De voorjaarsnota is deze keer beleidsarm en heeft naast een beperkt financieel inzicht helaas weinig extra te bieden. Deze keuze is gemaakt omdat er net een nieuw coalitieakkoord is wat in de begroting 2019 en verder uitgewerkt gaat worden en ook de Auditcommissie werkt aan een opzet waarbij we de plannings & controlcyclus wat anders inrichten. Dat geeft de raad bij deze beleidsarme voorjaarsnota mooi de gelegenheid om wat richting mee te geven waar in die begroting 2019 en zo mogelijk al eerder rekening mee gehouden dient te worden.
Een punt waar wij nadrukkelijk aandacht voor vragen is verbindend besturen zoals u in uw coalitieakkoord omschrijft. U bent op de goede weg zegt u, maar het kan beter, u wilt met u zelf aan de slag. Hoe voorkom je dat goedbedoelde initiatieven worden “dicht gekaderd” vraagt u zich af. Kijkt u nog eens naar uw opstelling en houding rond het initiatief van de KunstKring in Ruurlo zou ik zeggen en kijk eens of dat proces anders had gekund.
Ook het proces rond de communicatie met de buurt inzake het bestemmingsplan Op de Bleek is een mooi voorbeeld van hoe het niet moet. Veel inwoners is daar het gevoel bekropen dat VSVB en verbindend besturen leuk is als het de gemeente uitkomt. Maar als er problemen zijn met een projectontwikkelaar regelt de gemeente het wel 1 op 1 en word je vooraf niet meer betrokken. “Waar klaagt u toch over”? “Tja had u maar niet moeten wennen aan dat veldje voor de deur, of wilt u liever een appartementencomplex? U kunt natuurlijk nog naar de Raad van State”. Als inwoners zich boos, misleid en gepiepeld voelen is er in ieder geval niet erg veel sprake van verbinding.
Als het college hier nu wel echt serieus werk van wil maken dan vernemen wij graag hoe u de inwoners wilt betrekken bij de totstandkoming van het nieuwe Plussenbeleid. En minstens zo belangrijk is hoe gaat u inwoners betrekken waarom u dingen niet meer gaat doen. Denk hierbij ondermeer aan het geurbeleid wat u niet wilt herijken. Ook de fractie van CD Light, voorheen Gemeente Belangen zou het sieren al die bedrogen kiezers eens uit te leggen waarom een herijking van het geurbeleid nu niet meer nodig is. Dat is verbindend besturen.
Een ander belangrijk punt voor de begroting 2019 wat wij mee willen geven is het op orde houden van de begroting. De door de VVD bejubelde binnengehaalde lastenverlaging is geen blijvende lastenverlaging als deze niet structureel in de begroting verwerkt gaat worden, maar van het spaarbankboekje wordt betaald. Als u het niet structureel in de begroting verwerkt moet een volgend college op de blaren zitten en gelijk de OZB 10% verhogen. Als de coaltie van mening is dat de reserves structureel te hoog zijn, en dit een rechtvaardiging is van deze teruggave, zien wij graag bij de begroting een analyse hoe u komt tot een bedrag van 4 miljoen en dient u dit in 1 keer terug te geven aan de inwoners. Een betaling gaat wel eens in termijnen, te veel betaalde bedragen kunnen in 1 keer terug. Dat deden we tot dit moment overigens ook ieder jaar. Graag horen wij van de VVD, CDA en GB of zij deze analyse delen en ook van mening zijn dat deze lastenverlichting niet alleen voor deze regeerperiode is en dus structureel verwerkt moet worden.
Ook de gestegen zorgkosten die jaarlijks € 1,8 miljoen structureel hoger uit zullen vallen zullen structureel in de begroting verwerkt moeten worden. We komen daar bij een volgend agendapunt nog op terug. Deze kaders geven wij u nadrukkelijk mee voor de begroting van 2019.
Er zijn tal van andere punten die uitwerking behoeven en die we rond de begroting of eerder of later op tafel zullen krijgen. Benieuwd zijn we naar de nieuwe economische mogelijkheden in het buitengebied waar opnieuw de VVD het nadrukkelijkste melding van maakte. Wij zijn van mening dat er eigenlijk niets is wat nu nog niet kan in het buitengebied en wat we wel zouden moeten willen. Graag horen wij wat voorbeelden van u, waaraan u dan zoal denkt.
De komende maanden zal duidelijk worden hoe wendbaar het woonbeleid daadwerkelijk is.
Wij zien met belangstelling de dagelijkse praktijk op deze terreinen tegemoet.
Afsluitend valt ons nog op dat in de voorjaarsnota alle namen van de betrokken ambtenaren staan, dit hadden natuurlijk de portefeuillehouders moeten zijn. De voorjaarsnota is door het nieuwe college vastgesteld, dus dit had makkelijk aangepast kunnen worden. Dat geldt helemaal voor de pagina´s die over de zorg gaan. Bij het geld staat een aantal keren vermeld dat er nog onvoldoende zicht was op de kostenontwikkeling op het moment van schrijven. Dat kan zijn, maar niet op het moment van vaststellen, deze zaken moet je natuurlijk aanpassen. Zo kun je een voorjaarsnota niet presenteren.