Poliflw

Het afgelopen jaar zijn er in Delft veel minder boetes uitgedeeld aan mensen in de bijstand. Raadslid Vincent van Roon: “Wij zijn blij om te zien dat de gemeente flexibeler omgaat met mensen die een foutje maken.”

Boetes is niet het doel

De bijstand is een essentieel vangnet voor mensen die zonder werk komen te zitten. Het is logisch dat bij die hulp ook verplichtingen horen. De gemeente moet dus controleren of mensen zich aan de regels houden. Maar de afgelopen jaren hoorden we steeds meer zorgwekkende verhalen over mensen die simpelweg fouten hadden gemaakt, maar daar hoge boetes voor kregen. D66 heeft daarom in 2018 een motie ingediend om de regels duidelijker te communiceren en samen met mensen te zoeken naar de beste oplossing om hen naar werk te begeleiden.

Blijf flexibel en communiceer helder

Het jaarverslag over 2019 laat zien dat er veel minder boetes zijn opgelegd. Daarnaast worden fraude en mensen die fouten gemaakt hebben veel sneller gesignaleerd. Daardoor zijn de bedragen die moeten worden terugbetaald ook kleiner. Van Roon: “Het is duidelijk dat de betere communicatie over de regels helpt om fouten en boetes te voorkomen. Wij zijn blij met deze verbetering, en blijven ons inzetten voor meer helderheid en flexibiliteit in de bijstand.”

Link naar jaarverslag

In een motie riep D66 het college afgelopen raadsvergadering op om bij de handhaving in de bijstand rekening te houden met de situatie van mensen. Zo moeten ambtenaren in begrijpelijke taal communiceren en toegerust zijn op het omgaan met mensen met trauma’s of geestelijke beperkingen.

D66 vindt dat elke Delftenaar moet kunnen rekenen op een eerlijke en waardige behandeling door de gemeente, ook als zij in de bijstand zitten. De afgelopen tijd bereikten ons te veel signalen dat dat fout ging. Mensen voelden zich geïntimideerd, of hadden de indruk dat er niet te praten viel met medewerkers van de gemeente.

Wie in de bijstand zit, moet zich aan regels houden. Daarover zijn we het allemaal eens. De gemeente moet ook controleren of mensen zich aan die regels houden. Die controle moet alleen wel redelijke proporties hebben, en het onderscheid tussen fraude en nalatigheid moet erkend worden.

De motie die wij (samen met enkele partijen uit coalitie én oppositie) indienden, verplicht de wethouder om de informatievoorziening voor Delftenaren in de bijstand te verbeteren, zodat fraude minder snel per ongeluk voorkomt. Daarnaast worden er waarborgen ingebouwd om te voorkomen dat mensen zich geïntimideerd voelen.

Schriftelijke vragen D66 over ‘Bespieden en achtervolgen bijstandsgerechtigden’.

Deze zaterdag stond in de Volkskrant het artikel: “Rechtsgeleerden maken zich zorgen: Bijstandsfraudeurs slechter beschermd dan verdachten in strafzaken’“ In dit artikel wordt gesteld dat sociale diensten verborgen camera’s en gps-trackers gebruiken om bijstandsfraude op te sporen.

In het artikel wordt een casus uit Delft beschreven, waarbij een 44-jarige vrouw uit Delft in twee maanden tijd 97 keer bespied werd door de sociale dienst van de gemeente, onder meer met verborgen camera en auto-achtervolgingen. Rechtsgeleerden en advocaten maken zich zorgen om de rechtspositie van mensen met een uitkering.

D66 deelt deze zorgen en heeft de volgende vragen aan het college:

Heeft u bovenstaand artikel gelezen? Bent u bekend met genoemde casus uit Delft? Bent u het met ons eens dat deze werkwijze onwenselijk is? Zo ja, waarom heeft u dan doorgeprocedeerd tot de Hoge Raad? U geeft aan inmiddels maatregelen te hebben genomen. Kunt u aangeven vanaf wanneer u welke maatregelen heeft genomen? Een dergelijke manier van met mensen omgaan heeft onherroepelijk een grote impact op iemands leven. Heeft de genoemde mevrouw compensatie gekregen voor deze gevolgen, zo ja, welke? Zijn er vergelijkbare gevallen bekend in Delft? Zo ja, om hoeveel gevallen gaat het en zijn deze gevallen ook gecompenseerd?

Namens de D66-fractie,

Christine Bel