Het huidige tekort van 6,4 miljoen wordt gedekt vanuit de reserve noodfonds. Vanuit deze reserve worden ook de transitiekosten van het Sociaal Werkbedrijf Presikhaaf naar Scalabor B.V. gedekt. Bij ongewijzigd beleid of trend is het de verwachting dat de reserve noodfonds binnen afzienbare tijd (maximaal 2 jaar) geheel is uitgeput. 

Het niet kunnen aangeven of deze tekorten van structurele of incidentele aard zijn betekent dat Arnhem vooralsnog geen inzicht heeft in de toekomstige financiële gevolgen van deze ontwikkelingen.

Opvallend is dat de wethouder financiën (GroenLinks) aangeeft nog steeds niet te kunnen zeggen welk deel van die tekorten structureel, dan wel incidenteel van aard zijn. Andere gemeentes geven die helderheid wél.

Eerder gaf het college van B&W aan pas in het voorjaar van 2019 met een prognose te kunnen komen, omdat er nog steeds gerekend wordt met de cijfers. D66 heeft aangegeven dit zorgelijk te vinden en drong erop aan dat de raad hier eerder inzicht in zou krijgen.

De raad kreeg in antwoord hierover op 2 november de volgende toezegging:

“Portefeuillehouder Paping (financiën) heeft toegezegd bij de behandeling van de MJPB 2019-2022 in december met een analyse/ prognose te komen wat is incidenteel en wat is structureel dit m.b.t. de lasten op het sociale domein (i.v.m. de ontstane tekorten).”

D66 had graag eerder duidelijkheid gehad, omdat het nogal wat uitmaakt of tekorten incidenteel of structureel zijn…