Nieuws van politieke partijen in Nederland over Partij voor de Dieren inzichtelijk

216 documenten

Aantal gehouden dieren in geiten­sector moet snel omlaag

Partij voor de Dieren Partij voor de Dieren Nederland 27-05-2020 00:00

De geitenhouderij is een snelgroeiende sector in Nederland vanwege de toenemende vraag naar geitenkaas en geitenmelk. Maar achter de producten in het schap gaan dierenleed en grote gezondheidsrisico’s schuil. De Partij voor de Dieren wil daarom een landelijke stop op de groei van de geitensector en een snelle afname van het aantal gehouden dieren. Ook moet de overheid omwonenden informeren over de locaties van de geitenhouderijen, zodat zij op de hoogte zijn van de risico’s die ze lopen. PvdD-Kamerlid Eva van Esch heeft vandaag vragen gesteld aan de ministers voor Medische Zorg en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het nieuwe rapport ‘Longontsteking in de nabijheid van geitenhouderijen in Gelderland, Overijssel en Utrecht’. Het wetenschappelijk onderzoek bevestigt opnieuw wat al sinds 2009 bekend is: de geitenhouderij vormt een bedreiging voor de volksgezondheid. Omwonenden binnen een straal van 2 kilometer van een geitenhouderij hebben 40 tot 60% meer kans op een longontsteking. Van Esch: “Met 407 geitenhouderijen in Nederland lopen honderdduizenden mensen dit risico omdat zij, vaak zonder dat zij daar zelf van op de hoogte zijn, dichtbij een geitenhouderij wonen. Wetenschappelijk onderzoek waarin het verband tussen longontsteking en de geitenhouderij wordt aangetoond verscheen al in 2009, en opnieuw in 2011, 2016 en 2017. Anno 2020 weigert de Nederlandse overheid nog altijd maatregelen te nemen om de ongebreidelde groei van de geitensector te stoppen.” Q-koorts Vers in het geheugen ligt het Q-koortsdrama, waardoor meer dan 100 mensen zijn overleden en duizenden mensen (chronisch) ziek zijn geworden. De Q-koortsbacterie was afkomstig van geitenhouderijen en heeft jarenlang mensen die in de buurt kwamen kunnen besmetten, omdat de overheid veel te laat in actie kwam. De Partij voor de Dieren roept de regering op niet diezelfde fout te maken en nu maatregelen te nemen. “Wij willen dat de regering het probleem bij de bron aanpakt door het aantal geiten dat in Nederland wordt gefokt, gebruikt en gedood snel omlaag te brengen", zegt Van Esch. "Nog altijd is er geen landelijke stop op de groei van de geitenhouderij ingesteld. Hierdoor is het aantal geiten sinds de Q-koortsepidemie enorm toegenomen: van 396.725 in 2012 naar maar liefst in 614.645 in 2019. Hier moet een einde aan komen, niet alleen voor gezondheid van omwonenden, maar ook om het immense dierenleed te beperken.” De Partij voor de Dieren wil ook dat omwonenden informatie krijgen over de locaties van de geitenhouderijen. Momenteel weigert de overheid die informatie vrij te geven, waardoor mensen niet op de hoogte zijn van de risico’s die zij lopen. “Zolang de overheid het probleem niet bij de bron aanpakt, moet die informatie gedeeld worden zodat mensen zelfstandig kunnen besluiten of zij dichtbij een geitenhouderij willen wonen of het besluit van de lokale overheid om een geitenhouderij bij hun woonplaats toe te staan, willen aanvechten”, aldus Van Esch. Lees hier de hele bijdrage.

Macht bij aanpak dier­ziekten naar minister van VWS

Partij voor de Dieren Partij voor de Dieren Nederland 26-05-2020 00:00

Niet langer de minister van Landbouw maar de minister van Volksgezondheid wordt eindverantwoordelijk bij de preventie en bestrijding van dierziekten die een bedreiging vormen voor de volksgezondheid. Een overgrote meerderheid van de Tweede Kamer schaarde zich vandaag achter dit voorstel van de Partij voor de Dieren. Fractievoorzitter Esther Ouwehand spreekt van ‘een historische overwinning’. Momenteel heeft de minister van Volksgezondheid weliswaar de regie, maar geen zogenaamde doorzettingsmacht om ook op het terrein van de minister van Landbouw maatregelen te nemen in het belang van de volksgezondheid. De PvdD-motie die opriep het ministerie van VWS deze macht te geven kreeg de steun van een meerderheid van de Kamer. Alleen Forum voor Democratie stemde tegen. Tijdens de Q-koorts-epidemie (2007-2010) werden duizenden mensen ziek en zijn uiteindelijk meer dan honderd mensen overleden. In een evaluatie door de commissie Van Dijk (2010) werd geconcludeerd dat het ministerie van Landbouw te lang de belangen van de veehouderij had verdedigd ten koste van de volksgezondheid. De commissie Van Dijk adviseerde dat de minister van VWS de bevoegdheid moest krijgen om ook op de terreinen van het ministerie van Landbouw in te kunnen grijpen bij een besmettelijke dierziektecrisis. De agrarische lobby verzette zich daar hevig tegen. In de jaren die volgden weigerde de regering het advies op te volgen. Ouwehand: “De huidige coronacrisis laat zien dat het beschermen van de belangen van de veehouderij nog altijd ingebakken zit in het systeem. Kijk naar de corona-uitbraak in de Nederlandse nertsenfokkerijen. Opnieuw zien we dezelfde dynamiek, waarvoor de commissie Van Dijk heeft gewaarschuwd: er wordt niet ingegrepen, niet gehandeld op basis van het voorzorgsbeginsel en de minister van Landbouw, in plaats de minister van Volksgezondheid, mag de knopen doorhakken.” Dat accepteert de Tweede Kamer nu niet langer door de aangenomen motie van de PvdD. “Een grote doorbraak waar we jaren voor gevochten hebben. Mensenlevens mogen niet langer geofferd worden op het altaar van de veehouderij. Juist in een tijd waarin de dreiging van zoönosen groter is dan ooit tevoren, is dit een historische overwinning.”

Geen steun aan sierteelt- en aard­ap­pel­sector zonder duurzame voor­waarden

Partij voor de Dieren Partij voor de Dieren Nederland 20-05-2020 00:00

De sierteelt- en de aardappelsector kunnen respectievelijk op €600 miljoen en €50 miljoen steun rekenen om de verliezen als gevolg van de coronacrisis op te vangen. De Partij voor de Dieren vindt dat die miljoenen gebruikt moeten worden voor duurzame omschakeling. "Het is een gemiste kans als een einde aan het grootschalige gifgebruik geen voorwaarde wordt voor steun aan deze sectoren", stelt PvdD-Kamerlid Frank Wassenberg. “Bij de sierteelt, vooral lelies en tulpen, en de teelt van aardappelen wordt het meeste landbouwgif gebruikt”, licht Frank Wassenberg toe. “De Nederlandse natuur en omwonenden kampen met de schadelijke gevolgen van het gif, terwijl bijna 90 procent van de aardappels en bloemen wordt geëxporteerd. Een bizarre situatie, waar nu verandering in moet komen.” De Partij voor de Dieren wijst er in een schriftelijk overleg met landbouwminister Schouten op dat in de transitie naar natuur-inclusieve kringlooplandbouw de landbouwgronden zo efficiënt mogelijk ingezet moeten worden om duurzaam voedsel te produceren. Duurzame voedingstuinbouw moet dan ook prioriteit krijgen boven de op export georiënteerde sierteelt. Daarom pleit de Partij voor de Dieren ervoor dat een groot deel van de sierteeltbedrijven met dit COVID-19-steunpakket geholpen wordt bij het omschakelen naar duurzame voedingstuinbouw. Daarnaast moeten er volgens de Partij voor de Dieren zowel voor de fritesaardappeltelers als de blijvende siertelers voorwaarden gesteld worden om het gebruik van landbouwgif drastisch te verminderen.

Minister moet met spoedwet hitte­stress komen

Partij voor de Dieren Partij voor de Dieren Nederland 16-05-2020 00:00

Na de extreem warme zomer van 2019 waarin tienduizenden dieren door de hitte zijn omgekomen, beloofde landbouwminister Schouten, in antwoord op vragen van de Partij voor de Dieren, stappen te ondernemen om herhaling te voorkomen. Inmiddels staat de zomer van 2020 voor de deur en nog steeds ligt er geen plan van de minister. Fractievoorzitter Esther Ouwehand heeft daarom opnieuw vragen gesteld waarin ze aandringt op een spoedwet. “Als de minister nu niet preventief ingrijpt in de Nederlandse veehouderij laat ze de dieren welbewust extra risico lopen op hittestress deze zomer. Zeker nu vanwege de coronamaatregelen de kans groter is dat dieren langer in de stallen blijven omdat slachthuizen minder dieren kunnen slachten. Ze moet nu met een spoedwet komen om herhaling van de dramatische zomer van 2019 te voorkomen”, licht Ouwehand toe. In de zomer van 2019 zijn in de Nederlandse veestallen minstens 155.000 dieren omgekomen door oververhitting. Daarnaast bezweken nog meer dieren dan gewoonlijk tijdens de transporten. Ook de minister moest constateren dat de ‘vrijwillige afspraak’ uit het Nationaal Plan om bij 35 graden of meer geen dieren meer te vervoeren lang niet door iedereen werd nagekomen. De pluimveesector bijvoorbeeld, die verreweg het grootste aantal dieren per jaar fokt en afvoert naar de slacht, bleef gewoon doorrijden bij temperaturen boven de 35 graden. “Het feit dat de minister de vrijwillige afspraak nog niet heeft omgezet in een verbod is een gemiste kans om effectief in te kunnen grijpen bij transporten boven de 35 graden”, vindt de PvdD-fractievoorzitter. Hittegolven Deskundigen voorspellen ook voor de aankomende zomer een grote kans op hittegolven. Ouwehand: “Dat maakt het risico zeer reëel dat dit jaar opnieuw grote aantallen dieren zullen stikken in stallen of vrachtwagens.” De Partij voor de Dieren pleit daarom voor: - verlaging van de snelheid in slachthuizen, zodat er minder dieren worden aangevoerd en het risico op wachtende vrachtwagens vol dieren in de hitte wordt verminderd; - regels voor maximale wachttijd bij slachthuizen; - een verbod op diertransporten boven de 35 graden; - adequate controle door NVWA; - vrije uitloop voor kippen, met beschutting en gelegenheid voor stofbaden; - vrije uitloop, met beschutting en modderbaden voor varkens; - minder dieren in de Nederlandse stallen tijdens de zomermaanden door ruim vóór de zomer fokbeperkingen in te stellen.

Wassenberg: 'Subsidie terug­be­talen en Kroon­domein jaarrond open'

Partij voor de Dieren Partij voor de Dieren Nederland 14-05-2020 00:00

De Partij voor de Dieren heeft Kamervragen gesteld over een natuursubsidie van 4,7 miljoen euro die de koning ten onrechte ontvangt voor Kroondomein Het Loo. De algemene voorwaarde voor deze subsidie is dat de landeigenaar maximaal 1 hectare afsluit voor het publiek. De koning heeft echter zonder enige onderbouwing toestemming gekregen 7200 hectare af te sluiten voor bezoekers. De PvdD vindt deze uitzonderingspositie onacceptabel en vindt dat de subsidie met terugwerkende kracht terugbetaald moet worden. Ook moet het Veluwse natuurgebied per direct jaarrond open. Het onderzoeksjournalistieke programma Zembla besteedde op 14 mei aandacht aan de kwestie. In de uitzending spreekt emeritus hoogleraar notarieel recht Martin Jan van Mourik van "juridische belazerij". Hoogleraar staats- en bestuursrecht Wim Voermans zegt “geen enkele deugdelijke onderbouwing te zien” en stelt dat de voorkeursbehandeling van de koning “in strijd is met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur”. Hij heeft maar één verklaring voor deze constructie: “het staatshoofd wil ongestoord kunnen jagen”. Het Kroondomein wordt elk jaar tussen 15 september en 25 december afgesloten voor het publiek. In deze periode wordt er door de Koning en zijn gasten gejaagd in het gebied. In 2017 werden in het Kroondomein 282 herten en reeën, 827 everzwijnen en 3 moeflons geschoten. De Tweede Kamer nam in 2018 een motie van de Partij voor de Dieren aan waarmee het kabinet de opdracht kreeg het Kroondomein voortaan jaarrond open te stellen, maar vooralsnog weigert het kabinet dit te doen. In zijn Kamervragen verzoekt PvdD-Kamerlid Frank Wassenberg de minister de motie alsnog uit te voeren. Ook wil hij dat de minister een einde maakt aan de onwettige uitzonderingspositie van de koning en dat de subsidie van 4,7 miljoen, verstrekt voor de periode 2016 – 2021, met terugwerkende kracht wordt teruggevorderd. “Subsidieregelingen moeten worden uitgevoerd zonder aanzien des persoons. Voor de koning mogen dus geen andere maatstaven worden gehanteerd dan voor anderen”, aldus Wassenberg.

Partij voor de Dieren wil stop op stort van rest­ma­te­rialen in natuur­plassen

Partij voor de Dieren Partij voor de Dieren GroenLinks Nederland 13-05-2020 00:00

Te midden van de coronacrisis gaat het storten van de afvalstof granuliet in natuurplassen nog altijd door. De Partij voor de Dieren vindt dat dit per direct moet stoppen vanwege de grote kans op schadelijke gevolgen voor de natuur en het milieu. "Hiermee doorgaan is absoluut onverantwoord”, hield PvdD-Kamerlid Eva van Esch staatssecretaris Stientje van Veldhoven voor tijdens het debat . Gisteren bij het debat ging het vooral over de zandwinningsplas ‘Over de Maas’, waarbij na het winnen van het zand de plas weer wordt ‘verondiept’. Dat betekent dat de diepte in de plas, ontstaan door de zandwinning, wordt opgevuld met restmaterialen, in dit geval de afvalstof granuliet. De gedachte daarachter is dat het goed zou zijn voor de natuur. Maar zekerheid daarover is er geenszins. Van Esch: “Het onderzoek naar de ecologische effecten loopt nog. Wel ziet de onderzoeker nu al voldoende aanleiding om de stort in ieder geval tijdelijk te stoppen. Ook hangt het er erg vanaf welke materialen er gebruikt worden om te verondiepen. In granuliet zit bijvoorbeeld een chemisch vlokmiddel dat afbreekt tot het kankerverwekkende acrylamide." 'Greenwashing' De Partij voor de Dieren wil dan ook dat het verondiepen van plassen in ieder geval tijdelijk stopt tot er meer zekerheid is over de ecologische effecten. In Nederland zijn ongeveer 40 plassen die worden verondiept met verschillende restmaterialen. “Het idee om restanten van de industrie en baggerindustrie te storten in plassen in Nederland om het daarna natuur te noemen is te gek voor woorden. Op deze manier van ons afval af komen is pure greenwashing”, aldus Van Esch. Ondanks alle wetenschappelijke en juridische bezwaren gaat de staatssecretaris door. Volgende week stemt de Tweede Kamer over de ingediende motie van de SP, Partij voor de Dieren, GroenLinks en 50plus die de stort in ieder geval tijdelijk stil moet leggen. Lees hier de bijdrage van Van Esch aan het debat.

Jongste slacht­offer van Covid-19: de Java-aap

Partij voor de Dieren Partij voor de Dieren Nederland 24-04-2020 00:00

Vandaag is het Wereldproefdierendag. Alleen al in Nederland worden jaarlijks circa een half miljoen dierproeven uitgevoerd. De regering heeft weliswaar de mond vol van goede intenties om proefdiergebruik terug te dringen, maar het aantal van een half miljoen proefdieren blijft al jaren min of meer gelijk. De regering houdt krampachtig een verouderd en achterhaald onderzoekssysteem overeind. Covid-19 lijkt dit systeem uit die kramp te halen. Want we hebben haast. Wereldwijd zijn miljoenen mensen ziek, tienduizenden zijn overleden. Dankzij wereldwijde lockdownmaatregelen is de opmars van de ziekte afgeremd, maar niet gestopt. Om dat te doen is een vaccin tegen Covid-19 van levensbelang. Letterlijk. De race naar zo’n vaccin is in volle gang. Normaal kost het ontwikkelen van een vaccin zeker tien jaar, onder grote druk kan dat misschien in de helft van de tijd. Maar ook dat is te lang om een groot deel van de wereld in (gedeeltelijke) lockdown te houden. Om een vaccin tegen Covid-19 te ontwikkelen zijn daarom onorthodoxe maatregelen nodig. Één maatregel die genoemd wordt is het overslaan van de gebruikelijke dierproef. Normaal wordt een vaccin uitgebreid in dieren getest. Niet omdat de dierproef de betrouwbaarste manier zou zijn, maar simpelweg omdat dat altijd al gebeurde. Maar dierproeven kosten veel tijd, veel geld en geven lang niet altijd zekerheid over de te verwachte werking. Slechts 15 procent van alle dierproeven voor nieuwe medicijnen levert resultaat op voor mensen, concludeerden onderzoekers van RadboudUMC Nijmegen, UMC Utrecht en het Nederlands Hartinstituut twee jaar geleden. Honderdduizenden proefdieren lijden en sterven dus voor niets. Proefdieren blijken vaak te zeer van de mens te verschillen. De dierproef - in de zeventiende eeuw ontstaan en vanaf de negentiende tot nu breed ingezet in medisch-biologisch onderzoek - maakt gebruik van de overeenkomsten tussen mensen en dieren. De medisch onderzoekers waren daarbij niet geïnteresseerd in de proefdieren zelf, maar gebruikten het proefdier als een modelsysteem voor de mens. De bloedsomloop of de anatomie van zoogdieren heeft inderdaad veel overeenkomsten. Het proefdier werd beschouwd en onderzocht als minimensje en de resultaten werden vertaald naar de mens. Maar in die vertaling gaat het heel vaak mis. Begrijpelijk: want de steeds diepgaandere kennis van genetica en celbiologie laat namelijk, naast alle overeenkomsten, ook steeds meer grote verschillen zien tussen dieren en mensen. En daarmee wordt steeds meer duidelijk dat het systeem waarbij we een dier kunstmatig ziek maken, om vervolgens het genezingsproces te onderzoeken, weinig zegt of ook mensen daar beter van kunnen worden. Anders dan in financiële zin. Geld dat aan zinloze dierproeven wordt besteed, kan niet besteed worden aan proefdiervrij onderzoek, ook al worden juist daar steeds betere resultaten mee bereikt. Veel onderzoekers snakken naar betere modelsystemen. En die zijn er ook. Door gebruik te maken van de vele mogelijkheden uit de computertechnologie in combinatie met het kweken van cellen en organen in het laboratorium bijvoorbeeld. Of door gebruik te maken van restmateriaal uit de operatiekamer van het ziekenhuis. Menselijk weefsel vertelt ons véél meer over bijvoorbeeld de werking van medicijnen in de mens dan proefdieren ooit zullen doen. Maar politieke molens malen langzaam en veel politici hebben weinig kennis van de vele beperkingen van proefdierenonderzoek. De angst voor het nieuwe overheerst. En dus gebeurt er weinig: proefdieronderzoek blijft de heilige graal voor Den Haag, hoe ondeugdelijk het ook is volgens de onderzoekers zelf. Proefdieronderzoek in Nederland is ook anno 2020 muurvast verankerd in de zeventiende eeuw. Deze week nog werd bekend dat Java-apen in het BPRC in Rijswijk besmet zullen worden met het Covid-19-virus en zullen worden ingespoten met experimentele vaccins. Omdat Java-apen op een soortgelijke manier kunnen lijden aan Covid-19 als mensen, wat weinig tot niets zegt over de kansen op genezing van het virus. Een valse geruststelling dat proefdieronderzoek ons versneld uit de lockdown zou kunnen halen, waarvoor geen enkele aanwijzing bestaat. BPRC-onderzoekers proberen hun imago te verbeteren door goedkoop mee te liften op alle aandacht die er is voor het coronavirus en de hunkering naar een vaccin, maar het enige dat vooralsnog vaststaat is dat in dit onderzoek Java-apen ernstig zullen lijden, zonder enige garantie dat dat lijden enige verlichting zal brengen voor huidige of toekomstige Covid-19-patiënten. Als we de ontwikkeling van onze kennis van ziekte en gezondheid niet langer willen laten remmen door dierproeven, moet de overheid andere keuzes durven maken. De overheid steekt elk jaar vele honderden miljoenen euro’s subsidie in onderzoek met proefdieren. Minder dan één procent van het onderzoeksbudget gaat naar nieuwe onderzoeksmodellen zonder proefdieren. Dat moet anders. Hoe? Door een percentage van het proefdierenbudget versneld over te hevelen naar proefdiervrij onderzoek. Op die manier krijgt het proefdiervrije onderzoek elk jaar opnieuw een flinke ‘boost’ van vele miljoenen, waardoor er echt geïnvesteerd kan worden in innovatieve technieken zonder proefdieren en met betere resultaten. De ontwikkeling van een vaccin tegen corona kan een belangrijke testcase zijn. Bij die ontwikkeling kunnen innovatieve onderzoeksmethoden zonder proefdieren breed worden inzet. Dat scheelt vooral veel tijd. Onderzoekers die apetrots melden dat ze dieren gaan besmetten voor het algemeen belang, dienen vooral hun achterhaalde eigenbelang. Laten we deze crisis als keerpunt gebruiken, juist omdat we haast hebben. Frank Wassenberg Lees hier de Kamervragen die Frank Wassenberg heeft gesteld over het onderzoek met apen voor de ontwik­keling van een vaccin tegen COVID-19.

STER werkt mee aan boeren­bedrog door gratis zendtijd voor FDF en Agractie

Partij voor de Dieren Partij voor de Dieren Nederland 21-04-2020 00:00

Met het verstrekken van gratis reclamespots aan Farmers Defence Force en Agractie werkt STER mee aan het verspreiden van desinformatie. “De spotjes zitten vol boerenbedrog”, zegt Esther Ouwehand. Ouwehand heeft ook kritiek op het feit dat de gratis zendtijd alleen beschikbaar is voor verenigingen die belangen van ondernemers vertegenwoordigen. “Waar is de gratis zendtijd voor maatschappelijke organisaties zonder winstoogmerk die laten zien hoe het er écht aan toe gaat met de dieren, de natuur en de bodem die verpieteren door onze landbouw?”, vraagt zij minister Slob. STER stelt gratis zendtijd beschikbaar omdat de reclameblokken in coronatijd anders niet vol komen. Alleen brancheorganisaties en belangenverenigingen die opkomen voor de belangen van ondernemers komen in aanmerking voor deze gratis zendtijd. Charitatieve instellingen die opkomen voor de belangen van dieren, natuur, het klimaat en de volksgezondheid zijn uitgesloten. “Deze maatschappelijke organisaties zonder winstoogmerk moeten nu dus gewoon betalen als zij in de huidige crisis corona-gerelateerde boodschappen willen uitzenden. Bijvoorbeeld over de oorzaken van deze crisis of over de gevolgen hiervan voor de dieren in de veehouderij nu de stallen overvol dreigen te raken. Dat is niet uit te leggen en in strijd met de mediawet”, vindt Ouwehand. Een van de organisaties die gebruik maakt van het gratis aanbod is Farmers Defence Force. In één van haar spotjes stelt de boerenorganisatie dat “boeren goed zorgen voor onze bodem”. Daarbij zijn varkens te zien die buiten lopen en ook geitenlammetjes die bij hun moeder liggen. Ouwehand: “In werkelijkheid raakt de Nederlandse bodem juist uitgeput door de landbouw en kan minder dan 1% van de varkens in Nederland naar buiten. Geitenlammetjes in de zuivelindustrie worden vrijwel altijd direct na hun geboorte bij hun moeder worden weggehaald, omdat de melk van de moedergeit wordt gebruikt voor geitenkaas en geitenmelk voor mensen. Complete desinformatie dus en het lijkt me niet tot de taakopdracht van de STER behoren die te verspreiden.” De Partij voor de Dieren vindt dat reclameboodschappen die in strijd zijn met de Reclame Code van de Reclame Code Commissie niet in aanmerking zouden mogen komen voor gratis zendtijd bij de STER. Als er gereden klachten binnenkomen bij de Nederlandse Reclame Code zou de reclamespot offline gehaald moeten worden tot er een uitspraak is van de RCC. Ook vindt de PvdD dat de STER aan charitatieve instellingen tenminste een gelijkwaardig aandeel moet geven in de verdeling van gratis zendtijd ten opzichte van commerciële organisaties.

STER werkt mee aan boeren­­bedrog door zendtijd voor FDF en Agractie

Partij voor de Dieren Partij voor de Dieren Nederland 21-04-2020 00:00

Met het verstrekken van reclamespots aan Farmers Defence Force en Agractie werkt STER mee aan het verspreiden van desinformatie. “De spotjes zitten vol boerenbedrog. Niet de taakopdracht van STER om die te verspreiden, lijkt me”, zegt Esther Ouwehand, die Kamervragen heeft gesteld. De fractievoorzitter van de Partij voor de Dieren wil bovendien van minister Slob weten of FDF dan wel Agractie de zendtijd met korting of zelfs gratis hebben gekregen. STER stelt momenteel gratis zendtijd beschikbaar omdat de reclameblokken in coronatijd niet vol komen. Alleen brancheorganisaties en belangenverenigingen die opkomen voor de belangen van ondernemers komen in aanmerking voor deze gratis zendtijd. Charitatieve instellingen die opkomen voor de belangen van dieren, natuur, het klimaat en de volksgezondheid zijn uitgesloten. “Deze maatschappelijke organisaties zonder winstoogmerk moeten nu dus gewoon betalen als zij in de huidige crisis corona-gerelateerde boodschappen willen uitzenden. Bijvoorbeeld over de oorzaken van deze crisis of over de gevolgen hiervan voor de dieren in de veehouderij nu de stallen overvol dreigen te raken. Dat is niet uit te leggen en in strijd met de mediawet”, vindt Ouwehand. Ook inhoudelijk heeft Ouwehand bezwaren tegen de reclames van de boerenprotestorganisaties. Farmers Defence Force stelt in één van haar spotjes dat “boeren goed zorgen voor onze bodem”. Daarbij zijn varkens te zien die buiten lopen en ook geitenlammetjes die bij hun moeder liggen. Ouwehand: “In werkelijkheid raakt de Nederlandse bodem juist uitgeput door de landbouw en kan minder dan 1% van de varkens in Nederland naar buiten. Geitenlammetjes in de zuivelindustrie worden vrijwel altijd direct na hun geboorte bij hun moeder worden weggehaald, omdat de melk van de moedergeit wordt gebruikt voor geitenkaas en geitenmelk voor mensen. Complete desinformatie dus en het lijkt me niet tot de taakopdracht van de STER behoren die te verspreiden.” De Partij voor de Dieren vindt dat reclameboodschappen die in strijd zijn met de Reclame Code van de Reclame Code Commissie niet in aanmerking zouden mogen komen voor (gratis) zendtijd bij de STER. Als er gereden klachten binnenkomen bij de Nederlandse Reclame Code zou de reclamespot offline gehaald moeten worden tot er een uitspraak is van de RCC. Ook vindt de PvdD dat de STER aan charitatieve instellingen tenminste een gelijkwaardig aandeel moet geven in de verdeling van gratis zendtijd ten opzichte van commerciële organisaties.

'Kom met een alom­vattend aanvalsplan om virus­uit­braken te voorkomen'

Partij voor de Dieren Partij voor de Dieren Nederland 17-04-2020 00:00

De Partij voor de Dieren vindt dat er een alomvattend aanvalsplan moet komen om virusuitbraken als corona te voorkomen. “De nietsontziende exploitatie van dieren en natuur door de mens heeft het risico op pandemieën aanzienlijk vergroot. De veehouderij moet op de schop, de ontbossing moet een halt toegeroepen worden en de handel in dieren moet worden aangepakt”, licht fractievoorzitter Esther Ouwehand in de ruim 50 Kamervragen toe die ze met haar collega’s stelde aan de ministers van Landbouw, Buitenlandse Handel en Justitie. Zo’n 75 procent van de infectieziekten van de afgelopen tien jaar zijn zoönosen, dat wil zeggen dat ze worden overgedragen van dieren op mensen. Denk aan SARS, MERS, Q-koorts, de Mexicaanse griep, HIV, ebola, zika en nu het coronavirus COVID-19. Wetenschappers, waaronder de meest vooraanstaande virologen, en de Wereldgezondheidsorganisatie waarschuwen al jaren dat epidemische uitbraken van zoönosen de afgelopen jaren zijn toegenomen, en zij gaven aan dat het wachten was op de volgende ontwrichtende pandemie. De milieuorganisatie van de VN (UNEP) waarschuwt dat het risico op het overspringen van ziektes van dieren op mensen wordt vergroot door de grootschalige en intensieve veehouderij, door ontbossing, door de toename van contact tussen mensen en wilde dieren, door de illegale handel in wilde dieren, het gebruik van antibiotica in de veehouderij en klimaatverandering. Veehouderij De intensieve veehouderij is een tikkende tijdbom. Door het fokken van dieren op specifieke eigenschappen (zoals snelle groei) is het afweersysteem tegen ziektes slechter geworden. Pluimveehouderijen bijvoorbeeld hebben regelmatig te maken met vogelgriepuitbraken. Zo’n vogelgriepvirus kan met enkele mutaties zo veranderen dat het gemakkelijk overdraagbaar is van mens op mens. Het is niet de vraag óf dat gebeurt, maar wannéér. Varkens worden in dit proces ‘mixing vessels’ genoemd, een soort ‘mengvaten’. Ze kunnen besmet worden door varkensgriepvirussen, vogelgriepvirussen en humane virussen. Daardoor kunnen virussen in varkens gemakkelijk muteren en evolueren. “Dit is een zeer reële dreiging voor de volksgezondheid, zeker voor Nederland als meest vee-dichte land ter wereld met het hoogste aantal kippen en varkens per vierkante kilometer”, waarschuwt Ouwehand. Ontbossing De mens heeft tegenwoordig wereldwijd meer contact met wilde dieren dan vroeger, vanwege de toenemende economische activiteiten zoals landbouw, houtkap, mijnbouw en de aanleg van infrastructuur, dorpen en steden in natuurgebieden. Door de verkleining van het leefgebied van wilde dieren zullen mens en dier elkaar steeds gemakkelijker en vaker treffen. Dat maakt het risico op het overslaan van virussen op mensen veel groter. Nederland is een van de grootste veroorzakers van wereldwijde ontbossing, omdat we de grootste importeur van veevoer (soja) en palmolie van de Europese Unie zijn. De productie hiervan leidt tot grootschalige ontbossing en het ontstaan van monoculturen in landen elders. Ouwehand: “Ons land heeft dus een extra grote verantwoordelijkheid om ontbossing een halt toe te roepen, zowel in eigen land als in het buitenland, en om zo het risico op het ontstaan van virusuitbraken te verkleinen.” Illegale handel in wilde dieren Nederland kan ook een belangrijke rol spelen in het voorkomen van een virusuitbraak door de legale en illegale handel in wilde dieren, zowel op internationaal als nationaal vlak, te bestrijden. “De Rotterdamse haven en Schiphol zijn belangrijke doorvoerhavens voor de handel in wilde dieren. Nederland is daarmee een schakel in de verspreiding van zoönosen. De minister zou zich daar met spoed voor in moeten zetten in Europees en internationaal verband”, stelt Ouwehand. Zowel Nederland als Europa moeten daarnaast meer prioriteit geven aan het bestrijden van de handel in wilde dieren door te investeren in kennis en capaciteit. Ouwehand: “Interpol vraagt al geruime tijd aandacht voor het gebrek aan capaciteit voor het opsporen van de handel in wilde dieren. Daardoor is dat wat op dit moment onderschept wordt slechts het topje van de ijsberg.” Ook op beurzen en markten in Nederland is het nog altijd toegestaan om wilde en exotische dieren te verhandelen. Deze markten moeten per direct verboden worden, vindt de Partij voor de Dieren. Daarnaast wil de PvdD dat de positieflijst voor zoogdieren, reptielen en vogels flink aangescherpt moet worden, omdat in ons land veel wilde, exotische dieren nog altijd als huisdier gehouden worden.

Zie je content die volgens jou niet op deze site hoort? Check onze disclaimer.