Bram Leeuwenkamp wil versneld aan de slag met huisvesting voor kwetsbare doelgroepen. De motie die hij hiervoor indiende, samen met ChristenUnie en PvdA, is dinsdagavond met brede steun in de raad aangenomen. De motie draagt het college op te onderzoeken wat ervoor nodig is om versneld huisvesting te kunnen realiseren voor kwetsbare doelgroepen, zoals jongeren in instellingen voor begeleid en beschermd wonen. Zij verblijven daar langer dan nodig, doordat er veel te weinig betaalbare woningen zijn. Dat zij niet kunnen doorstromen, zorgt ook voor toenemende wachtlijsten en zorgkosten. "Huisvesting is het antwoord," aldus Bram. Dan snijdt het mes aan meerdere kanten.

Amersfoort heeft een groot gebrek aan betaalbare woningen en daardoor kunnen mensen in instellingen voor begeleid en beschermd wonen, in jeugdzorginstellingen en ook in de daklozenopvang vaak nergens heen als ze eraan toe zijn om uit te stromen. Dat is niet alleen een probleem voor degenen die het betreft, want de wachtlijsten en de zorgkosten nemen daardoor ook toe.

Op dit moment komen er maar heel mondjesmaat geschikte woningen vrij; jongeren tot 23 jaar krijgen namelijk geen huurtoeslag als de huur hoger is dan € 424,44 per maand en zulke woningen zijn zeer schaars. Jongeren hebben evenwel niet altijd zelfstandige woonruimte nodig en kunnen ook uitstromen naar onzelfstandige woningen, zoals kamerbewoning met gemeenschappelijke keukens en badkamers. Het is belangrijk om woningen voor deze kwetsbare doelgroepen over de stad te spreiden en zogenoemde dragende en vragende bewoners te mixen (jongeren uit de jeugdzorg met studenten bijvoorbeeld). Er is bij deze doelgroepen ook behoefte aan prikkelarme woonunits, voor huurders die in een prikkelrijke omgeving gezien kunnen worden als overlastgevende huurders.

Het college zal onderzoeken hoe er versneld voor huisvesting voor deze doelgroepen kan worden gezorgd zonder dat hierdoor de overige ambities op het gebied van wonen zoals vastgelegd in het Deltaplan worden uitgesteld; dit uitwerken tot een voorstel en dat voor de kadernota 2021 aan de raad presenteren.