Tijdens de raadsvergadering van 22 november vond er een spoeddebat plaats over de strandtenten bij Castricum aan Zee. Aan de orde kwam het plan van het Hoogheemraadschap om de huidige vier– die er het hele jaar, ook in de winter - mogen blijven staan, te verplaatsen.
In een motie vroegen een aantal partijen om verzet tegen dit besluit. Hoe dan ook willen zij de huidige vier strandtenten op het strand behouden. GroenLinks stemde tegen de motie. Ons raadslid, Gerard Brinkman voerde het woord en reageerde op de motie.
“In 2010 is er een pilot gestart om de jaarrond exploitatie van vier strandpaviljoens bij Castricum aan Zee mogelijk te maken. Het was een test, een pilot en voor iedereen was duidelijk dat er bekeken zou worden of de veiligheid niet in het geding zou zijn. De uitkomst van een evaluatie zou er toe kunnen leiden dat de mogelijkheid van jaarrond-exploitatie ongedaan wordt gemaakt.
Na jaren van meetresultaten en jaren van gesprekken heeft het Hoogheemraadschap nu haar verantwoordelijkheid genomen. Die verantwoordelijkheid is zowel de korte- als de lange termijn veiligheid van de inwoners. We wonen dicht bij zee en daar plukken we de voordelen van. Maar ook zijn er risico’s en we mogen ons gelukkig prijzen dat er een instantie is, die op een neutrale wijze, zonder beïnvloeding van toeristische of economische factoren die veiligheid hoog in het vaandel heeft staan.
Dat de veiligheid volgens de indieners van de motie niet in het geding zou zijn, is op z’n zachtst gezegd een merkwaardige stellingname. Het Hoogheemraadschap streeft naar sterke duinen, die door natuurlijke afbraak en aangroei onze veiligheid garanderen. En u weet, die veiligheid wordt bepaald door de zwakste schakel. De kaart op pag 17 van de evaluatie laat duidelijk zien waar de zwakke schakel zit, namelijk uitgerekend bij de vier strandpaviljoens.
De metingen zijn glashelder; men heeft gekeken naar de hoeveelheid zand die wordt aangevoerd, naar de kracht van de duinen en naar de kracht van strandvegetatie. Al deze zaken zeggen iets over de kwaliteit van de duinen en de conclusie is duidelijk, namelijk dat er een negatieve, remmende ontwikkeling is op de natuurlijke ontwikkeling van het duin.
De stelling in de motie dat de toeristische ambities niet waar gemaakt kunnen worden is niet aannemelijk. Of er ’s winters dan wel ’s zomers 2 of 4 strandtenten op het strand staan zal niet van invloed zijn om te komen. Ook het werkgelegenheidsargument dat nog wel eens wordt genoemd, snijdt onvoldoende hout. Integendeel, de toenmalige exploitant van Blinckers heeft tot nu toe met succes bij de rechter zijn zaak bepleit dat hij failliet is gegaan – met daardoor verlies van werkgelegenheid- juist omdat er jaarrond vier strandtenten kwamen.
GroenLinks ziet niet goed in waarom er sprake zou zijn van onbehoorlijk bestuur. De pilot is gestart in 2010, iedereen wist dat het een proef was, die dus ook eindig kon zijn. De resultaten waren overduidelijk. En de resultaten zijn besproken met de betrokkenen.
Het is eerder onbehoorlijk bestuur dat er lichtvoetig gesproken wordt over de veiligheid, terwijl iedereen inmiddels weet dat de zeespiegel zal stijgen, dat er vaker stormen zullen komen. In 1953 werd Nederland wakker geschud uit de droom dat het allemaal wel mee zou vallen. GroenLinks heeft meer vertrouwen in een overheid die sterke duinen wil, dan in een overheid die vooral vier strandtenten wil houden.
GroenLinks zal de motie dan ook niet steunen.
