Hanno Krijgsman, ingezonden tekst in de Gelderlander

 “De bouwplannen en de woonbehoefte lopen steeds beter met elkaar in de pas” beweerde de gemeente Overbetuwe onlangs in De Gelderlander. Inderdaad, de plannen. Want in de praktijk is er de afgelopen 5 jaren juist helemaal niet gebouwd naar behoefte.

Begin 2017, bij het vaststellen van de gemeentelijke Woonagenda, constateerde de gemeente dat er een groot tekort is aan sociale huurwoningen en goedkope koopwoningen voor starters. Hierop zou vol ingezet worden. In de praktijk keurde de gemeenteraad vooral plannen goed met daarin duurdere koopwoningen: Zetten-Zuid, Molenzicht in Valburg, Europaplein in Elst. Sociale huurwoningen en goedkope koopwoningen kwamen nauwelijks in de plannen voor. Waarom niet? Omdat de gemeente projectontwikkelaars vrij spel gaf om de winsten op te schroeven met duurdere koopwoningen en geen verplichtingen stelde om ook sociale huurwoningen en goedkope koopwoningen te bouwen.

De gevolgen van dit beleid zijn schrijnend. De wachtlijsten voor een sociale huurwoning zijn nog verder opgelopen. Jongeren zijn verplicht nog jaren bij hun ouders te blijven wonen omdat zij de prijs voor een gemiddelde koopwoning niet kunnen opbrengen. Door urgentiegevallen en de plicht om statushouders te huisvesten ziet menig Overbetuwnaar een huurwoning aan zijn neus voorbij gaan. Om de positie van starters te verbeteren stelde Huurdersvereniging Overbetuwe voor om statushouders niet meer als urgentiegevallen te behandelen, maar dit kon niet op politiek draagvlak rekenen. Zo vindt GroenLinks het onwenselijk om onderscheid te maken tussen statushouders en andere spoedzoekers. Tegelijk pleiten GroenLinks en de Huurdersvereniging voor de bouw van tijdelijke woningen om de druk even van de ketel te halen. Maar intussen blijven structurele maatregelen uit om de druk van de sociale woningmarkt af te nemen.

Zo zitten in de woningbouwplannen, die nu op de plank liggen, veel te weinig sociale huurwoningen en goedkope koopwoningen om het tekort op te lossen. Wel zien we een stortvloed aan dure huurwoningen en dure koopwoningen. Gaan we de woningnood oplossen door voor mensen met een laag inkomen en starters woningen te bouwen die zij niet kunnen betalen?

Het is dan ook hoog tijd dat de gemeente haar woonbeleid grondig gaat herzien. Het handhaven van de verplichting, dat nieuwbouwprojecten, die in één jaar worden goedgekeurd, gemiddeld minstens 30% sociale huurwoningen moeten bevatten (een lang bevochten initiatief van GroenLinks), is een eerste stap.

Maar er is meer nodig. In 2017 heeft de gemeente een hele trits plannen van projectontwikkelaars groen licht gegeven om verder uit te werken. Als er nog geen harde afspraken liggen, kan de gemeente proberen in deze plannen meer sociale huurwoningen en goedkope koopwoningen te laten bouwen. Ook kan de gemeente onderzoeken of het helpt om mensen bij te staan die nu een sociale huurwoning huren en graag een huis willen kopen, maar geen hypotheek kunnen krijgen. Verder helpt het wellicht als de gemeente meer werk maakt van het omzetten van oude kantoor- en bedrijfspanden naar woningen. Graag dagen wij de gemeente uit om creatievere maatregelen te bedenken om te komen tot méér betaalbare woningen. Alleen met dit soort maatregelen én met een dwingende hand van de gemeente richting projectontwikkelaars hebben we kans de tekorten in de woningmarkt op te lossen.