Poliflw

De afgelopen weken zijn er verschillende Gestelse Doe-Het-Zelf-bedrijven geweest die hun zorgen hebben geuit over de komst van een megawinkel van Bauhaus in ’s-Hertogenbosch. Ook het platform “Initiatief Overbewinkeling” en raadsleden van CDA, PvdA en VVD maken zich zorgen over de mogelijke komst van Bauhaus. Reden om het college van burgemeester en wethouders te vragen wat hun opvatting daarover is.

Er ligt een initiatief om in Den Bosch een vestiging van de Duitse DHZ-keten Bauhaus te openen. Hoewel we als liberalen voor vrij ondernemen zijn, vinden we ook dat ondernemen binnen onze eigen gemeentegrenzen mogelijk moet blijven. Als bedrijven failliet gaan door de komst van Bauhaus, is dat slecht voor onze eigen ondernemers en werkgelegenheid. Dat is ook slecht voor de leefbaarheid van onze kernen. Grootschaligheid is niet altijd een oplossing voor economische vraagstukken. De schaal van bedrijven moet passen in de schaal van de regio.

Waar we ons, samen met het CDA en de PvdA over opwinden, is dat er begin december 2015 op regionaal niveau een detailhandelsvisie is vastgesteld waarin duidelijke grenzen aan de groei en omvang van DHZ-winkels worden gesteld. Zinnen die letterlijk uit het zogenaamde afsprakenkader komen, zijn: “in de toekomst zijn minder detailhandelsmeters nodig, er wordt terughoudend omgegaan met nieuwe ontwikkelingen” en “kwaliteitsimpulsen staan voorop in plaats van kwantitatieve uitbreiding van winkelaanbod”.

Eind december worden deze afspraken al geschonden. Bauhaus wil een vestiging tot maximaal 40.000 m2 bouwen. Dat is ongeveer even groot als alle DHZ-zaken in de regio bij elkaar. Om u een idee te geven: de Bossche woonboulevard is ongeveer 32.000 m2 groot.

Afgezien van de maximale omvang is er ook in de regio afgesproken dat er een toets wordt doorlopen bij plannen. Vraag 1 in die toets is: “voorziet de ontwikkeling in de regionale behoefte?”. Uit onderzoeken blijkt dat het aanbod nu al te groot is. De reactie op vraag 1 is dan: “stop de procedure of pas het plan aan”.

Reden dus voor CDA, PvdA en VVD om aan burgemeester en wethouders te vragen wat zij van die ontwikkeling vinden en op welke wijze ze daarop anticiperen. De wethouder die dit in portefeuille heeft, moet in de regio opkomen voor de belangen van onze inwoners en onze ondernemers. Wij hebben samen met CDA en PvdA onvoldoende de overtuiging dat dit zo is.

Bart van de Hulsbeek

Volksvertegenwoordiger voor de VVD

06 28 246 099