Nieuws van politieke partijen over SGP inzichtelijk

20 documenten

Beantwoording vragen betreffende straathandel drugs

SGP SGP Vlissingen 06-09-2019 00:00

ONDERWERPbeantwoording schriftelijke vragen artikel 34 inzake Art. 34 vragen van de Fractie SGP met mbt nieuw middel tegen straathandel drugs "de last onder dwangsom, opgelegd door de burgemeester".

Geachte mevrouw/heer,

Naar aanleiding van de door uw fractie ingediende vragen ex artikel 34 RvO informeren wij u als volgt.Uw inleiding

Vraag 1

Is het college bekend met de "Veluwse Methode", de last onder dwangsom voordrugsstraatdealers?Ons antwoordHet college is bekend met de zogenaamde “ Veluwse Methode”.

Vraag 2

Heeft het college in beeld op welke plaatsen in de Gemeente Vlissingen straat-drugsdealersactief zijn en hoeveel en welke drugs wordt verhandeld?Ons antwoordHet is voor de beantwoording van deze vraag, maar ook voor de rest van de vragen, vanbelang om vast te stellen wat wordt verstaan onder een straat-drugsdealer. In grote lijnenkun je deze doelgroep in twee categorieën verdelen:1. de notoire overlastpleger, vaak verslaaft aan drugs en/of alcoholDeze groep dealt in kleine hoeveelheden om in de kosten van eigen gebruik te kunnenvoorzien en voert deze praktijken uit op plaatsen waar veel mensen aanwezig zijn,hoofdzakelijk in het centrum en in de zomermaanden rond de coffeeshops. Deze handelgaat vaak gepaard met overlast in de openbare ruimte.2. dealen met als doel zoveel mogelijk geld te verdienen.Deze groep dealt voor geldelijk gewin en probeert om die reden zo veel mogelijk onder deradar van de politie te blijven. In het algemeen gaat het hier om grotere hoeveelheden en ishet lastig om aan geven waar deze handel plaatsvindt.

Vraag 3

Hoeveel straatdealers zijn er in de Gemeente Vlissingen betrapt gedurende het afgelopenjaar?Ons antwoordUit de cijfers van de politie blijkt dat het afgelopen jaar (periode 20-08-2018 tot 20-08-2019)11 incidenten met de incidentcode “ handel- en bezit hard/softdrugs zijn geregistreerd,waarbij 14 verdachten zijn aangehouden.De gemeentelijke Boa’s hebben in dezelfde periode negen bekeuringen uitgeschreven voorhet overtreden van artikel 2:65 Algemene plaatselijke verordening Vlissingen, hetgeeninhoudt het zich ophouden op een openbare plaats met als kennelijk doel het verhandelenvan drugs.

Vraag 4

Wordt de last onder dwangsom voor drugs-straatdealers gehanteerd in de GemeenteVlissingen?Ons antwoordNee, deze bestuurlijke maatregel is nog niet ingezet in de gemeente Vlissingen.

Vraag 5

Zo ja, hoeveel keer heeft de burgemeester een last onder dwangsom opgelegd en hoeveelzijn er daadwerkelijk geïnd?Ons antwoordZie vraag 4.

Vraag 6

Zo nee, waarom niet?Ons antwoordBestuurlijke maatregelen, zijn anders dan strafrechtelijke maatregelen, niet gericht opbestraffing van een verdachte, maar op het herstel van de openbare orde. In dit geval debestrijding van de overlast als gevolg van het dealen van hard- en softdrugs in de openbareruimte. Het college is van mening dat ter bestrijding van deze overlast effectieverebestuurlijke maatregelen beschikbaar zijn.

Vraag 7

Welke bestuursrechtelijke maatregelen worden momenteel tegen straathandel in drugsgenomen en hebben deze blijvend effect?Ons antwoordZoals uit de beantwoording van vraag 6 volgt richten de bestuursrechtelijke maatregelenzich tegen het zoveel mogelijk beperken van de overlast door het dealen van drugs in deopenbare ruimte. Deze overlast wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door de “categorie 1”straatdealers uit de beantwoording van vraag 2.Uit ervaring weten we dat voor deze doelgroep de inzet van het gebiedsverbod alsbestuursrechtelijke maatregel het meest effectieve middel is. Deze maatregel kan ookworden herhaald bij recidive en kan ook voor meerdere gebieden worden opgelegd.Daarnaast volgt bij recidive een aanmelding van de overtreder bij het Veiligheidshuis. Op die manier blijft de overlastpleger blijvend onder de aandacht.

Vraag 8

Is het college, met de SGP, van mening dat een last onder dwangsom de straatdealerblijvend demotiveert om opnieuw op straat te gaan dealen en dat deze methode mogelijkeffectiever is dan bijvoorbeeld een tijdelijk gebieds-/straatverbod?Ons antwoordZoals bij vraag 6 is uiteengezet zijn wij van mening dat de last onder dwangsom niet demeest effectieve maatregel is om in te zetten tegen de “categorie 1” dealers. Dezecategorie drugsdealers dealen vaak voor eigen gebruik en kunnen forse dwangsommen inde meeste gevallen niet betalen. Bovendien kan een gebiedsverbod, in tegenstelling tot debedoelde last onder dwangsom, ook worden opgelegd bij andere overtredingen dan hetdealen van drugs. Bij deze groep heeft het een meerwaarde om ook te kunnen inzetten opverboden drankgebruik/bezit en hinderlijk gedrag in de openbare ruimte. Het gebiedsverbod heeft zich in dit verband al bewezen en blijkt een effectief middel te zijn.Voor de “categorie 2” dealers uit antwoord 2 kan het dwangsomtraject mogelijk wel eengoede aanvulling zijn naast de strafrechtelijke aanpak. Hierbij geldt dat we hetdwangsomtraject al hebben ingeregeld in onze Apv en we er dus nu al gebruik van kunnenmaken.

Vraag 9

Is het college met de SGP eens dat een last onder dwangsom voor een betraptestraatdealer ook als steun in de rug werkt voor het handhavende werk van onze BOA's ende politie?Ons antwoordAlle bestuursrechtelijke en/of strafrechtelijke maatregelen die we kunnen inzetten zijn eensteun in de rug voor de Boa’s en de politie.

Vraag 10

Is het college ter wille om de last onder dwangsom voor drugs-straatdealers in de Gemeente Vlissingen in te voeren?Ons antwoordHet dwangsomtraject is al ingeregeld in onze Apv. Wij kunnen deze maatregel dan ookdirect inzetten. Wij zijn bereid om samen met de politie te bekijken in welke gevallen demaatregel een daadwerkelijk meerwaarde heeft.

Vraag 11

De SGP beseft dat als de Gemeente Vlissingen de Veluwse Methode invoert dit eenwaterbed-effect kan geven (dealers gaan vrolijk verder dealen in een naburige gemeente). Ishet college ter wille om de last onder dwangsom voor drugs-straatdealers (uiteraard na goed overleg) samen met de gemeenten op Walcheren of desnoods met alle Zeeuwsegemeenten in te voeren en hierin het voortouw te nemen?Ons antwoordHet staat de gemeenten vrij om maatregelen wel of niet in te voeren, maar we streven ersamen met de politie en het OM naar om dergelijke maatregelen op een Zeeuwse schaal inte voeren. Dit hebben we ook gedaan met de invoering van een streng ZeeuwsDamoclesbeleid (sluiting van drugspanden op grond van artikel 13b Opiumwet)Wij gaan ervan uit u hiermee in voldoende mate te hebben ingelicht.Hoogachtend,burgemeester en wethouders van Vlissingen,de secretaris,                                de burgemeester,mr. drs. ing. M. van Vliet              drs. A.R.B. van den TillaarBehandeld door M. Schouw op 4 september 2019.Niet alleen de SGP maakt zich zorgen om drugshandel....https://www.omroepzeeland.nl/media/55338/Vlissingse-partijen-zijn-overlast-beu en  https://www.internetbode.nl/regio/vlissingen/actueel/294851/vijf-politieke-partijen-houden-bijeenkomst-over-problemen-binnenstad

 

 

Beantwoording vragen over onterechte afwijzing kwijtschelding

SGP SGP Vlissingen 21-06-2019 00:00

Voor de inleiding op de gestelde vragen: zie het gerelateerde bericht..Geachte mevrouw/heer,Naar aanleiding van de door uw fractie ingediende vragen ex artikel 34 RvO informeren wij u als volgt.De SGP heeft verschillende vragen gesteld, waarvan Sabewa Zeeland vragen 1 t/m 3 zelfheeft beantwoord:

Vraag1-3

Sabewa heeft middels het BSN van inwoners inzage in hun gegevens bij de Belastingdienst.Heeft Sabewa ook inzage of de belastingteruggave bij de Belastingdienst wordt verrekendmet een belastingschuld? Zo ja, waarom doet Sabewa niets met deze informatie en verleentdan geen of gedeeltelijke kwijtschelding? Zo nee, waarom niet?Ons antwoordDe SGP stelt dat een burger bij het invullen van het formulier Sabewa Zeeland toestemminggeeft tot inzage van gegevens bij de belastingdienst. Dat is niet juist. Sabewa Zeelandvraagt de burger toestemming om bij het Inlichtingenbureau geautomatiseerd te latentoetsen of er recht is op automatische kwijtschelding. Het Inlichtingenbureau ontvangt vande belastingdienst jaarlijks in juni bankgegevens (de banksaldo’s en ontvangen rente vanalle Nederlanders op 31 december van het voorgaande jaar). Daarnaast ontvangt hetInlichtingenbureau van de belastingdienst gegevens over ontvangen huur- en zorgtoeslagen heffingskortingen.Alleen deze gegevens van de belastingdienst worden door het Inlichtingenbureau ontvangen en voor Sabewa Zeeland gebruikt om te toetsen of recht bestaat op automatische kwijtschelding. Sabewa Zeeland heeft dus geen gegevens over voorlopige of definitieve teruggaven/aanslagen en kan deze ook niet opvragen bij de Belastingdienst of het Inlichtingenbureau. Om deze reden worden deze gegevens bij de burger zelf opgevraagd.De belastingdienst stuurt naar de burger een beschikking ‘mededeling verrekeningteruggave belasting’ wanneer een verwachte teruggave wordt verrekend. Dit speelt over hetalgemeen bij bedragen die nog niet op de rekening van de belanghebbende zijn gestort. Inde beschikking staat dan zelfs vermeld met welke aanslag het bedrag wordt of is verrekend.Indien zo’n beschikking door de burger wordt meegestuurd bij de aanvraag kwijtschelding,wordt hier bij de behandeling van het verzoek uiteraard rekening mee gehouden doorSabewa Zeeland. In veel gevallen worden deze beschikkingen door de burger meegestuurd.Wellicht is in het voorbeeld van de SGP de beschikking niet meegestuurd, of is er doorSabewa Zeeland per abuis ten onrechte geen rekening gehouden met de verrekening.Uiteraard kan de burger hierover contact opnemen met Sabewa Zeeland.

Vraag 4

Waarom vraagt Sabewa op haar site in de opsomming "mee te sturen documenten" niet om het document "mededeling verrekening teruggave belasting" van de Belastingdienst? Dat is immers het definitieve bericht van de Belastingdienst over de teruggave of schuld.Ons antwoordSabewa Zeeland vindt het vermelden van de ‘mededeling verrekening teruggave belasting’ in de opsomming van de “mee te sturen documenten” op de website een goede suggestie. Deze suggestie wordt meegenomen in de eerstvolgende evaluatie van het kwijtscheldingsproces.

Vraag 5

Wanneer de informatie-uitwisseling tussen de Belastingdienst en Sabewa beter is afgestemd of beter wordt verwerkt, dan kan de procedure van bezwaar maken tegen de beslissing van Sabewa toch worden voorkomen? Dit scheelt administratieve rompslomp voor zowel de inwoner als Sabewa....Ons antwoordZoals in het antwoord op de vragen 1 t/m 3 is aangegeven is Sabewa afhankelijk van deinformatieverstrekking door het Inlichtingenbureau. Het inlichtingbureau heeft tot op heden geen inzage in de genoemde informatie en dus Sabewa ook niet. Het Inlichtingenbureau en de cie. Invordering van de VNG zijn met elkaar in overleg over verbetering van de informatievoorziening. Verbetering van de informatieverstrekking vanuit de RBD heeft daarin voortdurend de aandacht.

Vraag 6

Is het college het met de SGP eens dat het niet terecht verlenen van (gedeeltelijke)kwijtschelding zorgt voor financiële en administratieve stress bij de inwoner én het risico dat de inwoner de aanslag van Sabewa niet kan betalen en daardoor een schuld opbouwt bij Sabewa?Ons antwoordHet college onderschrijft dit.

Vraag 7

Beseft het college, met de SGP, dat het niet kunnen betalen van de aanslag van Sabewa ertoe leidt dat de inwoner geconfronteerd gaat worden met diverse aanmaningen (per aanmaning wordt het bedrag van de aanslag verhoogd) tot en met een zogenaamd "Dwangbevel van de Koning" wat leidt tot een nog hogere schuld bij Sabewa én nog meer financiële stress?Ons antwoordHet college beseft dit.Vraag 8Wat kan en gaat het college, in samenwerking met andere Zeeuwse gemeenten én Sabewa,doen om deze vorm van onterechte afwijzing van (gedeeltelijke) kwijtschelding te voorkomen?Ons antwoordHet college zal bij Sabewa aandringen om deze problematiek onder de aandacht te brengen bij het Inlichtingenbureau. Daarnaast heeft Sabewa al aangegeven dat zij op haar site in de opsomming "mee te sturen documenten", de ‘mededeling verrekening teruggave belasting’ zal vermelden zodat het ook meer bekend wordt bij de inwoner dat deze informatie verstrekt dien te worden zolang het Inlichtingenbureau niet over deze informatie kan beschikken vanuit de RBD zelf.Wij gaan ervan uit u hiermee in voldoende mate te hebben ingelicht.Hoogachtend,burgemeester en wethouders van Vlissingen,de secretaris,                                     de burgemeester,mr. drs. ing. M. van Vliet                   drs. A.R.B. van den Tillaar

Antwoord op vragen over natuurinclusief bouwen

SGP SGP Vlissingen 27-05-2019 00:00

Geachte mevrouw/heer,Naar aanleiding van de door uw fractie ingediende vragen ex artikel 34 RvO informeren wij u als volgt.Uw inleidingOp 8 april Schreef de Fractie SGP het volgende:Groen in de woonomgeving is belangrijk voor mens en dier. In de buitengebieden van deGemeente Vlissingen is daar ruimte voor, de binnenstad van Vlissingen raakt meer en meerversteend. U heeft als Vlissings bestuur ingestemd met het Plan van AanpakKlimaatadaptatie Strategie Zeeland (KaSZ) en ingestemd met ondertekening van hetConvenant om dit KaSZ kracht bij te zetten (RIB 1076718 d.d. 28/03/2019).De KaSZ beschrijft voornamelijk de processen en de Gemeente Vlissingen participeert in de7 stappen van dit plan. De SGP vindt echter de Gemeente Vlissingen zelf beleidsmatig alhet nodige kan doen om een natuur-inclusieve gemeente te worden met meer aandacht voor groen in het bebouwde,stedelijk gebied. Hiervoor is het "Handboek natuur-inclusief bouwen en ontwerpen in 20 ideeën" voor handen van de gemeente Amsterdam. Zie:https://issuu.com/gemeenteamsterdam/docs/brochure_nibeo-definitief-web

Vraag 1

Wil het college dat Vlissingen een natuur-inclusieve stad/gemeente wordt?Ons antwoordWij staan positief tegenover initiatieven vanuit derden die genoemde aspecten in hunbouwplan integreren en waar mogelijk, met in achtneming van de geldende kaders,faciliteren.

Vraag 2

Kent het college het "Handboek natuur-inclusief bouwen en ontwerpen in 20 ideeën" al?Ons antwoordWe hebben dit door middel van de meegezonden internet link opgezocht en kennis van genomen.

Vraag 3

De SGP zou graag zien dat dit Handboek gebruikt gaat worden bij alle aanbestedingen rondom bouwplannen en gebiedsontwikkelingen. Gaat het college binnen afzienbare tijd zo'n voorstel aan de raad voorleggen?Ons antwoordNee, omdat voor het gebruik maken van een handboek geen wijziging van beleid nodig is. Bij het maken van bouwplannen en het ontwikkelen van gebieden wordt per locatie bekeken wat reële eisen zijn. De maatregelen uit het handboek worden hier, waar mogelijk, bij betrokken. Op de site van de gemeente Vlissingen komt een verwijzing naar het Handboek en/of hierop betrekking hebbende websites met vergelijkbare informatie.

Vraag 4

In hoeverre krijgt groen momenteel de ruimte bij de bouwplannen en gebiedsontwikkelingen die in de pijplijn zitten, buitenom de enorme hoeveelheid bomen die de afgelopen maanden zijn geplant (waarvoor onze complimenten!)?Ons antwoordIn onze ruimtelijke planvorming maken wij altijd een integrale afweging van de kwaliteit van de openbare ruimte. ‘Groen’ is hier uiteraard een van de primaire aspecten bij. Hierbij maken wij de afweging tussen de meerwaarde van groen (kwaliteit) op korte, maar zeker ook, op lange termijn. Dit in relatie tot de beheersbaarheid van ons openbaar groen. In de gebiedsontwikkelingen van Claverveld en Souburg Noord zetten wij in op de inpassing van de aanwezige groene kwaliteiten en een groene en klimaatadaptieve vormgeving van de openbare ruimtes. In het Scheldekwartier wordt vooral in deelgebied ‘Scheldewijk’ ingezet op hoogwaardig openbaar groen in het centrale park en de verlengde Singel.Bij de herinrichting van het openbare gebied speelt groen eveneens een belangrijke rol.Daar waar voldoende ruimte is wordt groen toegevoegd. Hierbij wordt tevens rekeninggehouden met Klimaatadaptie. Voorbeelden hiervan zijn; infiltratie van regenwater,afkoppelen van dakgoten van het vuilwater riool en vergroening van de openbare ruimte.Hierbij wordt altijd een integrale afweging gemaakt.

Vraag 5

Worden ontwikkelaars/bouwconsortia/ontwerpers door het college - en dan met name voor opdrachten van de gemeente - gestimuleerd om:- Groen de ruimte te geven op de grond, op daken of verticaal (groen aan gevels),- Nestelgelegenheden (nestkasten/neststenen) in of aan gevels te realiseren voor vogels en insecten,- Variatie in de gevels aan te brengen, wat microklimaten oplevert, - Gevels van poreus materiaal te realiseren, wat groei van mossen stimuleert?Ons antwoordWij staan in beginsel positief tegenover initiatieven van derden die de genoemde aspecten, binnen de geldende kaders, in hun bouwplan integreren. Waar mogelijk faciliteren wij die initiatieven. We stimuleren derden niet actief om bovengenoemde aspecten te integreren. In de reeds in uitvoering zijnde gemeentelijke opdrachten zijn de bovenstaande aspecten niet opgenomen. Bij het opstellen van nieuwe bestemmingsplannen wordt een quickscan natuurwaarden uitgevoerd. Per locatie wordt dan bekeken welke beschermde natuurwaarden aanwezig zijn en welke maatregelen nodig zijn om er voor te zorgen dat de soorten of waarden behouden blijven.

Vraag 6

Gaat biodiversiteit onderdeel worden van de richtlijnen voor bouwplannen engebiedsontwikkelingen, met name in de bebouwde omgeving en het stedelijk gebied, om zo ook daar soortenrijkdom van groen, vogels en insecten te bevorderen?Ons antwoordWij zijn niet voornemens om aanvullende richtlijnen op te stellen. Bij de planvorming enuitwerking van openbare ruimtes zijn ‘klimaatadaptie’ en biodiversiteit belangrijkeuitgangspunten.

Vraag 7

Heeft biodiversiteit, klimaatadaptie en natuur-inclusief bouwen/ontwikkelen de aandacht in de nog op te stellen Omgevingsvisie en het daaruit voortvloeiende Omgevingsplan?Ons antwoordDe kaders oftewel de onderwerpen voor de Omgevingsvisie en de juridische uitwerkingdaarvan in het Omgevingsplan moeten nog worden bepaald. Dit gebeurt in samenspraak met de buitenwereld op basis van participatie. Vervolgens worden de kaders vastgesteld door de gemeenteraad.Wij gaan ervan uit u hiermee in voldoende mate te hebben ingelicht.Hoogachtend,burgemeester en wethouders van Vlissingen,de secretaris,                                de burgemeester,mr. drs. ing. M. van Vliet              drs. A.R.B. van den Tillaar

Ter aanvulling op deze interactie SGP < > B&W: zaai zelf eens wat bloemetjes!

/r/066121d3898dee20c375cc0cab3ce580?url=http%3A%2F%2Fwww.vlissingen.sgp.nl%2Factueel%2Fantwoord-op-vragen-over-natuurinclusief-bouwen%2F10821&id=27762cd3bec4584a55adccdd400708537a633ee1

Help de natuur, wees vindingrijk.....

Beantwoording vragen over doorslaande stoppen

SGP SGP Vlissingen 06-04-2019 00:00

Ter beantwoording van uw vragen over de energievoorziening op de Vlissingse weekmarkt delen wij u het volgende mee.

1. Waarom is bij de verhuizing van de markt van de Coosje Buskenstraat naar de Spuistraat/Lange Zelke gekozen voor de aanleg van elektriciteitsvoorzieningen met slechts 20 Ampère in plaats van krachtstroomstekkers met 32 Ampère?

antwoord: wij hebben gekozen voor een uniforme 16 Ampère zekering bij alle energiekas-ten. Dit is, op basis van de ervaringen op de vorige marktlocatie, voldoende gebleken.

2. Is deze beslissing in goed overleg met de ondernemers van de markt tot stand gekomen?

antwoord: de marktcommissie, waarin de ondernemers vertegenwoordigd zijn, is bij deze besluitvorming betrokken. De marktcommissie is, indien zich op de weekmarkt knelpunten voordoen, een uitstekend overleg- en afstemmingplatform. Problemen als de onderhavige komen daarin aan de orde. Tot op heden heeft het overleg in de marktcommissie steeds tot goede uitvoeringshandelingen geleid.

3. Is het college ervan op de hoogte dat tijdens de zomerperiodes de stoppen uitslaan in verkoop-kramen met koelvoorzieningen als gevolg van het te lage aantal Ampères?

antwoord: de geschetste problematiek doet zich voor bij 1 ondernemer en dan specifiek alleen bij hoge buitentemperaturen na 15.00 uur ’s middags. Dat heeft onder andere met de plaats van de verkoopwagen te maken. In de zomer van 2019 hebben wij de zekering voor deze ondernemer verzwaard naar 20 Ampère. Deze maatregel is op momenten van bijzonder hoge piekbelasting onvoldoende gebleken. Dezelfde problematiek doet zich bij hoge buitentemperaturen ook voor bij belendende ondernemers.

4. Is het college ervan op de hoogte verkoopwagens met koelvoorzieningen schade hebben opgelopen aan de elektrische installatie door het telkens uitslaan van de stoppen tijdens de zomerperiodes?

antwoord: wij hebben er achteraf kennis van genomen dat de betreffende ondernemer in de zomer van 2019 schade heeft opgelopen aan de achterwandkoeling van zijn verkoopwagen. Wij zien hierin vooralsnog niet direct een rol voor de gemeente Vlissingen. In 2019 hebben zich extreme weersomstandigheden voorgedaan. Voor een ondernemer op een weekmarkt is een zeker ondernemersrisico bij extreme weersomstandigheden redelijk en acceptabel.

5. De SGP gaat ervan uit dat de marktgelden op de nieuwe locatie of gelijk zijn gebleven of misschien zelfs zijn gestegen en is daarom van mening dat het alleszins redelijk is dat ondernemers op de markt mogen rekenen dezelfde goede voorzieningen, lees het voldoende aantal Ampères, zodat deze ondernemers niet worden geconfronteerd met het uitslaan van de stoppen tijdens de zomerperiodes. Deelt het college deze mening?

antwoord: de marktgelden zijn op de huidige, nieuwe locatie [anders dan met de gebruike-lijke inflatiecorrecties] niet verhoogd. Het energiedeel uit het marktgeld wordt afzonderlijk aan de betreffende ondernemers in rekening gebracht [toepassing van het zogenaamde profijtbeginsel].

6. Is het college ter wille om de elektriciteitsvoorzieningen voor de ondernemers op de markt te verbeteren c.q. gelijk brengen met de voorzieningen die arktondernemers hadden op de oude locatie, dus het aantal Ampères te verhogen naar 32, zoals aan hen is toegezegd?

antwoord: wij zullen ons hierover beraden en houden de vinger aan de pols. Uiteraard kun-nen de ondernemers van ons passende maatregelen verwachten om de voedselveiligheid te waarborgen. Voor dit moment zullen wij eerst de totale energievoorziening en het ver-bruik op de oude en op de huidige locatie van de weekmarkt met elkaar vergelijken. Aan de hand daarvan zullen wij beoordelen of en zo ja, welke behoefte en mogelijkheden aanwezig zijn om de energievoorziening op de huidige marktlocatie te verzwaren. Wij betrekken de marktcommissie bij deze beoordeling.

7. Kan dit voor het zomerseizoen 2019 worden gerealiseerd?

antwoord: zie het antwoord op vraag 6. Wij vertrouwen er op u hiermee voldoende te hebben ingelicht. Hoogachtend, burgemeester en wethouders van Vlissingen, de secretaris,                                                    de burgemeester, mr. drs. ing. M. van Vliet                                  drs. A.R.B. van den Tillaar

Berichtgeving in de PZC

https://www.pzc.nl/walcheren/kapotte-koeling-is-ondernemersrisico-op-de-weekmarkt-in-vlissingen~a1aa9193/?utm_source=dailynewsletter&utm_medium=email&utm_campaign=20190409&utm_userid=&ctm_ctid=baf06442b6f05603b1d17fb01c9bbbc7

Beantwoording vragen over barrières bij aanschaf zonnepanelen

SGP SGP Vlissingen 14-02-2019 00:00

beantwoording schriftelijke vragen artikel 34 inzake Artikel 34 vragen van fractie SGP; "reduceer fiscale barrières voor het investeren in zonnepanelen zo veel mogelijk"

Geachte mevrouw/heer,

Naar aanleiding van de door uw fractie ingediende vragen ex artikel 34 RvO informeren wij u als volgt.

Uw inleiding

Zonne-energie moet een belangrijke bijdrage leveren aan de energietransitie.Belastingheffing zou daarom het investeren in zonnepanelen niet in de weg moeten staan.Aangezien de Gemeente Vlissingen in het coalitieakkoord en in de begroting aangeeft zelf geen geld te hebben om te investeren in de energietransitie, is het belangrijk dat bedrijven en particulieren zoveel mogelijk worden gefaciliteerd om dat wel te doen. De aanwezigheid van zonnepanelen op een bedrijfspand of woning kan er voor zorgen dat de WOZ-waarde van een woning of pand stijgt. Een hogere WOZ-waarde betekent echter vaak hogere lokale heffingen. De gemeente kan in een verordening bepalen dat een bepaald gedeelte van de WOZwaarde wordt vrijgesteld (www.vng.nl/wettelijke grenzen/belastingen) Inmiddels is in de Tweede Kamer een motie aangenomen waarin staat dat de regering moet gaan onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om zonnepanelen buiten de WOZ-waarde te houden www.accountancyvanmorgen.nl/2018/11/16/zonnepanelen-binnenkort-niet-meermeegeteld-bij-WOZ-waarde/).

Vraag 1

De SGP is van mening dat particulieren en/of bedrijven niet zwaarder fiscaal belast moeten worden door hogere lokale heffingen omdat door de aanwezigheid van zonnepanelen op hun woning of bedrijfspand de WOZ-waarde stijgt. Deelt het college deze mening?Ons antwoordHet college onderschrijft de ambitie om bestaande gebouwen energiezuiniger te maken en zo mogelijk hun eigen energie te laten opwekken. Om meerdere redenen staat het college genuanceerd tegenover het voorstel om zonnepanelen te bevoordelen via een vrijstelling in de heffingsmaatstaf van de OZB. In de eerste plaats is de methode van een structurele korting hierdoor op de gemeentelijke belastingen wat ons betreft geen doelmatig en doelgericht instrument (éénmalige subsidies zijn in het algemeen hiervoor een passender instrument). Vervolgens kunnen we de vraag stellen waarom we zonnepanelen wel uit zouden sluiten in het bepalen van de heffingsmaatstaf van de OZB, maar andere effectieve maatregelen zoals spouwmuurisolatie of glasisolatie niet. We vragen ons ook af hoe er danomgegaan moet worden met de waarde van zonneparken en windmolens. Ten slotte speelt ook mee het feit dat onze middelen schaars zijn en dat een eventuele vrijstelling voor de ene partij dan betaald moet gaan worden door anderen om dezelfde opbrengsten te kunnen genereren. Wij zijn benieuwd welke keuzes de raad daarin eventueel wil maken.

Vraag 2

Heeft de Gemeente Vlissingen een verordening waarin is bepaald dat de aanwezigheid van zonnepanelen is vrijgesteld van de WOZ-waarde?Ons antwoordDe bepaling van de WOZ waarde is geregeld in de wet WOZ. Daarin is bepaald in de waardebepaling rekening gehouden moet worden met alle kenmerken die invloed hebben op de marktwaarde van het object, tenzij ze expliciet als vrijstelling zijn benoemd in de Uitvoeringsregeling uitgezonderde objecten Wet WOZ. Er is dus binnen de Wet WOZ geen mogelijkheid om als gemeente eigen beleid te bepalen. Dat is ook logisch omdat de WOZ waarde ook wordt gebruikt voor andere instanties (Belastingdienst en het Waterschap).

Vraag 3

Zo nee, is het college met de SGP van mening dat deze verordening er wel moet komen, aangezien de Gemeente Vlissingen zelf geen financiële middelen heeft om bij te dragen aan de energietransitie en daarom particuliere- en bedrijfsmatige investeringen daaromtrent maximaal dienen te worden gefaciliteerd, ook financieel middels zo’n verordening?Ons antwoordNee. Zie antwoord onder vraag 2.

Vraag 4 De landelijke regering is verzocht te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om zonnepanelen buiten de WOZ-waarde te houden. Is het college met de SGP van mening dat een oproep vanuit alle gemeenten in Nederland, via bijvoorbeeld de VNG, om haast te maken met deze onderzoeken en naar aanleiding daarvan beleid te formuleren, raadzaam is?Ons antwoordHet college deelt de mening dat het beoogde onderzoek niet op de plank moet blijven liggen, maar ziet ook de complexiteit van de uitvoering en de rechtsgelijkheid ten opzichte van andere duurzame investeringen als belangrijke aandachtspunten. Het college volgt de ontwikkelingen op dit gebied nauwgezet en zal hierop reageren zodra er een definitief besluit wordt genomen.

Vraag 5

Is het college bereid om, in VNG-verband, deze oproep te doen met het doel om de fiscale barrières voor het investeren in zonnepanelen zo veel als mogelijk te reduceren?Ons antwoordGezien de bovenstaande argumenten vinden we een dergelijke oproep om zonnepanelenbuiten de gemeentebelastingen te houden onvoldoende doordacht. Er zijn ook andere mogelijkheden waardoor dit gestimuleerd wordt. Deze oproep zullen we daarom niet ondersteunen

.Wij gaan ervan uit u hiermee in voldoende mate te hebben ingelicht.

Hoogachtend,

burgemeester en wethouders van Vlissingen,

de secretaris, de burgemeester,

mr. drs. ing. M. van Vliet drs. A.R.B. van den Tillaar

Beantwoording vragen vechtpartij Nelson Mandelapark

SGP SGP Vlissingen 12-11-2018 00:00

Beantwoording schriftelijke vragen artikel 34 van fractie SGP m.b.t. vechtpartij Nelson Mandelapark

Geachte mevrouw/heer,Naar aanleiding van de door uw fractie ingediende vragen ex artikel 34 RvO informeren wij u als volgt.Uw inleidingOmwonenden van het Nelson Mandelapark (Paauwenburg) hebben de SGP op de hoogtegesteld dat maandag 8 oktober, tussen 16.00 en 16.30 uur een heftige vechtpartij heeftplaatsgevonden tussen twee groepen jongeren. Zowel jonge kinderen, hun ouders enouderen zijn hiervan getuige geweest.De vechtpartij vond plaats terwijl jonge kinderen in het park aan het spelen waren. Volgensde omwonenden leek het erop alsof het rivaliserende bendes waren, 2 groepen jongeren,elk bestaande uit meer dan 10 personen in de leeftijd 16-18 jaar en dat zij elkaar gerichtopzochten om op de vuist te gaan. Tijdens de vechtpartij werd door vijf jongeren uit de enegroep hard ingeschopt en geslagen op een jongen uit de andere groep die naar de grondwas gewerkt.De omwonenden van het Nelson Mandelapark hebben met verbijstering toegekeken naar dit excessieve geweld en hebben op den duur de jongeren aangesproken. Daarop werden de omwonenden verbaal bedreigd. De bewoners hebben de politie gebeld. Deze is gekomen, maar de vechtende jongeren waren (na het vernemen dat de politie zou komen)weggevlucht. De politie heeft bij de omwonenden verklaringen opgenomen.In het bijzonder de jonge kinderen, maar ook hun ouders en de oudere omwonenden zijnnog steeds erg overstuur door dit gebeuren.

De SGP wil hierover de volgende vragen stellen:

Vraag 1

Is het college op de hoogte van het feit dat een heftige vechtpartij tussen twee groepenjongeren heeft plaatsgevonden in het Nelson Mandelapark op maandag 8 oktober tussen16.00 en 16.30 uur?Ons antwoordJa, daarvan is het college op de hoogte.

Vraag 2

De SGP is geschokt dat deze heftige vechtpartij op klaarlichte dag voor het oog van jongekinderen heeft plaatsgevonden, met alle gevolgen van dien voor deze jonge kinderen. Vindthet college dit ook schokkend?Ons antwoordHet college keurt alle geweld ten stelligste af, en betreurt het als kinderen getuige zijn van geweld.

Vraag 3

Heeft het college al contact gehad met de politie over deze vechtpartij?Ons antwoordJa, dat heeft het college.

Vraag 4

De politie heeft verklaringen opgenomen van omwonenden. Is bij het college bekend of aande jonge kinderen, ouders en de ouderen eventueel slachtofferhulp is aangeboden?Ons antwoordBij het college is bekend dat doorgaans aan slachtoffers hulp wordt aangeboden en niet aan getuigen.

Vraag 5

De SGP gaat ervan uit dat ook het college niet wil dat inwoners in welke wijk dan ook, vooraljonge kinderen, ongewild getuige moeten zijn van een vechtpartij in hun buurt waar zij nietsmee te maken hebben. Welke maatregelen kan, wil en gaat het college (met betrokkenpartijen) nemen om dit te voorkomen?Ons antwoordZie de beantwoording onder vraag 2. Preventieve maatregelen zoals jongerenwerk en een actieve benadering van wijk- en jeugdagenten zijn belangrijk om dergelijke incidenten te voorkomen.

Vraag 6

Is bij het college bekend of zulke vechtpartijen vaker zijn voorgekomen binnen de Gemeente Vlissingen?Ons antwoordNee, dat is niet bekend bij het college. Desgevraagd gaf de politie aan dat in 2018 er een drietal incidenten waarbij meerdere jongeren zijn betrokken geweest op Walcheren hebben plaats gevonden. Bij elk incident was er sprake van een andere aanleiding en andere betrokkenen.

Vraag 7

Indien er sprake is van rivaliserende groepen jongeren, wat doet of wat gaat het college omdit aan te pakken om (toekomstige) vechtpartijen of andere vormen van geweld tevoorkomen waar onschuldige kinderen, ouders en ouderen in de Gemeente Vlissingenongewild en ongewenst getuigen van zijn?Ons antwoordZie de beantwoording onder vraag 5. Er is daarnaast een structureel overleg jeugdoverlast waarin politie en jongerenwerk met elkaar signalen en fenomenen bespreken en daarin gerichte interventiemaatregelen bespreken en vervolgens oppakken.

Wij gaan ervan uit u hiermee in voldoende mate te hebben ingelicht.Hoogachtend,burgemeester en wethouders van Vlissingen,de secretaris,                                 de burgemeester,mr. drs. ing. M. van Vliet               drs. A.R.B. van den Tillaar

Beantwoording vragen gemotoriseerd verkeer op boulevards

SGP SGP Vlissingen 25-07-2018 00:00

U hebt recent vragen gesteld over rijdende voertuigen op de boulevards tijdens de zondagsluitingen. Ter beantwoording van uw vragen delen wij u het volgende mee.1. Is het bij het college bekend dat de afsluiting van de boulevard voor gemotoriseerd verkeer op zondagmiddag wordt genegeerd door een groep motorrijders?

antwoord: wij hebben waargenomen dat het voorkomt dat tijdens de zondagsluitingen incidenteel op de boulevards gereden wordt.

2. Wordt daarom op zondagmiddag op de boulevard frequent gecontroleerd/gehandhaafd door onze BOA's en/of de politie?

antwoord: de zondagsafsluiting vindt plaats door middel van het omhoog zetten van in het wegdek verzinkbare palen, in combinatie met het plaatsen van een dranghek waarop het verkeersbord met het inrijverbod is aangebracht. De verzinkbare palen zijn erg storingsgevoelig en in de praktijk blijkt dat de afzetting met één dranghek onvoldoende is. Na het uitvoeren van de fysieke afsluiting van de boulevards kunnen de geparkeerd staande auto´s en motoren over de rijbaan in de richting van het Keizersbolwerk rijden. Er is dan geen sprake van een overtreding omdat men geen bord met het inrijverbod passeert. Sinds begin juli 2018 zijn ter hoogte van de afsluiting extra dranghekken aanwezig en worden de boulevards met meerdere dranghekken afgezet. Desondanks zijn er kennelijk nog steeds bestuurders die kans zien om de afzettingen te omzeilen door over het trottoir of het fietspad te rijden. Daarnaast maken bestuurders van motoren gebruik van de ruimte aan de achterzijde van het Naereboutplein, parkeren daar voor enige tijd en rijden vanaf dat punt verder over de boulevards. Hetzelfde doet zich voor met parkeren en verder rijden ter hoogte van het plein bij het Koopvaardijmonument.De BOA´s hebben sinds 1 juli 2018 elke zondag, met uitzondering van de zondagen dat er een zomermarkt werd georganiseerd, een half uur tot drie kwartier postgevat op de boulevards tijdens de afsluitingsperiode. In deze periode zijn geen overtredingen geconstateerd.

3. Herkennen de BOA's en/of politie problemen rondom het negeren van de afsluiting van de boulevard op zondagmiddag?

antwoord: zie het antwoord onder 2.

4. Is het college het met de SGP eens dat de afsluiting van de boulevards op zondagmiddagvoor gemotoriseerd verkeer door iedereen gerespecteerd dient te worden en dat extreem geluidsoverlast, veroorzaakt door motorrijders, hinderlijk is voor bewoners en bezoekers en dat dat absoluut niet kan?!

antwoord: met het plaatsen van verkeerstekens en afsluitingen is bewust gekozen voor de zondagsluitingen. Wij willen die ook handhaven.

5. Kan de gemeente maatregelen nemen om het negeren van de afsluiting van de boulevard op zondagmiddag door gemotoriseerd verkeer te voorkomen? De SGP denkt hierbij aan het zodanig plaatsen van dranghekken zodat alleen fietsers er zigzaggend doorheen kunnen maar motoren niet.

antwoord: het zodanig plaatsen van hekken dat er alleen fietsers tussendoor kunnen is naar onze mening geen optie.

6. Is de gemeente bereid om voorkomende maatregelen te nemen?

antwoord: wij zijn van mening dat wij in redelijkheid alle maatregelen hebben getroffen om het weggebruikers duidelijk te maken welk verkeersregime tijdens de zondagsluitingen op de boulevards van toepassing is. In voorkomende gevallen ontvangen overtreders daarvan een bekeuring. Het gemeentelijk toezicht wordt binnen de mogelijkheden uitgeoefend.

Wij vertrouwen er op uw vragen hiermee volledig te hebben beantwoord.Hoogachtend,burgemeester en wethouders van Vlissingen,de secretaris,                                de burgemeester,mr. drs. ing. M. van Vliet              drs. A.R.B. van den Tillaar

Beantwoording vragen betreffende misdaadmeter AD

SGP SGP Vlissingen 16-06-2018 00:00

Geachte heer/mevrouw,

Naar aanleiding van de door uw fractie ingediende vragen ex artikel 34 RvO informeren wij u als volgt.

Uw inleidingZaterdag 26 mei 2018 werd de AD misdaadmeter gepubliceerd met de resultaten over het jaar 2017. (Bron: https://www.ad.nl/misdaadmeter) Wat blijkt: we zijn gestegen op de ranglijst van plaats 113 naar plaats 65! Maar laat dit nu net een lijst zijn waar je niet graag op nummer 1 staat! Dat is namelijk Amsterdam en daarmee de minst veilige stad van Nederland. De meest veilige stad is Woudrichem, met plaats 384.

Vraag 1Welke ambitie heeft het college met betrekking tot de positie van de gemeente Vlissingen op de AD Misdaadmeter? Op welke plaatsen wilt u staan in de AD misdaadmeter van 2019, 2020, 2021 en 2022?

Ons antwoordDe ambitie met betrekking tot veiligheid wordt niet afgemeten aan de hand van de stand op de AD misdaadmeter. De ambities worden verwoord in het 4 jaarlijkse integrale veiligheidsbeleid (IVB). Er wordt in 2018 een nieuw beleid voor 2019 - 2022 voorbereid.

Vraag 2Deelt het college de mening van de SGP dat dit bericht een mooie aanleiding is om de ambitie voor onze gemeente uit te spreken, vast te leggen met daarbij een concreet plan van aanpak om deze ambitie te realiseren?

Ons antwoordHet concrete plan is het IVB van de gemeente Vlissingen met het daarbij behorende jaarlijkse uitvoeringsprogramma.

Vraag 3Zo ja; wanneer kunnen we het raadsvoorstel verwachten waarin het college, samen met de andere betrokken partijen (politie enz.) een presentatie over de plannen geeft?

Ons antwoordHet raadsvoorstel staat in het najaar op de agenda en zal in een jaarlijks terugkerende veiligheidsavond aan de raad worden aangeboden.

Vraag 4 De gemeente Vlissingen is wat de SGP betreft een mooie, pluriforme gemeente met allerlei achtergronden, opvattingen en andere verschillen. Maar wat de SGP opviel tijdens de verkiezingscampagne is dat er in ieder geval één uniforme mening is over de veiligheid in onze gemeente: Die moet veiliger! Burgers voelen zich onveilig in onze stad en de SGP vindt dat dit zo snel mogelijk moet veranderen! Herkent het college het gevoel van onveiligheid van de burger?

Ons antwoord Gezien de uitkomsten van het LEMON onderzoek en de monitor sociaal domein, waarin de inwoners gevraagd worden naar de beleving van leefbaarheid en veiligheid kan het college niet meegaan in een “algemeen gevoel van onveiligheid” bij onze inwoners. Het onderzoek geeft aan dat het veiligheidsgevoel gewaardeerd wordt met een 8.1. Dat ontslaat ons uiteraard niet van de verplichting om te blijven werken aan de veiligheid van- en het veiligheidsgevoel van de inwoners in Vlissingen.

Vraag 5 Gaat het college zich hard maken voor meer agenten, meer wijkagenten en meer boa’s? Delen zij de mening van de SGP dat capaciteitsgebrek inzake veiligheid geen enkel excuus kan en mag zijn?

Ons antwoord De regioburgemeesters hebben recent namens de burgemeesters uit de zuidelijke provincies, bij de minister aangedrongen op een nieuwe en betere capaciteitsverdeling voor de politieteams uit de provincies Zeeland, Brabant en Limburg. De beschikbare capaciteit is voor nu een gegeven, waarbinnen we het werk naar beste kunnen dienen uit te voeren.

Vraag 6

De politie streeft er naar om per 5000 inwoners 1 wijkagent te hebben (https://www.politie.nl/themas/wijkagent.html). Onze gemeente heeft volgens dat streefgetal plm. 8 wijkagenten. Hoeveel fte aan wijkagenten zijn er op dit moment in de gemeente Vlissingen? Is het college met de SGP van mening dat, wanneer dit aantal niet gehaald wordt, er z.s.m. meer wijkagenten aangesteld moeten worden voor onze gemeente? En wat voor acties zijn daar voor nodig?

Ons antwoord Er zijn op dit moment voor de gemeente Vlissingen 4 geografische wijkagenten en 4 thematische wijkagenten actief.

Hoogachtend,

burgemeester en wethouders van Vlissingen,

de secretaris, de burgemeester,

mr. drs. ing. M. van Vliet,  drs. A.R.B. van den Tillaar

Recent in het nieuws!

https://www.rd.nl/vandaag/politiek/politie-krijgt-er-1100-agenten-bij-1.1494571

Beantwoording vragen poster Film by the Sea

SGP SGP Vlissingen 05-06-2018 00:00

ONDERWERPBeantwoording schriftelijke vragen artikel 34 inzake poster “Film by the Sea”Geachte mevrouw/heer,Naar aanleiding van de door uw fractie ingediende vragen ex artikel 34 RvO informeren wij u als volgt.Uw inleidingDe afbeelding op de poster van het filmfestival “Film by the Sea 2018” is bekend. Op deze poster staat een schilder afgebeeld, in innige omhelzing met zijn naakte, vrouwelijke model.De SGP heeft vanuit de bevolking (meest vrouwen) veel negatieve reacties gekregen op de afbeelding van de naakte vrouw op de poster.

Vraag 1Waarom is het nodig dat een naakte vrouw in innige omhelzing met een man wordt afgebeeld?Ons antwoordHet college onthoudt zich van een beoordeling van de jaarlijks in de maand juni door “Film by the Sea” uit te brengen posters ter gelegenheid van het filmfestival. Vraag 2Aangezien de gemeente Vlissingen subsidie geeft aan “Film by the Sea”, heeft het college enige invloed gehad op de inhoud van de poster?Ons antwoordHet college heeft geen enkele invloed gehad op de inhoud van de poster. De poster voor dit jaar is de uitbeelding van een werk van de Amsterdamse kunstenaar Aat Veldhoen met de titel “De kunstenaar en zijn muze”. In Nederland is in het kader van cultuurpolitiek het zogenaamde Thorbecke-beginselleidend. Dit houdt in dat de overheid zich onthoudt van een artistiek oordeel over kunstuitingen. De directe bemoeienis van de overheid met betrekking tot kunst en cultuur beperkt zich tot een voorwaardenscheppende. Dit vertaalt zich o.a. in subsidieverstrekking, zoals in het geval van het Filmfestival. Door o.a. de bijdrage van de gemeente Vlissingen wordt “Film by the Sea” in staat gesteld het jaarlijks festival te organiseren en toegankelijk te maken, zonder zich ook maar op enigerlei wijze in te laten met de inhoud van de films en deinhoud van de verschillende uitingen waarmee men het festival promoot. Een kwaliteitsbeoordeling in de meest ruime opvatting van het woord van hetgeen in het kadervan “Film by the Sea” getoond en gepromoot wordt, kan dan ook niet worden geacht zich te bevinden binnen ons taak- en bevoegdheden-veld. Vraag 3 Veel vrouwen zijn het slachtoffer (geweest) van seksueel geweld of intimidatie. De nog steeds lopende discussie in het kader van MeToo is daar een sprekend voorbeeld van. De SGP is van mening dat de afbeelding van een naakte vrouw als seksueel lustobject op de poster van “Film by the Sea” respectloos en weerzinwekkend overkomt. Dit is kwetsend ten opzichte van alle vrouwen, maar in het bijzonder voor vrouwen die (op welke manier ook) slachtoffer zijn, of zijn geweest, van seksueel geweld of intimidatie. Deelt het college deze mening?Ons antwoordWe laten de opvattingen, beoordelingen en causaliteit tussen de door u in geding gebrachte poster en de situatie/de positie van de vrouw geheel voor uw verantwoordelijkheid. Wij leveren hierover geen mening, aangezien wij dan treden in het autonome gebied van dekunst, waarin wij ons niet willen en kunnen begeven. Vraag 4 Deze poster van ”Film by the Sea” zal in de zomer gedurende het festival door heel Vlissingen en wellicht door heel Nederland hangen. De SGP vindt dat hierdoor het beeld kan ontstaan dat de gemeente Vlissingen het niet zo nauw neemt met het respect richting vrouwen. Deelt het college deze mening?Ons antwoordNiet de gemeente Vlissingen, maar de Stichting ”Film by the Sea” is verantwoordelijk voor het uitgeven en verdere distributie van de betreffende poster. Wij delen dan ook uw mening niet, dat het beeld kan ontstaan dat de gemeente Vlissingen “het niet zo nauw neemt metrespect richting vrouwen”. Vraag 5De SGP hoopt dat het college richting vrouwen, en in het bijzonder richting vrouwen die hetslachtoffer zijn (geweest) van seksueel geweld of intimidatie, een begripvolle reactie gaatgeven naar aanleiding van de afbeelding van vrouwelijk naakt als seksueel lustobject op deposter van Film by the Sea. De SGP denkt dat dit heel goed kan middels een column in de Blauw Geruite Kiel door de collegeleden, die Cultuur en/of veiligheid en of Zorg in hun portefeuille hebben. Is deze hoop van de SGP reëel of tevergeefs?Ons antwoordGelet op bovenstaande antwoorden, zien wij geen enkele aanleiding om ons in welke vorm dan ook te verantwoorden over de poster.Wij gaan ervan uit u hiermee in voldoende mate te hebben ingelicht.Hoogachtend,burgemeester en wethouders van Vlissingen,de secretaris, de burgemeester,mr. drs. ing. M. van Vliet drs. A.R.B. van den Tillaar

Deze beantwoording is uiterst teleurstellend voor onze fractie en achterban. Kennelijk moet met kunst in de openbare ruimte alles kunnen. Alsof dan alleen maar esthetische en geen ethische waarden en normen gelden.Ieder persoon heeft de vrijheid naar een museum of galerie te gaan om daar allerlei vormen van kunst te zien. Omdat de poster in de openbare ruimte komt te hangen, wordt de vrijheid van personen die niet met het vrouwelijk naakt daarop (om welke reden dan ook) willen worden geconfronteerd, ontnomen. Naakt is privé. Naakt lopen in de openbare ruimte is wettelijk niet toegestaan. Waarom dan wel een naakte vrouw op een poster ter promitie van een filmfestival?!

Beantwoording vragen betreffende zorgen om de pleegzorg

SGP SGP Vlissingen 22-02-2018 00:00

Beantwoording schriftelijke vragen artikel 34 inzake Onvoldoende afstemming begeleiding rondpleegzorggezinnenDe inleiding is te vinden in het gerelateerde bericht!Geachte mevrouw/heer,Naar aanleiding van de door uw fracties ingediende vragen ex artikel 34 RvO informeren wij u als volgt.Vraag 1.Bent u op de hoogte van hiaten in de afstemming tussen verschillende externe begeleiders rond een gezin wat zich inzet in het bieden van pleegzorg aan één of meer kinderen/jongeren?Ons antwoordTer inleiding benoemen wij graag dat eind 2015 de Zeeuwse gemeenteraden de nota “Pleegzorg in Zeeland” hebben vastgesteld en de ondersteuning van belangenorganisatiePleegoudersupport Zeeland van de provincie hebben overgenomen. Om het pleegzorgbeleid te stimuleren en te volgen is een Zeeuwse klankgroep opgericht die 5 keer per jaar overlegd en actiepunten uitwerkt. Aan het overleg nemen alle in Zeeland werkzame pleegzorgaanbieders deel (Juvent, Timon, William Schrikker), Pleegoudersupport Zeeland,Intervence en gemeenten. De belangrijkste resultaten van de afgelopen 2 jaar zijn: een regeling voor bijzondere kosten, het gezamenlijk innovatietraject Safer Caring, tariefverhoging voor pleegzorg vanaf 2017, afspraken over pleegzorg 18+,informatiebijeenkomsten voor de gemeentelijke toegangen en bijdragen aan de jaarlijkse Week van de pleegzorg. Vanuit elke Zeeuwse subregio zijn daarnaast vanuit de gemeentenbestuurlijke ambassadeurs benoemd die zich gevraagd en ongevraagd inspannen voor pleegzorg. De afstemming en samenwerking op beleidsniveau gaat dus steeds beter.Dat wil niet zeggen dat rond individuele pleeggezinnen nooit hiaten in de afstemming kunnen voorkomen. Die kans wordt groter naarmate een casus complexer is en meer partijen zijn betrokken. Dit kan weer gevolgen hebben voor het verloop van een plaatsing, waarbij voortijdige beëindiging (“breakdown”) de meest negatieve uitkomst voor zowel kindals pleeggezin is. Wij zijn van mening dat dit zoveel mogelijk moet worden voorkomen. In Zeeland zijn ruim 500 pleeggezinnen met ongeveer 670 pleegkinderen in huis. Hetonderzoek van de studenten is in opdracht van Pleegoudersupport Zeeland. Het betreft 3pleeggezinnen en is op te vatten als een proeve uit de praktijk. Wij zullen de uitkomsten analyseren en meenemen in het Zeeuws pleegzorgoverleg en kijken welke verbeterpunten op het terrein van de afstemming rond een gezin kunnen worden opgepakt.Vraag 2We menen dat hiermee niet voldaan wordt aan het kader “één gezin, één plan en één begeleider”. Vanuit de controlerende rol van de raad stellen we dan ook de vraag: erkent en herkent u dit, hoe komt dit en wat gaat u eraan doen om deze norm wel te halen?Ons antwoord“Een gezin, een plan en een begeleider” is een leidend principe dat in de praktijk vorm gegeven moet worden. Niet alleen bij pleegzorg, maar bij alle vormen van jeugdhulp. De praktijk van pleegzorg is daarbij uniek omdat hierbij eigenlijk meer gezinnen een rol spelen: het pleeggezin èn het gezin van herkomst. Voorts kan sprake zijn van voogdij bij een anderepartij, zoals de gecertificeerde instelling. Bij vrijwillige pleegzorg speelt de gemeentelijke toegang een eigen rol. En de uitvoerend pleegzorgmedewerker werkt weer voor eenpleegzorgaanbieder. Deze veelheid aan betrokkenen kan een goede regievoering parten spelen en wij herkennen met u dat dan “Een gezin, een plan en een begeleider” onder druk kan komen. Wij zullen dit punt ook in het Zeeuws klankbordoverleg toetsen. Hierbij is onze inzet erop gericht dat vanaf de start van een plaatsing de ontvangende pleegouders beter in positie worden gebracht en dat casusregisseurs hun positie in gelijkwaardigheid meenemen.Vraag 3.Wij menen te moeten constateren dat we hier te maken hebben met een structureel probleem (mede op basis van bevindingen van pleegouders) en dus niet van een incident.Bent u dit met ons van mening en verbindt u hieraan de conclusie dat maatregelen met hoge urgentie noodzakelijk zijn?Ons antwoordGegeven de reikwijdte van het onderzoek zijn we terughoudend om dit voor alle 500 Zeeuwse pleeggezinnen van toepassing te verklaren. Maar we doen het ook niet af alsincident, mede omdat we juist met Pleegoudersupport Zeeland en de aanbieders werken aan verbeteringen. Onze conclusie is dat wij het onderzoek goed zullen bestuderen.Vraag 4.Indien u hier eveneens een structurele en urgente vraagstelling herkent, welk nader onderzoek gaat u uitvoeren, welke maatregelen gaat u vervolgens nemen binnen welketermijn?Ons antwoordZoals gezegd zullen wij het onderzoek agenderen in het Zeeuwse pleegzorgoverleg en bepalen of nader onderzoek nodig is (bijv. monitoring bij gezinnen) en welke afsprakenaanpassing behoeven binnen welke termijn.Vraag 5.Op welke wijze betrekt u, naast de zorg aanbiedende jeugdinstellingen, ook belangenverenigingen hierbij, zoals bijv. Pleegzorg Support Zeeland?Ons antwoordPleegoudersupport Zeeland is ten zeerste betrokken bij het Zeeuwse pleegzorgbeleid omdat het als gelijkwaardig lid aan tafel zit in het overleg van gemeenten en pleegzorgaanbieders.Ondermeer heeft Pleegoudersupport de innovatieve methodiek Safer Caring aangereikt en ervoor gelobbyd dat aanbieders dit hebben overgenomen en de gemeenten dit financieren. Ook organiseren zij mede voorlichting over pleegzorg voor medewerkers van gemeentelijke toegangen. Verschillende andere suggesties van Pleegoudersupport worden nog bekeken.Vraag 6.Herkent u de noodzaak dat pleegouders baat hebben bij voldoende en actuele informatie over regelingen (die in korte tijd kunnen wijzigen). Heeft de gemeente een directe rol daarin of faciliteert de gemeente hierin bijv. Pleegzorg Support Zeeland?Ons antwoordWij beamen de behoefte aan voldoende en actuele(juridische) informatie over regelingen. Niet alleen bij pleegouders maar ook bij professionals die minder direct betrokken zijn bijpleegzorg. De gemeente heeft geen directe rol maar is opdrachtgever voor de uitvoerende partijen en vindt dat die kennis daar aanwezig moet zijn: bij betrokken pleegzorgbegeleiders, voogden en toegangsmedewerkers. Deskundigheidsbevordering kan hierin een rol spelen.Daarnaast subsidieert de gemeente de stichting Pleegoudersupport Zeeland voor zijn activiteiten. Een belangrijke pijler hierin is de informatieverstrekking en ondersteuning van pleegouders. De stichting geeft voorlichting over allerlei aspecten van pleegzorg (financiën, regelingen, omgaan met organisaties, etc.). Knelpunten of trends in vragen van pleegouders worden in de verschillende overleggen met organisaties teruggekoppeld en opgevolgd.Vraag 7.Bent u het met de vragenstellers eens dat juist pleegouders geen vragen zouden moeten hebben over/van begeleidende instanties en gemeente, daar het staand beleid van degemeenten is om het opgroeien van kinderen zoveel als mogelijk plaats te laten vinden in “gewone gezinnen” en dat pleegzorg al complex genoeg is van zichzelf (dat zoudeninstellingen en gemeenten niet nog complexer moeten maken). Welke verbeteracties gaat u in uitvoering nemen om meer maatwerk te bieden op dit gebied?Ons antwoordAls wij uw vraag goed duiden zijn wij met u van mening dat pleegouders waar mogelijk ‘ontzorgd’ moeten worden van extra drempels en bureaucratie. Binnen de klankbordgroepbespreken wij de informatiebehoefte regelmatig. Als mogelijke oplossing is het idee geopperd een informatiepunt voor zowel ouders als medewerkers van gemeenten en organisaties in te richten. Dit idee wordt verder verkend.Vraag 8.Welke inspanningen voerde u uit om de regeldruk m.b.t. pleegzorg te (laten) verminderen en welke maatregelen bent u voornemens uit te gaan voeren?Ons antwoordDeze vraag vult uw vorige aan. Bij het onderwerp regeldruk speelt het gegeven dat veel regels landelijk gelden en zijn gebaseerd op wettelijke verplichtingen of richtlijnen. Deze zijnlastig te veranderen vanuit de regio. Oplossingen om Zeeuwse pleegouders te ontzorgen liggen daarom eerder in verbetering van eigen procedures bij het tot stand komen van plaatsingen en de begeleiding en informatievoorziening daaromheen. Dit zullen wij in samenwerking met de partners nader bespreken.Vraag 9.Wij willen ook aandacht vragen voor de informele pleegzorg, netwerkpleegouders, zij die zich nooit formeel hebben aangemeld als pleegouders. Heeft de gemeente hier aandachtvoor en op welke wijze komt dit tot uiting (mogelijk hebben we het hier over 50% van de pleegzorg – een aanzienlijk aantal dus). Liggen hier verbindingen met bijv. Manteling?Ons antwoordOpvang binnen het sociale netwerk van familie of kennissen met vertrouwde normen en waarden is voor een kind meestal minder ingrijpend en verdient de voorkeur boven plaatsingbij vreemd gezin (een ‘bestandsgezin’ van een pleegzorgaanbieder). Als dat informeel kan vinden wij dat zeker een belangrijke mogelijkheid. De ondersteuning wordt soms wel lastiger omdat er bijv. geen pleegvergoeding kan worden gegeven (dat kan alleen als er een gemeentebesluit of beschikking van de kinderrechter ligt en een pleegcontract is geregeld). Het vinden van alternatieven voor financiële ondersteuning is niet eenvoudig. Het formaliseren van de pleegzorg vanuit het netwerk blijkt dan meestal gewenst omgemakkelijker de passende hulp en steun te organiseren. In de praktijk zijn ook 36% van de formele pleegzorgplaatsingen in Zeeland van oorsprong netwerkpleegouders (vaakgrootouders). Maar wij hebben inderdaad aandacht voor informele (pleeg)zorg als belangrijk potentieel om mogelijke pleegouders te vinden. Er zijn ideeën om voor kwetsbare gezinnen in een vroegtijdiger stadium te zoeken naar krachten in het netwerk die die rol kunnen vervullen (‘family finding’). Dit kan voorkomen dat bij escalatie van de problemen kinderen opeens in vreemd crisisgezin moeten worden geplaatst. Dit zoeken vergt wel meer inspanning en daarmee inzet vanuit partijen. We hebben nog geen verbinding met Manteling (mantelzorg) gezien en nemen uw gedachten hierover mee.Vraag 10.Het frequent wisselen van pleegzorgbegeleiding (vanuit zorgaanbieders) lijkt eerder structureel dan incidenteel te zijn. Welke informatie hebt u hierover en op welke wijze gaat uin de toekomst de continuïteit van pleegzorgbegeleiding bij pleeggezinnen optimaliseren?Ons antwoordDit is een aandachtspunt dat wij - met u - zeer serieus nemen. Personeelsverloop en – wisselingen lijken vooral veroorzaakt door reorganisaties bij instellingen die weer het gevolg zijn van de overheidsbezuinigingen. Om de pleegzorg hierin tegemoet te komen hebben wij als maatregel in 2017 tussentijds de pleegzorgtarieven verhoogd. Van zowel van de aanbieders als van Pleegoudersupport Zeeland hebben vernomen dat dit rust heeft gebracht en nu minder wisselingen van personeel plaatsvinden. Wij zullen dit blijven volgen.Daarnaast zien we in de hele jeugdzorgsector een groeiende arbeidsmarktproblematiek ontstaan. Dit wordt een van de belangrijkste opgaven waarvoor het Zeeuwse zorglandschapvan specialistische jeugdhulp de komende jaren staat. De Zeeuwse gemeenten trekken samen met zorgaanbieders en sociale partners op om hiervoor plannen te ontwikkelen.Wij gaan ervan uit u hiermee in voldoende mate te hebben ingelicht. Hoogachtend,burgemeester en wethouders van Vlissingen,de secretaris, de burgemeester,mr. drs. ing. M. van Vliet drs. A.R.B. van den Tillaar

Zie je content die volgens jou niet op deze site hoort? Check onze disclaimer.