In het raadsdebat van gisterenavond, 7 juni 2018, heeft GroenLinks de partijen PvdA, D66 en vooral ook de VVD gefeliciteerd met hun onderlinge akkoord. Het akkoord zet echter belangrijke stappen terug op de zaken die echt nodig zijn om Breda toekomstvast te maken, en die dus de speerpunten zijn van GroenLinks. Voor de mensen in Breda die het moeilijk hebben om mee te komen doet het vrijwel niets. Zij zijn juist zelfs de netto-betalers aan een ‘lekker potje herverdelen’. Het akkoord doet ook niks om de inmiddels al wat gedateerde klimaatdoelen van Breda nog te gaan halen. Waar iedereen kan zien wat er nu al nodig is, spelen de coalitiepartners liever struisvogel tot Den Haag met geld over de brug komt. En ook geen cent meer dan dat. Zo raken we in Breda steeds verder achterop bij wat er nodig is. GroenLinks gaat zich krachtig inzetten om de komende tijd zoveel mogelijk te herstellen van wat dit magere akkoord voor Breda laat liggen.

Het akkoord is vooral een prachtig onderhandelingsresultaat voor de VVD. De VVD heeft maar liefst drie wethouders in de wacht weten te slepen. Ongehoord, in de recente verhoudingen van Breda. 40 jaar geleden werd in Breda voor het laatst een bestuur met drie wethouders van één partij geïnstalleerd, het CDA toentertijd. Het grote verschil is dat het CDA toen 42% van de stemmen had, de VVD nu maar 24%. Met zo’n grote inbreng van één partij in het dagelijks bestuur ligt het gevaar van ‘group think’ en kokervisie op de loer. En ook de inhoud van het akkoord lijdt aan een flink VVD-overgewicht ten opzichte van de 11 van de 39 zetels die de VVD de komende vier jaar in de raad bezet houdt.

Een bestuursakkoord dient wat GroenLinks betreft Breda toekomstbestendig te maken. Daarin zien wij twee grote opgaven. Ten eerste: hoe kan Breda verantwoordelijkheid nemen in de strijd tegen de opwarming van de aarde? Ten tweede: hoe zorgen we dat ook Bredanaars die kampen met een veelheid aan problemen toch goed meekomen in onze complexe samenleving? Alleen op dat laatste punt worden in dit akkoord bescheiden stappen gezet: een impuls voor de aanpak van laaggeletterdheid, geld voor de opvang van ongedocumenteerden, budget voor een toegankelijkere stad. Maar dat biedt nauwelijks tegenwicht voor al het andere zuur.

De in het akkoord opgenomen verhoging van het WMO-budget moet maskeren dat er de komende vier jaar vooral een enorme ombuiging van in totaal 40 miljoen op het sociale domein plaats gaat vinden, die de mensen die daarvan afhankelijk zijn jaar in jaar uit zullen merken:

meer dan 4 miljoen weg bij jeugdhulp; 6 miljoen gekort op de maatschappelijke opvang; en bijna 13 miljoen minder voor de sociale werkvoorziening.

Deze getallen zijn taakstellend en er is verder totaal niet gekeken of ze ook haalbaar zijn, hoe dan, en wat de consequenties zijn. Gaan Bredase kinderen en jongeren zich ineens zelf helpen? Weet de gemeente beter dan de specialisten wat hen helpt? Zijn de daklozen de komende jaren ineens beter in staat zelf opvang te vinden? Kunnen de Bredanaars met een arbeidshandicap nu ineens wel gemakkelijk aan de slag komen, of zijn ze misschien genezen? De uitgestoken hand aan de oppositie blijkt vooral een uitnodiging om samen plannen uit te denken om deze besparingen te gaan realiseren.

Niet te ontkennen is dat er een belangrijke opgave ligt om het sociaal domein financieel op orde te krijgen. Maar Lef en Liefde legt de prioriteit allereerst bij het belonen van de VVD-kiezer, die de komende vier jaar een belastingvrij verkiezingsdividend krijgt van in totaal bijna 10 miljoen. Bij ons meedenk-bezoek aan de onderhandelende partijen in de aanloop van het akkoord, heeft GroenLinks aan de financiële tafel juist aangegeven dat dit geld de komende jaren hard nodig is om fundamentele problemen op te lossen, niet om een rondje te geven. Het is geld waarmee je ook extra geld van buiten Breda aan kan trekken. Om dit te illustreren: GroenLinks vindt de gezondheid en veiligheid van mensen in de Haagse Beemden en De Wisselaar bijvoorbeeld belangrijker dan een douceurtje aan de hondenbezitters. Het Rijk heeft er zo’n 19 miljoen voor over om de hoogspanningsleidingen aldaar ondergronds te brengen, als Breda zelf ook 3 miljoen bij past. Daarom heeft GroenLinks een amendement ingediend.

Lef en Liefde verschuift veel geld en lasten tussen de mensen in Breda. Het gaat echter niet naar de mensen die het het hardst nodig hebben, maar juist ten koste van hen. Drie voorbeelden. Ten eerste haalt het akkoord 3 miljoen weg bij armoedebeleid. Cynisch genoeg wordt niet de armoede maar de armoedeval aangepakt. De diepere filosofie daarbij zal zijn, dat als je het de huishoudens in een armoedesituatie maar wat moeilijker maakt, ze vanzelf hun problemen gaan oplossen. GroenLinks ziet dat totaal niet zitten. In Breda zitten duizenden kinderen in een armoedesituatie. Het hierbij betrokken geld maakt voor hen net het verschil naar een wat betere situatie om op te groeien.

Ten tweede schuift het akkoord 13 miljoen opbrengsten uit de gemeentelijke grondexploitaties (die overigens eerst nog maar eens gerealiseerd moeten worden) naar de middeldure woningbouw, en niet naar de sociale woningbouw. Dat is dus een subsidie aan projectontwikkelaars, en een beperkt aantal gelukkigen die deze woningen als eersten zullen aankopen. En als klap op de vuurpijl verlaagt het akkoord de OZB riant, maar het doet juist niks aan de lokale lasten voor huurders. Deze liggen in Breda nu al maar liefst 50% boven het gemiddelde van de vijf grote Brabantse gemeenten. Mensen met bescheiden inkomens, net boven de kwijtscheldingsgrens, betalen in Breda de volle mep voor een probleem dat we met zijn allen hebben: hoe houden we de riolen bijdetijd, dus ook in de pas met wat het veranderende klimaat van ze vergt.

Lef en Liefde richt ons Breda in als een museum voor achterhaalde recepten. Juist nu het bedrijfsleven volop bezig is met een toekomst met circulaire economie, duurzaamheid, de energietransitie en zich vestigt op multimodale knooppunten, zet dit akkoord stappen terug in de tijd en vervalt in oude fouten. Breda gaat weer bedrijventerreinen produceren, die er al zat zijn, en het gaat dat ook nog eens op volstrekte autolocaties doen. Het akkoord mikt vooral op de grote bedrijven, terwijl tegenwoordig de meeste energie zit in het mkb, kleinschalige bedrijvigheid, starters en initiatieven van onderop. Dat soort bedrijvigheid zit veel liever in levendige gebieden, waar wat te doen is, je mensen kan ontmoeten, en je op tal van manieren kan komen zonder in de file te hoeven staan.

Breda gaat nog maar weer eens geld storten in de bodemloze put citymarketing. GroenLinks zou graag zien dat de Bredase rekenkamer eens in beeld brengt wat daar nou de effectiviteit van is, en hoe kennisinstellingen als CPB en PBL daar tegenaan kijken. Op zoek naar gedoogsteun voor de smalle basis van deze coalitie gaat Breda opeens weer geloven in categoraal beleid in plaats van inclusief beleid. Om 50+ te paaien wijdt het akkoord opvallend veel mooie woorden aan ‘ouderen’, maar ook zij zullen de komende vier jaren niet aan de kille cijfers van alle opgenomen ombuigingen in de financiële paragraaf ontsnappen. En Breda gaat met dit akkoord blijkbaar ook weer een voorschot nemen op de opbrengsten van grondexploitaties, die eerst nog maar eens gerealiseerd moeten worden, een kleine 14 miljoen. Daar hebben we in het recente verleden nog lelijk ons neus mee gestoten. En tot slot lijkt met de portefeuille van mevrouw Bos, in combinatie met de eerdere pleidooien voor bewapende boa’s, in Breda zelfs de gemeentepolitie weer terug te keren, die 25 jaar geleden in Nederland is afgeschaft.

Waar achter de meeste cijfers voor ombuigingen nog weinig doordachte plannen liggen, die ook wat meer zicht zouden geven op de maatschappelijke haalbaarheid ervan, wordt één wondermiddel nadrukkelijk genoemd: de ‘tegenprestatie’ gaat de tekorten op de bijstand oplossen. Het stimuleren tot werken van mensen die kunnen werken is een goede zaak. Mensen met weinig uitzicht op werk de ruimte geven om tijd te besteden aan mantelzorg, vrijwilligerswerk of bijvoorbeeld kunst maken, heeft GroenLinks altijd al bepleit. Mooi dat de VVD daar nu blijkbaar ook het nut van inziet. Maar het begrip ‘tegenprestatie’, met een omvang van 20 uur, suggereert dat als de gemeente je geld geeft, die ook over je uren mag beschikken. Blijkbaar wordt je dan een soort lijfeigene van de gemeente Breda. GroenLinks ziet belangrijke risico’s van extra bureaucratie, verdringing van bestaand werk, en extra werk voor werkgevers, instellingen en verenigingen. Met de per direct ingeboekte, grote besparing speculeert het akkoord er blijkbaar op dat veel mensen de weg kwijt gaan raken in de extra regeltjes en procedures. GroenLinks is er voorstander van om mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt maatschappelijk actief te krijgen. Maar dan moet je eerst investeren, in plaats van je meteen rijk rekenen. Ook in Rotterdam hebben ze eerst geïnvesteerd in activatiecoaches, communicatie enz.

Tot slot de groene paragraaf, waar voor GroenLinks de meeste zorgen zitten. Er staat in het akkoord geen woord over de groene economie. 15.000 bloembollen redden de biodiversiteit, en we gaan bomen planten om achterstand in te lopen ten opzichte van herplant-plicht, die blijkbaar is ontstaan. De circulaire economie blijft beperkt tot een vrijblijvende opmerking over VANG. Natuur en dieren lijken geen rol te spelen, voor zover ze niet in een park om Breda passen. De inzet op het CO2 neutraal maken van Breda is simpelweg niet genoeg om de bestaande klimaatdoelen uit het verleden te halen. ‘Bij nieuwbouw bij voorkeur geen gas’ - hoe vrijblijvend kun je het hebben. Waar is die lef? Waar zijn alle mooie woorden van de Klimaattop op Zuid? Met het huidige klimaatuitvoeringsprogramma haalt Breda de doelen voor 2044 nu al niet, terwijl bouwprijzen stijgen. Het geld van de ozb-verlaging kun je ook gebruiken om te investeren in het verduurzamen van woningen, zodat die waardevaster worden en de energielasten dalen. Met dit akkoord ontloopt Breda zijn verantwoordelijkheid als negende stad van het op zeven-na rijkste land ter wereld. Breda lift als freerider mee op de stappen die de rest van de wereld wel maakt. En op de stappen van al die andere grootste twintig gemeenten van Nederland, waar GroenLinks wel gaat deelnemen aan het bestuur.

Kortom: GroenLinks gelooft volstrekt niet in dit programma voor Breda, waar een vrachtlading aan VVD-beleid wordt gedoogd door de PvdA, D66, 50+ en deels B97. De grote opgaven voor Breda worden ontweken, er wordt geen verantwoordelijkheid genomen voor het klimaat, noch voor de mensen die ondersteuning, hulp, investeringen en vertrouwen nodig hebben. En daarmee neemt het een dikke hypotheek op onze toekomst.