Poliflw

De gemeenteraadsfractie van de Partij voor de Dieren in Rotterdam heeft schriftelijke vragen gesteld aan het college van burgemeester en wethouders over de stikstofproblemen van grote projecten. Een rechterlijke uitspraak van de Raad van State heeft namelijk duidelijk gemaakt dat grote projecten eerst moeten hebben aangetoond hoe zij het neerdalen van stikstof in kwetsbare natuurgebieden verminderen door het nemen van verzachtende of compenserende maatregelen, of hoe zij beschermde soorten dieren en planten in natuurgebieden in stand zullen houden. Dit gebeurt nu onvoldoende. Daarom heeft de Raad van State geoordeeld dat veel grote projecten waar stikstof vrijkomt, moeten worden stilgelegd totdat maatregelen zijn genomen. In de gemeente Rotterdam lopen momenteel diverse grote projecten, zoals het doortrekken van de A16 Rotterdam en de aanleg van de Blankenburgtunnel (op Rozenburg) en de komst van achttienduizend nieuwbouwwoningen in de komende jaren. Daarnaast heeft de gemeente steun verleend aan diverse andere grote projecten, zoals de ontwikkeling van een bedrijventerrein in Nieuw Reijerwaard en de komst van een nieuw voetbalstadion aan de zuidoever van de Maas. En er zijn ook nog projecten die al zijn aangekondigd maar nog moeten beginnen, zoals de ontwikkeling van een 'Food Hub' (voedseldistributiecentrum) in de Rotterdamse haven of een nieuwe oeververbinding tussen Kralingen en Feijenoord. Al deze projecten zorgen voor meer stikstof in de lucht. En die stikstof daalt ook weer ergens neer. Wij vragen speciale aandacht voor het project 'Leiding over Oost' van het Warmtebedrijf Rotterdam. Die vergt een grote ruimtelijke ingreep, omdat er pijpleidingen worden aangelegd om restwarmte uit de Rotterdamse haven naar de regio Leiden te vervoeren. En overal waar een spade de grond in gaat, komt stikstof vrij. Daar komt bij dat de pijpleidingen lopen langs kwetsbare natuurgebieden, onderdeel van Natura 2000 waarvoor de Europese Habitatrichtlijn geldt. Bovendien is het project 'Leiding over Oost' omdat er zeer veel overheden bij betrokken zijn. Wij willen expliciet van het college van burgemeester en wethouders weten wat de gevolgen zijn van de rechterlijke uitspraak en wie opdraait voor de kosten van natuurcompensatie en voor het nemen van verzachtende maatregelen. Want het Warmtebedrijf is al een groot hoofdpijndossier en drukt zwaar op de begroting van de gemeente Rotterdam. Dat zal door de stikstofproblemen alleen maar groter worden.

De gemeenteraadsfractie van de Partij voor de Dieren in Rotterdam heeft schriftelijke vragen gesteld aan het college van burgemeester en wethouders over kosten voor de dierenarts. Wij willen graag dat deze kostenpost wordt ondergebracht in de bijzondere bijstand. De bijzondere bijstand wordt uitgekeerd aan Rotterdammers die het niet breed hebben en wordt gebruikt ter dekking van incidentele en daarmee bijzondere kosten. Wij vinden dat kosten voor de dierenarts moeten worden bestempeld als een dergelijke kostenpost, omdat ze vaak incidenteel zijn en deze groep Rotterdammers met een ziek huisdier mogelijk in de financiële problemen brengen. En als Rotterdammers met weinig middelen keuzes moeten maken over waar ze hun geld aan besteden, komt dit mogelijk niet ten goede aan het welzijn van huisdieren. De gezondheid van huisdieren mag nooit ter discussie staan en financiële problemen zouden nooit een reden mogen zijn om noodzakelijke zorg te onthouden. Toch weten wij dat Rotterdammers met een smalle beurs moeite hebben om de dierenarts te betalen. Momenteel bestaat er een regeling voor Rotterdammers die leven op of rond het wettelijke sociaal minimum om korting te krijgen op de dierenarts, maar nog altijd leiden de kosten tot hoofdzorgen. En zeker als de kosten structureel zijn, bijvoorbeeld voor een intensieve en lange behandeling van een ziek huisdier. De bijzondere bijstand biedt uitkomst om ervoor te zorgen dat inwoners van onze stad met weinig geld toch goed kunnen blijven zorgen voor de dieren waar ze van houden. Er zijn ook Rotterdammers die een hulphond of blindegeleidehond nodig hebben vanwege een medische indicatie. De zorg voor deze speciale honden is vaak groot, omdat ze een heel belangrijke functie vervullen in het leven van de patiënt. Meerkosten die het gevolg zijn van deze zorgbehoefte, moet wat ons betreft ook uit de bijzondere bijstand worden betaald. Kwetsbare patiënten met weinig te besteden moeten hier niet zelf voor opdraaien. Wij vinden dat de bijzondere bijstand moet worden gebruikt voor mededogen met alles wat leeft in Rotterdam. Mens en dier. Juist daarom is het van essentieel belang dat zorg voor huisdieren ook een plek krijgt in deze voorziening. Hier zetten wij ons voor in!

De gemeenteraadsfractie van de Partij voor de Dieren in Rotterdam heeft schriftelijke vragen gesteld aan het college van burgemeester en wethouders over de hitte en droogte in de stad van de laatste weken. In steden ligt de temperatuur door de enorme oppervlakten aan beton, steen en asfalt altijd stukken hoger dan in het landelijk gebied, met een verschil van soms tot wel tien graden Celsius. Mens, dier en flora en fauna in Rotterdam hebben het de afgelopen weken dan ook niet makkelijk gehad. Toch valt er iets tegen dit grote verschil in temperatuur te doen. Uiteraard kan het stadsbestuur het weer niet regelen of beïnvloeden, maar zij kan wél maatregelen nemen om de impact van weersextremen als hitte en droogte maar ook heftige regenval te doen verminderen. Het allerbelangrijkste wapen in de strijd tegen weersextremen is vergroening. Een groene leefomgeving vermindert de invloed die de bebouwde omgeving heeft op de temperatuur. Het groen weerkaatst het felle zonlicht niet, maar slaat het juist op. Daarnaast is een onverharde bodem een natuurlijke waterberging die goed van pas komt als het regent dat het giet. Dit is niet alleen belangrijk voor het tegengaan van ondergelopen kelders, maar zorgt er ook voor dat de houten fundering van huizen niet gaat rotten. Vooral bomen zijn van cruciaal belang tegen weersextremen: ze geven schaduw, houden het grondwater vast en gaan bodemerosie te lijf. Wij kunnen het weer niet regelen, maar wel de oorzaak van weersextremen aanpakken. Steeds vaker voorkomende langdurige hitte en droogte zijn namelijk het gevolg van klimaatverandering. Het weer raakt in de war van een veranderend klimaat. Momenteel is het klimaatbeleid van het college van burgemeester en wethouders in hoofdzaak gericht op de weerbaarheid van de stad tegen klimaatverandering. Dat valt natuurlijk te prijzen, maar doet helaas niets aan de onderliggende oorzaak. Die is ons allen bekend: de uitstoot van broeikasgassen. Wij zien daarom graag dat het college duidelijke doelen ten aanzien van de uitstoot van broeikasgassen toevoegt aan het stedelijke klimaatbeleid.

De gemeenteraadsfractie van de Partij voor de Dieren in Rotterdam heeft schriftelijke vragen gesteld aan het college van burgemeester en wethouders over mogelijke overtreding van de Wet natuurbescherming in de Oranjebuitenpolder in Hoek van Holland. Deze wet zorgt voor bescherming van broedende vogels tijdens het broedseizoen dat momenteel volop aan de gang is. De Oranjebuitenpolder is een buitengebied tussen Maassluis en Hoek van Holland is valt binnen de grenzen van de gemeente Rotterdam. Van bezorgde burgers hebben wij berichten ontvangen dat de grond in bepaalde delen van de Oranjebuitenpolder wordt bewerkt terwijl er weide- en akkervogels aan het broeden zijn. Ook wordt de grond bemest en ontwaterd en dat heeft ernstige gevolgen voor de watervogels in de polder. De Wet natuurbescherming regelt dat broedende vogels niet mogen worden gestoord of verstoord tijdens het broedseizoen. Het kan niet anders dan dat bewerking van de grond leidt tot overtreding van deze belangrijke wet. Behalve naleving van wettelijke bepalingen vinden wij ook dat we een morele plicht hebben ten aanzien van in het wild levende vogels. We moeten zorgvuldig omspringen met de vogelsoorten die in Rotterdam voorkomen, want de natuur staat permanent onder druk doordat het schaarse groen wordt opgeofferd voor huizenbouw. Juist daarom is het open landschap van de Oranjebuitenpolder, de Bonnenpolder die ernaast ligt en verderop Midden-Delfland van vitaal belang als leefgebied van vogels. Deze gebieden moeten we koesteren.

Partij voor de Dieren heeft een Plan B Een duurzame toekomst vraagt om drastisch andere keuzes. De Partij voor de Dieren biedt een Plan B. Geen halve maatregelen, wél idealen die haalbaar zijn. Niet langer de focus op economische groei, maar juist op de planeet en al haar bewoners. De Partij voor de Dieren werkt integraal aan een beter klimaat: het terugbrengen van broeikasuitstoot, het vergroten van onze natuur en biodiversiteit, het verbeteren van de luchtkwaliteit, het verduurzamen van onze energie en vooral ook het sluiten van kringlopen en het verminderen van afval. Een fossielvrije haven is onvermijdelijk, maar daar blijft het niet bij. Ook perken we de grootschalige doorvoer van onduurzame soja en palmolie in, waarvoor op enorme schaal oerwouden worden verbrand. De Meent, Coolsingel en de Witte de Withstraat worden autovrij. Luchthaven Rotterdam The Hague Airport wordt niet uitgebreid. Daar zijn zowel het klimaat als onze gezondheid bij gebaat. Energieneutraal bouwen en gasloze huizen vormen de nieuwe norm. We gaan de plasticsoep actief voorkomen. We nemen afstand van de wegwerpeconomie en grijpen de vele onbenutte kansen aan om ons (zwerf)afval terug te dringen. Voorkomen wordt dat plastic troep via de Maas de Noordzee instroomt. Meer groen in de stad helpt om droogte, oververhitting en wateroverlast te verminderen. Ook voelen mensen zich met natuur minder vaak ziek en hebben ze meer binding met hun buurt. We gaan voor een echte vergroeningsslag van gebouwen, straten en pleinen. Tegelijk wordt natuur beschermd tegen nieuwbouw en nieuwe snelwegen. Een groeiend aantal kiezers breekt met de business-as-usualpolitiek gericht op economische groei en omarmt de planeetbrede visie van de Partij voor de Dieren. Vanuit de rol van aanjager zal de Partij voor de Dieren er alles aan doen om andere partijen harder te laten lopen voor een beter klimaat.

De Partij voor de Dieren in Rotterdam wil een dierproefvrije stad. Dierproeven zijn wreed en nutteloos. Op zondag 11 maart zet de Partij voor de Dieren deze boodschap kracht bij met de manifestatie 'Rotterdam staat voor aap!' in de binnenstad van Rotterdam. In het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam zijn in 2015 in totaal ruim 33.000 proefdieren gebruikt, blijkt uit de meest recente cijfers van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). Een onwaarschijnlijk aantal. Daarmee heeft Rotterdam de twijfelachtige eer dierproevenhoofdstad van Nederland te zijn. Elke dierproef is wreed en nutteloos, elk proefdier is er één teveel. Maar dierproeven op apen raken ons in het hart. In 2015 zijn er 21 java-apen gebruikt door het Erasmus Medisch Centrum. Veel Rotterdammers hebben geen idee dat dit in hun stad gebeurt. De Partij voor de Dieren is tegen het gebruik van proefdieren. Door innovatie in de wetenschap zijn er momenteel veel methoden in ontwikkeling om het gebruik aan banden te leggen. Tegenwoordig kunnen we direct meten aan de mens, bijvoorbeeld door verbeterde scans. Databanken voor biologisch materiaal zijn voorhanden, waarmee technologie gebaseerd op menselijk materiaal uit de voeten kan. Ook computersimulaties en de zogenoemde 'big data' zorgen ervoor dierproeven zo snel mogelijk de wereld uit te helpen. Lijsttrekker Ruud van der Velden van de Partij voor de Dieren staat pal achter een dierproefvrij Rotterdam. “Rotterdam staat voor aap. Het dierproefcentrum in onze stad is een regelrechte schande. Wij kunnen niet bevatten dat sommige wetenschappers nog steeds hun keuze voor dierproeven rechtvaardigen. Wij zullen er alles aan doen om dierproefvrije wetenschap een plek te geven binnen het biomedische cluster.” Op 11 maart tussen 12.00 en 13.30 zal de Partij voor de Dieren in Rotterdam aanwezig zijn op het Binnenwegplein in hartje Rotterdam. Tijdens onze manifestatie 'Rotterdam staat voor aap!' delen onze leden flyers uit en informeren ze het winkelend publiek over dierproeven, het lot van proefdieren en hoe de wetenschap ook zonder dierenleed vooruit kan.  

De Partij voor de Dieren in Rotterdam reikt vandaag op Valentijnsdag een oorkonde uit aan Stichting Vogelklas Karel Schot. Zij mag zich voor een jaar de meest diervriendelijke Rotterdamse instelling noemen. Karel Schot begon in 1950 met het geven van noodhulp aan gewonde vogels. Als leraar op diverse Rotterdamse scholen verwierf hij al snel bekendheid doordat hij in zijn leslokaal met de leerlingen zieke en gewonde vogels oplapte. Dit nam in de loop der jaren steeds grotere vormen aan. Bewoners in Rotterdam-Zuid en van ver daarbuiten wisten Karel Schot te vinden als ze in de natuur een gewonde vogel aantroffen. Na de dood van Karel Schot in 1980 werd de Stichting Vogelklas Karel Schot opgericht om het goede werk voort te zetten. Inmiddels is Vogelklas Karel Schot niet meer weg te denken uit haar onderkomen aan het Afrikaanderplein. De organisatie is ook in omvang enorm gegroeid. Naar schatting 9.000 vogels zijn afgelopen jaar door de Vogelklas verzorgd. Stichting Vogelklas had nooit zo belangrijk voor de vogels kunnen worden zonder de grote schare vrijwilligers die zich dagelijks met veel liefde en toewijding inzet voor het welzijn van gewonde vogels. De Partij voor de Dieren wil dan ook haar grootste waardering uitspreken voor alle vrijwilligers van Vogelklas Karel Schot. Ruud van der Velden is lijsttrekker van de Partij voor de Dieren in Rotterdam tijdens de aankomende gemeenteraadsverkiezingen. Hij zal de oorkonde uitreiken aan Vogelklas Karel Schot. Ruud: “Vogelklas Karel Schot levert een enorme prestatie door elke dag weer klaar te staan voor de vogels in Rotterdam en omstreken. Ik ben ontzettend trots op iedereen bij de Vogelklas die zich wil inzetten voor dierenwelzijn en verder kijkt dan het eigen belang. Ik hoop dat ze nog vele jaren dit ontzettend belangrijke werk willen blijven doen. Chapeau!”   Vrijwilligers van Vogelklas Karel Schot aan het werk