Naar aanleiding van het abrupte vertrek van CDA-wethouder Henri de Jong hebben D66, GroenLinks Noordwijk, PUUR en PvdA schriftelijke vragen gesteld aan het college van B en W over ontoelaatbare beïnvloeding, manipulatie en intimidatie van wethouders. In het begeleidende schrijven spreken de fracties hun grote zorgen uit. Ze verwijzen daarbij, onder meer, naar brieven van voormalig burgemeester Rijpstra. Die refereert daarin onomwonden aan het vraagstuk van ondermijning, integriteit en cliëntelisme:

“Met ondermijning wordt bedoeld het verzwakken, aantasten, beschadigen en uithollen van de democratie en het gezag met als doel om buiten de democratische paden aan de touwtjes te trekken, te bepalen en politici, bestuurders en ambtenaren te beïnvloeden. Met name in de ruimtelijke ordening zijn de ‘eigen’ belangen in Noordwijk enorm groot.”

 

De volledige tekst van de vragen en het begeleidend schrijven

Zorgen over ontoelaatbare beïnvloeding van lokale democratie in Noordwijk

28 april 2020

D66, GroenLinks, PUUR en PvdA maken zich grote zorgen over ontoelaatbare, niet-transparante beïnvloeding van bestuurders vanuit de samenleving via partijlijnen, die gericht is op eigen belang en waarmee het algemeen belang wordt ondermijnd. Aanleiding was het recentelijke vertrek van Henri de Jong als wethouder Ruimtelijke Ordening. In een verklaring laat CDA-wethouder De Jong weten dat er soms dingen van hem werden verlangd door CDA-partijleden die niet in het coalitieakkoord staan noch in het CDA-programma. De Jong:

“Ik bleek meer een bestuurder te zijn dan een partijman. De grondbeginselen van de partij vind ik belangrijk, maar als wethouder wilde ik vooral het algemeen belang dienen van Zilkers, Noordwijkers en Noordwijkerhouters.”

In de raad van 21 april jl. heeft de PUUR-fractie de burgemeester in haar hoedanigheid van portefeuillehouder Integriteit het verzoek gedaan te onderzoeken hoe het in de toekomst kan worden voorkomen dat bestuurders zich gedwongen voelen om het eigen belang van partijleden boven het algemeen belang te stellen.

Het is niet de eerste keer dat bestuurders geconfronteerd worden met ontoelaatbare bemoeienissen. Dit blijkt onder meer uit de brieven van voormalig burgemeester Rijpstra in brieven aan de raad over het aanpakken van het vraagstuk van ondermijning, integriteit en cliëntelisme:

“Met ondermijning wordt bedoeld het verzwakken, aantasten, beschadigen en uithollen van de democratie en het gezag met als doel om buiten de democratische paden aan de touwtjes te trekken, te bepalen en politici, bestuurders en ambtenaren te beïnvloeden. Met name in de ruimtelijke ordening zijn de ‘eigen’ belangen in Noordwijk enorm groot.”

Het valt ons op dat gedurende opeenvolgende colleges in de afgelopen 20 jaar wethouders, specifiek verantwoordelijk voor Ruimtelijke Ordening en/of Grondzaken, van de voormalige gemeente Noordwijk structureel geconfronteerd zijn met manipulatie, valse aantijgingen en onjuiste berichtgeving ten aanzien van hun integriteit. Ontoelaatbare en ongeoorloofde middelen werden hierbij niet geschuwd.

De negatieve gevolgen voor de samenleving zijn enorm. Het kan niet anders zijn dat dit de lokale democratie raakt en schaadt. Inwoners worden letterlijk en figuurlijk het kind van de rekening. Zo is er bijvoorbeeld bij Bronsgeest sprake van grootschalige verspilling van belastinggelden bij een 2e omklap van deze woonlocatie naar (mogelijk) de Achterweg (schade die kan oplopen tot boven de 20 miljoen euro gemeenschapsgeld), is er onnodige vertraging van (sociale) woningbouw en worden inwoners misleid door onjuiste berichtgeving. Met als resultaat dat het goed en integer besturen van de gemeente Noordwijk onder druk is komen te staan.

Om te voorkomen dat de geschiedenis zich herhaalt hebben wij, naast het door u in te stellen onderzoek, de volgende aanvullende vragen:

1. Wat is uw mening over de verklaring van oud-wethouder De Jong dat hij het algemeen belang wilde dienen maar dat er soms dingen door zijn partijleden werden verlangd die niet terug te vinden zijn in het partijprogramma en/of het coalitieakkoord’?

2. Was het college op de hoogte van deze ontoelaatbare beïnvloeding van buitenaf? Zo ja, wat is hiermee gedaan?

3. Gaat u het gesprek aan met CDA-fractie en -bestuur om deze ontoelaatbare beïnvloeding te  bespreken? Graag ontvangen wij hiervan een verslag.

4. Op welke wijze gaat u het gesprek aan met uw collegeleden over de vraag of er voldoende vertrouwen is voor de toekomst voor samenwerking binnen het college waarbij ontoelaatbare beïnvloeding van buitenaf wordt uitgesloten?

5. Op welke wijze denkt u in de toekomst te voorkomen dat wethouders onder druk worden gezet om de belangen van partijleden te dienen boven het dienen van het algemeen belang waardoor hen integer handelen onmogelijk wordt gemaakt en zij zich gedwongen voelen om de wethouders-functie neer te leggen?

6. Bent u bereid om met voormalige wethouders Ruimtelijke Ordening en/of Grondzaken die in het verleden geconfronteerd zijn met manipulatie en intimidatie het gesprek aan te gaan en hen te betrekken bij het gevraagde onderzoek? Zo ja, op welke wijze?

7. Met welke maatregelen denkt u in de toekomst te voorkomen dat individuen ontoelaatbare invloed trachten uit te oefenen op het college, gemeenteraad en/of ambtenaren? Welke personen en organisaties gaat u hierbij betrekken?

8. Bent u bereid om naast een commissie Integriteit voor raadsleden (zie Artikel 17 Gedragscode raadsleden) ook een commissie Integriteit voor inwoners en ambtenaren in te stellen waar zij terecht kunnen als zij vermoeden dat er ondermijnende activiteiten plaatsvinden binnen het bestuur van de gemeente?

9. Bent u bereid om de gemeenteraad actief bij het gevraagde onderzoek te betrekken? Zo ja, op welke wijze?

10. Wanneer kan de gemeenteraad een plan van aanpak verwachten voor het onderzoek waarin u onder meer aangeeft welke organisaties u bij het onderzoek gaat betrekken?