D66 staat pal voor het recht op demonstratie en heeft net als GroenLinks en PvdA vragen over het opleggen verbod aan 18 anti-zwarte Piet demonstranten afgelopen zaterdag 17 november. Het recht op demonstratie is een grondrecht en hoort bij de vrijheid van meningsuiting die we in Nederland hebben. D66 is zeer teleurgesteld dat de veiligheid van deze 18 mensen niet gewaarborgd kon worden en vraagt zich af of daar wel voldoende voor gedaan is. Is de juiste afweging gemaakt en heeft de loco-burgemeester zich voldoende hard gemaakt voor het recht van demonstratie, vraagt de D66 fractie zich af.

De fractie sluit zich dan ook aan bij de PvdA en GroenLinks die aangeven dat de politiek pal moet staan voor het recht op betoging zoals dat in de Grondwet (artikel 9) is opgenomen. Fysiek geweld, of daarmee dreigen, om zo een demonstratie te voorkomen, veroordelen wij net als hen scherp. Met hen horen wij graag hoe de loco-burgemeester dit heeft afgewogen en wat hij heeft gedaan om de demonstratie toch door te kunnen laten gaan.

Van D66 mag het recht op demonstratie ruim worden opgevat. Dat betekent dat demonstranten binnen het kader van de wet de vrijheid hebben om te demonstreren. Ook als de uitingen als aanstootgevend, grof of schokkend kunnen worden opgevat, hoeft dit niet te leiden tot een demonstratieverbod of verwijdering van een demonstranten.

Inmiddels is de beantwoording van de vragen binnen. D66 betreurt het te moeten concluderen dat de dreiging met geweld het gewonnen heeft van de vrijheid van meningsuiting. De burgemeester geeft aan dat hij in gesprek wil gaan met de organisatie van de intocht over zwarte piet. Maandag 26 november dienen we samen met de PvdA een motie die oproept met aanbevelingen te komen om het recht op demonstratie en veiligheid te garanderen voor volgende intochten.