De Provinciale Staten hebben op 14 september een begrotingswijziging vastgesteld. Het is gebruikelijk om geraamde inkomsten en uitgaven bij te stellen op basis van recente ontwikkelingen. D66 ziet dat de Provincie Noord-Holland met een heldere rapportage de zaken op orde heeft.

De eerste negatieve effecten van de COVID-19 pandemie worden nu zichtbaar voor de provinciale begroting, maar nog niet alles is duidelijk. Een totaal-overzicht is er nog niet. Wel is duidelijk hoe de provincie met het provinciaal noodfonds sociale infrastructuur (PNSI) van 10 miljoen culturele en maatschappelijke organisaties gaat ondersteunen.

D66-woordvoerder Arja Kapitein begrijpt de onzekerheden en dat steunplannen uitwerken tijd kost. We zien dat organisaties en projecten bij gemeenten nu in zwaar weer komen. Daarom is er wel haast geboden om ervoor te zorgen dat projecten niet afgelast worden en organisaties omvallen. We denken dan bijvoorbeeld aan regionale maatschappelijke instellingen die net buiten alle rijks- en gemeentelijke regelingen vallen en projecten voor fietsvoorzieningen en fietsinfrastructuur bij gemeenten.

Voor D66 blijft het cruciaal dat er in Noord-Holland deze bestuursperiode 3000 hectare nieuwe natuur gerealiseerd wordt. Een voorstel hierover van PvdD, CU en SP steunde D66 echter niet. D66 hecht grote waarde aan de in het coalitieakkoord geformuleerde hoge ambitie voor natuur. Er is nog geen gedetailleerde uitwerking en financiele planning hiervoor. Het college heeft eerder deze maand nog toegezegd om met nadere plannen te komen. Kapitein: “Het voorstel in de vorm van een korte motie komt dus te vroeg. Maar we waarderen zeer dat de oppositie ook achter deze ambitie voor de natuur staat.”

Het college gaf aan dat er in oktober gesproken kan worden over de realisatiestrategie voor nieuwe natuur en dat er daarna een bestedingsplan volgt. Daarop werd er niet meer gestemd over het voorstel van de oppositie. De motie is aangehouden.