Nieuws van WaterlandNatuurlijk inzichtelijk

8 documenten

Sportbeleid van lokale partij WaterlandNatuurlijk

WaterlandNatuurlijk WaterlandNatuurlijk Waterland 27-02-2024 09:26

Cruyff Courts in elke nieuwe woonwijk, lokale topsporters als ambassadeurs voor sport en spel en de gemeente Waterland als ’zaakwaarnemer’ van jong sporttalent. Daarmee wil de lokale politieke partij WaterlandNatuurlijk inwoners van de gemeente massaal aan het sporten krijgen. Want veel Waterlanders zijn te dik en te ongezond.

Dat zegt de partij in haar onlangs gepresenteerde sportvisie voor de komende zes jaar: „De participatiegraad in sport en bewegen moet hoger. Dat zorgt voor een verbetering van de gezondheid en voor een grotere sociale verbondenheid”, zo luidt de boodschap van WaterlandNatuurlijk, de grootste fractie in de gemeenteraad.

Overgewicht

De partij ziet twee belangrijke redenen om de komende jaren flink te investeren in het veel toegankelijker maken van sport en spel voor alle inwoners van de gemeente. Ten eerste de gezondheid van vooral oudere Waterlanders. Uit onderzoek blijkt volgens WaterlandNatuurlijk dat van alle 65-plussers in de gemeente (ruim een kwart van de totale bevolking) 56 procent kampt met overgewicht. Nog eens bijna 15 procent heeft ernstig overgewicht. In totaal is dus bijna 70 procent te dik. „We moeten overgewicht tegengaan”, zegt de partij.

Veel inwoners van Waterland van 65 jaar en ouder hebben overgewicht en dat moet veranderen, vindt WaterlandNatuurlijk.

Tweede reden is dat de samenleving steeds meer individualiseert en ook die trend wil WaterlandNatuurlijk keren: „Door (team)sport te stimuleren hebben onze inwoners meer sociaal contact. Voor, tijdens en na het sporten ontmoeten mensen elkaar op het sportveld, in de kleedkamer of in de kantine of het clubhuis. Tegelijk moet door deze sociale contacten het vrijwilligerswerk rondom de organisatie van sportverenigingen of -clubs worden gestimuleerd.”

Sporthal

Het aantrekkelijker maken van sportbeoefening is bij uitstek een taak van de gemeente, zo staat in de visie. „De gemeente zal zorgdragen voor een deugdelijke basis op gemeentelijke sportparken en deze multifunctioneel inzetten voor bijvoorbeeld scholen, kinderopvang, maar ook voor ouderen. Ook het maximaal beschikbaar stellen van de nieuwe sporthal in Monnickendam voor alle inwoners van gemeente Waterland is een belangrijk onderdeel.” Maar behalve de nieuwe sporthal moeten er ook andere nieuwe voorzieningen komen: „Het plaatsen van Cruyff Courts in nieuwe woonwijken moet een vast uitgangspunt worden.”

Verder wil WaterlandNatuurlijk volop inzetten op talentontwikkeling van jonge sporters: „Talenten in onze gemeente moeten worden gestimuleerd om het maximale uit hun sportieve carrière te halen. Hierin zoeken we de samenwerking met het lokale bedrijfsleven om de talenten financieel te ondersteunen, de gemeente speelt hier een belangrijke rol in. Lokale topsporters moeten worden ingezet als ambassadeurs, als stimulans voor de talenten, maar ook als overdragers van kennis, advies en ervaring aan de talenten. Per kern moet minimaal één vooraanstaand ambassadeur worden aangewezen. Ook wordt in Waterland een aansprekend sportevenement georganiseerd.”

Al dat soort maatregelen kosten op één of andere manier geld, of het nou in de vorm van het vrijmaken van personeel is, door het realiseren van nieuwe voorzieningen, of in de vorm van investeringen in bestaande sportparken. Hoeveel geld er precies nodig is, blijft in de sportvisie onduidelijk, maar WaterlandNatuurlijk zegt dat er ’ruimte moet worden gecreëerd in de gemeentebegroting’. Ook denkt de partij aan ’een andere verdeling van de subsidies, waarbij sport en bewegen in combinatie met de gezondheid van de vergrijzende gemeente Waterland van groot belang is’. „En waarbij geldt dat niet-commerciële sportaanbieders worden beloond voor goed gedrag: eventuele subsidies moeten aantoonbaar worden verdiend.”

Wat het geld betreft kijkt de partij ook nadrukkelijk naar het Rijk, dat vorig jaar miljoenen heeft gereserveerd, speciaal om sport en cultuur te verbinden met andere sectoren zoals de zorg of het onderwijs. Voor de periode tot en met 2025 is daarvoor bijna 90 miljoen euro beschikbaar en voor 2026 nog eens ruim 86 miljoen euro, te verdelen onder gemeenten, die dan zelf ook een flinke financiële bijdrage moeten leveren.

WaterlandNatuurlijk heeft haar sportvisie aangeboden aan het college van b en w met de vraag om op basis daarvan met concrete voorstellen te komen, als het even kan nog voor komende zomer. Daar kan de gemeenteraad dan over discussiëren.

WaterlandNatuurlijk wil lokale topsporters inzetten als ambassadeurs om mensen enthousiast te maken voor sport. Namen noemt de partij niet in haar sportvisie en sporters van (inter)nationale naam en faam lijken ook niet heel dik gezaaid in Waterland. Maar ze zijn er wel: zo heeft volleyballer Marko Klok (Olympisch zilver in 1992) Monnickendamse roots, net als ’Blade Babe’ Marlou van Rhijn (paralympisch goud en zilver in 2012 en 2016). Schaatsster Annette Gerritsen (olympisch zilver in 2010) komt uit Ilpendam en Ajax- en Oranjevoetbalster Kelly Zeeman (Europees kampioen in 2017) is de trots van Marken. Wat minder bekend, maar wel verdienstelijk, zijn op dit moment nog voetballers als Damon Mirani en Milan de Haan (beiden FC Volendam) en Martijn Kaars (Helmond Sport). Ze zijn alle drie geboren in Monnickendam.

Volledige tekst coalitieakkoord 2022 “Waterland: Vrij. Sociaal. Groen.”

WaterlandNatuurlijk WaterlandNatuurlijk Waterland 27-06-2022 18:45

Na een periode van goede en pittige onderhandeling presenteren de lokale partij WaterlandNatuurlijk, GroenLinks, VVD en PvdA het coalitieakkoord 2022-2026. Wij hebben ons best gedaan om elkaar te vinden en om gezamenlijk een nieuwe bestuurscultuur neer te zetten. Zo’n nieuwe bestuurscultuur is een raadsbrede wens. Minder dichtgetimmerde afspraken die te vaak via de lijn van oppositie-coalitie verliepen. Meer ruimte voor debat en het herkenbaar laten horen van het eigen partijstandpunt. Wij hechten waarde aan en zetten in op een constructieve samenwerking tussen alle partijen in onze gemeenteraad.

Verdere verbetering bestuurscultuur

Om de gewenste verbetering van de bestuurscultuur verder te verankeren hebben wij bovendien de volgende afspraken gemaakt:

De fysieke, digitale en telefonische bereikbaarheid van de gemeente voor inwoners wordt verbeterd. Dit doen wij door het ijken van de openstelling van het gemeentehuis, betere telefonische bereikbaarheid, vlotte respons op mail en signalen via de gemeentesite en met een wekelijks inloopspreekuur van de leden van het college van burgemeester en wethouders en het versterken van de externe oriëntatie van de ambtelijke organisatie.

Burgerparticipatie staat hoog in het vaandel waarbij wij zorgen voor een gedegen verwachtingsmanagement over de reikwijdte daarvan. Wij hechten waarde aan benutting van kennis en kunde onder de inwoners met beeldvormingsgesprekken en expertmeetings.

Wij zien af van inhoudelijke coalitie-overleggen over andere onderwerpen dan die welke in dit akkoord zijn benoemd.

Er wordt een werkgroep van de raad ingesteld met een adviserende rol voor het college, die zich buigt over de mogelijkheden van een bestuursakkoord en/of een raadsakkoord in de komende jaren, over quick wins in de omgang tussen college en raad en over do’s en don’ts in de raadscultuur. Deze werkgroep rapporteert uiterlijk in het eerste kwartaal van 2023 voor het eerst aan de raad, over de quick wins.

Sociaal domein

De afgelopen bestuursperiode heeft het sociaal domein vooral in het teken gestaan van het ‘financieel op orde brengen’. In de komende vier jaren kan de inhoud weer meer centraal gesteld worden. Dat betekent overigens niet dat daarmee de financiële risico’s van de baan zijn. De open einde financiering, het onzekere rijksbeleid en onvoorzienbare lokale omstandigheden zullen ook de komende periode ervoor zorgen dat het sociaal domein binnen de gemeentebegroting de meest onzekere begrotingspost is. Mochten hierdoor financiële problemen ontstaan, dan zullen binnen de gehele gemeentebegroting hiervoor oplossingen gevonden moeten worden.

De ‘sociale’ uitvoering van het sociaal domein van de afgelopen jaren zetten we voort. Het recht op zorg en inkomen blijft onverminderd van kracht. De inwoners van onze gemeente die ondersteuning nodig hebben om volwaardig te kunnen participeren in onze samenleving, kunnen op ons rekenen. Immers, iedereen verdient het om mee te doen in de samenleving.

Preventief beleid en het verbeteren van de (gemeentelijke) dienstverlening staan daarbij centraal. Ook in het sociaal domein is voorkomen beter dan genezen. Het preventief beleid zal daarom meer aandacht krijgen. In de voorjaarsnota is reeds extra geld opgenomen voor het jongerenwerk en het sociaal maatschappelijk werk op scholen.

De verbetering van de (gemeentelijke) dienstverlening kent vele facetten. De doorontwikkeling van het jeugdteam, het opzetten van een sociaal wijkteam en (onderzoek naar) het afschaffen van de gesloten jeugdzorg maken daar een belangrijk onderdeel van uit.

Het prioriteit geven aan meer preventief beleid en het verbeteren van de (gemeentelijke) dienstverlening zal ook een financiële consequentie hebben. In de komende bestuursperiode zullen hiertoe specifieke voorstellen worden ontwikkeld. Elk voorstel wordt per geval bezien en beoordeeld, met name in het licht van de (totale) financiële positie van de gemeentebegroting.

De positie van de dorpshuizen en de relatie met ‘De Bolder’ vergt een nadere oriëntatie. Meer samenwerking is nodig om ook in de kernen buiten Monnickendam tot een volwaardig sociaal-cultureel werk te kunnen komen en om tot een oplossing te kunnen komen voor de financiële problematiek van een aantal dorpshuizen.

In deze bestuursperiode bekijken we de mogelijkheden om de bibliotheek te transformeren van een klassieke bibliotheek naar een bibliotheek met een brede maatschappelijke functie, waar ook media, programmering, events en online cursusaanbod een plek krijgen. Dit geeft de jongeren en kleine ondernemingen/zzp’ers meer plek en aansluiting op 21e eeuwse digitale samenwerking.

Wonen

De huidige woningnood gaan we fors aanpakken. Het vorige college heeft reeds plannen gemaakt voor de bouw van ongeveer 1300 woningen. Wij willen dit aantal verhogen naar 2000.

De betaalbaarheid van de nieuwe woningen dient op voorhand gewaarborgd te zijn. Woningen dienen betaalbaar te zijn voor lagere en middeninkomens. Daarom wijzigen wij de huidige verdeling 30:10:60 (30% sociale koop/huur, 10% sociale huur/koop plus en 60% vrije sector) in 30:30:40 (30% sociale huur, 30% betaalbare koop en middenhuur en 40% vrije sector). Met deze wijziging in percentages en de omschrijving van de drie segmenten sluiten we aan bij de ontwikkeling in veel andere (omliggende) gemeenten en spelen we tevens in op nieuwe wet- en regelgeving vanuit ‘Den Haag’. We gaan specifiek bouwen voor ouderen en jongeren. Voor de ouderen worden alternatieve woonvormen, zoals thuishuizen, woonzorgcomplexen en knarrenhoffen, gestimuleerd en worden pre-mantelzorgwoningen mogelijk gemaakt om doorstroom op de woningmarkt te bevorderen. Geholpen door overleg met de woningcorporaties en in het kader van de op te stellen woonzorgvisie wijzen we hier specifieke locaties voor aan.

Naast de structurele bouw van 2000 woningen gaan wij ook de mogelijkheden verkennen voor tijdelijke woningen. Daarvoor gaan wij op zoek naar locaties die 5, 10 tot 15 jaar hiervoor beschikbaar zijn, bijvoorbeeld in afwachting van structurele bouw op die locaties.

Bouwen vindt in principe plaats binnen bestaand bebouwd gebied, gebeurt zo veel mogelijk circulair en benut optimaal de kansen om de biodiversiteit te verhogen. De verdere planvorming voor woningbouw bij sporthal ‘t Spil en vernieuwing van winkelcentrum ‘t Spil krijgt prioriteit.

Er zijn twee woningbouwlocaties aan de rand van bestaand bebouwd gebied waaraan we constructief willen meewerken. Dat betreft plan Ilpenstein in Ilpendam, waarbij we de informatie die de raad van de initiatiefnemers kreeg (bouwen voor jongeren en ouderen) betrekken. Ontsluiting en bereikbaarheid zijn daarbij doorslaggevende factoren. Daarnaast zal het plan Overleek (een plan voor enkele woningen nabij Stolp 19) worden aangeboden aan de stuurgroep van de pilot Waterlands Wonen.

Energie en klimaat

De energievoorziening staat onder druk, zowel door de hogere prijzen als door de wereldwijde omschakeling van fossiele naar hernieuwbare energie. Ook voor inwoners van Waterland zal dit op termijn een omslag worden. Om hen daarbij te helpen en energiearmoede te voorkomen, zetten wij het huidige beleid voort. We onderzoeken in navolging van de al gemaakte afspraken in de Regionale Energie Strategie plekken waar we energie op kunnen wekken. De besluitvorming over eventuele uitbreiding van windenergie is een vrije kwestie. VVD en WaterlandNatuurlijk zijn er tegen. GroenLinks en PvdA zijn er voorstanders van.

We ondersteunen inwoners die initiatieven hebben om hun huis, straat of wijk gasloos te maken, zowel financieel als praktisch. Daarbij hebben we extra aandacht voor de complexiteit van de verduurzaming van monumentale panden.

We passen de welstandsnota aan, zodat er ook in beschermd stads- en dorpsgezicht meer mogelijkheden komen voor verduurzaming en modern onderhoud. We zetten in op isolatie van woningen, want energie die je niet gebruikt hoef je niet op te wekken. Dat doen we door middel van het opbouwen en benutten van een structureel duurzaamheidsfonds, afhankelijk van rijksgelden. Uit de financiële paragraaf blijkt dat we in afwachting daarvan de inzet van incidentele middelen voortzetten. Met woningbouwcorporaties maken wij afspraken over het isoleren en gasloos maken van woningen. Bovendien verkleint de gemeente haar eigen voetafdruk, door maatschappelijk verantwoord in te kopen.

Het klimaat verandert en daar moeten we rekening mee houden, willen we onze huizen droog houden en ervoor zorgen dat er voor onze inwoners voldoende koelteplekken zijn. De gemeente is daarvoor verantwoordelijk bij de inrichting van de openbare ruimte en heeft een voorbeeldfunctie. Daarom zorgen we dat de gebouwde omgeving daarop ingericht is door het planten van bomen, ontstening en het in stand houden van en waar mogelijk uitbreiden van het groen. Dat laatste is ook nodig om de terugloop van insecten te voorkomen. Om dit te bereiken verhogen we het budget voor het groenonderhoud.

Milieustraat

Er komt een haalbaarheidsonderzoek naar een milieustraat op de daarvoor eerder benoemde plek in Katwoude. Voor vestiging van een milieustraat aldaar is aanpassing nodig van het geldende bestemmingsplan en tijdige opzegging van de daar geldende huurovereenkomst. Wij hebben afgesproken de eerder door de raad aangenomen motie uit te voeren en het benodigde ontwerp-bestemmingsplan tot stand te brengen. Daarnaast dragen we zorg voor bewaking van de opzegtermijn van de huurovereenkomst.

In het haalbaarheidsonderzoek wordt de locatie Katwoude vergeleken met de locatie in de Purmer. Dit onderzoek richt zich op:

– Kosten: het in kaart brengen van de kosten voor inwoners en gemeente en dekking daarvan;

– Dienstverlening en serviceniveau: onder andere wachttijden en openingstijden;

– Het realiseren van een volwaardige milieustraat die alle afvalsoorten kan verwerken;

– Verkeerssituatie: verkeersveiligheid en aanrijtijden vanuit alle kernen;

– Beeldkwaliteit: passend binnen het huidige beelkwaliteitsplan;

– Mogelijkheden voor circulair centrum: bijv. tweede leven voor ingeleverde tafels/stoelen.

Het definitieve besluit tot vestiging van een milieustraat hangt af van de uitkomsten van het haalbaarheidsonderzoek.

Ondertussen vindt uitbreiding plaats van de dienstverlening door in elke kern van Waterland te starten met een vast punt om groenafval te brengen en een mobiel punt dat eens per maand bijzondere afvalsoorten ophaalt zoals klein chemisch afval en kleine huishoudelijke apparaten.

Verkeer

Verkeersveiligheid, beperken van zwaar verkeer, beperken van sluipverkeer en verkleinen van parkeerproblematiek in Waterland vormen een prioriteit. Daarvoor wordt geld uitgetrokken om de uitkomsten van gesprekken met inwoners en ondernemers zo veel mogelijk recht te doen. Het zal er ook om gaan snelheid van het verkeer in de kernen te beperken.

Openbare ruimte

Het netjes houden van de openbare ruimte krijgt meer accent. Dat betreft bijvoorbeeld het meer rollator- en rolstoelvriendelijk maken van de voetpaden en trottoirs, groenonderhoud in de kernen, maaibeleid en opruimen van plantengroei waar die niet hoort.

Sport en sporthal

De gemeente neemt de verantwoordelijkheid om sport toegankelijk te houden voor alle lagen uit de maatschappij.

Het sport- en preventieakkoord gaan we voortzetten en voortvarend uitvoeren. Ook via samenwerkingsvormen met de verenigingen. Onder andere door het voortzetten van de sportpas en het stimuleren van multifunctioneel gebruik van sportvoorzieningen en een gezonde leefstijl in sportkantines.

We bouwen een duurzame sporthal in Monnickendam die voldoet aan de normen die er zijn voor het spelen van volwaardige competities in verschillende sportdisciplines en die toegankelijk is voor alle Waterlanders. Bij de vormgeving van de ontwikkeling worden de bewoners betrokken. De ontsluiting richting de sporthal zal gebeuren via de Pierebaan. De VVD behoudt zich het recht voor om tegen de locatie Marijkeveld te stemmen.

Samenwerking

De gemeente Waterland werkt uiteraard met anderen samen om haar taken te kunnen vervullen. Daarbij wordt kritisch gekeken naar het samenwerkingsbeleid en wel op grond van de volgende criteria: direct en daadwerkelijk belang voor de inwoners van Waterland, baten en lasten, eigen draagkracht en efficiency. Over reservevorming bij gemeenschappelijke regelingen stelt de gemeente zich terughoudend op, met erkenning van het feit dat voor de verschillende regelingen maatwerk nodig is.

Financiën

De gemeente Waterland zorgt voor een sluitende begroting en een degelijke financiële discipline. Zo worden nieuwe of aanvullende taken alleen opgepakt, als de financiële dekking voldoende duidelijk is.

De gemeentelijke belastingen als OZB, rioolheffing en afvalstoffenheffing stijgen maximaal met de inflatie. Buiten wat in dit akkoord wordt benoemd worden overhevelingen naar latere jaren kritisch bezien, nu het wenselijk is om de reservepositie van de gemeente te verbeteren.

Ondanks de gunstige effecten van de herverdeling van het gemeentefonds voor Waterland blijft de financiële positie van onze gemeente punt van zorg. Wij achten het daarom ook onverantwoord om in dit akkoord extra structurele uitgaven op te nemen. Hierop is 1 uitzondering van toepassing. Voor het beheer van de openbare ruimte/groenonderhoud kiezen wij voor een verhoging van het structurele budget met 100.000 euro per jaar.

Wel achten wij het wenselijk en verantwoord om incidentele middelen in te zetten. De meerjarenbegroting biedt hiervoor voldoende mogelijkheden. Dit betreft onze ambities voor het doorgaan met een duurzaamheidsfonds en het uitvoeren van oplossingen inzake de verkeersproblematiek in onze kernen. De exacte plannen hiervoor worden later uitgewerkt. Voor de invulling van het duurzaamheidsfonds zal worden afgestemd met de (financiering van de) landelijke plannen. En voor de verkeersproblematiek zijn de voorstellen vanuit de inwoners van de diverse kernen van belang. Definitieve bedragen noemen is daarom om dit moment niet mogelijk. Wel reserveren wij op voorhand 400.000 euro voor het duurzaamheidsfonds en 400.000 euro voor de verkeersproblematiek.

Een zelfstandig Waterland: zo kan het

WaterlandNatuurlijk WaterlandNatuurlijk Waterland 30-08-2019 06:00

Waterland is een kleine gemeente. De vraag of en zo ja hoe die zelfstandig kan blijven is daar aan de orde. Deze notitie laat zien hoe een op zelfstandigheid van de gemeente gericht beleid er uit kan zien. Niet om die zelfstandigheid als zodanig, maar om de inwoners blijvend van de voordelen van kleinschaligheid te laten profiteren.

Er zijn veel, ook wetenschappelijk onderbouwde, inzichten met de strekking dat fusies van gemeenten te weinig oplossen om de veranderlasten de moeite waard te maken. Dat maakt een visie nodig over hoe de gemeente zich kan ontwikkelen om taak bekwaam te blijven en ook de opgaven van de komende jaren goed te vervullen. Middelen daarvoor: strategisch personeelsplanning voor de gemeentelijke organisatie en een toegespitst samenwerkingsbeleid jegens instanties buiten de gemeente. Dit alles vindt hierna een eerste uitwerking.

1. Aanpak voor een zelfstandig Waterland

Wie bepleit Waterland als zelfstandige gemeente te laten voortbestaan neemt op zich een beeld te geven over hoe de gemeente zich daarvoor moet ontwikkelen. Deze notitie geeft daarvoor aanknopingspunten, maar is niet het laatste woord. Als eenmaal het besluit tot zelfstandigheid is gevallen, komt er ongetwijfeld meer energie vrij voor het scheppen van antwoorden op de hier in eerste aanleg te bespreken “hoe-vraag”. Hierna een schets van de inzichten waarop de aanpak voor een zelfstandig Waterland gestoeld is, een schets van een SPP-aanpak en een aanduiding van het te voeren samenwerkingsbeleid. Ten slotte een enkele opmerking over de bestuurlijke inbedding van de voorgestelde benadering en het geld.

Met een gericht zelfstandigheidsbeleid kunnen we enkele inzichten recht doen:

Verbetering van dienstverlening aan inwoners of kostenbesparingen voor de gemeente door fusie zijn niet te verwachten. Dat komt duidelijk naar voren in de wetenschappelijke onderzoeken door het COELO ( Centrum voor onderzoek van de economie van lagere overheden) in Groningen. Zo is de druk die in regeringsstandpunten zat in de richting van fusie recent afgenomen, en de rol van de provincie in deze gesnoeid. Dat komt de eigen beslisruimte van Waterland ten goede.

Een kleine gemeente moet extra werk verzetten om bij regionale samenwerking genoeg effectief inbreng te kunnen leveren. En dan nog blijft er de vraag naar voldoende invloed, iets  wat zich deels laat oplossen als gemeenten zich meer als “klant” en minder als “eigenaar” van gemeenschappelijke organisaties opstellen; een beeld dat zich ook op rijksniveau aftekent tussen ministeries.

Een kleine gemeente kan soms nuttige “hindermacht” uitoefenen – luis in de pels zijn – als er regionaal suboptimale besluiten dreigen te vallen. Dat staat tegenover het idee als zou er meer “efficiency” in het bestuur ontstaan als er regionaal wordt samengewerkt met overdracht van bevoegdheden – tot fusie aan toe.

In kleine gemeenten kan de afstand tussen politiek en burger zonder al te veel kunstgrepen klein worden gehouden. Wat ook helpt om bijvoorbeeld hoge opkomstpercentages bij verkiezingen vast te houden: de “vervreemding” of “kloof” tussen politiek en burger verdient bestrijding. Kleinschaligheid laat ook meer ruimte voor maatwerk en meedenken met inwoners; of dat nou over WMO-voorzieningen, vergunningen of bouwwensen gaat. Bureaucratie slaat minder snel toe bij kleinschaligheid.

De vraag is niet of een grotere gemeente ook goed en democratisch zijn werk kan doen. Die vraag geeft geen zinvol gesprek, want dat kan op zich prima. Maar wie fusie bepleit, neemt op zich duidelijk te maken wat daarvoor in dit concrete geval voor de inwoners de winst zou zijn. En waarom de daaraan verbonden, zware bestuurlijke opgave de moeite waard is: waartoe de veranderlasten van fusie dragen, als er ook een pad van meer organische organisatie ontwikkeling -en verbetering mogelijk is? En waarom zouden de wetenschappelijke bevindingen van het COELO hier niet geldig zijn? Waartoe de bij ingrijpende reorganisaties onvermijdelijke kosten maken en het daarbij minstens tijdelijk inzakken van dienstverleningskwaliteit aanvaarden?

Het is bizar om landelijk eerst decentralisaties in het sociale domein door te voeren – met als hoofdargument de voorzieningen dichter bij de burger te brengen –  om vervolgens die afstand weer groter te maken door gemeenten samen te laten klonteren.

Het maken van passend beleid voor afzonderlijke kernen in de gemeente is eenvoudiger als er mensen uit die kernen in het gemeentebestuur zitten. Want al is de “identiteitsbeleving” in kernen niet afhankelijk van de omvang van de gemeente  (zo is onderzocht), bij grotere gemeenten vormt zich makkelijker bureaucratie: dat is daar moeilijker tegen te gaan.

De jarenlange onzekerheid over de bestuurlijke toekomst van Waterland heeft er onvermijdelijk aan bijgedragen, dat in de bemensing en in het onderhoud van de ambtelijke organisatie een achterstand is ontstaan. Het is dan ook een goede zaak dat de huidige coalitie de P&O-portefeuille bij een wethouder heeft belegd: het is een politieke zaak geworden. Zoals het ook essentieel is deze discussie nu voor langere tijd te gaan beslechten. De ambtelijke organisatie is immers – onder meer – “gereedschap” voor de politiek.

De “vernetwerking” van de samenleving gaat voort. En er liggen in de sfeer van klimaatbeleid/duurzaamheid, ruimtelijke ordening en sociaal domein nieuwe of betrekkelijk nieuwe opgaven. Daarop zal een gemeentelijke organisatie een antwoord moeten helpen geven, ook die van Waterland. Dat omvat het vinden van een nieuwe balans in “zelf doen in eigen zeggenschap” en “samen doen met gedeelde, daadwerkelijke zeggenschap”, alsmede “uitbesteden als opdrachtgever” en mengvormen daarvan. In die balans spelen zowel andere overheden als de markt een rol.

Een sleutel voor het zijn van een hoogwaardige gemeente ligt bij het gemeentelijke personeel. Zowel in de beleidsvoorbereiding, in de uitvoering als in de bijsturing van beleid.

Verbetering in bestuurskracht zal vooral ook een zaak blijven van een verantwoorde selectie van politieke bestuurders en van ordelijk en gedisciplineerd gedrag in het omgaan met de bewoners en hun wensen. En vraagt van ambtenaren en politiek het verder uitbouwen van netwerkvaardigheden.

3. SPP-aanpak: “ist” en “soll” en kwaliteitsmanagement

In lijn met wat sinds enkele jaren ook op rijksniveau gebruikelijk wordt, behoeft de gemeente Waterland een “strategisch personeelsbeleid”. Dus werken met een strategisch personeelsplan (SPP). Dat bevat een planmatige aanpak voor het koppelen van de personele capaciteit en de gemeentelijke taakvervulling. Veel documentatie die dit proces voeden kan, is met de eerder gedane onderzoeken in Waterland ook al voor handen.

De startvraag is: wat zijn naar verwachting over 4 jaar de gemeentelijke taken? Dan de vraag: welke competenties zijn daarvoor in welke omvang ruwweg nodig? Dat geeft een “plaatje” over “soll”. En er is de tussenvraag: welke taken gaat/blijft de gemeente behartigen met poolvorming voor expertise met andere organisaties en wat besteedt de gemeente uit – dat inclusief het vorm geven aan professioneel opdrachtgeverschap dat weer “binnen” blijft?  Het antwoord op deze vraag leidt tot iets als “soll” binnen de eigen organisatie” en “soll buiten”.

De tweede vraag is: wat hebben we nu en binnenkort voor competenties in huis? Dat geeft het plaatje over “ist”.

Vervolgens is er de vraag: hoe ziet het pad van “ist” naar “soll” er uit? Wat gaat de gemeente doen om dat pad te bewandelen?

Voor het pad van ïst” naar “soll” zijn instrumenten beschikbaar: competentie management aan de hand van onderkende behoeften van de organisatie, opleidingsbeleid om die competenties ook in huis te halen, beloningsbeleid, rechtspositionele afspraken om medewerkers te boeien en binden. Zorg ook voor “meervoudige inzetbaarheid” van mensen. In een kleine gemeente met “1-pittters” verdient immers de vervangbaarheid van mensen extra aandacht. En een brede inzetbaarheid dient ook het belang van de loopbaan van betrokkenen.

De documentatie van dit alles vindt zijn neerslag in een door het college gehoord de ondernemingsraad vast te stellen SPP dat ter kennisneming naar de gemeenteraad gaat. Dat geeft houvast bij de ontwikkeling van de organisatie en dient transparantie. Het geeft ook een college documentatie om naar de gemeenteraad grenzen aan de ambtelijke mogelijkheden te legitimeren.

Ook verdient het overweging om in het SPP sleutelfuncties in de ambtelijke organisatie te benoemen. Het gaat dan om “strategische sleutelmedewerkers”: mensen die een grondige kennis hebben van een beleidsveld en ook regionaal inzetbaar zijn. Om vervolgens de betreffende functionarissen ook met beloningsinstrumenten, al dan niet gecombineerd, te binden. Daarbij kunnen instrumenten als uitloopschaal, functioneringstoelage, arbeidsmarkttoelage, buitentijdvenster toelage, overwerkregeling en toelagen voor uitstekend functioneren/bijzondere prestatie, en afspraken over opleiding en binding een rol spelen. Dat is nodig om te ondervangen, dat grote gemeenten duurdere mensen aan kunnen trekken.

Het boeien en binden van “strategische sleutelmedewerkers” maakt er ruimte voor, dat Waterland als kleine gemeente ook een “kweekvijver functie” heeft. Waarbij de “verder gezwommen” ambtenaren later ook deel kunnen zijn van het gemeentelijke netwerk.

Een investering in de arbeidsmarkt communicatie van Waterland zal zijn vruchten af kunnen werpen. Een kleine gemeente brengt meer beslisruimte voor individuele medewerkers, geeft hun meer directe interactie met inwoners en biedt de kans op direct contact met politieke beslissers. De ervaring zich thuis te voelen komt in een kleinere werkgemeenschap makkelijker tot stand. Zo ook individuele aandacht, zowel sociaal op de werkvloer als tussen medewerkers en managers. Dit zijn waarden waarmee de gemeente zich als werkgever profileren kan.

En waar enerzijds het vast houden van goede mensen van belang is, dient het ook de reputatie van de gemeente als werkgever om in het personeelsmanagement ruimte te maken voor opleidingsacties die uiteindelijk de ambtenaar op een andere plek brengen. Zo is het goed om het andere jaar als deel van de normale personeelszorg medewerkers en managers samen te laten kijken naar de toekomst.

Dan zijn er enkele stukjes (organisatie-)beleid die de gemeente verder in zijn kracht kunnen zetten. Dat omvat het onderhouden van een goede relatie met de ondernemingsraad en het benutten van wat daar aan expertise voor handen is. Dat omvat een licht maar strak inzetten van kwaliteitsmanagent – wat goed kan met afgeslankt benutten van het INK-model, medewerker tevredenheidsonderzoek, en het organiseren van klant/relatie feedback. Dat gaat om het maken en uitvoeren van een opleidingsplan, in samenhang met de personeelsgesprekken. Opleiding waarin het accent meer op interactie met de bewoners en op het behartigen van regietaken komt te liggen. Dat betreft ook een gericht wervingsbeleid. En exitgesprekken met vertrekkende mensen, om hun feedback te krijgen; wat gezien de schaal van Waterland in principe goed kan met de P&O-wethouder. Zaken die deels al gebeuren, maar die meer vanuit 1 samenhangend denkraam kunnen worden behartigd.

Ook is het goed om goed te kijken naar verschillende beleidscycli die de gemeente onderhoudt – en daarvoor waar mogelijk met buurgemeenten de inzet van ambtelijke capaciteit af te stemmen. Het inzetten van RO-expertise is bijvoorbeeld deels planbaar, zeker als het de evaluatie en eventuele bijsturing van collegebeleid bij bouwinitiatieven betreft. De leerplichtrapportage hoeft bijvoorbeeld niet elk jaar even zwaar vorm te krijgen. Breder: het schept in het algemeen goede ruimte als de frequentie van rapportages wordt afgestemd op de tijd die het nou eenmaal kost om verbeteringen tot stand te brengen. Ook de vorm van tussentijdse rapportages kan helpen: een trend is om te werken met “one page papers”: een vorm die dwingt tot het maken van onderscheid in wat voor de ontvanger de hoofd -en bijzaken zijn.

Benutting van het SPP en de genoemde instrumenten, ook in hun samenhang, is een managementtaak. Het lijkt goed om te checken in hoeverre de zittende managers daarvoor zijn toegerust en eventueel hun op te dragen zich bij te laten spijkeren. Ook is het van groot belang om met leidinggevenden te werken die bereid en in staat zijn om zich voor een zelfstandig Waterland in te zetten.

In samenhang met wat hiervoor over SPP -en kwaliteitsmanagement werd gezegd, is het van belang voor een zelfstandig Waterland scherp te hebben, hoe het samenwerkingsbeleid er uit ziet. In de loop van 2020 zouden alle al bestaande samenwerkingsrelaties moeten worden bezien op de in dat beleid te hanteren criteria voor doelmatig en doeltreffend samenwerken. Het gaat om aandacht voor het volgende:

Samenwerkingsverbanden die bestaan wegens een wettelijke verplichting beperken zich tot hun wettelijke kerntaken.

Samenwerking heeft een noodzaak en brengt toegevoegde waarde voor de taakuitoefening. Dat met inbegrip van de werksituatie en loopbaankansen van de betrokken werknemers.

Samenwerking kan stoelen op het gegeven dat sommige expertise zelden nodig is, zodat het in huis in stand houden ervan ondoelmatig is.

Aannemelijk is, dat er sprake is van optimaliseren van de kwaliteit van dienstverlening aan inwoners, ambtenaren en lokale politiek.

Kostenbesparing.

Samenwerking met private marktpartijen vind plaats op basis van – vooral financieel – scherp afgebakende en gespecificeerde opdrachten. Publiek–private samenwerking zal steeds een duidelijke tijdshorizon kennen.

Borgen van continuïteit bij de gemeente door goed opdrachtgeverschap: een ontwikkelpunt als bij veel overheidsorganisaties. Versterking van privaatrechtelijke expertise is hier nodig.

In tact laten van de eigen verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de gemeente.

Het bezien van de bestaande relaties aan de hand van de hier genoemde criteria of gezichtspunten leidt tot een rapportage die mee loopt met de ontwerpbegroting 2021 en eventueel tot initiatieven voor verandering in die relaties en/of bijstelling van de “nota verbonden partijen”.

Het college stelt bij het aangaan van nieuwe samenwerkingsverbanden tenminste de gemeenteraad in de gelegenheid daar zijn mening over te geven. En dat geldt ook bij beëindigen van samenwerkingsrelaties.

Het vergroten van de impact van de gemeente in de regio valt te ondersteunen door coalitievorming vanuit de gemeenteraad op issues met andere gemeenteraden, in de lijn waarin dat nu met de GGD ontstaat. En door krachtig verder te gaan met soorten samenwerking en afstemming als recent nog tussen de burgemeesters van Landsmeer en Waterland in de Veiligheidsregio. Ondersteuning van de rol van de gemeente als regionale speler komt vooral van de “strategische sleutelmedewerkers”.

Het verdient overweging om de bestaande Klankbordgroep (KBG) van de gemeenteraad voor de bestuurlijke toekomst van Waterland om te vormen tot een “Klankbordgroep ontwikkeling gemeentelijke organisatie”. Dat doet recht aan enerzijds de wens om vanuit de Raad betrokken te blijven bij de ontwikkeling van het ”gereedschap van de politiek” terwijl tevens het uitgangspunt tot zijn recht komt dat het hier vooral gaat om bevoegdheden van het college.

Een eerste ontwerp of outline van een SPP zou zich daar wellicht in mei 2020 laten bespreken. En verdere implementatie van instrumenten van kwaliteitszorg kan daar vanaf de start worden gevolgd. Wat ook geldt voor het verder op te tuigen samenwerkingsbeleid. Het zal in die KBG vooral gaan om mee kijken en mee denken. En een enkele keer om initiatief tot bijsturing.

Ook in de begroting zal de zelfstandigheid van Waterland een rol spelen. In het voorgaande zijn al enkele kansen voor doelmatigheidsverhoging aangeduid  –al zal dat niet uitputtend zijn- en er is het tenminste te handhaven opleidingsbudget. Dekking van autonomiekosten is voorts mogelijk bij keuzes voor het meer kostendekkend maken van enkele leges en/of verhogen van lokale heffingen als de OZB. Maatregelen die overbodig kunnen blijken – waarbij slechts een overbruggingsfinanciering nodig blijft – als het optimisme van het college over TEO (Thermische Energie uit Oppervlaktewater) bij het Galgeriet bewaarheid wordt.

Harm Scheepstra, fractie Waterland Natuurlijk

Monnickendam, augustus 2019

Persbericht over de bestuurlijke toekomst van de gemeente Waterland

WaterlandNatuurlijk WaterlandNatuurlijk VVD Waterland 07-05-2019 10:39

De fracties van VVD en WaterlandNatuurlijk van de gemeenteraad van Waterland bereiden naar aanleiding van de kick-off sessie over de bestuurlijke toekomst van Waterland vragen voor aan het College. De twee fracties hebben goede antwoorden nodig, willen ze bereid zijn in de raadsbrede klankbordgroep te blijven zitten. Op dit moment dreigt het beeld te ontstaan, dat de consultatie van de inwoners een wassen neus wordt.

Met de kickoff-sessie werd enkele weken terug een begin gemaakt met de consultatie van de inwoners over de vraag “zelfstandig blijven of fuseren”.  Anders dan in deze fase afgesproken was, heeft het college deze vraag niet open en neutraal neergezet. En dat kan inwoners van Waterland het gevoel geven dat de consultatie weinig te betekenen heeft.

Hoewel de verantwoordelijke wethouder en de burgemeester de toehoorders verzekerden, dat er nog geen beslissing is genomen, was de presentatie scheef. Dat zat niet zozeer in wat de 2 collegeleden zelf gezegd hebben, maar wel in het optreden op deze avond van een burgemeester van een fusiegemeente met meer dan maar liefst 20 kernen. Vol trots vertelde deze dame dat er door een fusiegemeente dingen tot stand kwamen, die voor de fusie niet mogelijk waren gebleken. Dat gaf naar het oordeel van de 2 fracties een vertekend beeld, nu immers bestuurskracht niet zozeer af hangt van de schaal van een gemeente, als wel van de kwaliteit van de bestuurders en de verhoudingen in een gemeenteraad.

Nu de consultaties van de bewoners met de dorps -en kernraden op maandag 13 mei van start gaan, willen de fracties de eerstvolgende besluitvormende raadsvergadering het college bevragen. Doel daarvan zal zijn buiten twijfel te stellen, dat deze consultaties de dit najaar te nemen beslissing inderdaad kunnen beïnvloeden.

Weinig bekend is, dat het regeringsbeleid recent is aangepast. Bij de vraag naar fusie of niet is de mening van de gemeenten zelf nu veel belangrijker geworden. Dat is een reden te meer om de inwoners op te roepen om de bijeenkomsten bij te wonen die de gemeenten deze 2 maanden in de kernen organiseert. En om zich dan ook te laten horen.

Standpunten Galgeriet

WaterlandNatuurlijk WaterlandNatuurlijk VVD PvdA Waterland 05-02-2019 13:45

Beleidstandpunt WaterlandNatuurlijk over het Galgeriet

Nu het Stadsdebat over het Galgeriet heeft plaats gevonden, is het tijd voor de politiek om tot standpunten te komen over hoe het Galgeriet tot woonwijk moet worden. WaterlandNatuurlijk komt nu met zijn visie, om effectief mee te kunnen doen in dat gesprek.

1. Project Galgeriet moet voort en werken in 3 fases is uitgangspunt

De gemeenteraad van Waterland is unaniem voorstander van de ontwikkeling van het Galgeriet tot een volwaardige wijk. De raad gaat het de komende maanden nog hebben over stedenbouwkundige eisen, bestemmingsplan en grondexploitatie. Werken in 3 fasen bij het tot stand brengen van de wijk betekent enerzijds dat de ontwikkeling overzichtelijk blijft en anderzijds dat er niet te vaak en in te veel detail bestuurlijke drukte ontstaat. Ook dient tenminste per fase een afrekening opmaken en afwerken het belang van de gemeente. Streven naar ruim 600 woningen is ok, mits dat gebeurt binnen de hierna genoemde voorwaarden. Daarbij telt, dat het volgens het college gaat om rond  580 woningen, met voorts rond de 40 kleinere units voor jongerenwoningen.Fase 1: 40% sociaal en 10% sociaal plus

2. Fase 1: 40% sociaal en 10% sociaal plus

De gemeente moet in het contact met de commerciële partners stevig waarborgen, dat de sociale woondoelstellingen ook worden gehaald. Eerst met een lager percentage sociaal werken is niet in het belang van de bewoners, die met reden urgentie ervaren bij het tot stand komen van sociale bouw. In fase 1 moet de gemeente daarom wat “strenger” zijn en niet de gebruikelijke “30 sociaal en 10 sociaal plus ( 30/10)” claimen, maar wat hoger gaan zitten: 40/10. Later is dan wat duurdere bouw mogelijk, omdat de 30/10 norm voor het totale gebied geldt. Aannemers die vertrouwen hebben in het project kunnen daar geen bezwaar tegen maken.P

3. Benutting instrument “sociale erfpacht” om sociale woningen ook sociaal te houden

Van andere gemeenten valt te leren hoe er voor te zorgen, dat sociale woningen niet al te makkelijk door verkoop aan hun bestemming worden onttrokken. De fracties van PvdA, VVD en WaterlandNatuurlijk hebben daarvoor het voorstel gedaan gemeentelijke grond in erfpacht uit te geven om op te bouwen. Dat maakt het mogelijk om via de heffing van erfpacht mensen die niet (meer) aantonen over een voldoende bescheiden inkomen te beschikken, te ontmoedigen in zo een woning te komen of blijven. WN meent, dat dit instrument en/of een ander overtuigend middel moet worden ingezet om het ontstaan van scheef wonen tegen te gaan en de woningen sociaal te houden. Eenvoudige “kettingbedingen” volstaan

4. Geen hotel, wel jongerenwoningen

Aan een hotel op het Galgeriet is volgens WaterlandNatuurlijk geen behoefte.  Dat te meer, nu de gemeente zich inzet voor de ontwikkeling van het Mirror Hotel op het Hemmeland. Een project dat overigens al jaren lijdt onder gebrek aan bestuurlijke slagvaardigheid. Een dergelijk type gebouw op het Galgeriet  zou zich beter lenen voor jongerenwoningen: sowieso een prioriteit.

5. Supermarkt: maximaal 1200 vierkante meter

Het vestigen van een supermarkt in deze wijk is redelijk. En dat bouwt ook voort op wat  de gemeente daar – na heel veel gedoe – over heeft gezegd.  De omvang ervan kan 1200 vierkante totaal meter zijn; vloeroppervlak inclusief de muren. Dat maakt een stevige vestiging mogelijk, maar brengt tevens een gezonde grens aan in de hoeveelheid oppervlak die aan woningbouw moet worden onttrokken. Voor de winkel zelf en de parkeerruimte. Iets wat er nog meer toe doet, als de bouwhoogte binnen redelijke perken wordt gehouden. Ook blijven de verkeersbewegingen dan wat geringer in aantal dan bij een grotere winkel.

6. Ruimte voor wijkleven en cultuur

Er ontstaat een volwaardige wijk. Dat legitimeert ook het scheppen van een ruimte met het karakter van iets als een dorpshuis en cultureel centrum. Dat ook voor koor –en verenigingsleven: men denke aan Con Brio en bijvoorbeeld toneelverenigingen.

7. Aansluiting bij het stadsbeeld van Monnickendam

In de presentaties door het College van B&W is de indruk gewekt, dat op zaken als aanzicht door steensoorten/bouwmaterialen, kleurgebruik, groenvoorziening, variatie in bouwhoogtes en type bouwwerken (verfijnder, meer robuust), relatie met het water,  zichtlijnen en verkeersbewegingen, een goede focus bestaat. Ook wordt gepoogd om de visuele aansluiting met de rest van Monnickendam passend te maken. Daar zal de gemeente  strak op moeten sturen.  Dit betekent onder meer, dat de maximale  bouwhoogte geen 27 meter mag worden.  18 meter (6 verdiepingen of 5 plus een kap) is voldoende. Een “Almere-aanzicht” vanaf land of water past niet bij Monnickendam.  De maximale hoogte mag wat WaterlandNatuurlijk betreft op een viertal plaatsen ontstaan, en dan niet aan de kant van het Prooyen. En wel als accent in een gevarieerd aanzicht.

8. Gasloos bouwen en benutting van de warmte van het water rondom, alsmede van zonnepanelen

Reële verdeling opbrengst tussen ontwikkelaars en gemeente; geen “zakkenvulproject” voor wie dan ook

9. Reële verdeling opbrengst tussen ontwikkelaars en gemeente; geen “zakkenvulproject” voor wie dan ook

De inwoners van Waterland zullen zeker in de bouwperiode voor wat hinder verdraagzaam moeten zijn. Dat is beter uit te leggen met een passende opbrengst voor de gemeenschap. En die ontstaat bij gezond tegenspel ten opzichte van de commerciële partijen.

10. Geen verdere risico acceptatie door de gemeente; de bestaande en forse kredieten die de Raad tot en met oktober 2018 beschikbaar stelde zijn het kader

Dit uitgangspunt betreft financiële discipline. De gemeente moet – zeker nu – op zijn geld passen en geen verdere risico’s nemen.

11. Het Hemmeland blijft verder in tact

Bij het circusterrein blijft in de komende jaren tegen de dijk wel plaatsing van de milieustraat denkbaar.

Standpunten Galgeriet

WaterlandNatuurlijk WaterlandNatuurlijk VVD PvdA Waterland 05-02-2019 13:45

Beleidstandpunt WaterlandNatuurlijk over het Galgeriet

Nu het Stadsdebat over het Galgeriet heeft plaats gevonden, is het tijd voor de politiek om tot standpunten te komen over hoe het Galgeriet tot woonwijk moet worden. WaterlandNatuurlijk komt nu met zijn visie, om effectief mee te kunnen doen in dat gesprek.

1. Project Galgeriet moet voort en werken in 3 fases is uitgangspunt

De gemeenteraad van Waterland is unaniem voorstander van de ontwikkeling van het Galgeriet tot een volwaardige wijk. De raad gaat het de komende maanden nog hebben over stedenbouwkundige eisen, bestemmingsplan en grondexploitatie. Werken in 3 fasen bij het tot stand brengen van de wijk betekent enerzijds dat de ontwikkeling overzichtelijk blijft en anderzijds dat er niet te vaak en in te veel detail bestuurlijke drukte ontstaat. Ook dient tenminste per fase een afrekening opmaken en afwerken het belang van de gemeente. Streven naar ruim 600 woningen is ok, mits dat gebeurt binnen de hierna genoemde voorwaarden. Daarbij telt, dat het volgens het college gaat om rond  580 woningen, met voorts rond de 40 kleinere units voor jongerenwoningen.Fase 1: 40% sociaal en 10% sociaal plus

2. Fase 1: 40% sociaal en 10% sociaal plus

De gemeente moet in het contact met de commerciële partners stevig waarborgen, dat de sociale woondoelstellingen ook worden gehaald. Eerst met een lager percentage sociaal werken is niet in het belang van de bewoners, die met reden urgentie ervaren bij het tot stand komen van sociale bouw. In fase 1 moet de gemeente daarom wat “strenger” zijn en niet de gebruikelijke “30 sociaal en 10 sociaal plus ( 30/10)” claimen, maar wat hoger gaan zitten: 40/10. Later is dan wat duurdere bouw mogelijk, omdat de 30/10 norm voor het totale gebied geldt. Aannemers die vertrouwen hebben in het project kunnen daar geen bezwaar tegen maken.P

3. Benutting instrument “sociale erfpacht” om sociale woningen ook sociaal te houden

Van andere gemeenten valt te leren hoe er voor te zorgen, dat sociale woningen niet al te makkelijk door verkoop aan hun bestemming worden onttrokken. De fracties van PvdA, VVD en WaterlandNatuurlijk hebben daarvoor het voorstel gedaan gemeentelijke grond in erfpacht uit te geven om op te bouwen. Dat maakt het mogelijk om via de heffing van erfpacht mensen die niet (meer) aantonen over een voldoende bescheiden inkomen te beschikken, te ontmoedigen in zo een woning te komen of blijven. WN meent, dat dit instrument en/of een ander overtuigend middel moet worden ingezet om het ontstaan van scheef wonen tegen te gaan en de woningen sociaal te houden. Eenvoudige “kettingbedingen” volstaan

4. Geen hotel, wel jongerenwoningen

Aan een hotel op het Galgeriet is volgens WaterlandNatuurlijk geen behoefte.  Dat te meer, nu de gemeente zich inzet voor de ontwikkeling van het Mirror Hotel op het Hemmeland. Een project dat overigens al jaren lijdt onder gebrek aan bestuurlijke slagvaardigheid. Een dergelijk type gebouw op het Galgeriet  zou zich beter lenen voor jongerenwoningen: sowieso een prioriteit.

5. Supermarkt: maximaal 1200 vierkante meter

Het vestigen van een supermarkt in deze wijk is redelijk. En dat bouwt ook voort op wat  de gemeente daar – na heel veel gedoe – over heeft gezegd.  De omvang ervan kan 1200 vierkante totaal meter zijn; vloeroppervlak inclusief de muren. Dat maakt een stevige vestiging mogelijk, maar brengt tevens een gezonde grens aan in de hoeveelheid oppervlak die aan woningbouw moet worden onttrokken. Voor de winkel zelf en de parkeerruimte. Iets wat er nog meer toe doet, als de bouwhoogte binnen redelijke perken wordt gehouden. Ook blijven de verkeersbewegingen dan wat geringer in aantal dan bij een grotere winkel.

6. Ruimte voor wijkleven en cultuur

Er ontstaat een volwaardige wijk. Dat legitimeert ook het scheppen van een ruimte met het karakter van iets als een dorpshuis en cultureel centrum. Dat ook voor koor –en verenigingsleven: men denke aan Con Brio en bijvoorbeeld toneelverenigingen.

7. Aansluiting bij het stadsbeeld van Monnickendam

In de presentaties door het College van B&W is de indruk gewekt, dat op zaken als aanzicht door steensoorten/bouwmaterialen, kleurgebruik, groenvoorziening, variatie in bouwhoogtes en type bouwwerken (verfijnder, meer robuust), relatie met het water,  zichtlijnen en verkeersbewegingen, een goede focus bestaat. Ook wordt gepoogd om de visuele aansluiting met de rest van Monnickendam passend te maken. Daar zal de gemeente  strak op moeten sturen.  Dit betekent onder meer, dat de maximale  bouwhoogte geen 27 meter mag worden.  18 meter (6 verdiepingen of 5 plus een kap) is voldoende. Een “Almere-aanzicht” vanaf land of water past niet bij Monnickendam.  De maximale hoogte mag wat WaterlandNatuurlijk betreft op een viertal plaatsen ontstaan, en dan niet aan de kant van het Prooyen. En wel als accent in een gevarieerd aanzicht.

8. Gasloos bouwen en benutting van de warmte van het water rondom, alsmede van zonnepanelen

Reële verdeling opbrengst tussen ontwikkelaars en gemeente; geen “zakkenvulproject” voor wie dan ook

9. Reële verdeling opbrengst tussen ontwikkelaars en gemeente; geen “zakkenvulproject” voor wie dan ook

De inwoners van Waterland zullen zeker in de bouwperiode voor wat hinder verdraagzaam moeten zijn. Dat is beter uit te leggen met een passende opbrengst voor de gemeenschap. En die ontstaat bij gezond tegenspel ten opzichte van de commerciële partijen.

10. Geen verdere risico acceptatie door de gemeente; de bestaande en forse kredieten die de Raad tot en met oktober 2018 beschikbaar stelde zijn het kader

Dit uitgangspunt betreft financiële discipline. De gemeente moet – zeker nu – op zijn geld passen en geen verdere risico’s nemen.

11. Het Hemmeland blijft verder in tact

Bij het circusterrein blijft in de komende jaren tegen de dijk wel plaatsing van de milieustraat denkbaar.

Algemene beschouwing

WaterlandNatuurlijk WaterlandNatuurlijk CDA Waterland 16-11-2018 12:30

De algemene beschouwingen zijn, zoals altijd, hét moment om zowel terug als vooruit te kijken.

Laten we beginnen met terugkijken:

Afgelopen voorjaar waren de verkiezingen voor een nieuwe gemeenteraad.

Een prachtige opkomst. Er viel ook echt wat te kiezen.

Veel onderwerpen hielden de inwoners bezig.

 Ophalen van de afvalstromen, of zoals tegenwoordig genoemd wordt, grondstoffen.

 De ontwikkelingen op het Galgeriet

 De financiële positie van de gemeente.

 En zeker niet te vergeten het al dan niet zelfstandig blijven van onze gemeente

Over dit laatste punt hebben verschillende partijen zich vooraf ook duidelijk uitgesproken, zowel in de debatten tijdens de raadsvergaderingen als ook bij de verkiezingsdebatten in de verschillende kernen.

Deze laatste debatten waren ook bij omroep Pim te volgen en dat werd ook massaal gedaan.

Bij één debat was helaas de omroep niet aanwezig. Daardoor zijn er ook geen opnames om terug te kijken. En laat nu juist tijdens dát debat de woordvoerder van het CDA klip en klaar aangeven dat zij staan achter het zelfstandig blijven van Waterland.

WN is daarom ook zeer teleurgesteld over het vervolg van de coalitieonderhandelingen. Met een klinkende overwinning van ruim 170% hadden wij graag meegedaan in een nieuw te vormen college.

Echter juist op het onderwerp behouden van de zelfstandigheid konden het CDA en WN elkaar niet vinden.

Dus voor de fractie van WN betekent dit terug naar de oppositiebank.

Ook nu blijven wij constructief doch kritisch meedenken.

Vlak voor de verkiezingen bleek dat de gemeente er financieel veel minder goed voorstaat dan eerder gedacht. Eind 2013 hadden wij nog een reserve van 12 miljoen. Nu we de begroting voor 2019 bespreken neemt het bedrag alleen maar verder af tot nog maar iets meer dan €3,5 miljoen. Opvallend is dat dit ook het bedrag is dat gevraagd wordt voor een nieuwe gemeentewerf.

Waar is al dat geld gebleven? Heeft de burger hier veel voor teruggezien?

Voor ons ligt de begroting voor het komende jaar.

Is er al duidelijkheid over het oplossen van de zo vlak voor de verkiezingen geconstateerde tekorten?

Nee.

Maakt het college even pas op de plaats?

Wederom nee.

Er worden grote bedragen uitgegeven: renovatie van de Bolder, verplaatsen van de gemeentewerf en de milieustraat, renovatie en deels nieuwbouw van de Havenrakkers in Broek.

Allemaal legitieme zaken, maar de ambities zijn wel erg hoog. Dit college wil graag het beste jongetje van de klas zijn en trekt daarvoor flink de portemonnee. Veel van de kosten zijn duurzaamheidsmaatregelen en dan beduidend meer dan wat wettelijk noodzakelijk is.

Wat WN betreft is dat, gezien de onduidelijke financiële situatie niet verantwoord. Of is het juist de bedoeling? Is dit een opmaat naar fusie. Immers een gemeente die het financieel niet kan bolwerken zal op moeten gaan in een groter geheel.

Voor ons en onze kiezers het nachtmerrie scenario. Bij veel inwoners was de vorige fusie, in 1991, al een brug te ver.

Het mag dus duidelijk zijn dat WN niet akkoord kan gaan met een gemeentelijke herindeling, tenzij er héél duidelijk is dat er absoluut géén andere mogelijkheid is.

Onder “geen andere mogelijkheid” verstaan wij duidelijk niet een door inadequaat beleid veroorzaakt financieel tekort.

Wij volgen dan ook kritisch de onderzoeken die dit college gaat doen.

Wij vragen wel om in de onderzoeken de mening van de inwoners mee te nemen en dan niet alleen een selecte groep, nee alle inwoners moeten zich kunnen uitspreken.

“Genomen raadsbesluiten worden in de nieuwe collegeperiode gerespecteerd” staat er te lezen in de aanbiedingsbrief van de begroting 2019.

Wat een gotspe! Ik zeg zebrapaden plus de beloofde subidie aan de dorpshuizen en paracommerciele instellingen.

Dit college draait haar hand niet om voor een paar miljoen extra voor scholen, de Bolder, een nieuwe gemeentewerf voor €3,5 miljoen, milieustraat en het Galgeriet. Op zich legitieme doelen maar wat minder luxe kan best. Voor de zebrapaden geen €22.000 en voor de instellingen geen €8.000. Het is overigens nog maar de vraag of het terugbrengen van de zebrapaden echt €22.000 moet kosten.

Als een raadsbesluit “technischs onuitvoerbaar” is dan respecteer je als college dat er een raadsuitspraak ligt. Dan kom je terug naar de raad met een voorstel wat wel kan. Nee, dit college zet de dorpshuizen en de instellingen in de kou. En dit moet de raad lezen in de begroting. Niks terugkoppelen.

Hoe betrouwbaar zijn partijen die eerst de motie mee indienen en nu, in een nieuwe samenstelling, hun eigen motie afvallen? In de politiek bestaat daar één woord voor.

Dan de voorliggende begrotingsstukken: Deze Raad toont zich flexibel in de aanpak om tot een vastgestelde begroting te komen. Maar koos geen proces met op voorhand een tweevoudige voorbereidende bespreking. Het college beperkte zich, al was anders afgesproken tussen de fractievoorzitters, tot een technische voorlichtingsavond, waar naar ons oordeel geen behoefte aan was. We vinden een grondig beleidsgesprek nodig. De vraag is dan ook aan elk van de coalitiefracties waarom er anders, dan afgsproken met de factievooritters is gehandeld. Is hier door iets of iemand druk uitgeoefend?

De antwoorden op onze vragen en het bezuinigingsmemo vormen de slechtste prestatie die we voor dat doel ooit kregen van enig college. Waarom zo veel vragen onbeantwoord gelaten of ontweken? Op ongeveer 47 van de 213 vragen kwam geen antwoord: en dan gaat het slechts sporadisch om techniek maar om beleid, het politieke beleid. Waarom een memo met bezuinigingen zonder een toelichting, ook geen nagezonden toelichting? Dat willen we graag van het College weten.

Voorts: we lezen in de antwoorden, dat elke begroting een momentopname is. Technisch is dat juist.

Als wij vragen stellen over aantal woningen dat gerealiseerd moet gaan worden blijft het college opvallend genoeg het C-veld op Marken noemen. Terwijl op het moment van beantwoording toch al bekend was dat de ontwikkelaar zich heeft teruggetrokken. Hoe realistisch zijn de cijfers in de stukken? Heeft het college voor de antwoorden wel het juiste moment gekozen?

Wat wij bij deze momentopname niet terugvinden zijn toch flinke bestedingen die het college aan de raad heeft voorgesteld, zoals de €3,5 miljoen voor de gemeentewerf.

Het college rekent zich mogelijk rijk met de verwachte opbrengsten voor het Galgeriet. In de beantwoording legt u bij verschillende ontwikkelingen een duidelijke relatie met deze opbrengsten. Ik noem de renovatie van de sportvelden en sporthal.

Een belangrijk onderwerp voor onze inwoners is de aangekondigde verhuizing van de milieustraat. Tijdelijk was het uitgangspunt. Maar wat blijkt nu? Ineens zijn alle opties over de definitieve locatie open. WaterlandNatuurlijk heeft hier al voor gewaarschuwd. Weg is weg. Krijgen wij gelijk? Dat weten we pas over 5 jaar en dan is het hopelijk niet te laat.

Is het geen zaak om allereerst de algemene reserve weer op peil te brengen. Iedere burger weet dat je te allen tijde een appeltje voor de dorst moet hebben. Waarom dit college dan niet?

Het getuigt niet van bestuurskracht als er geen voorstellen op tafel liggen om de ontstane tekorten op bv het sociaal domein terug te dringen. Dit geeft ook heel veel onzekerheid bij onze inwoners. Hoe wordt dit opgelost? Krijgen zij nog wel de zorg die zij nodig hebben?

Op het moment dat aan de raad werd meegedeeld dat er tekorten waren is er gevraagd of 2018 geen verloren jaar ging worden. Welnu WaterlandNatuurlijk vraagt zich serieus af of ook 2019 geen verloren jaar gaat worden.

Na ingrijpen van de provincie zijn er ineens wel bezuinigingsvoorstellen op tafel gekomen. Knap werk van de ambtelijke organisatie. Al is er geen duidelijke invulling gegeven in hoe en waar we precies kunnen bezuinigen. Dat is duidelijk een taak van de politiek en niet van de ambtenaren.

De ambtenaren die hier het ondersteunende werk bij doen, verdienen meer nog dan in andere jaren complimenten. Daar zit in elk geval slagvaardigheid genoeg.

De politiek maakt de keuzes. Dus college, waarom is er nog geen concreet voorstel over hoe, waar en hoeveel u denkt te kunnen bezuinigen?

Een begroting vaststellen waarin weinig tot geen concrete voorstellen liggen tot bezuiniging getuigt niet van bestuurskracht. Komt een vrijwillige keuze om zelfstandig te blijven hierdoor niet in gevaar?

Hoe ziet het college dit en ook hoe zien de coalitiepartijen dit?

De conclusie van WaterlandNatuurlijk mag duidelijk zijn. Het college krijgt voor deze begroting geen voldoende. Het is nog maar de vraag of u overgaat.

Wij laten het van de inhoudelijke behandeling en beantwoording van de politieke vragen afhangen of wij vóór deze begroting kunnen stemmen.

Algemene beschouwing

WaterlandNatuurlijk WaterlandNatuurlijk CDA Waterland 16-11-2018 12:30

De algemene beschouwingen zijn, zoals altijd, hét moment om zowel terug als vooruit te kijken.

Laten we beginnen met terugkijken:

Afgelopen voorjaar waren de verkiezingen voor een nieuwe gemeenteraad.

Een prachtige opkomst. Er viel ook echt wat te kiezen.

Veel onderwerpen hielden de inwoners bezig.

 Ophalen van de afvalstromen, of zoals tegenwoordig genoemd wordt, grondstoffen.

 De ontwikkelingen op het Galgeriet

 De financiële positie van de gemeente.

 En zeker niet te vergeten het al dan niet zelfstandig blijven van onze gemeente

Over dit laatste punt hebben verschillende partijen zich vooraf ook duidelijk uitgesproken, zowel in de debatten tijdens de raadsvergaderingen als ook bij de verkiezingsdebatten in de verschillende kernen.

Deze laatste debatten waren ook bij omroep Pim te volgen en dat werd ook massaal gedaan.

Bij één debat was helaas de omroep niet aanwezig. Daardoor zijn er ook geen opnames om terug te kijken. En laat nu juist tijdens dát debat de woordvoerder van het CDA klip en klaar aangeven dat zij staan achter het zelfstandig blijven van Waterland.

WN is daarom ook zeer teleurgesteld over het vervolg van de coalitieonderhandelingen. Met een klinkende overwinning van ruim 170% hadden wij graag meegedaan in een nieuw te vormen college.

Echter juist op het onderwerp behouden van de zelfstandigheid konden het CDA en WN elkaar niet vinden.

Dus voor de fractie van WN betekent dit terug naar de oppositiebank.

Ook nu blijven wij constructief doch kritisch meedenken.

Vlak voor de verkiezingen bleek dat de gemeente er financieel veel minder goed voorstaat dan eerder gedacht. Eind 2013 hadden wij nog een reserve van 12 miljoen. Nu we de begroting voor 2019 bespreken neemt het bedrag alleen maar verder af tot nog maar iets meer dan €3,5 miljoen. Opvallend is dat dit ook het bedrag is dat gevraagd wordt voor een nieuwe gemeentewerf.

Waar is al dat geld gebleven? Heeft de burger hier veel voor teruggezien?

Voor ons ligt de begroting voor het komende jaar.

Is er al duidelijkheid over het oplossen van de zo vlak voor de verkiezingen geconstateerde tekorten?

Nee.

Maakt het college even pas op de plaats?

Wederom nee.

Er worden grote bedragen uitgegeven: renovatie van de Bolder, verplaatsen van de gemeentewerf en de milieustraat, renovatie en deels nieuwbouw van de Havenrakkers in Broek.

Allemaal legitieme zaken, maar de ambities zijn wel erg hoog. Dit college wil graag het beste jongetje van de klas zijn en trekt daarvoor flink de portemonnee. Veel van de kosten zijn duurzaamheidsmaatregelen en dan beduidend meer dan wat wettelijk noodzakelijk is.

Wat WN betreft is dat, gezien de onduidelijke financiële situatie niet verantwoord. Of is het juist de bedoeling? Is dit een opmaat naar fusie. Immers een gemeente die het financieel niet kan bolwerken zal op moeten gaan in een groter geheel.

Voor ons en onze kiezers het nachtmerrie scenario. Bij veel inwoners was de vorige fusie, in 1991, al een brug te ver.

Het mag dus duidelijk zijn dat WN niet akkoord kan gaan met een gemeentelijke herindeling, tenzij er héél duidelijk is dat er absoluut géén andere mogelijkheid is.

Onder “geen andere mogelijkheid” verstaan wij duidelijk niet een door inadequaat beleid veroorzaakt financieel tekort.

Wij volgen dan ook kritisch de onderzoeken die dit college gaat doen.

Wij vragen wel om in de onderzoeken de mening van de inwoners mee te nemen en dan niet alleen een selecte groep, nee alle inwoners moeten zich kunnen uitspreken.

“Genomen raadsbesluiten worden in de nieuwe collegeperiode gerespecteerd” staat er te lezen in de aanbiedingsbrief van de begroting 2019.

Wat een gotspe! Ik zeg zebrapaden plus de beloofde subidie aan de dorpshuizen en paracommerciele instellingen.

Dit college draait haar hand niet om voor een paar miljoen extra voor scholen, de Bolder, een nieuwe gemeentewerf voor €3,5 miljoen, milieustraat en het Galgeriet. Op zich legitieme doelen maar wat minder luxe kan best. Voor de zebrapaden geen €22.000 en voor de instellingen geen €8.000. Het is overigens nog maar de vraag of het terugbrengen van de zebrapaden echt €22.000 moet kosten.

Als een raadsbesluit “technischs onuitvoerbaar” is dan respecteer je als college dat er een raadsuitspraak ligt. Dan kom je terug naar de raad met een voorstel wat wel kan. Nee, dit college zet de dorpshuizen en de instellingen in de kou. En dit moet de raad lezen in de begroting. Niks terugkoppelen.

Hoe betrouwbaar zijn partijen die eerst de motie mee indienen en nu, in een nieuwe samenstelling, hun eigen motie afvallen? In de politiek bestaat daar één woord voor.

Dan de voorliggende begrotingsstukken: Deze Raad toont zich flexibel in de aanpak om tot een vastgestelde begroting te komen. Maar koos geen proces met op voorhand een tweevoudige voorbereidende bespreking. Het college beperkte zich, al was anders afgesproken tussen de fractievoorzitters, tot een technische voorlichtingsavond, waar naar ons oordeel geen behoefte aan was. We vinden een grondig beleidsgesprek nodig. De vraag is dan ook aan elk van de coalitiefracties waarom er anders, dan afgsproken met de factievooritters is gehandeld. Is hier door iets of iemand druk uitgeoefend?

De antwoorden op onze vragen en het bezuinigingsmemo vormen de slechtste prestatie die we voor dat doel ooit kregen van enig college. Waarom zo veel vragen onbeantwoord gelaten of ontweken? Op ongeveer 47 van de 213 vragen kwam geen antwoord: en dan gaat het slechts sporadisch om techniek maar om beleid, het politieke beleid. Waarom een memo met bezuinigingen zonder een toelichting, ook geen nagezonden toelichting? Dat willen we graag van het College weten.

Voorts: we lezen in de antwoorden, dat elke begroting een momentopname is. Technisch is dat juist.

Als wij vragen stellen over aantal woningen dat gerealiseerd moet gaan worden blijft het college opvallend genoeg het C-veld op Marken noemen. Terwijl op het moment van beantwoording toch al bekend was dat de ontwikkelaar zich heeft teruggetrokken. Hoe realistisch zijn de cijfers in de stukken? Heeft het college voor de antwoorden wel het juiste moment gekozen?

Wat wij bij deze momentopname niet terugvinden zijn toch flinke bestedingen die het college aan de raad heeft voorgesteld, zoals de €3,5 miljoen voor de gemeentewerf.

Het college rekent zich mogelijk rijk met de verwachte opbrengsten voor het Galgeriet. In de beantwoording legt u bij verschillende ontwikkelingen een duidelijke relatie met deze opbrengsten. Ik noem de renovatie van de sportvelden en sporthal.

Een belangrijk onderwerp voor onze inwoners is de aangekondigde verhuizing van de milieustraat. Tijdelijk was het uitgangspunt. Maar wat blijkt nu? Ineens zijn alle opties over de definitieve locatie open. WaterlandNatuurlijk heeft hier al voor gewaarschuwd. Weg is weg. Krijgen wij gelijk? Dat weten we pas over 5 jaar en dan is het hopelijk niet te laat.

Is het geen zaak om allereerst de algemene reserve weer op peil te brengen. Iedere burger weet dat je te allen tijde een appeltje voor de dorst moet hebben. Waarom dit college dan niet?

Het getuigt niet van bestuurskracht als er geen voorstellen op tafel liggen om de ontstane tekorten op bv het sociaal domein terug te dringen. Dit geeft ook heel veel onzekerheid bij onze inwoners. Hoe wordt dit opgelost? Krijgen zij nog wel de zorg die zij nodig hebben?

Op het moment dat aan de raad werd meegedeeld dat er tekorten waren is er gevraagd of 2018 geen verloren jaar ging worden. Welnu WaterlandNatuurlijk vraagt zich serieus af of ook 2019 geen verloren jaar gaat worden.

Na ingrijpen van de provincie zijn er ineens wel bezuinigingsvoorstellen op tafel gekomen. Knap werk van de ambtelijke organisatie. Al is er geen duidelijke invulling gegeven in hoe en waar we precies kunnen bezuinigen. Dat is duidelijk een taak van de politiek en niet van de ambtenaren.

De ambtenaren die hier het ondersteunende werk bij doen, verdienen meer nog dan in andere jaren complimenten. Daar zit in elk geval slagvaardigheid genoeg.

De politiek maakt de keuzes. Dus college, waarom is er nog geen concreet voorstel over hoe, waar en hoeveel u denkt te kunnen bezuinigen?

Een begroting vaststellen waarin weinig tot geen concrete voorstellen liggen tot bezuiniging getuigt niet van bestuurskracht. Komt een vrijwillige keuze om zelfstandig te blijven hierdoor niet in gevaar?

Hoe ziet het college dit en ook hoe zien de coalitiepartijen dit?

De conclusie van WaterlandNatuurlijk mag duidelijk zijn. Het college krijgt voor deze begroting geen voldoende. Het is nog maar de vraag of u overgaat.

Wij laten het van de inhoudelijke behandeling en beantwoording van de politieke vragen afhangen of wij vóór deze begroting kunnen stemmen.

Zie je content die volgens jou niet op deze site hoort? Check onze disclaimer.