Het CDA wil dat de provincie Noord-Brabant door stalbranden getroffen boeren helpt en beschermt. Helpen om er weer bovenop te komen én beschermen tegen activisten die hen en hun families bedreigen en belagen.Aanleiding is de brand op een boerderij in Biezenmortel vorige week, die nadien werd beklad door activisten. Sindsdien houden buurtbewoners houden de wacht om te voorkomen dat zich nieuwe incidenten voordoen. Hulde voor de buurt, maar natuurlijk van de zotte dat zulke maatregelen nodig zijn, vindt het CDA, dat de actie richting de boer scherp veroordeelt. “Dit is niet de manier waarop we in Brabant met elkaar horen om te gaan. Het leed is zo al groot genoeg.” Aldus kandidaat-Statenlid Tanja van de Ven-Vogels (CDA).Behalve voor hulp en bescherming pleit het CDA er óók voor dat de provincie met boeren meedenkt over maatregelen die kunnen helpen stalbranden te voorkomen. Hiertoe zou het Brabantse provinciebestuur moeten aansluiten bij een voorstel van Tweede Kamerlid Jaco Geurts (CDA)Ziehttps://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/moties/detail?id=2019Z01232&did=2019D02767, dat de regering verzoekt om samen met de sector in kaart te brengen welke snelle detectiesystemen rondom brand er mogelijk zijn in technische ruimten van veehouderijbedrijven én welke kosten daarmee gemoeid zijn. De Tweede Kamer nam dit voorstel vorige maand met een ruimte meerderheid aan (alleen de Partij voor de Dieren stemde tegen).Van de Ven-Vogels (CDA): “Stalbranden zijn een drama voor mens en dier. Dieren komen om en de houder en zijn familie zien hun levenswerk in vlammen opgaan. Het leed voor alle betrokkenen is onbeschrijflijk groot. Als CDA pleiten wij ervoor dat de overheid dan naast de boeren gaat staan en niet tegenover hen. Dat zij hen bijstaat, helpt en beschermt. Als een goede buurman.”Als het aan het CDA ligt, komt er in de provinciebegroting voor 2020 geld beschikbaar om boeren te helpen brandpreventie maatregelen te nemen. Van de Ven-Vogels: “Het kan niet zo zijn dat de provincie zich alleen druk maakt als het milieu in het geding is, maar niet thuis geeft als zich drama’s van deze aard en omvang voordoen.”