De parkeernormen bij nieuwbouw in Haarlem worden verlaagd. Dat betekent dat bij bouwprojecten minder parkeerplaatsen hoeven te worden gerealiseerd. Maar geeft dat dan geen problemen met te weinig parkeerplekken? Nee, want de normen zijn gebaseerd op het werkelijke aantal auto’s.
De parkeernormen zijn afhankelijk van de locatie en het soort woningen. Zo hoeven er voor sociale huurwoningen minder parkeerplekken te worden gerealiseerd omdat bewoners van een sociale huurwoning minder vaak een auto hebben. Ook maakt het verschil of een woning in het centrum staat of in een buitenwijk.
Voor het vaststellen van de nieuwe normen is onderzoek gedaan naar de huidige parkeersituatie in de stad. Hierdoor kon de norm voor een sociale huurwoning in het centrum omlaag van 0,9 naar 0,6 per woning terwijl in de buitenwijken de norm voor middeldure huur en koop van 1,6 naar 1,5 per woning kon.
De ChristenUnie is van mening dat er meer nodig is dan alleen het aanpassen van de parkeernormen. Ook mensen zonder auto zijn mobiel. “Nu minder mensen een auto hebben wordt er vaker gebruik gemaakt van fiets, OV of deelauto. Daar moeten we dan ook in investeren. We moeten bijvoorbeeld zorgen dat er een station Haarlem West komt nu rond de Westergracht en de Pijlslaan de komende jaren 2000 woningen worden gebouwd. Zo’n nieuw station kost miljoenen!” aldus raadslid Frank Visser.
Waar halen we dat geld vandaan? Minder parkeerplaatsen betekent meer ruimte voor woningen. Dat is hard nodig in Haarlem waar veel mensen zoeken naar een woning. Het betekent echter ook hogere opbrengsten voor projectontwikkelaars per m2 bouwgrond. Want een woning levert meer op dan een inpandige parkeervoorziening. De ChristenUnie vindt dat een deel van deze winst niet in de zak van de projectontwikkelaar moet komen maar in een regionaal mobiliteitsfonds voor investeringen in OV en fiets. Het college is nu aan het nadenken over het starten van zo’n mobiliteitsfonds.
Het college heeft de ambtelijke organisatie naar aanleiding van raadsvragen van de ChristenUnie opdracht gegeven de informatie over het sociaal domein op de gemeentelijke website te bekijken en deze waar nodig te verbeteren.