Nieuws van politieke partijen in Vlissingen inzichtelijk

25 documenten

Beantwoording vragen energietransitie (RES)

SGP SGP Vlissingen 04-10-2019 00:00

beantwoording schriftelijke vragen artikel 34 Fractie SGP inzake "Gemeente Vlissingen en de Regionale Energie Strategie"Geachte raadsleden,Naar aanleiding van de door uw fractie ingediende vragen ex artikel 34 RvO informeren wij u als volgt.Uw inleidingIn het najaar 2019 wordt de Regionale Energie Strategie (RES) aan alle gemeenteraden en de staten in Zeeland voorgelegd en wordt deze vastgesteld.In de afgelopen periode is door de deelnemers van verschillende discussietafels (provincie, gemeenten, waterschap, energiebedrijven, milieuclubs, enz.) een concept strategie opgesteld die al ter verificatie naar de landelijke klimaat-/discussietafels is gestuurd. Als gemeenteraad zijn we door het college niet of nauwelijks geïnformeerd over de inbreng en/of visie van de Gemeente Vlissingen op het concept van de RES en lokaal beleid rondom de energietransitie.Daarom wil de SGP de volgende vragen stellen:

Vraag 1: Was de Gemeente Vlissingen bestuurlijk en/of ambtelijk vertegenwoordigd aan één of meerdere van de discussietafels ter opstelling van het concept RES?

Ons antwoord: Ja, de gemeente Vlissingen is ambtelijk vertegenwoordigd in de sector tafel Gebouwde omgeving.

Vraag 2: Welke aanbevelingen heeft de Gemeente Vlissingen gedaan richting de deelnemers van de discussietafels?

Ons antwoord: het gaat hier niet om concrete aanbevelingen als wel meedenken en het doen van suggesties die in de groep worden doorgesproken. Het meest concrete is de hoeveelheid te verwachten wind en zon energie die door / via de gemeente Vlissingen kan worden aangeleverd voor de RES.

Vraag 3: Heeft het college voor de Gemeente Vlissingen in beeld welke ontwikkelingen op het gebied van de energietransitie zij waar wel en/of waar niet wil hebben? (waar wel/niet zonnepanelen, windmolens)

Ons antwoord: Nee, de gemeente is bezig met het inventariseren van de consequenties van de gevolgen van de Regionale Energie Strategie (RES) voor Vlissingen. Voor definitieve vaststelling van de RES willen we hierover meer zekerheid geven.

Vraag 4: Zet het college in op verbreding van de energiemix? Dus niet alleen wind en zon, maar ook waterstof en aquathermie, open houden van de kerncentrale te Borssele en wellicht één of meer kerncentrales erbij met de nieuwste technieken (gesmolten zout- en/of thoriumcentrale)?

Ons antwoord: de verantwoordelijkheden van de gemeente Vlissingen liggen op de bebouwde omgeving. Het college neemt nog geen standpunt in over de ruimtelijke inpassing van diverse vormen van energieaanbod.

Vraag 5: Zet het college in op omzetting van windstroom in waterstof ten behoeve van de industrie in onze gemeente? Op welke manier?

Ons Antwoord: zie antwoord bij vraag 4.

Vraag 6: Zet het college in op benutting van de restwarmte van de industrie ten behoeve van bedrijven en/of inwoners? Op welke manier?

Ons antwoord: In onze warmtevisie zal dit aan bod komen. De RES schrijft voor dat over de inzet hier regionaal en in overleg met de Zeeuwse gemeenten afspraken moeten worden gemaakt.

Vraag 7: Zet het college in op energiebesparing door bedrijven en inwoners? Hoe dan?

Ons antwoord: Ja, is onderdeel van het milieu en duurzaamheidsplan en wordt voor bedrijven uitgevoerd door de RUD. Inwoners kunnen via de site van Duurzaam Bouwloket informatie vinden en krijgen en ook in contact komen met bedrijven die de energiebesparende maatregelen komen uitvoeren.

Vraag 8: In de toekomst moeten veel huizen terug in de energievraag om een alternatief voor de gasgestookte CV-ketel mogelijk te maken. Hoe snel/langzaam wil het college meegaan in het “van gas los”-beleid met het oog op inwoners met een (onder) modaal inkomen met een koophuis?

Ons antwoord: Dit zal worden meegenomen in de transitievisie Warmte.

Vraag 9: Houdt het college, bij het maken van beleid m.b.t. de energietransitie, rekening met het feit dat in Zeeland 66,6% van de opgewekte energie wordt gebruikt door de industrie en dat huishoudens “slechts” 33,3% van de opgewekte energie gebruiken?

Ons antwoord: In de Regionale Energie Strategie heeft het energie gebruik van de industrie geen plek gekregen. Dit wordt landelijk geregeld.

Vraag 10: Wordt participatie van omwonenden een vast onderdeel bij (toekomstige) projecten en plannen m.b.t. de energietransitie?

Ons antwoord: Inwonerparticipatie en lokale initiatieven krijgen een plek in de warmtevisie.

Wij gaan ervan uit u hiermee in voldoende mate te hebben ingelicht.Hoogachtend,burgemeester en wethouders van Vlissingen,de secretaris,                                                 de burgemeester,mr. drs. ing. M. van Vliet                               drs. A.R.B. van den Tillaar

Behandeld door M. de Bruijn

Beantwoording vragen betreffende straathandel drugs

SGP SGP Vlissingen 06-09-2019 00:00

ONDERWERPbeantwoording schriftelijke vragen artikel 34 inzake Art. 34 vragen van de Fractie SGP met mbt nieuw middel tegen straathandel drugs "de last onder dwangsom, opgelegd door de burgemeester".

Geachte mevrouw/heer,

Naar aanleiding van de door uw fractie ingediende vragen ex artikel 34 RvO informeren wij u als volgt.Uw inleiding

Vraag 1

Is het college bekend met de "Veluwse Methode", de last onder dwangsom voordrugsstraatdealers?Ons antwoordHet college is bekend met de zogenaamde “ Veluwse Methode”.

Vraag 2

Heeft het college in beeld op welke plaatsen in de Gemeente Vlissingen straat-drugsdealersactief zijn en hoeveel en welke drugs wordt verhandeld?Ons antwoordHet is voor de beantwoording van deze vraag, maar ook voor de rest van de vragen, vanbelang om vast te stellen wat wordt verstaan onder een straat-drugsdealer. In grote lijnenkun je deze doelgroep in twee categorieën verdelen:1. de notoire overlastpleger, vaak verslaaft aan drugs en/of alcoholDeze groep dealt in kleine hoeveelheden om in de kosten van eigen gebruik te kunnenvoorzien en voert deze praktijken uit op plaatsen waar veel mensen aanwezig zijn,hoofdzakelijk in het centrum en in de zomermaanden rond de coffeeshops. Deze handelgaat vaak gepaard met overlast in de openbare ruimte.2. dealen met als doel zoveel mogelijk geld te verdienen.Deze groep dealt voor geldelijk gewin en probeert om die reden zo veel mogelijk onder deradar van de politie te blijven. In het algemeen gaat het hier om grotere hoeveelheden en ishet lastig om aan geven waar deze handel plaatsvindt.

Vraag 3

Hoeveel straatdealers zijn er in de Gemeente Vlissingen betrapt gedurende het afgelopenjaar?Ons antwoordUit de cijfers van de politie blijkt dat het afgelopen jaar (periode 20-08-2018 tot 20-08-2019)11 incidenten met de incidentcode “ handel- en bezit hard/softdrugs zijn geregistreerd,waarbij 14 verdachten zijn aangehouden.De gemeentelijke Boa’s hebben in dezelfde periode negen bekeuringen uitgeschreven voorhet overtreden van artikel 2:65 Algemene plaatselijke verordening Vlissingen, hetgeeninhoudt het zich ophouden op een openbare plaats met als kennelijk doel het verhandelenvan drugs.

Vraag 4

Wordt de last onder dwangsom voor drugs-straatdealers gehanteerd in de GemeenteVlissingen?Ons antwoordNee, deze bestuurlijke maatregel is nog niet ingezet in de gemeente Vlissingen.

Vraag 5

Zo ja, hoeveel keer heeft de burgemeester een last onder dwangsom opgelegd en hoeveelzijn er daadwerkelijk geïnd?Ons antwoordZie vraag 4.

Vraag 6

Zo nee, waarom niet?Ons antwoordBestuurlijke maatregelen, zijn anders dan strafrechtelijke maatregelen, niet gericht opbestraffing van een verdachte, maar op het herstel van de openbare orde. In dit geval debestrijding van de overlast als gevolg van het dealen van hard- en softdrugs in de openbareruimte. Het college is van mening dat ter bestrijding van deze overlast effectieverebestuurlijke maatregelen beschikbaar zijn.

Vraag 7

Welke bestuursrechtelijke maatregelen worden momenteel tegen straathandel in drugsgenomen en hebben deze blijvend effect?Ons antwoordZoals uit de beantwoording van vraag 6 volgt richten de bestuursrechtelijke maatregelenzich tegen het zoveel mogelijk beperken van de overlast door het dealen van drugs in deopenbare ruimte. Deze overlast wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door de “categorie 1”straatdealers uit de beantwoording van vraag 2.Uit ervaring weten we dat voor deze doelgroep de inzet van het gebiedsverbod alsbestuursrechtelijke maatregel het meest effectieve middel is. Deze maatregel kan ookworden herhaald bij recidive en kan ook voor meerdere gebieden worden opgelegd.Daarnaast volgt bij recidive een aanmelding van de overtreder bij het Veiligheidshuis. Op die manier blijft de overlastpleger blijvend onder de aandacht.

Vraag 8

Is het college, met de SGP, van mening dat een last onder dwangsom de straatdealerblijvend demotiveert om opnieuw op straat te gaan dealen en dat deze methode mogelijkeffectiever is dan bijvoorbeeld een tijdelijk gebieds-/straatverbod?Ons antwoordZoals bij vraag 6 is uiteengezet zijn wij van mening dat de last onder dwangsom niet demeest effectieve maatregel is om in te zetten tegen de “categorie 1” dealers. Dezecategorie drugsdealers dealen vaak voor eigen gebruik en kunnen forse dwangsommen inde meeste gevallen niet betalen. Bovendien kan een gebiedsverbod, in tegenstelling tot debedoelde last onder dwangsom, ook worden opgelegd bij andere overtredingen dan hetdealen van drugs. Bij deze groep heeft het een meerwaarde om ook te kunnen inzetten opverboden drankgebruik/bezit en hinderlijk gedrag in de openbare ruimte. Het gebiedsverbod heeft zich in dit verband al bewezen en blijkt een effectief middel te zijn.Voor de “categorie 2” dealers uit antwoord 2 kan het dwangsomtraject mogelijk wel eengoede aanvulling zijn naast de strafrechtelijke aanpak. Hierbij geldt dat we hetdwangsomtraject al hebben ingeregeld in onze Apv en we er dus nu al gebruik van kunnenmaken.

Vraag 9

Is het college met de SGP eens dat een last onder dwangsom voor een betraptestraatdealer ook als steun in de rug werkt voor het handhavende werk van onze BOA's ende politie?Ons antwoordAlle bestuursrechtelijke en/of strafrechtelijke maatregelen die we kunnen inzetten zijn eensteun in de rug voor de Boa’s en de politie.

Vraag 10

Is het college ter wille om de last onder dwangsom voor drugs-straatdealers in de Gemeente Vlissingen in te voeren?Ons antwoordHet dwangsomtraject is al ingeregeld in onze Apv. Wij kunnen deze maatregel dan ookdirect inzetten. Wij zijn bereid om samen met de politie te bekijken in welke gevallen demaatregel een daadwerkelijk meerwaarde heeft.

Vraag 11

De SGP beseft dat als de Gemeente Vlissingen de Veluwse Methode invoert dit eenwaterbed-effect kan geven (dealers gaan vrolijk verder dealen in een naburige gemeente). Ishet college ter wille om de last onder dwangsom voor drugs-straatdealers (uiteraard na goed overleg) samen met de gemeenten op Walcheren of desnoods met alle Zeeuwsegemeenten in te voeren en hierin het voortouw te nemen?Ons antwoordHet staat de gemeenten vrij om maatregelen wel of niet in te voeren, maar we streven ersamen met de politie en het OM naar om dergelijke maatregelen op een Zeeuwse schaal inte voeren. Dit hebben we ook gedaan met de invoering van een streng ZeeuwsDamoclesbeleid (sluiting van drugspanden op grond van artikel 13b Opiumwet)Wij gaan ervan uit u hiermee in voldoende mate te hebben ingelicht.Hoogachtend,burgemeester en wethouders van Vlissingen,de secretaris,                                de burgemeester,mr. drs. ing. M. van Vliet              drs. A.R.B. van den TillaarBehandeld door M. Schouw op 4 september 2019.Niet alleen de SGP maakt zich zorgen om drugshandel....https://www.omroepzeeland.nl/media/55338/Vlissingse-partijen-zijn-overlast-beu en  https://www.internetbode.nl/regio/vlissingen/actueel/294851/vijf-politieke-partijen-houden-bijeenkomst-over-problemen-binnenstad

 

 

Beantwoording vragen over onterechte afwijzing kwijtschelding

SGP SGP Vlissingen 21-06-2019 00:00

Voor de inleiding op de gestelde vragen: zie het gerelateerde bericht..Geachte mevrouw/heer,Naar aanleiding van de door uw fractie ingediende vragen ex artikel 34 RvO informeren wij u als volgt.De SGP heeft verschillende vragen gesteld, waarvan Sabewa Zeeland vragen 1 t/m 3 zelfheeft beantwoord:

Vraag1-3

Sabewa heeft middels het BSN van inwoners inzage in hun gegevens bij de Belastingdienst.Heeft Sabewa ook inzage of de belastingteruggave bij de Belastingdienst wordt verrekendmet een belastingschuld? Zo ja, waarom doet Sabewa niets met deze informatie en verleentdan geen of gedeeltelijke kwijtschelding? Zo nee, waarom niet?Ons antwoordDe SGP stelt dat een burger bij het invullen van het formulier Sabewa Zeeland toestemminggeeft tot inzage van gegevens bij de belastingdienst. Dat is niet juist. Sabewa Zeelandvraagt de burger toestemming om bij het Inlichtingenbureau geautomatiseerd te latentoetsen of er recht is op automatische kwijtschelding. Het Inlichtingenbureau ontvangt vande belastingdienst jaarlijks in juni bankgegevens (de banksaldo’s en ontvangen rente vanalle Nederlanders op 31 december van het voorgaande jaar). Daarnaast ontvangt hetInlichtingenbureau van de belastingdienst gegevens over ontvangen huur- en zorgtoeslagen heffingskortingen.Alleen deze gegevens van de belastingdienst worden door het Inlichtingenbureau ontvangen en voor Sabewa Zeeland gebruikt om te toetsen of recht bestaat op automatische kwijtschelding. Sabewa Zeeland heeft dus geen gegevens over voorlopige of definitieve teruggaven/aanslagen en kan deze ook niet opvragen bij de Belastingdienst of het Inlichtingenbureau. Om deze reden worden deze gegevens bij de burger zelf opgevraagd.De belastingdienst stuurt naar de burger een beschikking ‘mededeling verrekeningteruggave belasting’ wanneer een verwachte teruggave wordt verrekend. Dit speelt over hetalgemeen bij bedragen die nog niet op de rekening van de belanghebbende zijn gestort. Inde beschikking staat dan zelfs vermeld met welke aanslag het bedrag wordt of is verrekend.Indien zo’n beschikking door de burger wordt meegestuurd bij de aanvraag kwijtschelding,wordt hier bij de behandeling van het verzoek uiteraard rekening mee gehouden doorSabewa Zeeland. In veel gevallen worden deze beschikkingen door de burger meegestuurd.Wellicht is in het voorbeeld van de SGP de beschikking niet meegestuurd, of is er doorSabewa Zeeland per abuis ten onrechte geen rekening gehouden met de verrekening.Uiteraard kan de burger hierover contact opnemen met Sabewa Zeeland.

Vraag 4

Waarom vraagt Sabewa op haar site in de opsomming "mee te sturen documenten" niet om het document "mededeling verrekening teruggave belasting" van de Belastingdienst? Dat is immers het definitieve bericht van de Belastingdienst over de teruggave of schuld.Ons antwoordSabewa Zeeland vindt het vermelden van de ‘mededeling verrekening teruggave belasting’ in de opsomming van de “mee te sturen documenten” op de website een goede suggestie. Deze suggestie wordt meegenomen in de eerstvolgende evaluatie van het kwijtscheldingsproces.

Vraag 5

Wanneer de informatie-uitwisseling tussen de Belastingdienst en Sabewa beter is afgestemd of beter wordt verwerkt, dan kan de procedure van bezwaar maken tegen de beslissing van Sabewa toch worden voorkomen? Dit scheelt administratieve rompslomp voor zowel de inwoner als Sabewa....Ons antwoordZoals in het antwoord op de vragen 1 t/m 3 is aangegeven is Sabewa afhankelijk van deinformatieverstrekking door het Inlichtingenbureau. Het inlichtingbureau heeft tot op heden geen inzage in de genoemde informatie en dus Sabewa ook niet. Het Inlichtingenbureau en de cie. Invordering van de VNG zijn met elkaar in overleg over verbetering van de informatievoorziening. Verbetering van de informatieverstrekking vanuit de RBD heeft daarin voortdurend de aandacht.

Vraag 6

Is het college het met de SGP eens dat het niet terecht verlenen van (gedeeltelijke)kwijtschelding zorgt voor financiële en administratieve stress bij de inwoner én het risico dat de inwoner de aanslag van Sabewa niet kan betalen en daardoor een schuld opbouwt bij Sabewa?Ons antwoordHet college onderschrijft dit.

Vraag 7

Beseft het college, met de SGP, dat het niet kunnen betalen van de aanslag van Sabewa ertoe leidt dat de inwoner geconfronteerd gaat worden met diverse aanmaningen (per aanmaning wordt het bedrag van de aanslag verhoogd) tot en met een zogenaamd "Dwangbevel van de Koning" wat leidt tot een nog hogere schuld bij Sabewa én nog meer financiële stress?Ons antwoordHet college beseft dit.Vraag 8Wat kan en gaat het college, in samenwerking met andere Zeeuwse gemeenten én Sabewa,doen om deze vorm van onterechte afwijzing van (gedeeltelijke) kwijtschelding te voorkomen?Ons antwoordHet college zal bij Sabewa aandringen om deze problematiek onder de aandacht te brengen bij het Inlichtingenbureau. Daarnaast heeft Sabewa al aangegeven dat zij op haar site in de opsomming "mee te sturen documenten", de ‘mededeling verrekening teruggave belasting’ zal vermelden zodat het ook meer bekend wordt bij de inwoner dat deze informatie verstrekt dien te worden zolang het Inlichtingenbureau niet over deze informatie kan beschikken vanuit de RBD zelf.Wij gaan ervan uit u hiermee in voldoende mate te hebben ingelicht.Hoogachtend,burgemeester en wethouders van Vlissingen,de secretaris,                                     de burgemeester,mr. drs. ing. M. van Vliet                   drs. A.R.B. van den Tillaar

Artikel 34 vragen “uranium in de Westerschelde” | Vlissingen

GroenLinks GroenLinks Vlissingen 29-05-2019 00:00

Naar aanleiding van een artikel, “Tussen de troep in de Westerschelde liggen ook walvisfossielen van miljoenen jaar oud” in de PZC van 27 januari 2019, stelt GroenLinks artikel 34 vragen aan het college.

Het betreft het tekstblok waarin conservator Klaas Post van het Natuurhistorisch Museum Rotterdam zich uitspreekt.

Behalve de zoektocht naar fossielen, heeft Post onderzoek gedaan naar radioactiviteit in de Westerschelde. Volgens hem heeft dat niets te maken met de aanwezigheid van de kerncentrales in Borssele en Doel. Het is namelijk geen verrijkt uranium. De losse walvisbotten in de Westerschelde zitten barstensvol uranium. Het is veilig om die in de collectie te hebben, maar zoiets moet je wel melden bij de autoriteiten. Twee wervels hebben al meer uranium dan je in Nederland volgens de wet op één plek mag hebben. In het museum, is dat niet schadelijk, want de vondsten liggen in de kelder en de straling wordt heel snel diffuus.

GroenLinks maakt zich zorgen om deze situatie en vraagt middels artikel 34 vragen het college om opheldering en duidelijkheid.

Is het college bekend met deze situatie? Is bij het college bekend of er een melding hiervan is gedaan bij de autoriteiten? Welke autoriteiten gaan hier over? Hoe komt het dat er zulke grote hoeveelheden uranium in de walvisbotten zit? Is bekend waar het uranium in de Westerschelde vandaan komt? Is de gemeten hoeveelheid uranium in de Westerschelde schadelijk en gevaarlijk voor de visstand en visconsumptie? Is het gevaarlijk als dergelijke objecten door particulieren worden opgevist en bewaard? Is het college bereid om na te gaan of er onderzoeksrapporten beschikbaar zijn en deze op te vragen? Kan het college aangeven wat de gevolgen kunnen zijn van dergelijke hoeveelheden uranium in de Westerschelde?

 

Fractie GroenLinks

Jeroen Portier – Gorana Kordis

Beantwoording

18-02-2019 1078976 / 1088568 28 maart 2019 BEHANDELD DOOR BEZOEKADRES TELEFOON BIJLAGEN M. de Bruijn Paul Krugerstraat 1 0118-487000 ONDERWERP beantwoording schriftelijke vragen artikel 34 inzake "Uranium in de Westerschelde" Geachte mevrouw/heer, Naar aanleiding van de door uw fractie ingediende vragen ex artikel 34 RvO informeren wij u als volgt. Uw inleiding Naar aanleiding van een artikel, "Tussen de troep in de Westerschelde liggen ook walvisfossielen van miljoenen jaar oud" in de PZC van 27 januari 2019, stelt GroenLinks artikel 34 vragen aan het college. Het betreft het tekstblok waarin conservator Klaas Post van het Natuurhistorisch Museum Rotterdam zich uitspreekt. Behalve de zoektocht naar fossielen, heeft Post onderzoek gedaan naar radioactiviteit in de Westerschelde. Volgens hem heeft dat niets te maken met de aanwezigheid van de kerncentrales in Borssele en Doel. Het is namelijk geen verrijkt uranium. De losse walvisbotten in de Westerschelde zitten barstensvol uranium. Het is veilig om die in de collectie te hebben, maar zoiets moet je wel melden bij de autoriteiten. Twee wervels hebben al meer uranium dan je in Nederland volgens de wet op één plek mag hebben. In het museum, is dat niet schadelijk, want de vondsten liggen in de kelder en de straling wordt heel snel diffuus. GroenLinks maakt zich zorgen om deze situatie en vraagt middels artikel 34 vragen het college om opheldering en duidelijkheid. Vraag 1 Is het college bekend met deze situatie? Ons antwoord Tot voor het verschijnen van het desbetreffende artikel in de PZC en het stellen van deze artikel 34 vragen, niet. Vraag 2 Is bij het college bekend of er een melding hiervan is gedaan bij de autoriteiten? Welke autoriteiten gaan hier over? - 2 - Blad 2 behorend bij 1078976 / 1088568 Ons antwoord Ja, alleen voor stukken die hiervoor in aanmerking kwamen. Dit is gedaan door zowel het Natuurhistorisch museum als het Zeeuws Museum. De autoriteit die hierover gaat is de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS). Vraag 3 Hoe komt het dat er zulke grote hoeveelheden uranium in de walvisbotten zit? Ons antwoord Dit is niet bekend. Het Natuurhistorisch museum liet weten dit graag te horen want indien iemand dit zou weten/ kunnen verklaren dan zou dat een mooie wetenschappelijke publicatie zijn. Vraag 4 Is bekend waar het uranium in de Westerschelde vandaan komt? Ons antwoord Dit is niet bekend. Vraag 5 Is de gemeten hoeveelheid uranium in de Westerschelde schadelijk en gevaarlijk voor de visstand en visconsumptie? Ons antwoord Uit het onderzoek is niet gebleken dat de straling hiervan gevaarlijk is. Opgemerkt wordt dat er een fundamenteel verschil is tussen blootstelling aan straling versus besmetting door straling. Iets wat blootgesteld is, is heel wat anders dan iets dat besmet is. Dat laatste kan andere organismen schade toebrengen, want het straalt nu zelf. Iets wat blootgesteld is kan dat niet. Het museum geeft aan zich geen principe voor te kunnen stellen waarbij de vissen de fossiele wervels binnenkrijgen of uranium daaruit in hun weefsels opslaan. Vraag 6 Is het gevaarlijk als dergelijke objecten door particulieren worden opgevist en bewaard? Ons antwoord Nee, onder normale omstandigheden vormen ze geen risico. Echter indien dit in grote hoeveelheden gebeurt, net als in musea, moet men dit dan wel melden bij de ANVS. Vraag 7 Is het college bereid om na te gaan of er onderzoeksrapporten beschikbaar zijn en deze op te vragen? Ons antwoord Zie hiervoor de bijlagen : Bijlage 1 (Radiometric properties of marine mammal fossils from the Westerschelde Estuary ( Province of Zeeland, the Netherlands)) en Bijlage 2, Ex situ zoogdierfossielen, een Nederlands erfgoed? Vraag 8 Kan het college aangeven wat de gevolgen kunnen zijn van dergelijke hoeveelheden uranium in de Westerschelde? - 3 - Blad 3 behorend bij 1078976 / 1088568 Ons antwoord De hoeveelheden uranium in de Westerschelde vormen geen risico (zie antwoord 5 en 6) en er zijn dus geen nadelige gevolgen.

Wij gaan ervan uit u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben. Hoogachtend, burgemeester en wethouders van Vlissingen, de secretaris, de burgemeester, mr. drs. ing. M. van Vliet drs. A.R.B. van den Tillaar

Vragen GL, Participatieproces Nollebos/ Westduin | Vlissingen

GroenLinks GroenLinks Vlissingen 29-05-2019 00:00

UW BRIEF 

DATUM 02-2019 beantwoording schriftelijke vragen artikel 34: Fractie GroenLinks inzake ParticipatieprocesNollebos / Westduin

Naar aanleiding van de door uw fractie ingediende vragen ex artikel 34 RvO informeren wij u als volgt.

Uw inleiding Op 23 januari is de 1e stap in het burgerparticipatieproces gezet om te komen tot een integrale visie voor het gebied Nollebos/ Westduin. Hiermee is tevens de aanzet gemaakt om een burgerparticipatietraject in te gaan. Samen met iedereen die mee wil doen om de visie voor het Nollebos/Westduingebied te maken is de wens van het college.  

Vragen en antwoorden: 1. Kan het college aangeven welke afspraken er met inwoners, ondernemers en organisaties die aan de werksessies deelnemen, worden gemaakt? Kunnen ze op elk gewenst moment instromen en uitstromen? Antwoord: Nee, dat kunnen wij niet aangegeven, de werksessies moeten namelijk nog starten. Wél zal gewerkt worden binnen de kaders, zoals die zijn vastgesteld door de gemeenteraad op 21 december 2017. Iedereen is vrij om deel te nemen aan de werksessies. Dat geldt ook voor het uitstromen.

2. Wordt de inbreng van inwoners en mogelijke andere stakeholders, zoals bedrijven, en organisaties gelijk behandeld? Wordt het gelijkwaardig gewogen? Wat kan bij keuzes evt. de doorslag geven? Antwoord: - 2 - Blad 2 behorend bij 1074776 / 1076068 In werksessie 1 wordt de gebiedskennis gezamenlijk gedeeld en worden de knelpunten en kansen in beeld gebracht en beoordeeld binnen de kaders zoals die door uw raad zijn vastgesteld op 21 december 2017.

3. Kan het college aangeven hoe en op welke momenten de raad zal worden geïnformeerd over de voortgang tijdens dit participatietraject? Antwoord: U heeft op 21 december 2017 een besluit genomen over het Nollebos en ons opgedragen dat besluit uit te voeren. Na de openbare inspraakronde ontvangt u van ons college een raadsvoorstel.

4. Is er een uiterste datum bekend wanneer het streefbeeld voor het gebied Nollebos/Westduin ter besluitvorming aan de raad zal worden aangeboden? Antwoord: Nee er is geen uiterste datum vastgesteld. Het is een intensief proces dat de nodige zorgvuldigheid, draagvlak en vertrouwen vereist. Wij verwachten eind 2019 de werksessies afgerond te hebben. Tussentijds zullen wij u ook informeren over de planning.

Wij gaan ervan uit u hiermee in voldoende mate te hebben ingelicht. Hoogachtend, burgemeester en wethouders van Vlissingen, de secretaris, de burgemeester, mr. drs. ing. M. van Vliet drs. A.R.B. van den Tillaar

Antwoord op vragen over natuurinclusief bouwen

SGP SGP Vlissingen 27-05-2019 00:00

Geachte mevrouw/heer,Naar aanleiding van de door uw fractie ingediende vragen ex artikel 34 RvO informeren wij u als volgt.Uw inleidingOp 8 april Schreef de Fractie SGP het volgende:Groen in de woonomgeving is belangrijk voor mens en dier. In de buitengebieden van deGemeente Vlissingen is daar ruimte voor, de binnenstad van Vlissingen raakt meer en meerversteend. U heeft als Vlissings bestuur ingestemd met het Plan van AanpakKlimaatadaptatie Strategie Zeeland (KaSZ) en ingestemd met ondertekening van hetConvenant om dit KaSZ kracht bij te zetten (RIB 1076718 d.d. 28/03/2019).De KaSZ beschrijft voornamelijk de processen en de Gemeente Vlissingen participeert in de7 stappen van dit plan. De SGP vindt echter de Gemeente Vlissingen zelf beleidsmatig alhet nodige kan doen om een natuur-inclusieve gemeente te worden met meer aandacht voor groen in het bebouwde,stedelijk gebied. Hiervoor is het "Handboek natuur-inclusief bouwen en ontwerpen in 20 ideeën" voor handen van de gemeente Amsterdam. Zie:https://issuu.com/gemeenteamsterdam/docs/brochure_nibeo-definitief-web

Vraag 1

Wil het college dat Vlissingen een natuur-inclusieve stad/gemeente wordt?Ons antwoordWij staan positief tegenover initiatieven vanuit derden die genoemde aspecten in hunbouwplan integreren en waar mogelijk, met in achtneming van de geldende kaders,faciliteren.

Vraag 2

Kent het college het "Handboek natuur-inclusief bouwen en ontwerpen in 20 ideeën" al?Ons antwoordWe hebben dit door middel van de meegezonden internet link opgezocht en kennis van genomen.

Vraag 3

De SGP zou graag zien dat dit Handboek gebruikt gaat worden bij alle aanbestedingen rondom bouwplannen en gebiedsontwikkelingen. Gaat het college binnen afzienbare tijd zo'n voorstel aan de raad voorleggen?Ons antwoordNee, omdat voor het gebruik maken van een handboek geen wijziging van beleid nodig is. Bij het maken van bouwplannen en het ontwikkelen van gebieden wordt per locatie bekeken wat reële eisen zijn. De maatregelen uit het handboek worden hier, waar mogelijk, bij betrokken. Op de site van de gemeente Vlissingen komt een verwijzing naar het Handboek en/of hierop betrekking hebbende websites met vergelijkbare informatie.

Vraag 4

In hoeverre krijgt groen momenteel de ruimte bij de bouwplannen en gebiedsontwikkelingen die in de pijplijn zitten, buitenom de enorme hoeveelheid bomen die de afgelopen maanden zijn geplant (waarvoor onze complimenten!)?Ons antwoordIn onze ruimtelijke planvorming maken wij altijd een integrale afweging van de kwaliteit van de openbare ruimte. ‘Groen’ is hier uiteraard een van de primaire aspecten bij. Hierbij maken wij de afweging tussen de meerwaarde van groen (kwaliteit) op korte, maar zeker ook, op lange termijn. Dit in relatie tot de beheersbaarheid van ons openbaar groen. In de gebiedsontwikkelingen van Claverveld en Souburg Noord zetten wij in op de inpassing van de aanwezige groene kwaliteiten en een groene en klimaatadaptieve vormgeving van de openbare ruimtes. In het Scheldekwartier wordt vooral in deelgebied ‘Scheldewijk’ ingezet op hoogwaardig openbaar groen in het centrale park en de verlengde Singel.Bij de herinrichting van het openbare gebied speelt groen eveneens een belangrijke rol.Daar waar voldoende ruimte is wordt groen toegevoegd. Hierbij wordt tevens rekeninggehouden met Klimaatadaptie. Voorbeelden hiervan zijn; infiltratie van regenwater,afkoppelen van dakgoten van het vuilwater riool en vergroening van de openbare ruimte.Hierbij wordt altijd een integrale afweging gemaakt.

Vraag 5

Worden ontwikkelaars/bouwconsortia/ontwerpers door het college - en dan met name voor opdrachten van de gemeente - gestimuleerd om:- Groen de ruimte te geven op de grond, op daken of verticaal (groen aan gevels),- Nestelgelegenheden (nestkasten/neststenen) in of aan gevels te realiseren voor vogels en insecten,- Variatie in de gevels aan te brengen, wat microklimaten oplevert, - Gevels van poreus materiaal te realiseren, wat groei van mossen stimuleert?Ons antwoordWij staan in beginsel positief tegenover initiatieven van derden die de genoemde aspecten, binnen de geldende kaders, in hun bouwplan integreren. Waar mogelijk faciliteren wij die initiatieven. We stimuleren derden niet actief om bovengenoemde aspecten te integreren. In de reeds in uitvoering zijnde gemeentelijke opdrachten zijn de bovenstaande aspecten niet opgenomen. Bij het opstellen van nieuwe bestemmingsplannen wordt een quickscan natuurwaarden uitgevoerd. Per locatie wordt dan bekeken welke beschermde natuurwaarden aanwezig zijn en welke maatregelen nodig zijn om er voor te zorgen dat de soorten of waarden behouden blijven.

Vraag 6

Gaat biodiversiteit onderdeel worden van de richtlijnen voor bouwplannen engebiedsontwikkelingen, met name in de bebouwde omgeving en het stedelijk gebied, om zo ook daar soortenrijkdom van groen, vogels en insecten te bevorderen?Ons antwoordWij zijn niet voornemens om aanvullende richtlijnen op te stellen. Bij de planvorming enuitwerking van openbare ruimtes zijn ‘klimaatadaptie’ en biodiversiteit belangrijkeuitgangspunten.

Vraag 7

Heeft biodiversiteit, klimaatadaptie en natuur-inclusief bouwen/ontwikkelen de aandacht in de nog op te stellen Omgevingsvisie en het daaruit voortvloeiende Omgevingsplan?Ons antwoordDe kaders oftewel de onderwerpen voor de Omgevingsvisie en de juridische uitwerkingdaarvan in het Omgevingsplan moeten nog worden bepaald. Dit gebeurt in samenspraak met de buitenwereld op basis van participatie. Vervolgens worden de kaders vastgesteld door de gemeenteraad.Wij gaan ervan uit u hiermee in voldoende mate te hebben ingelicht.Hoogachtend,burgemeester en wethouders van Vlissingen,de secretaris,                                de burgemeester,mr. drs. ing. M. van Vliet              drs. A.R.B. van den Tillaar

Ter aanvulling op deze interactie SGP < > B&W: zaai zelf eens wat bloemetjes!

/r/066121d3898dee20c375cc0cab3ce580?url=http%3A%2F%2Fwww.vlissingen.sgp.nl%2Factueel%2Fantwoord-op-vragen-over-natuurinclusief-bouwen%2F10821&id=27762cd3bec4584a55adccdd400708537a633ee1

Help de natuur, wees vindingrijk.....

Beantwoording vragen over doorslaande stoppen

SGP SGP Vlissingen 06-04-2019 00:00

Ter beantwoording van uw vragen over de energievoorziening op de Vlissingse weekmarkt delen wij u het volgende mee.

1. Waarom is bij de verhuizing van de markt van de Coosje Buskenstraat naar de Spuistraat/Lange Zelke gekozen voor de aanleg van elektriciteitsvoorzieningen met slechts 20 Ampère in plaats van krachtstroomstekkers met 32 Ampère?

antwoord: wij hebben gekozen voor een uniforme 16 Ampère zekering bij alle energiekas-ten. Dit is, op basis van de ervaringen op de vorige marktlocatie, voldoende gebleken.

2. Is deze beslissing in goed overleg met de ondernemers van de markt tot stand gekomen?

antwoord: de marktcommissie, waarin de ondernemers vertegenwoordigd zijn, is bij deze besluitvorming betrokken. De marktcommissie is, indien zich op de weekmarkt knelpunten voordoen, een uitstekend overleg- en afstemmingplatform. Problemen als de onderhavige komen daarin aan de orde. Tot op heden heeft het overleg in de marktcommissie steeds tot goede uitvoeringshandelingen geleid.

3. Is het college ervan op de hoogte dat tijdens de zomerperiodes de stoppen uitslaan in verkoop-kramen met koelvoorzieningen als gevolg van het te lage aantal Ampères?

antwoord: de geschetste problematiek doet zich voor bij 1 ondernemer en dan specifiek alleen bij hoge buitentemperaturen na 15.00 uur ’s middags. Dat heeft onder andere met de plaats van de verkoopwagen te maken. In de zomer van 2019 hebben wij de zekering voor deze ondernemer verzwaard naar 20 Ampère. Deze maatregel is op momenten van bijzonder hoge piekbelasting onvoldoende gebleken. Dezelfde problematiek doet zich bij hoge buitentemperaturen ook voor bij belendende ondernemers.

4. Is het college ervan op de hoogte verkoopwagens met koelvoorzieningen schade hebben opgelopen aan de elektrische installatie door het telkens uitslaan van de stoppen tijdens de zomerperiodes?

antwoord: wij hebben er achteraf kennis van genomen dat de betreffende ondernemer in de zomer van 2019 schade heeft opgelopen aan de achterwandkoeling van zijn verkoopwagen. Wij zien hierin vooralsnog niet direct een rol voor de gemeente Vlissingen. In 2019 hebben zich extreme weersomstandigheden voorgedaan. Voor een ondernemer op een weekmarkt is een zeker ondernemersrisico bij extreme weersomstandigheden redelijk en acceptabel.

5. De SGP gaat ervan uit dat de marktgelden op de nieuwe locatie of gelijk zijn gebleven of misschien zelfs zijn gestegen en is daarom van mening dat het alleszins redelijk is dat ondernemers op de markt mogen rekenen dezelfde goede voorzieningen, lees het voldoende aantal Ampères, zodat deze ondernemers niet worden geconfronteerd met het uitslaan van de stoppen tijdens de zomerperiodes. Deelt het college deze mening?

antwoord: de marktgelden zijn op de huidige, nieuwe locatie [anders dan met de gebruike-lijke inflatiecorrecties] niet verhoogd. Het energiedeel uit het marktgeld wordt afzonderlijk aan de betreffende ondernemers in rekening gebracht [toepassing van het zogenaamde profijtbeginsel].

6. Is het college ter wille om de elektriciteitsvoorzieningen voor de ondernemers op de markt te verbeteren c.q. gelijk brengen met de voorzieningen die arktondernemers hadden op de oude locatie, dus het aantal Ampères te verhogen naar 32, zoals aan hen is toegezegd?

antwoord: wij zullen ons hierover beraden en houden de vinger aan de pols. Uiteraard kun-nen de ondernemers van ons passende maatregelen verwachten om de voedselveiligheid te waarborgen. Voor dit moment zullen wij eerst de totale energievoorziening en het ver-bruik op de oude en op de huidige locatie van de weekmarkt met elkaar vergelijken. Aan de hand daarvan zullen wij beoordelen of en zo ja, welke behoefte en mogelijkheden aanwezig zijn om de energievoorziening op de huidige marktlocatie te verzwaren. Wij betrekken de marktcommissie bij deze beoordeling.

7. Kan dit voor het zomerseizoen 2019 worden gerealiseerd?

antwoord: zie het antwoord op vraag 6. Wij vertrouwen er op u hiermee voldoende te hebben ingelicht. Hoogachtend, burgemeester en wethouders van Vlissingen, de secretaris,                                                    de burgemeester, mr. drs. ing. M. van Vliet                                  drs. A.R.B. van den Tillaar

Berichtgeving in de PZC

https://www.pzc.nl/walcheren/kapotte-koeling-is-ondernemersrisico-op-de-weekmarkt-in-vlissingen~a1aa9193/?utm_source=dailynewsletter&utm_medium=email&utm_campaign=20190409&utm_userid=&ctm_ctid=baf06442b6f05603b1d17fb01c9bbbc7

Beantwoording vragen over barrières bij aanschaf zonnepanelen

SGP SGP Vlissingen 14-02-2019 00:00

beantwoording schriftelijke vragen artikel 34 inzake Artikel 34 vragen van fractie SGP; "reduceer fiscale barrières voor het investeren in zonnepanelen zo veel mogelijk"

Geachte mevrouw/heer,

Naar aanleiding van de door uw fractie ingediende vragen ex artikel 34 RvO informeren wij u als volgt.

Uw inleiding

Zonne-energie moet een belangrijke bijdrage leveren aan de energietransitie.Belastingheffing zou daarom het investeren in zonnepanelen niet in de weg moeten staan.Aangezien de Gemeente Vlissingen in het coalitieakkoord en in de begroting aangeeft zelf geen geld te hebben om te investeren in de energietransitie, is het belangrijk dat bedrijven en particulieren zoveel mogelijk worden gefaciliteerd om dat wel te doen. De aanwezigheid van zonnepanelen op een bedrijfspand of woning kan er voor zorgen dat de WOZ-waarde van een woning of pand stijgt. Een hogere WOZ-waarde betekent echter vaak hogere lokale heffingen. De gemeente kan in een verordening bepalen dat een bepaald gedeelte van de WOZwaarde wordt vrijgesteld (www.vng.nl/wettelijke grenzen/belastingen) Inmiddels is in de Tweede Kamer een motie aangenomen waarin staat dat de regering moet gaan onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om zonnepanelen buiten de WOZ-waarde te houden www.accountancyvanmorgen.nl/2018/11/16/zonnepanelen-binnenkort-niet-meermeegeteld-bij-WOZ-waarde/).

Vraag 1

De SGP is van mening dat particulieren en/of bedrijven niet zwaarder fiscaal belast moeten worden door hogere lokale heffingen omdat door de aanwezigheid van zonnepanelen op hun woning of bedrijfspand de WOZ-waarde stijgt. Deelt het college deze mening?Ons antwoordHet college onderschrijft de ambitie om bestaande gebouwen energiezuiniger te maken en zo mogelijk hun eigen energie te laten opwekken. Om meerdere redenen staat het college genuanceerd tegenover het voorstel om zonnepanelen te bevoordelen via een vrijstelling in de heffingsmaatstaf van de OZB. In de eerste plaats is de methode van een structurele korting hierdoor op de gemeentelijke belastingen wat ons betreft geen doelmatig en doelgericht instrument (éénmalige subsidies zijn in het algemeen hiervoor een passender instrument). Vervolgens kunnen we de vraag stellen waarom we zonnepanelen wel uit zouden sluiten in het bepalen van de heffingsmaatstaf van de OZB, maar andere effectieve maatregelen zoals spouwmuurisolatie of glasisolatie niet. We vragen ons ook af hoe er danomgegaan moet worden met de waarde van zonneparken en windmolens. Ten slotte speelt ook mee het feit dat onze middelen schaars zijn en dat een eventuele vrijstelling voor de ene partij dan betaald moet gaan worden door anderen om dezelfde opbrengsten te kunnen genereren. Wij zijn benieuwd welke keuzes de raad daarin eventueel wil maken.

Vraag 2

Heeft de Gemeente Vlissingen een verordening waarin is bepaald dat de aanwezigheid van zonnepanelen is vrijgesteld van de WOZ-waarde?Ons antwoordDe bepaling van de WOZ waarde is geregeld in de wet WOZ. Daarin is bepaald in de waardebepaling rekening gehouden moet worden met alle kenmerken die invloed hebben op de marktwaarde van het object, tenzij ze expliciet als vrijstelling zijn benoemd in de Uitvoeringsregeling uitgezonderde objecten Wet WOZ. Er is dus binnen de Wet WOZ geen mogelijkheid om als gemeente eigen beleid te bepalen. Dat is ook logisch omdat de WOZ waarde ook wordt gebruikt voor andere instanties (Belastingdienst en het Waterschap).

Vraag 3

Zo nee, is het college met de SGP van mening dat deze verordening er wel moet komen, aangezien de Gemeente Vlissingen zelf geen financiële middelen heeft om bij te dragen aan de energietransitie en daarom particuliere- en bedrijfsmatige investeringen daaromtrent maximaal dienen te worden gefaciliteerd, ook financieel middels zo’n verordening?Ons antwoordNee. Zie antwoord onder vraag 2.

Vraag 4 De landelijke regering is verzocht te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om zonnepanelen buiten de WOZ-waarde te houden. Is het college met de SGP van mening dat een oproep vanuit alle gemeenten in Nederland, via bijvoorbeeld de VNG, om haast te maken met deze onderzoeken en naar aanleiding daarvan beleid te formuleren, raadzaam is?Ons antwoordHet college deelt de mening dat het beoogde onderzoek niet op de plank moet blijven liggen, maar ziet ook de complexiteit van de uitvoering en de rechtsgelijkheid ten opzichte van andere duurzame investeringen als belangrijke aandachtspunten. Het college volgt de ontwikkelingen op dit gebied nauwgezet en zal hierop reageren zodra er een definitief besluit wordt genomen.

Vraag 5

Is het college bereid om, in VNG-verband, deze oproep te doen met het doel om de fiscale barrières voor het investeren in zonnepanelen zo veel als mogelijk te reduceren?Ons antwoordGezien de bovenstaande argumenten vinden we een dergelijke oproep om zonnepanelenbuiten de gemeentebelastingen te houden onvoldoende doordacht. Er zijn ook andere mogelijkheden waardoor dit gestimuleerd wordt. Deze oproep zullen we daarom niet ondersteunen

.Wij gaan ervan uit u hiermee in voldoende mate te hebben ingelicht.

Hoogachtend,

burgemeester en wethouders van Vlissingen,

de secretaris, de burgemeester,

mr. drs. ing. M. van Vliet drs. A.R.B. van den Tillaar

Beantwoording vragen vechtpartij Nelson Mandelapark

SGP SGP Vlissingen 12-11-2018 00:00

Beantwoording schriftelijke vragen artikel 34 van fractie SGP m.b.t. vechtpartij Nelson Mandelapark

Geachte mevrouw/heer,Naar aanleiding van de door uw fractie ingediende vragen ex artikel 34 RvO informeren wij u als volgt.Uw inleidingOmwonenden van het Nelson Mandelapark (Paauwenburg) hebben de SGP op de hoogtegesteld dat maandag 8 oktober, tussen 16.00 en 16.30 uur een heftige vechtpartij heeftplaatsgevonden tussen twee groepen jongeren. Zowel jonge kinderen, hun ouders enouderen zijn hiervan getuige geweest.De vechtpartij vond plaats terwijl jonge kinderen in het park aan het spelen waren. Volgensde omwonenden leek het erop alsof het rivaliserende bendes waren, 2 groepen jongeren,elk bestaande uit meer dan 10 personen in de leeftijd 16-18 jaar en dat zij elkaar gerichtopzochten om op de vuist te gaan. Tijdens de vechtpartij werd door vijf jongeren uit de enegroep hard ingeschopt en geslagen op een jongen uit de andere groep die naar de grondwas gewerkt.De omwonenden van het Nelson Mandelapark hebben met verbijstering toegekeken naar dit excessieve geweld en hebben op den duur de jongeren aangesproken. Daarop werden de omwonenden verbaal bedreigd. De bewoners hebben de politie gebeld. Deze is gekomen, maar de vechtende jongeren waren (na het vernemen dat de politie zou komen)weggevlucht. De politie heeft bij de omwonenden verklaringen opgenomen.In het bijzonder de jonge kinderen, maar ook hun ouders en de oudere omwonenden zijnnog steeds erg overstuur door dit gebeuren.

De SGP wil hierover de volgende vragen stellen:

Vraag 1

Is het college op de hoogte van het feit dat een heftige vechtpartij tussen twee groepenjongeren heeft plaatsgevonden in het Nelson Mandelapark op maandag 8 oktober tussen16.00 en 16.30 uur?Ons antwoordJa, daarvan is het college op de hoogte.

Vraag 2

De SGP is geschokt dat deze heftige vechtpartij op klaarlichte dag voor het oog van jongekinderen heeft plaatsgevonden, met alle gevolgen van dien voor deze jonge kinderen. Vindthet college dit ook schokkend?Ons antwoordHet college keurt alle geweld ten stelligste af, en betreurt het als kinderen getuige zijn van geweld.

Vraag 3

Heeft het college al contact gehad met de politie over deze vechtpartij?Ons antwoordJa, dat heeft het college.

Vraag 4

De politie heeft verklaringen opgenomen van omwonenden. Is bij het college bekend of aande jonge kinderen, ouders en de ouderen eventueel slachtofferhulp is aangeboden?Ons antwoordBij het college is bekend dat doorgaans aan slachtoffers hulp wordt aangeboden en niet aan getuigen.

Vraag 5

De SGP gaat ervan uit dat ook het college niet wil dat inwoners in welke wijk dan ook, vooraljonge kinderen, ongewild getuige moeten zijn van een vechtpartij in hun buurt waar zij nietsmee te maken hebben. Welke maatregelen kan, wil en gaat het college (met betrokkenpartijen) nemen om dit te voorkomen?Ons antwoordZie de beantwoording onder vraag 2. Preventieve maatregelen zoals jongerenwerk en een actieve benadering van wijk- en jeugdagenten zijn belangrijk om dergelijke incidenten te voorkomen.

Vraag 6

Is bij het college bekend of zulke vechtpartijen vaker zijn voorgekomen binnen de Gemeente Vlissingen?Ons antwoordNee, dat is niet bekend bij het college. Desgevraagd gaf de politie aan dat in 2018 er een drietal incidenten waarbij meerdere jongeren zijn betrokken geweest op Walcheren hebben plaats gevonden. Bij elk incident was er sprake van een andere aanleiding en andere betrokkenen.

Vraag 7

Indien er sprake is van rivaliserende groepen jongeren, wat doet of wat gaat het college omdit aan te pakken om (toekomstige) vechtpartijen of andere vormen van geweld tevoorkomen waar onschuldige kinderen, ouders en ouderen in de Gemeente Vlissingenongewild en ongewenst getuigen van zijn?Ons antwoordZie de beantwoording onder vraag 5. Er is daarnaast een structureel overleg jeugdoverlast waarin politie en jongerenwerk met elkaar signalen en fenomenen bespreken en daarin gerichte interventiemaatregelen bespreken en vervolgens oppakken.

Wij gaan ervan uit u hiermee in voldoende mate te hebben ingelicht.Hoogachtend,burgemeester en wethouders van Vlissingen,de secretaris,                                 de burgemeester,mr. drs. ing. M. van Vliet               drs. A.R.B. van den Tillaar

GL verheugd met "minibosjes voor de buurt" | Vlissingen

GroenLinks GroenLinks Vlissingen 12-10-2018 00:00

Reactie GL Art 34 vragen Tiny Forest 

Vlissingen 11-10-2018, gemeenteraad

GroenLinks is verheugd dat er onderzoek is gedaan naar de mogelijkheden voor deelname aan Tiny Forest.

Het resultaat van het onderzoek zoals door u beschreven biedt voldoende inzicht om te concluderen dat aansluiten bij de door het IVN ingestelde Tiny Forests niet realistisch en uitvoerbaar is, gezien de extra financiële inspanning die het met zich meebrengt.

Wat ons echter wel tot vreugde stemt is dat het college naar een mogelijkheid heeft gezocht dat past binnen het huidige coalitieakkoord en het programma Leefbaarheid. Met uw toezegging om binnen de beschikbare middelen ruimte te bieden voor groene bewonersinitiatieven onder de Vlissingse vlag "minibosjes voor de buurt" toont dan ook van eigenkracht en openstaan voor burgerparticipatie.

De reactie van het college heeft nog twee korte vragen bij ons opgeroepen:

Hoe en waar gaat u kenbaar maken dat deze groene initiatief mogelijkheid er voor de wijken en buurten is? Gaat u voor initiatiefnemers richtlijnen of criteria opstellen waar een dergelijk initiatief aan moet voldoen of zijn deze er al?

 

Reactie College

Fractie GroenLinks Vlissingen UW BRIEF VAN UW KENMERK ONS KENMERK DATUM 17-08-2018 1031790 / 1034805 13 september 2018 BEHANDELD DOOR BEZOEKADRES TELEFOON BIJLAGEN M.A. Riemens Paul Krugerstraat 1 0118-487000 ONDERWERP beantwoording schriftelijke vragen artikel 34 inzake Artikel 34 vragen Rvo van GroenLinks mbt deelname Tiny Forest (aanleg inheems bos)

Geachte mevrouw/heer, Naar aanleiding van de door uw fractie ingediende vragen ex artikel 34 RvO informeren wij u als volgt. Vraag 1 Eerder heeft GroenLinks het vorige college via actuele vragen Tiny Forest onder de aandacht gebracht. Is de toenmalige toezegging deelname aan de Tiny Forest mee te nemen en te onderzoeken uitgevoerd? Ons antwoord Ja. Vraag 2 Wat is het resultaat van het onderzoek? Ons antwoord Er zijn binnen de gemeente Vlissingen enkele locaties die gedeeltelijk voldoen aan de eisen die door het IVN worden gesteld. O.a. in Weyevliet. De voorwaarden waar partnergemeenten aan moet voldoen zijn echter zodanig dat onze organisatie daar, met de huidige personele bezetting, niet aan kan voldoen. Ook wordt gedurende vier jaar een aanzienlijke financiële inspanning gevraagd voor de realisatie van vier Tiny Forests. Binnen de huidige artikel 12 status kan ook aan die verplichting niet worden voldaan. Wij willen, binnen de beschikbare middelen, bewonersinitiatieven voor een minibosje echter wel ondersteunen maar dit niet onder de vlag van het IVN trademark ‘Tiny Forest’ doen. Vraag 3 Zo nee, gaat het college de mogelijkheden voor deelname nog onderzoeken en zo ja wanneer gaat u dit doen? - 2 - Blad 2 behorend bij 1031790 / 1034805 Ons antwoord Zie beantwoording vraag 2. Vraag 4 Is het college er mee eens dat Tiny forest past binnen bepaalde richtlijnen van het collegeprogramma? Ons antwoord Wanneer u met “collegeprogramma” doelt op het Coalitieakkoord “Samen zijn we Vlissingen” dan is ons antwoord; Ja. Het idee van minibosjes voor de buurt past immers binnen het programma Leefbaarheid. Vraag 5 Ziet het college Tiny forest als een kans en mogelijkheid op een laagdrempelige manier de leefbaarheid in de wijk en een zinvolle bijdrage aan het klimaat samen met betrokken inwoners te verbeteren? Ons antwoord Ja, de aanleg van en de betrokkenheid bij het beheer van een minibosje kan bijdragen aan de versterking van de sociale cohesie in een buurt, het milieubewustzijn van bewoners vergroten en lokaal het stadklimaat en de biodiversiteit verbeteren. Wij willen bewonersinitiatieven voor de aanleg van minibosjes, binnen de beschikbare financiële en personele mogelijkheden, dan ook zeker ondersteunen. Niet onder de vlag van het trademark ‘Tiny Forest’ maar door bewoners ondersteuning te bieden bij de ontwikkeling, en realisatie van initiatieven voor een minibosje. Wanneer de eventuele initiatiefnemers dat willen kan de aanleg volgens de Tiny Forest methodiek worden uitgevoerd. Behalve een bijdrage vanuit de gemeente kunnen bewoners ook fondsen en sponsors werven om hun plannen te verwezenlijken. Op dit moment is er een bewonersinitiatief in Westerzicht waarbij ook gedacht wordt aan een minibosje overeenkomstig de Tiny Forest methodiek. Dit initiatief wordt al ambtelijk ondersteund.

Wij gaan ervan uit u hiermee in voldoende mate te hebben ingelicht.

Hoogachtend,

burgemeester en wethouders van Vlissingen, de secretaris,                             de burgemeester, mr. drs. ing. M. van Vliet            drs. A.R.B. van den Tillaar

 

 

Zie je content die volgens jou niet op deze site hoort? Check onze disclaimer.