GroenLinks werd de grootste partij en kwam met drie wethouders in het college. Het afgelopen half jaar zochten we een manier om verantwoordelijkheid te dragen en tegelijkertijd onze idealen te verwezenlijken.

Voor 21 maart durfden we het niet te geloven, dat het kon. Bij de Tweede Kamerverkiezingen waren we de grootste geworden in Amsterdam, maar gemeenteraadsverkiezingen zijn anders. We stonden er goed voor in de peilingen, maar in die peilingen waren we nooit de grootste en de echte uitslagen vielen bij GroenLinks altijd een beetje tegen. We hadden goed oppositie gevoerd, constructief als het kon, oppositioneel als het moest. We hadden een uitstekende en zichtbare lijsttrekker en een mooie diverse lijst. De campagne liep uitstekend; geen interne strubbelingen, geen last van moeilijke keuzes van het kabinet of voorgaand college. We waren niet bang om voorop te lopen bij de demonstratie tegen racisme en discriminatie. We hadden ons eigen positieve inclusieve verhaal. Maar toch… Het was ondenkbaar, want het is niet des-GroenLinks om de grootste te zijn.

GroenLinks is een voorhoede-partij. Een partij die de idealen scherp formuleert. Radicaal groen, radicaal democratisch. Pal voor mensenrechten. Links. Het verkiezingsprogramma is het meest linkse en het meest progressieve programma van alle Amsterdamse partijen, zo bleek uit het kieskompas. Hoe kan je met zo’n programma de grootste worden?

De grootste

Maar we werden het. Op 21 maart, rond elf uur ’s avonds, klom lijsttrekker Rutger Groot Wassink het podium op en stak zijn linker vuist in de lucht. De zaal was gevuld met uitzinnige en trotse mensen. Vreugde. Maar ook gelijk het drukkende gevoel van verantwoordelijkheid. Het ligt nu op onze schouders. De beloftes uit de campagne voelden nog zoveel zwaarder. Nu kan het, echt. Maar nu moet het ook…

De coalitieonderhandelingen begonnen snel. Na eerste informatierondes werd nog vóór Pasen gekozen voor de combinatie GroenLinks, D66, PvdA en SP. Het was een inhoudelijke keuze voor partijen die dichtbij elkaar liggen, die elkaar kunnen vinden in gezamenlijke oplossingen voor de uitdagingen waar de stad voor staat. Het was ook een keuze om eruit te komen. Geen politiek spel om partijen te laten afvallen. We wilden investeren in een gezamenlijk verhaal. De wereld kan in vier jaar veranderen en een sterke coalitie bouw je op een gedeelde visie. We organiseerden sessies met experts en nodigden alle Amsterdammers uit om hun ideeën te delen tijdens de Dag van de Stad.

Coalitie

Een nieuwe lente en een nieuw geluid. Met die dichtregels van Herman Gorter zag het coalitieakkoord op een zonnige donderdagochtend in mei het levenslicht in het Van Eesteren Paviljoen. Een akkoord met scherpe keuzes: voor een aardgasvrije toekomst voor Amsterdam, voor een autoluwe binnenstad, voor opvang van ongedocumenteerden, voor democratisering, coöperaties en commons, voor investeringen in preventie om ongelijkheid in zorg tegen te gaan, voor het compromisloos bestrijden van racisme en discriminatie, met meer geld voor armoede, schulden en daklozen. ‘Groen-rood college laat stad linksaf slaan’, kopte het Parool.

Rutger verruilde zijn plek in de raadszaal voor die in de collegebankjes, met de portefeuilles Sociale Zaken, Diversiteit en Democratisering. Marieke keerde als oud fractievoorzitter terug naar de Stopera voor de portefeuille Duurzaamheid en Ruimtelijke Ordening. Touria kwam als directeur van de Tolhuistuin uit de haarvaten van de stad voor de portefeuille Kunst, Cultuur en Digitale Stad. Drie nieuwe GroenLinks-wethouders en acht GroenLinks-stadsdeelbestuurders werden op 30 mei geïnstalleerd. Vanaf dat moment telde het college van Amsterdam voor het eerst in de geschiedenis meer vrouwen (5) dan mannen (3).

Idealen

Op 27 juni kon er een strik om dit half jaar met de voordracht van Femke Halsema. De eerste groene en eerste vrouwelijke burgemeester van onze prachtige hoofdstad. Bij haar installatiespeech zei ze: “De komende jaren zult u mij altijd aan de zijde vinden van al die mensen die vreedzaam het recht opeisen om anders, om zichzelf te mogen zijn - en tegenover degenen die hen dat willen beletten.” Bij de botenparade van de Pride stond ze voor op de boot van de gemeente. ‘De trots van Amsterdam’, kopte een willekeurig ochtendblad de maandag daarop.

Af en toe kijk ik achterom vanaf mijn raadszetel vooraan. Dan zie ik negen andere raadsleden – Lene, Imane, Jasper, Deniz, Zeeger, Simion, Dorrit, Nienke en Tirza, en op de bankjes daar achter ons duo-raadslid Zohair en onze nieuwe en oude fractiemedewerkers. Een super sterk team van slimme, enthousiaste mensen met grote idealen en heel veel liefde voor onze mooie stad. En dan denk ik, dat het wel goed komt, met onze grote ambities en onze nieuwe verantwoordelijkheden. We zijn er klaar voor.