Op basis van de uitslag van de enquête hebben we het college verzocht met de organisatoren van de sinterklaasintocht in gesprek te gaan over de keuze van piet tijdens de volgende sinterklaasintocht. De uitslag laat een redelijk eenduidig beeld zien. Van de 22 basisscholen hebben 10 scholen gereageerd. Negen van de tien scholen geven aan te kiezen voor roetveegpiet en geven te kennen het belangrijk te vinden dat lokaal de landelijke lijn volgt.
Vragen
Kiest de school voor zwarte piet, roetveegpiet, een combinatie hiervan, een andere kleur of geen piet?
4x roetveegpiet
5x overgangsfase roetveegpiet
1x
zwarte piet
Volgt u de landelijke lijn, de sinterklaasintocht in Doetinchem, of staat uw afweging hier los van?
9x
de landelijke lijn
1x
Doetinchem
Vindt u het belangrijk dat Doetinchem de NTR volgt, of maakt dit wat u betreft geen verschil?
9x
ja
1x
nee
Naar welke piet gaat uw voorkeur uit?
9x
roetveegpiet
1x
geen voorkeur
Vindt u het wel of geen goede zaak dat de gemeente met de organisatoren van het sinterklaasfeest in gesprek gaat?
8x
ja
1x
neutraal
1x
nee
Wilt u op de hoogte gebracht worden van verdere ontwikkelingen?
10x
ja
Toelichting op antwoorden
1.Kiest de school voor zwarte piet, roetveegpiet, een combinatie hiervan, een andere kleur of geen piet?
Negen scholen kiezen voor roetveegpiet. Vier scholen geven aan het afgelopen sinterklaasfeest roetveegpiet op school te hebben ontvangen. Vijf scholen geven aan in een overgangssituatie te zijn. Scholen geven als toelichting ‘We willen geleidelijk over naar roetveegpieten.’ ‘Met ingang van volgend schooljaar hebben we roetveegpiet’.
Één school kiest voor zwarte piet.
2.Volgt u de landelijke lijn, de sinterklaasintocht in Doetinchem, of staat uw afweging hier los van?
Negen scholen kiezen voor de landelijke lijn, waarvan vier scholen het afgelopen sinterklaasfeest roetveegpiet op school hadden. Waarbij opgemerkt moet worden, dat een school nadrukkelijk meldt zelfstandig voor roetveegpiet gekozen te hebben en zich juist gesteund te voelen door NTR. Vijf scholen zijn in een overgangsfase.
Voor de uiteindelijke keuze van roetveegpiet worden meerdere redenen genoemd; ‘om het voor kinderen zo herkenbaar mogelijk te houden’ ‘Wij willen de landelijke lijn volgen. De kinderen kijken naar de t.v. en zien daar de roetveeg pieten.’ Een school die dit jaar roetveegpiet ontving benadrukt ‘Wij volgen de landelijke lijn als we er zelf achter staan.’
Één school kiest voor zwarte piet en geeft als toelichting; ‘wij passen ons aan.’
3.Vindt u het belangrijk dat Doetinchem de NTR volgt, of maakt dit wat u betreft geen verschil?
Negen scholen geven aan het belangrijk te vinden dat Doetinchem de landelijke lijn volgt. Redenen zijn; ‘De tijd van zwarte piet is echt wel voorbij’, ‘Onbegrijpelijk dat deze keuze niet door Doetinchem is gemaakt.’ ‘Voor de kinderen lijkt ons dat wel verstandig om te doen.’ Om onrust te voorkomen is het goed dat Doetinchem de NTR volgt.’ ’Wij zouden het erg op prijs stellen als Doetinchem ook de lijn van roetveegpiet gaat volgen!’
Één school geeft aan ‘op zich maakt dit niks uit.’
4.Naar welke piet gaat uw voorkeur uit?
Negen scholen hebben een voorkeur voor roetveegpiet. Als toelichting wordt onder meer gegeven; ‘In ons multicultureel land is het goed om met minderheden rekening te houden die vaak geconfronteerd worden met discriminatie.’ ‘Landelijk is de mening m.b.t. zwarte piet enerzijds aan het schuiven, anderzijds is de tegenstelling tussen voor- en tegenstanders verhard. Onbevangenheid t.o.v. zwarte piet zoals die er was, wordt door wat er speelt steeds lastiger. Het gaat erom dit feest een kinderfeest te laten zijn. Dit kan ook met roetveegpieten.’ ‘Om het voor kinderen zo herkenbaar mogelijk te houden.’ ‘We willen de landelijke lijn van de t.v. volgen. Kinderen kijken hier toch naar.’ ‘Past in het sinterklaasverhaal en is geen pijnlijk punt voor wie dan ook.’ ‘Omdat je iedereen dan zo goed mogelijk tegemoet komt, aan zowel de voor- als tegenstanders.’ ’Het sinterklaasfeest is een feest voor alle kinderen. We willen als (openbaar) onderwijs niemand buitensluiten, als we dat kunnen bewerkstelligen door een verandering in de uiting van piet, lijkt me dat meer dan wenselijk.’
Één school kiest voor zwarte piet; ‘We hebben het hier uitvoerig over gehad. Ook met wat oudere kinderen. We maken er samen geen probleem van. We snappen heel goed dat herkenbaarheid een probleem is voor de stichting*. (*opmerking; de stichting die bij deze school het sinterklaasfeest verzorgt).
5. Vindt u het een goede zaak dat GroenLinks de gemeente verzoekt met de organisatoren van het sinterklaasfeest in gesprek te gaan over het volgen van de lijn van NTR? Of vindt u dit geen zaak van de politiek?
Acht scholen geven aan dit wel te willen. Opmerkingen die worden gegeven; ‘Heel goed.’ ‘Goed overleg is altijd belangrijk, dus een gesprek lijkt me zeker zinvol.’ ‘Prima om sturing aan te geven, helemaal vanwege de NTR.’ ‘Deze discussie is jammer genoeg al heel breed getrokken. Ik vind het goed dat de politiek zich hiermee bemoeit.’
Een school reageert neutraal; ‘het zou mooi zijn wanneer de politiek zich hier niet mee hoeft te bemoeien en dat maatschappelijke ontwikkelingen er voor zorgen dat er over een aantal jaren niet meer over gediscussieerd hoeft te worden, dat dan de roetveegpiet algemeen geaccepteerd wordt.’
Één school wil dit niet. ‘Ik vind dit geen zaak voor de politiek. Je komt ook nooit uit deze discussie. Hoe minder aandacht het krijgt hoe beter.’
6. Wilt u op de hoogte gebracht worden van de uitslag van deze enquête en overige ontwikkelingen?
Alle tien de scholen geven aan dit te willen. Reacties variëren van ja tot heel graag.
7. Heeft u overige opmerkingen en/of vragen?
Twee scholen hebben op deze vraag gereageerd. Een school schrijft ‘Aan het plezier dat de kinderen op onze school beleefd hebben aan het sinterklaasfeest, valt af te lezen dat het voor kinderen niet uitmaakt hoe de piet er uitziet. Wat mij betreft voeren de voorstanders van zwarte piet een achterhoede gevecht. De jonge kinderen van nu weten straks niet beter dan dat sint geholpen wordt door roetveegpieten. Dan valt, hopelijk, het rumoer vanzelf stil en kan het feest voor de kinderen weer centraal worden gesteld.’
Op basis van de uitslagen komen wij tot de volgende vraag;
1.Is het college bereid om met de organisatoren van de lokale sinterklaasintochten van de gemeente Doetinchem in gesprek te gaan, met het verzoek de landelijke lijn te volgen van roetveegpiet vanaf de eerst volgende sinterklaasintocht, daarmee ook rekening houdend met de keuze van basisscholen, en de bevindingen vervolgens terug te koppelen aan de gemeenteraad en de basisscholen in Doetinchem?
De organisatoren van het sinterklaasfeest zijn op de hoogte gesteld van de uitslagen en de vraag aan het college.