 4. Jeroen: 'In verkiezingstijd leggen we als politieke partijen vaak de nadruk op onze onderlinge verschillen. De uitdagingen waar we de komende jaren voor staan zijn echter te groot om alleen aan te pakken. Willen we nu echt werken maken van energietransitie, armoedebestrijding, het aanpakken van wachtlijsten in de zorg en op de woningmarkt en het bestrijden van racisme en segregatie, dan hebben we een brede coalitie voor verandering nodig. De komende vier jaar wil ik mij daarom vooral inzetten om verschillen te overbruggen en te zorgen dat we ons vanuit het stadhuis druk gaan maken over die zaken waarvan de inwoners van Amersfoort verwachten dat we ons er druk over maken.'

Ida Bromberg is onze kandidaat op plek 8. 'Ik wil me de komende vier jaar hard maken voor kunst en cultuur; ruimte voor initiatieven waar we als Amersfoort trots op mogen zijn en specifiek aandacht voor jongeren. Een gezonde financiële situatie voor poppodium Fluor. Bestrijden van onrechtvaardigheid in het sociaal domein; extra aandacht voor jeugdhulp, regelingen voor startende ondernemers en zzp'ers kritisch onder de loep nemen. En natuurlijk een autoluwe binnenstad: leefbaar voor bewoners en aantrekkelijk voor bezoekers.'

Na de zomer kunnen de eerste jongeren starten met hun maatschappelijke diensttijd. ChristenUnie-staatssecretaris Paul Blokhuis wil snel aan de slag met dit voorstel, dat ook in het regeerakkoord staat. De maatschappelijke diensttijd moet bijdragen aan de onderlinge maatschappelijke betrokkenheid. De ChristenUnie streeft naar verbinding in een verdeeld land. Het is belangrijk dat we meer zorg voor elkaar krijgen en dat er een sterkere verbinding komt tussen jong en oud. De maatschappelijke diensttijd kan hier een grote bijdrage aan leveren. Jongeren kunnen zo met mensen uit verschillende delen van de samenleving in contact komen. Vanaf februari gaat Paul Blokhuis in gesprek met jongeren, scholen en gemeentes. Door middel van deze gesprekken wil hij te weten komen wat zij belangrijk vinden. Maatschappelijke organisaties kunnen elk jaar projecten voorstellen die voor deze diensttijd in aanmerking komen. De deelname aan de maatschappelijke diensttijd is niet verplicht, maar wordt wel gestimuleerd. Jongeren die zo’ n diensttijd vervullen – van maximaal 6 maanden – krijgen een diploma voor maatschappelijke betrokkenheid. Daarmee krijgen ze voorrang bij het solliciteren naar een baan bij de overheid. Het kabinet gaat met het bedrijfsleven in gesprek om te kijken of dat daar ook mogelijk is. Daarmee is de maatschappelijke diensttijd een goed voorbeeld van win-win: voor de maatschappij én voor de jongeren.