Voor de politie is er geen wettelijke grondslag voor het (tijdelijk) registreren van de juridische verblijfsstatus van verdachten, aangezien het doel bij een aanhouding voor diefstal of beroving strafrechtelijke vervolging is. Dat schrijft de Amsterdamse burgemeester Femke Halsema in reactie op een motie van enkele raadsleden die hierom vroegen vanwege rovende asielzoekers in de stad.

VVD, Forum voor Democratie en CDA wilden naar aanleiding van berichtgeving in de Telegraaf en uitlatingen van de Amsterdamse politie erover beter in beeld krijgen welke personen betrokken zijn bij berovingen en zakkenrollerij in het centrum en met name welk aandeel statushouders daarin hebben. Met die informatie denken zij de diefstallen effectiever te kunnen bestrijden. Halsema had de motie ontraden, aangezien er dus geen wettelijke grondslag is voor deze registratie. De partijen stelden ook in moties voor om (super)snelrecht toe te passen bij deze criminele activiteiten, het in burgerkleding opererende doelgroepenteam zakkenrollers bij de politie in stand te houden en gebiedsverboden op te leggen voor zakkenrollers en straatrovers.

Zakkenrollersteam niet opgeheven

Halsema noemt alle drie deze moties overbodig. Het Openbaar Ministerie past al (super)snelrecht toe bij de afhandeling van zaken met zakkenrollerij en straatroof. Aandringen is om die reden niet nodig. Het OM heeft ook een zelfstandige bevoegdheid en verantwoordelijkheid voor het vervolgen van strafbare feiten en legt hierover verantwoording af aan de minister van Justitie en Veiligheid. Verder is het opheffen van het doelgroepenteam volgens Halsema nu niet aan de orde. Ze wijst er wel op dat de politiecapaciteit in brede zin onder druk staat. ‘Dit geeft aanleiding tot het maken van nog nader te bepalen keuzes. Het doelgroepenteam is echter met bestuurlijk mandaat ingesteld en kan alleen na besluitvorming in de driehoek worden opgeheven.’