Nieuws van politieke partijen in Zuid-Holland inzichtelijk

11 documenten

CDA: geef BOA’s meer beschermingsmiddelen

CDA CDA Zuid-Holland 26-05-2020 08:01

Het CDA wil dat BOA’s (buitengewoon opsporingsambtenaren) beter beschermd op straat gaan om hun werk goed te kunnen uitvoeren. Zij bewaken de leefbaarheid van onze gemeenten. Zij staan vooraan en ze worden geregeld schandalig behandeld.Chris van Dam: ‘BOA’s staan in de frontlinie zeker nu in tijden van de coronacrisis. We moeten nadenken over de taken die zij hebben en of die zich nog verhouden tot hun beschermingsmiddelen. Zoals we ons druk maken voor voldoende beschermingsmiddelen in de zorg, zo moeten we ons ook druk maken over voldoende middelen voor BOA’s. Daarom ben ik er voor dat BOA’s die in de frontlinie staan vaker kunnen beschikken over een wapenstok en pepperspray.’‘Het wordt tijd dat we het vak van de BOA’s serieus gaan nemen. Het zijn professionals die kennis hebben op gebied van bestuursrechtelijke handhaving. Hun taak is volstrekt anders dan van de politie. De BOA richt zich op de leefbaarheid, en we zien dat het vak zich enorm heeft ontwikkeld de afgelopen jaren. Ook zij zorgen voor de veiligheid in onze gemeenten en hebben daarom meer middelen nodig om hun werk goed te kunnen doen.’

Opinie: Geweld tegen de politie: wij zijn er ook nog!

CDA CDA Zuid-Holland 05-09-2019 05:20

Ik ben het spuugzat: het geweld dat tegen de politie wordt uitgeoefend. Dit weekend nog in Rotterdam, politiemensen die een gebroken arm en een hersenschudding oplopen. De brief van de echtgenote van één van deze dienders raakte mij zeer. We kennen al jaren deze verhalen en ondanks alle maatregelen en alle aandacht blijft het maar doorgaan. Niet alleen tegen politiemensen, ook tegen handhavers, brandweermannen, ambulance-personeel, medewerkers op de spoedeisende hulp, leerkrachten op school, in de spreekkamer van de huisarts. Ik ben het echt helemaal spuugzat en ik denk dat het gros van de Nederlanders dat evenzeer is. Wanneer houdt dit op en wat is daar voor nodig?De afgelopen jaren zijn er heel veel maatregelen genomen om het geweld een halt toe te roepen. Al jaren loopt het programma Veilige Publieke Taak. Straffen op geweldpleging tegen hulpverleners zijn verdubbeld, soms verdriedubbeld. Er is meer werk gemaakt van schadevergoeding, snelrecht, supersnelrecht en lik op stuk. Er wordt gewerkt aan een aparte strafbaarstelling van het hinderen van hulpverleners, er komt een taakstrafverbod voor geweld tegen ambtenaren, de bodycam wordt ingevoerd en hetzelfde zal gelden voor het stroomstootwapen, de taser, nadat jaren geleden al het traangas was ingevoerd. Ondanks al deze maatregelen blijft het maar door gaan. Het roept de vraag op: wat doen we fout? Wat zien we over het hoofd? Moeten we doorgaan op de weg van het steeds meer bewapenen van onze politie, is dat ook nog wel de politie die we willen? En, heeft het nog harder straffen en aanpakken van daders effect, leidt het tot minder geweld? Is er niet iets anders nodig?Ja, dat is er zeker. De maatregelen tot nog toe hebben zich gericht op de politie en op de daders. Maar nog niet zozeer op de rest van de Nederlanders, op ons. Ooit zong De Dijk: “Natuurlijk zijn er hufters, klootzakken en slijmjurken”, “Maar kijk om je heen, wij zijn er ook nog, wij zijn met de meesten”. En zo is het. Het overgrote deel van de Nederlanders walgt van het wangedrag dat een aantal van ons zich permitteert in de richting van hen die in een uniform of in een ambt voor ons allemaal werken. Maar spreken we ons uit, laten we het merken? Staan we op als in een volle wachtkamer van een ziekenhuis iemand zich misdraagt tegen een baliemedewerker? Blijven we stilstaan als op straat een politieagent aangevallen wordt? Maken we foto’s, manen we mensen tot rust, laten we merken dat we er zijn en dat we het afkeuren? Hoe kan, hoe kan het in Godsnaam, dat niemand in een trouwstoet optreedt, zich uitspreekt, actie onderneemt als één van de deelnemers een diender in elkaar slaat. Ik vraag niet om fysieke bemoeienis, ik vraag om morele bemoeienis.De komende jaren komen er 17.000 nieuwe politiemensen in Nederland. Veelal jonge gasten, die met veel enthousiasme aan de slag gaan. In wat voor samenleving gaan zij aan de slag? Wat kunnen wij - burgers van Nederland - hen bieden: een onverschillige samenleving waarin zij het voor ons mogen rooien? Of een samenleving waarin we laten zien en laten merken dat we dankbaar zijn dat ze de klus voor ons klaren. Waarin mensen zich uitspreken als hulpverleners op straat in de problemen komen, waarin wij gezamenlijk achter onze politie staan. Iedereen die deze oproep leest als ‘in Den Haag weten ze het ook niet meer en nou mogen wij burgers het gaan doen’ leest dat verkeerd. Ik knok al jaren voor de veiligheid van politiemensen, binnen en buiten het korps. Maar laten we ons bewust zijn dat veiligheid primair begint bij onszelf. Dat wij voor onszelf, maar ook voor onze familie en vrienden de grootste kracht en bron zijn om ons te gedragen. Daar heeft onze politie en al die andere hulpverleners recht op. “Wij zijn er ook nog en we zijn met de meesten.”Chris van Dam,CDA Tweede Kamerlid, woordvoerder politie

CDA: Helderheid over handhaving verbod gezichtsbedekkende kleding

CDA CDA Zuid-Holland 01-08-2019 12:07

Vanaf 1 augustus is de wet Gedeeltelijk verbod gezichtsbedekkende kleding, ook wel het ‘boerkaverbod’ genoemd, ingegaan. Dat betekent dat het nu voor iedereen verboden is om gezichtsbedekkende kleding (zoals een boerka, bivakmuts of helm) te dragen in gemeentehuizen, het openbaar vervoer, ziekenhuizen en scholen. Het CDA vindt dat iedereen in Nederland op deze plekken herkenbaar moet zijn en zich moet kunnen identificeren. Ondanks dat er jarenlang over deze wet gesproken is in de Tweede Kamer, is er in aanloop naar de invoerdatum verwarring en discussie ontstaan over de handhaving van het gedeeltelijk verbod. De Nationale Politie heeft aangegeven geen prioriteit te geven aan de uitvoering ervan, openbaar vervoersbedrijven wijzen naar de vervoersplicht en ook ziekenhuizen zeggen niet te willen handhaven. CDA-Kamerleden Harry van der Molen en Chris van Dam vinden het onacceptabel dat verschillende instanties weigeren de wet uit te voeren, en hebben daarom Kamervragen gesteld aan het kabinet om opheldering te bieden over de handhaving. Harry van der Molen: “Op deze plekken draait het om persoonlijk contact tussen mensen en een gevoel van sociale veiligheid. Het bedekken van je gezicht staat daar haaks op. Het is belangrijk dat de afspraken die daarover zijn gemaakt voor iedereen helder zijn, en de instanties deze afspraken handhaven.” Zie ook het fragment van Harry van der Molen in de uitzending van EenVandaag (d.d. 31 juli 2019):https://www.youtube.com/watch?v=eIXA3zVQWZI -- Vragen van de leden Van der Molen en Van Dam (beiden CDA) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister van Justitie en Veiligheid over de berichten ‘Verkeerde afslag politie’ en ‘Ov-bedrijven gaan boerkaverbod niet handhaven: Nieuwe wet voor ons niet werkbaar’ 1 Bent u bekend met de berichten ‘Verkeerde afslag politie’ 1) en ‘Ov-bedrijven gaan boerkaverbod niet handhaven: Nieuwe wet voor ons niet werkbaar’ 2)? 2 Bent u op de hoogte van de reactie die de Nationale Politie online heeft gegeven op de handhaving van het boerkaverbod op politiebureau’s, namelijk: ‘niet in de wet staat dat mensen die een boerka dragen geen aangifte mogen doen. De wet zegt dat ze met een boerka niet in een politiebureau mogen komen. Dus helpen we ze daarbuiten.’? 3 Deelt het kabinet met het CDA de opvatting dat het niet zo kan zijn dat een wet de facto niet tot uitvoering komt, of dreigt te komen, omdat de partijen die deze wet dienen te handhaven hier geen prioriteit aan willen geven? Heeft de nationale politie eventuele veiligheidsrisico’s, wanneer personen vanwege gezichtsbedekkende kleding niet geïdentificeerd kunnen worden, betrokken in haar afweging? 4 Heeft de door de politie aangegeven omgang met het verbod op gezichtsbedekkende kleding de steun van het kabinet? Is dit wat het kabinet betreft in lijn met het oogmerk van de wet om gezichtsbedekkende kleding in openbare gelegenheden te ontmoedigen, ook gezien het antwoord van een woordvoerder namens de Minister van Binnenlandse Zaken op de vraag of de door de politie aangegeven werkwijze conform de wet is: “Dat denk ik niet helemaal.”? 5 Wat vindt u van de verwarring die is ontstaan over de handhaving van het verbod op gezichtsbedekkende kleding, door de standpuntbepaling van de politie? Welke handhaving mag van de instellingen in openbare gebouwen verwacht worden? Welke van buitengewone opsporingsambtenaren? Welke handhavende taken zijn uitsluitend voorbehouden aan de politie? 6 Biedt naar de mening van het kabinet, gezien de verwarring die over de handhaving is ontstaan, de ‘kan’ bepaling in de wet (met betrekking tot het inschakelen van politie) voldoende helderheid voor de uitvoeringspraktijk? Zo nee, is het kabinet bereid nadere informatie te verstrekken over de verwachting die het kabinet heeft van de handhaving? Of is zij bereid de wet aan te passen? 7 Welke afspraken heeft het kabinet gemaakt met de Nationale Politie over de handhaving van het verbod op gezichtsbedekkende kleding wanneer derden een beroep op hen doen? Is het juist dat het kabinet ervoor gekozen heeft betrokken instanties, bijvoorbeeld in de zorg, het onderwijs, mede-overheden en vervoersbedrijven afzonderlijk afspraken te laten maken met de politie? 8 Wat vindt u van de uitleg van de woordvoerder van de politie, die in de Telegraaf aangeeft dat de ruimhartige omgang met het verbod specifiek bedoeld is voor personen die een boerka of nikab dragen en dragers van een integraalhelm of bivakmuts niet worden tegemoetgekomen? Hoe verhoudt wat het kabinet betreft deze opstelling zich tot de wet, die nu juist niet uitsluitend een verbod op religieuze kleding beoogt? Maakt de politie hier een gerechtvaardigd onderscheid? 9 Heeft de politie wat het kabinet betreft de ruimte om het verbod op gezichtsbedekkende kleding niet te prioriteren? Is het kabinet bereid de politie ermee te confronteren dat handhaving van het verbod door anderen, waaronder de openbaar vervoersbedrijven, ook mede afhangt van een toezegging van de politie om binnen afzienbare tijd ter plaatse te kunnen zijn om een boete uit te delen of handelend op te treden, zoals de woordvoerder namens de ov-bedrijven aangeeft in het AD: ,,Politie zegt: het heeft niet onze prioriteit. Dit betekent dat zij bij een melding vanuit het openbaar vervoer niet binnen een half uur bij de bewuste tram, trein, metro of bus is. Nou dat gaat dus bij ons niet werken. De rit moet immers door.”? 10 Bent u bereid om met de politie en het Openbaar Ministerie in overleg te gaan om ervoor te zorgen dat handhaving prioriteit krijgt? Deelt de mening dat indien er gehandhaafd wordt, er ook weinig overtredingen en dus weinig inzet nodig is? Bent u bereid om te overleggen met de politie om aan te geven in welke situatie zij wel bereid is om andere uitvoerders te hulp te schieten? 11 Is wat het kabinet betreft een beroep op de wettelijke vervoersplicht door openbaar vervoersbedrijven van toepassing bij het niet weigeren van passagiers met gezichtsbedekkende kleding, aangezien het verbod op gezichtsbedekkende kleding van recentere datum is? 12 Welke lessen heeft u voorafgaand aan de invoering van de wet getrokken uit de ervaringen in andere (Europese) landen met een soortgelijk verbod op gezichtsbedekkende kleding? 13 Ziet u in de aangegeven omstandigheden genoeg aanleiding om met de betrokken partijen nogmaals te overleggen en de Kamer over de uitkomst daarvan nader te informeren? — 1) De Telegraaf, d.d. 25 juli 2019 2) Algemeen Dagblad, d.d. 25 juli 2019

Opinie: De politie moet dienstbaar, dichtbij en direct zijn

CDA CDA Zuid-Holland 21-06-2019 10:35

De politie experimenteert veel. Zo hebben we twitterende agenten, agenten die vlogs maken, er zijn pop-up-bureaus of coffee-with-a-cop. Een heel scala aan mogelijkheden om de burgers meer te betrekken bij wat de politie doet. Deze transparantie is positief en past ook bij hoe onze samenleving verandert. Maar het leidt wel tot een verbrokkeld beeld. Zo helder als het 112-concept is, zo onduidelijk is het als je aangifte wilt doen. Is het bureau in de buurt altijd open, of alleen een dagdeel in de week? Kan ik meteen aangifte doen, of moet dat via internet of op afspraak? Mensen moeten uiteindelijk gewoon weten waar ze terecht kunnen, zodra dat nodig is, en dat is nu niet het geval. Het CDA vindt daarom dat de politie moet komen tot één landelijk serviceconcept. Veiligheid begint bij mensen thuis. Verantwoordelijke mensen die zich gedragen op basis van fatsoen, die rekening houden met anderen, die anderen durven aan te spreken. Maar pal daarachter staat de overheid, de politie. Alleen als burgers het vertrouwen hebben dat de politie nabij is, dán kunnen zij hun eigen rol oppakken. De wijkagent in de wijk, surveillerende agenten op straat, noodhulp als je 112 belt. Maar ook: een plek waar je naartoe kunt om aangifte te doen, om advies te vragen, om een misstand te melden. Een ankerpunt: het politiebureau. Juist de nabijheid van politiebureaus is zo belangrijk. Het is zelfs een essentieel onderdeel van kwaliteit. Dienstverlening die dichtbij, dienstbaar en direct is. En dat is niet alleen een belang van burgers, maar ook van politiemensen zélf. De schaalvergroting, het sluiten van diverse politiebureaus en zeker de forse personele krapte van dit moment leidt ertoe dat ook politiemensen zelf met lede ogen aanzien hoe hun normale, dagelijkse contact met burgers minder wordt. Ook zij willen dicht bij, dienstbaar aan, direct opkomen voor burgers. Ook als er (nog) geen incident is. Dát is de basis van onze Nederlandse politie. Het CDA heeft 70 lokale afdelingen gevraagd onderzoek te doen naar de nabijheid van en aangifte-mogelijkheden bij de politie in hun eigen gemeente. Daaruit blijkt dat er een grote verscheidenheid is. In sommige steden kun je zonder afspraak aangifte doen, in andere steden moet je juist wél een afspraak maken. In sommige dorpen houdt de wijkagent elke maandagavond een spreekuur. In een volgende gemeente op donderdagavond en in veel gemeenten zijn helemaal geen spreekuren met de wijkagent te vinden. We zien dat de politie de laatste jaren minder aanwezig is in wijken en dorpen. Politiebureaus worden gesloten, wijkagenten komen niet toe aan hun eigenlijke werk, en alleen na het maken van een afspraak kan er aangifte worden gedaan. Vaak zijn niet de behoeften van burgers, maar de processen en de efficiëntie van de politie hierin leidend. Zeker in de meer landelijke gebieden zien we een grote afstand tussen buurten en dorpen en het dichtstbijzijnde politiebureau. Ik vind dat ook hier de service op orde moet blijven. Bijvoorbeeld door bij mensen thuis aangiftes op te nemen, ouderen of mensen die minder goed ter been zijn worden zo geholpen. Maar ook gezien de huidige personele krapte is het nodig te komen tot één herkenbaar serviceconcept. Veiligheid begint bij burgers zelf. Maar daar moet de politie pal achter staan. Dichtbij, dienstbaar en direct. Alleen dan kan de samenleving veiligheid creëren. En dat is iets wat wij allemaal willen. Dat de politie mee gaat met haar tijd, met pop-up bureaus, twitterende wijkagenten en vlogs, daar is niks mis mee. Maar er is ook werk aan de winkel als het gaat om de benaderbaarheid en toegankelijkheid van de politie voor burgers, zeker als ze aangifte willen doen. Dat kan stukken duidelijker en daarmee beter. Door CDA Tweede Kamerlid Chris van Dam, woordvoerder politie en oud politieagent

CDA: breng de politie dichter bij de burgers

CDA CDA Zuid-Holland 05-06-2019 16:38

Het CDA heeft een steekproef gehouden bij 70 lokale CDA-fracties om te checken hoe de dienstverlening van de politie er uit ziet: openingstijden, mogelijkheden om aangifte te doen, het wel of niet op afspraak binnen kunnen lopen. En dat leidt tot een zeer divers beeld. Het CDA vindt het van groot belang dat de politie dichtbij de burgers is. Om de veiligheid te waarborgen moet de dienstverlening van de politie dichtbij, dienstbaar en direct zijn. De afgelopen jaren zijn veel politiebureaus gesloten, maar er is ook een aantal nieuwe politieposten – bijvoorbeeld in gemeentehuizen – geopend. CDA Tweede Kamerlid Chris van Dam: “we zien dat veel dorpen niet meer beschikken over een eigen politiebureau. Deze zijn aangewezen op politielocaties in naburige steden of dorpen. Het CDA vindt het belangrijk dat burgers een plek hebben waar ze naartoe kunnen als zij hulp nodig hebben. Om aangifte te doen, om advies te vragen, om een misstand te melden. Een ankerpunt: het politiebureau. Dat is nu niet overal het geval.” Het CDA vindt dat de politie duidelijker moet zijn over de mogelijkheden om aangifte te doen. Nu zijn de mogelijkheden om aangifte te doen vaak pér bureau anders geregeld en dat is onduidelijk voor burgers. CDA Tweede Kamerlid Chris van Dam roept minister Grapperhaus op hierin meer eenduidigheid te brengen. Het CDA wil dat de politie ook in de kleinere gemeentes aanwezig is, met wekelijkse spreekuren, bijvoorbeeld door wekelijks met een mobiel politiebureau in het dorp aanwezig te zijn. Verder moet duidelijker worden hoe je buiten de grotere steden aangifte kunt doen en mag juist daar eerder verwacht worden dat de politie bij de mensen thuis aangifte komt opnemen. Tot slot doet het CDA het voorstel om van alle wijkagenten in Nederland op de website van de politie een foto en contactgegevens te plaatsen, maar ook om alle wijkagenten een eigen email-adres te geven. Dit voorstel wordt al vorm gegeven in Rotterdam en lijkt voor het hele land een goed plan om de politie weer dichter bij de burger te krijgen. Lees de steekproef en voorstellen hier terug.

Opinie: De wijkagent moet terug in de wijk

CDA CDA Zuid-Holland 19-12-2018 11:27

De omvorming van 25 regionale politiekorpsen naar één nationaal politiekorps is niet zonder slag of stoot gegaan. De individuele politieman is de dupe geworden door het tempo van de reorganisatie. Politie in je buurt, politie die er niet alleen is als er een incident is, politie die proactief weet wat er speel. De wijkagent is daar het belangrijkste voorbeeld van, direct in contact staan met de mensen uit je buurt. Dat is door de reorganisatie zwaar onder druk komen te staan. Het CDA pleit daarom voor het terugbrengen van de wijkagent in de wijk. Deze week heeft de Tweede Kamer de Politiewet 2012 geëvalueerd. Deze wet maakte het in 2013 mogelijk om één nationaal politiekorps te bouwen. Met het evalueren van de wet wordt de balans opgemaakt van 5 jaar politiereorganisatie. De vorming van de nationale politie was en is noodzakelijk. De ontwikkeling van de criminaliteit, de ondermijning, de toenemende digitalisering: allemaal argumenten voor één, landelijke aanpak. Maar de aandacht voor de landelijke thema’s is ten koste gegaan van het werken in de wijk. De basisteams zijn te ver weg van burgers georganiseerd. Het is algemeen bekend dat momenteel alle capaciteit nodig is om de noodhulp rond te krijgen, inclusief de tijd van de wijkagenten. Terwijl juist de wijkagent zo belangrijk is voor de veiligheid in onze buurt. De wijkagent kun je aanspreken om te vragen hoe je iets moet aanpakken, die contact legt met jongeren vóórdat er een probleem is, de ogen en oren in de wijk. Niet een agent die zit weggeborgen achter een website, een telefoonnummer of in een auto hard voorbij rijdt. Juist op dit punt heeft de nationale politie een verslechtering gebracht: soms heeft de wijkagent wekenlang geen tijd om in de wijk aanwezig te zijn. Maar veiligheid begint uiteindelijk wel bij mensen thuis. Veiligheid komt tot stand in je eigen buurt, je eigen dorp. Door goed op elkaar te letten. Ouders die hun kinderen opvoeden met een idee wat goed en wat fout is. Sociale verbanden, sportclubs, de school. Maar achter die burgers staat de politie. Een bereikbare politie. Een politieman of –vrouw die jij kent, die jou kent. En met alle waardering voor de vorming van het nationale korps: daar is het de afgelopen jaren fors mis gegaan. Daarom pleit het CDA voor het terugbrengen van de wijkagent in de wijk. Als pro-actieve schakel tussen verantwoordelijke burgers en een goed reagerende politieorganisatie. Zodat de mensen in de buurt zich weer veilig kunnen voelen door de aanwezigheid van een wijkagent. Als de politie er de komende jaren in slaagt de nabijheid bij de burger meer vorm te geven – zoals vroeger – dan zijn zowel burgers als dienders er met de vorming van de nationale politie wérkelijk op vooruit gegaan. Chris van Dam CDA Tweede Kamerlid Deze opinie is gepubliceerd in het Algemeen Dagblad van 19-12-2019

Minister Grapperhaus: miljoenen naar inzetbaarheid politie en aanpak ondermijnende criminaliteit

CDA CDA Zuid-Holland 16-11-2018 15:02

CDA minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid investeert de komende jaren 91 miljoen in de inzetbaarheid van politieagenten en 100 miljoen in de aanpak van ondermijnende, georganiseerde criminaliteit. Inzetbaarheid politieagenten De komende jaren gaan er veel agenten met pensioen en veel nieuwe agenten zijn nog in opleiding. Minister Grapperhaus investeert daarom eenmalig 91 miljoen in de inzetbaarheid van politieagenten. Zo wordt er geld beschikbaar gemaakt om ervoor te zorgen dat er de komende jaren voldoende agenten zijn. De minister benadrukt het belang van een sterke politie: ''Het is hard nodig nieuwe politiemensen te werven en de gevolgen van vergrijzing van het korps op te vangen. Deze extra 91 miljoen voor inzetbaarheid gaat daar een wezenlijk verschil in maken. Zo werken we aan een verantwoorde versterking van de politie,” aldus Grapperhaus. Het extra geld zal vooral op lokaal niveau terecht komen. Eerder al heeft CDA Leider Sybrand Buma daarvoor gepleit, dat juist regionale versterking van de politie meer aandacht moet krijgen en daar ook extra in geïnvesteerd moet worden. Speciale aandacht in de verdeling van het geld is er voor de eenheden Limburg, Zeeland, West-Brabant en Brabant-Oost. Zij worden momenteel geconfronteerd met drugsproblematiek in combinatie met milieucriminaliteit. Naast de 91 miljoen die beschikbaar wordt gesteld, worden er ook 17.000 nieuwe mensen opgeleid. Ondermijnende criminaliteit De 100 miljoen die wordt besteed aan de aanpak van ondermijnende georganiseerde criminaliteit gaat bijvoorbeeld naar betere beveiliging van mainports, het verbeteren van inzicht in financiële geldstromen en versterking van de aanpak in de buitengebieden. Deze aanpak focust zich voornamelijk op de illegale drugsindustrie. Minister Grapperhaus: “We worden bijna dagelijks geconfronteerd met georganiseerde criminaliteit die onze samenleving ondermijnt. Door gevaarlijke drugslabs midden in woonwijken, door bedreiging van bestuurders en door vermenging van onder- en bovenwereld. De aanpak hiervan zie ik als een van mijn belangrijkste opdrachten. Nederland moet een minder aantrekkelijk land worden voor de georganiseerde misdaad, daarom gaan we de onderliggende voedingsbodem aanpakken. Door deze concrete investering en door versterking van de samenwerking van overheden en bedrijfsleven gaan we de georganiseerde misdaad een slag toe brengen.”

De kern van het politie-leed: een gebrek aan menselijke maat

CDA CDA Zuid-Holland 14-09-2018 10:45

Het zal niemand ontgaan: de politie is boos en zeer actie-bereid. Na een jarenlange reorganisatie koersen de politiebonden op een fatsoenlijk loonbod, ze willen dat er een regeling komt voor oudere werknemers en ze eisen meer capaciteit, met name in de basisteams. De minister en de korpschef onderhandelen met de bonden: laten we hopen dat er op korte termijn een goed resultaat komt. Maar is daarmee de kous af?Het zit de politiemensen hoog. De vorming van de Nationale Politie was goed en noodzakelijk. Ondermijning, de aanpak van cybercrime. Het zijn thema’s waar één Nationale Politie meer antwoord op heeft dan de afzonderlijke korpsen van vóór de reorganisatie. Maar met de vorming van die Nationale Politie zijn grotere verbanden ontstaan, het aantal leidinggevenden is fors gereduceerd, de ondersteuning is ver weg (landelijk) georganiseerd. De ruimte voor individuele politiemensen om vanuit eigen professionaliteit hun werk in te richten is door bureaucratisering en protocollen een stuk minder geworden. Voor de individuele diender is de organisatie killer, zakelijker en anoniemer geworden. Voeg daarbij het tekort aan personeel. De komende jaren zullen 14.000 agenten het korps vanwege het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd verlaten. Veel van hen hebben nu een nachtdienstontheffing of hebben een regeling dat ze twee dagen per week minder werken. De vroeg-laat-nacht-diensten drukken op steeds minder schouders. En dat is zwaar.De kern van het probleem is dus een te veel aan werkdruk, een te veel aan bureaucratie en een gebrek aan menselijke maat. Een paar voorbeelden. De basisteams van de politie hebben twee leidinggevenden met gemiddeld zo’n 200 politiemensen onder zich. Deze bazen zien hun mensen als ze ziek zijn, als er een klacht is ingediend, als er een negatieve aanleiding is. De teams zijn zó groot dat dienders geregeld eerst even kennis moeten maken met elkaar, voordat ze de straat op gaan. Heb je een personeelsvraag dan moet je click-call-face ver weg met ‘iemand’ contact leggen. Dit zijn zaken – en er zijn er meer – die zich moeten ontwikkelen, maar nu niet bijdragen aan onderling vertrouwen en teamspirit.Komende donderdag vindt in de 2e Kamer een hoorzitting plaats waarin ingezoomd wordt op de werkdruk, de bureaucratie en op het terugvinden van de menselijke maat binnen de politie. Aanleiding voor deze hoorzitting is een initiatiefnota van mijn hand: Ruimte voor > vertrouwen in > blauw op straat. Vanuit de politiek moeten wij niet alleen zorgen voor goede arbeidsvoorwaarden, maar ook bijdragen aan een goed werkklimaat voor onze politiemensen. Als het op straat onveilig is, dan moet het binnen het bureau juist veilig, vertrouwd en bekend zijn. Dát veranderen zal werkelijk het vertrouwen en het werkplezier terug brengen bij de Nederlandse politieman en –vrouw.Chris van DamCDA Tweede Kamerlid

Wie heeft tips? Graag delen!Politie ...

Partij voor de Dieren Partij voor de Dieren Zuid-Holland 11-07-2018 14:21

Wie heeft tips? Graag delen!

CDA Initiatiefnota ‘Ruimte voor, vertrouwen in blauw op straat’

CDA CDA Zuid-Holland 06-04-2018 07:10

CDA Tweede Kamerlid Chris van Dam komt met een initiatiefnota over de politie: ‘Ruimte voor, vertrouwen in blauw op straat’. Hij doet 12 voorstellen die ertoe moeten leiden dat de politieorganisatie op korte termijn lucht krijgt en dat er meer capaciteit beschikbaar komt. Een tekort aan personeel, bij de recherche, in de basisteams. Wijkagenten die niet aan hun eigenlijke werk toekomen. Een té hoog ziektepercentage. Opleidingen en trainingen die er bij inschieten. De komende jaren zullen ruim 14.000 politiemensen de dienst verlaten, zij gaan met welverdiend pensioen. Op een operationele sterkte van 50.000 politiemensen is dit een enorme aderlating. De uitstroom zal de eerste tijd hoger zijn dan de nieuwe instroom. Het CDA legt de prioriteit bij de burger in nood. Door snel aangiftes op te nemen, door tijdig aanwezig te zijn bij prio1-meldingen. Van Dam: ‘Ik wil dat de politie zélf meer zichtbaar op straat aanwezig is. Ik wil niet dat het toezicht op straat helemaal door gemeentelijke handhavers wordt overgenomen, hoe fantastisch die mensen hun werk ook doen. Ook wil ik dat de politie niet alleen nog maar komt als er een incident is.’Concreet:1. Weg met bureaucratieA. Stop met standaard-verantwoording op voorhand. Zet betrokkenheid, vakmanschap, de bedoeling van het werk voorop. Stop met ‘indekken’.B. Benoem binnen het korps op topniveau een korpsmarinier: een vrijgestelde leidinggevende met doorzettingsmacht om direct (werk)processen te vereenvoudigen.C. Stop in de opsporing met het systeem van wegen en sturen. Maak als politie zelf keuzes, uiteraard met verantwoording naar het bevoegd gezag. Stop het onzinnige circus van wegen, sturen, evalueren enz.2. Maak de organisatie weer menselijkD. Geef politiemensen een chef die ziet welk werk ze afleveren. Organiseer HRM dichterbij. Benader langdurig en chronisch zieken positief door te bespreken wat zij wél kunnen bijdragen. Maak snel werk van de geestelijke verzorging.E. Neem afstand van het idee van life-time-employment. Creëer loopbaanperspectief. Het Landelijk Functiehuis Nationale Politie moet een hulpmiddel zijn.3. Naar een andere manier van werven en opleiden F. Bied jongeren – in samenwerking met de Marechaussee – een tijdelijk dienstverband aan. Benut de mogelijkheden van de (aanstaande) maatschappelijke diensttijd.G. Beperk de werving, selectie en keuring van herintreders tot maximaal 3 weken. Creëer voor zij-instromers snelle doorgroeimogelijkheden. Stel maatwerk boven misplaatste gelijkheid.H. Stap als Politie Academie (PA) over op blended learning: laat verschillende leervormen (digitaal, klassikaal, interactief, zelfstudie, videolessen) in elkaar overvloeien, benut de tijd in de klas beter. Betrek ideeën van Ebregt van Driel (Eenheid Oost, vrijwilligers).I. Zorg dat de politie (lichamelijk én geestelijk) fit en geoefend blijft. Accepteer niet dat medewerkers de minimale eisen niet halen. Voor voortgezette opleidingen: breng de trainer ‘on the job’.4. Politie: zoek de verbinding met andere diensten en organisatiesJ. Besteed werkzaamheden die zich daarvoor lenen uit aan andere diensten of aan gescreende particuliere bedrijven: het betekenen van vonnissen, vervoer van arrestanten, opruimen van drugs(afval), het vervoer van gevaarlijk vuurwerk.K. Maak per basisteam duidelijk welke andere diensten in het gebied in voorkomende gevallen aan de politie bijstand kunnen leveren. Betrek hierin ook veel actiever WhatsApp-groepen en andere burgerinitiatieven. Zorg voor meer ‘ogen en oren’ op straat die met elkaar samenwerken.L. Onderzoek lokaal en landelijk of de wijk-GGD’er een waardevolle aanvulling is. Om de politie te ontlasten van niet-specifieke politietaken ten aanzien van (potentieel) verwarde personen. Klik hier om de hele initiatiefnota te lezen.

Zie je content die volgens jou niet op deze site hoort? Check onze disclaimer.