Poliflw

‘Draaginsignes binne net in soart ijsko’s’

DAMWALD De gemeente Dantumadiel zal niet een zoektocht starten naar VN-militairen binnen haar grenzen die in aanmerking komen voor een draaginsigne.

Tom Bakker (SGP) drong er dinsdagavond per motie op aan het draaginsigne ‘Nobelprijs VN-militairen’ aan hen te laten aanbieden vanuit de gemeente. Hij verwees hierbij naar soortgelijke onderscheidingen die er eerder in Leeuwarden er Smallingerland zijn uitgereikt. Het college zou volgens hem dienen te onderzoeken welke inwoners van Dantumadiel voor een draaginsigne in aanmerking zouden kunnen komen. Vlak voor de stemming trok Bakker na een emotioneel betoog van burgemeester Sicko Heldoorn zijn motie in. Jan Jitse Visser (CDA) was de enige politicus die een korte reactie gaf. De CDA-fractie had zich volgens Visser in een besloten zitting alleen afgevraagd of de uitreiking een gemeentelijke taak betreft. Niemand waagde zich aan een debat na de uitleg van Heldoorn.

In eerste instantie benadrukte Heldoorn voorzichtig te zijn met het geven van onderzoeksopdrachten per motie, omdat er ook andere methodes zijn zoals het stellen van schriftelijke vragen. “Jo moatte it net middels in moasje devaluearje”. De motietekst van de SGP drong naar zijn mening de suggestie op alsof de gemeente de aangewezen instantie zou zijn voor het uitreiken van hoge militaire onderscheidingen. “In draaginsigne is earfol. Dêr geane wy as gemeente net oer, mar de minister fan definsje”. Heldoorn vertelde als burgemeester van Assen diverse malen militairen namens de minister te hebben onderscheiden. “It is in hiel emosjoniel en grut barren. De suggestje dat wy it as gemeente útrikke is de suggestje dat it in soart ijsko is. Ek in keninklike ûnderskieding is gjin rjocht, mar in ear. Wy ha hjir as gemeenteried alhiel neat mei fan dwaan”. Voor Bakker was deze uitleg van burgemeester Heldoorn voldoende aanleiding om de motie in te trekken en dus niet in stemming te geven.

Dinsdag 31 januari jl. debatteerde de Gemeenteraad van Dantumadiel over een voorstel van de PvdA-fractie om bij ondernemers en ondernemersverengingen te peilen hoe zij denken over openstelling van winkels op zondag. Aanleiding was een brief van de eigenaar van de vestiging van Albert Heijn in Damwâld, waarin deze aangaf ook op zondag open te willen zijn.

De eerste die het woord kreeg was de indiener van de motie, Rommy Kempenaar (PvdA). Hij vond dat ondernemers de vrijheid zouden moeten hebben ook op zondag open te zijn.

Jerrit de Bruin (FNP) zei geen principiële bezwaren te hebben, maar op grond van overwegingen van rust en economische overwegingen niet voor te zijn. Hij verwees ook naar het coalitieakkoord, waarin staat dat de niet-openstelling van winkels op zondag niet wordt veranderd. Jan Jitse Visser van het CDA vroeg aan dhr. Kempenaar of de PvdA zelf niet wist wat zij met de zondag aan moest.

Namens de LLD voerde Wietse Stienstra het woord. Hij zei niet te begrijpen dat een arbeiderspartij als de PvdA benieuwd is naar de mening van de ondernemers over zondagsopenstelling. Was het niet logischer geweest dat de PvdA de arbeiders naar hun mening had gevraagd? De LLD had dat wel gedaan: bij de arbeiders was de steun voor zondagsopenstelling minimaal. En de LLD had persoonlijk poolshoogte genomen in Kollum: daar was het aantal klanten bij de drie supermarkten op een hand te tellen en waren verder alle winkels dicht.

Ook Leo Blees van de CU sprak er zijn verwondering over uit dat een rood-socialistische partij als de PvdA zo’n blauw-liberaal geluid liet horen. Hij benadrukte dat het zondagsgebod buitengewoon heilzaam was voor mens en samenleving. Verder wees hij op de rechten van kleine ondernemers en noemde hij ook economische argumenten.

Tom Bakker van de SGP wees erop dat de zondag als collectieve rustdag oude papieren had. Als argumenten voor keizer Constantijn, de eerste westerse vorst die een zondagswet invoerde, noemde hij: (1) het gezag van God; (2) het heilzame van Gods wet; en (3) de taak van de overheid als dienares van God. Voor de SGP is de wil van God bepalend, niet die van ondernemers of andere mensen.

Romke Postma van Dantumadeel’82 had eerst geen behoefte om zich over het voorstel van de PvdA uit te spreken. Pas in tweede instantie gaf hij aan zich wel in het voorstel te kunnen vinden. Maar omdat hij inschatte dat de motie toch kansloos was, adviseerde hij dhr. Kempenaar om de motie maar in te trekken.

Bij de stemming bleek dat de volgende fracties voorstemden: de PvdA-fractie (2) en de fractie van Dantumadeel’82 (1; dhr. Wielstra was afwezig). De volgende fracties stemden tegen: de CDA-fractie (3; de heren Roel Dijkstra en Tjerk Dijkstra waren afwezig), de CU-fractie (3), de FNP-fractie (2) en de SGP-fractie (1), zodat de motie met 11 tegen 3 stemmen verworpen werd.