Telegraaf, 22 augustus 2019
door Tanja Verkaik
DEN HAAG Het verkopen van karkassen tijdens het Offerfeest lijkt de normaalste zaak van de wereld, maar kinderen die op Koningsdag broodjes worst verkopen op straat worden op de vingers getikt door de gemeentelijke handhavers. Het Haagse VVD-raadslid Judith Oudshoorn wordt horendol van de waslijst aan regeltjes in Den Haag. „Gelijke monniken, gelijke kappen. Als dit mag, hoef je ook geen 8-jarige weg te sturen die een knakworstje verkoopt.”
Oudshoorn vindt de regels voor de verkoop van karkassen onduidelijk. „Dan kan er ook op meer dagen een uitzondering worden gemaakt, bijvoorbeeld kalkoenverkoop tijdens kerst en het verkopen van limonade op Koningsdag.”
Het VVD-raadslid woont zelf op steenworp afstand van de bekende winkelstraat ’De Fred’ en hoort vaker verhalen van ondernemers die voor het minste of geringste een vergunning moeten aanvragen. „Een slager die saté wil verkopen in een kraam buiten zijn zaak moet apart een vergunning aanvragen.”
Volgens een gemeentewoordvoerder moet voor de verkoop van karkassen uit een vrachtwagen voor het Offerfeest dat afgelopen week plaatsvond een vergunning voor straathandel worden aangevraagd. „Als het gaat om – bijvoorbeeld – de verkoop van vlees voor het Offerfeest, is er ook nog landelijke regelgeving van toepassing, bijvoorbeeld op het gebied van hygiëne. Handhaving daarvan is de verantwoordelijkheid van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit.” Die meldt op Twitter na vragen dat er geen sprake is van handel, omdat de kadavers vooraf zijn uitgezocht en betaald.
In Den Haag is er geen vergunning aangevraagd voor straathandel tijdens het Offerfeest. Wel wordt er gehandhaafd na meldingen. Oudshoorn vindt het schimmig. „Persoonlijk vind ik het geen gezicht om een karkas op straat in een zak te gooien, maar ook hier zit een ondernemer achter. Maar dan moet je wel handhaven.” Het VVD-raadslid stelt schriftelijke vragen aan het gemeentebestuur.
