De Amsterdamse coalitie bestaande uit GroenLinks, D66, PvdA en SP gaat tijdens de raad van 8 mei vragen stellen over de komst naar Amsterdam van haatprediker Steven Anderson. Deze Amerikaanse prediker roept op tot het vermoorden van homo’s en doet keer op keer strafbare uitspraken. Anderson is al toegang geweigerd in Zuid-Afrika en Groot-Brittannië. De coalitie wil weten wat Anderson in Amsterdam komt doen.

In een radioprogramma in Botswana riep hij op tot het vermoorden van homoseksuelen. Een van de schokkendstee uitspraken van Anderson kwam na de aanslag op de homoclub Pulse in Orlando. Daar schoot een schutter meer dan vijftig mensen dood, Anderson zei daarover: “Goed nieuws, omdat er vijftig homoseksuele pedofielen minder op de wereld zijn”. Fractievoorzitter van GroenLinks Femke Roosma noemt het "afschuwelijke en haatzaaiende uitspraken".

"Mensen die dit soort ideeën willen verspreiden, zijn niet welkom in ons tolerante Amsterdam,” aldus Roosma.

Soul winning

Anderson is van plan om naar Amsterdam te komen om aan “soul winning” te doen: zieltjes winnen. Als het aan PvdA-fractievoorzitter Sofyan Mbarki ligt, blijft hij in Amerika en laat hij Amsterdammers met rust. “In Amsterdam mag je zijn wie je bent en houden van wie je wilt. Ik zal me blijven uitspreken tegen iedereen die tegen deze waarden in gaat.”

D66-fractievoorzitter Reinier van Dantzig: “Deze man zegt verschrikkelijke dingen en voor zulke haat en onverdraagzaamheid is geen plek in Amsterdam. In onze open en tolerante stad, maakt het namelijk niet uit waar je wieg stond of op wie je verliefd bent.”

COC

De belangenorganisatie voor de LHBTIQ+-gemeenschap, het COC, heeft staatssecretaris Mark Harbers opgeroepen om Anderson niet toe te laten in Nederland. Ook SP-fractievoorzitter Erik Flentge heeft grote moeite met zijn komst: “Ieder mens is gelijkwaardig, ongeacht zijn of haar geaardheid. Daar staan we voor in onze stad, daar zijn we trots op. Daarom zullen we ook elke dag moeten strijden tegen mensen die dat bedreigen. Haatpredikanten hebben wat ons betreft hier dan ook niets te zoeken.”