Tot grote opluchting van de meeste inwoners van Groenekan zijn de plannen voor een zogenaamd landgoed tegenover tegenover restaurant ‘Naast de Buren’ van de baan. De overgrote meerderheid van de raad stemde op 22 februari tegen het verlenen van een ‘voorlopige verklaring van geen bedenkingen’. Daarmee werd gehoor gegeven aan een petitie van de werkgroep ‘Natuur ja, polo nee’ die in korte tijd door 400 Groenekanners werd ondertekend.

De hele discussie draaide om de gronden die de afgelopen jaren zijn aangekocht door Alexander van Beyenveldt. Deze gefortuneerde inwoner van Groenekan heeft de polosport als grote passie en legde al eerder een groot poloveld aan, geschikt voor grote evenementen. Daarnaast wilde hij onder meer stallen bouwen voor 40 paarden én een groot landhuis met oprijlaan. Ook zou er een parkeerterrein moeten komen voor 180 auto’s.

De werkgroep ‘Natuur ja, polo nee’ kwam tegen deze plannen in het verweer, want de natuur zou door al deze plannen grote schade lijden en men vreesde voor overlast door grote evenementen. Men schakelde een drietal deskundigen in op het gebied van landgoedbeleid, ecologie en ruimtelijke ordening en deze wisten de meeste raadsfracties te overtuigen, dat hier eigenlijk helemaal geen sprake was van een landgoed (met de daarbij behorende fiscale voordelen!).

Tijdens de raadsbehandeling hield GroenLinks raadslid Henk Zandvliet een krachtig pleidooi om de gevraagde verklaring níet te verstrekken, omdat het hier eerder zou gaan om een ‘paardenhouderij’. Hij zag in de discussie ook aanleiding om de inwoners van Groenekan te betrekken bij het ontwikkelen van een toekomstvisie voor deze kern met het oog op de Omgevingswet die in 2021 van kracht wordt.

Samen met D66, Beter De Bilt en SP diende hij een motie in om te gaan werken aan zo’n ‘Omgevingsvisie’. De andere partijen hikten echter aan tegen de inzet van ambtelijke uren voor dit doel en drongen erop aan dat de nieuwe gemeenteraad hierover een besluit zou nemen. En om niet het risico te lopen dat de motie nu zou worden afgestemd, besloten de indieners deze aan te houden tot de behandeling van de zgn. Kadernota op 21 juni.