Meer dan honderd lokale energiecoöperaties proberen van Overijssel een duurzame provincie te maken. Ze lopen alleen steeds vaker op tegen aangescherpte regels. Dat moet soepeler, schrijven de Overijsselse D66 fractievoorzitter Wybren Bakker en vijf Overijsselse energiecoöperaties.

In Overijssel zijn meer dan 100 energiecoöperaties aan de slag om duurzame energie voor de gemeenschap te realiseren. En dat is nodig. Iedereen weet dat de aarde uitgeput raakt en de fossiele brandstoffen opraken. De afspraken in het Klimaatakkoord zijn dan ook fors. Om aan deze opgave te voldoen, moeten we de ruimte die we hebben zo slim mogelijk benutten om zoveel mogelijk duurzame initiatieven te realiseren.

De provincie dient, ook voor deze ontwikkeling, een gewenst toekomstbeeld te schetsen en ruimte te bieden. Letterlijk en figuurlijk. Want al die lokale energiecoöperaties zijn niet gebaat bij nog meer aangescherpte regelgeving. Integendeel. Soepele wetgeving koestert niet alleen de lokale belangen, maar bevordert ook de creativiteit en versterkt de lokale saamhorigheid. Dan is er meer mogelijk en worden de duurzame doelen sneller bereikt. En het gaat nog sneller als de provincie daarbij een vraaggerichte ondersteunende rol vervult.

Dwingende regels

De provinciale coalitie van CDA, VVD, PVDA, CU en SGP heeft het voornemen, zie het coalitieakkoord,de huidige regels voor het mogelijk maken van opwekken van duurzame zonne-energie aan nog striktere banden te leggen. En dat staat haaks op wat nu nodig is. Een energiecoöperatie in Olst-Wijhe liep al tegen het bestaande beleid aan en ziet nieuwe ontwikkelingen in de kiem gesmoord worden vanwege de beoogde aanvullende regels. Dat belooft niet veel goeds in de loop van 2020 als de coalitie met aangescherpte regelgeving naar de Staten komt. Dus: weg met nog meer aanvullende bepalingen. Geef lokale partijen en coöperaties de ruimte hun energiedoelen te realiseren. Ze doen dat in een publiek belang voor hun gemeenschap.Daarbij heeft de provincie de verantwoordelijkheid om de lokale krachten te beschermen, zodat er geen durfkapitalisten met de grondopbrengsten vandoor gaan. Want de revenuen moeten daadwerkelijk ten goede komen aan de Overijsselaren.

Geen aangescherpte zonneladder

Om de doelen te realiseren passen niet nog meer dwingender provinciale regels. De huidige ‘zonneladder’ is al strikt genoeg. Als die nog meer aangescherpt wordt leidt dat tot frustraties en minder nieuwe duurzame energie. Bijvoorbeeld als opgenomen wordt dat eerst alle daken vol zonnepanelen moeten liggen voordat men elders duurzame energie op mag wekken. Of door nóg meer natuurcompensatie te eisen.Er moet dus volop ruimte blijven voor een ‘en-en-beleid’ waarbij maximaal ingezet wordt op dubbelgebruik van elke vierkante meter dak of grond. De samenleving is niet gebaat bij het dwingend – en tot in details – opleggen van de zonneladder. De zonneladder dient als een leidraad.

Handhaaf ten minste de ruimte die er is op basis van de provinciaal vastgestelde ‘Handreiking Kwaliteitsimpuls zonnevelden, februari 2017’. Het is de hoogste tijd voor meer bestuurlijk loslaten. Bied ruimte voor de noodzakelijke energietransitie. Doe dat dan ook maximaal: vanuit vertrouwen in de kracht van de inwoners van Overijssel. Dan ontstaat een duurzaam Overijssel en blijft de provincie die prachtige (energie)tuin van Nederland

                                                                                                                         

https://overijssel.d66.nl/geef-energiecooperaties-in-overijssel-meer-ruimte/

 

Wybren Bakker, Fractievoorzitter D66 Overijssel

Jeroen Jansen, Coöperatie Enschede Energie

Hans van Vliet, Coöperatie Goed Veur Mekare

Marius Roel, Energie Coöperatie Oldemarkt

Kees van Dorth, Stichting Duurzame Energie Wierden-Enter

Dit artikel verscheen op 7 maart 2020 in De Stentor.