Nieuws van CDA in Hollands Kroon over VVD inzichtelijk

3 documenten

Nieuwsbrief fractie CDA Hollands Kroon april 2020

CDA CDA VVD D66 Hollands Kroon 04-05-2020 04:59

Corona Vanwege de coronamaatregelen zijn in maart zowel de fractie- als de raadsvergadering uitgesteld. Toen bleek dat de maatregelen langer zullen voortduren, is vanuit de griffie bezien of het mogelijk was digitaal te vergaderen. Dit heeft tot digitale vergaderingen geleid in april. Toen ook duidelijk werd dat door wijziging in de wetgeving digitale besluitvorming mogelijk was, is besloten de raadsvergadering van maart digitaal in te halen op 16 april. De reguliere vergadering van 23 april (met uitloop) op 28 april is daarop digitaal gevolgd. Doordat presidium, spreekuur en raadsvergaderingen tweemaal digitaal plaatsvonden in twee weken tijd, hebben tussentijds de fractievergaderingen digitaal plaatsgevonden op 14 en 20 april. In die periode is ook tweemaal (digitaal) coalitieoverleg geweest. Een relatief drukke periode. De eerste ervaringen met digitaal vergaderingen zijn op zich positief (een goed alternatief), maar het is ook heel vermoeiend (en het duurt langer, zoals stemronden, zeker als die feitelijk onzinnig zijn). Raad 26 maart (uitgesteld naar 16 april) In deze vergadering is de kadernota Veiligheid vastgesteld. Een nota die duidelijk nog uitwerking behoeft. Vanuit de fractie is aandacht gevraagd voor eventueel benodigde extra capaciteit voor handhaving, ook op het gebied van handhaving van bestemmingsplannen. In een later stadium zullen we in de raad hierover nog de discussie hebben. Het bestemmingsplan voor de camping Waddenzee is vastgesteld. Ruimtelijk heeft de camping meer ruimte nodig om te kunnen voldoen aan de veiligheidseisen en om te komen tot een kwaliteitsslag. Omdat dit past binnen de uitgangspunten van ons recreatieve beleid en ruimtelijk geen sprake is van een onevenredige inbreuk voor de omgeving, is met dit plan ingestemd. Dit geldt ook voor de bouw van een aantal woningen aan de Westerweg te Nieuwe Niedorp, hoewel wel schoorvoetend. We hebben ingestemd, omdat een meerderheid van de raad met dit plan ging instemmen. Schoorvoetend, omdat we behoefte hebben aan een discussie over waar we wel en waar we niet bouwen. In dit geval ging het om een stukje open gebied aan de rand van het dorp. Met betrekking tot een andere plek in het dorp hebben wij in verkiezingstijd aangegeven dat dat plekje open moet blijven. Geldt dat voor dit open gebiedje dan niet? Aan de Westerweg die volgens meerdere partijen ongeschikt was voor veel verkeersbewegingen (zie de discussie over de huisvesting van tijdelijke medewerkers op Westerweg 27). Maar blijkbaar was dit voor de meerderheid van de raad geen beletsel voor de bouw van 4 woningen. Onze bezwaren waren ons inziens niet zwaarwegend genoeg om tegen te stemmen. Dit gold wel voor de vestiging van een autoverkoopbedrijf op het perceel Schelpenbolweg 33. In onze ogen is ons beleid erop gericht bij omzetting van een agrarische bestemming naar een bedrijfsbestemming om bedrijven in een lichte categorie toe te staan (cat. 1 en 2), zonder buitenopslag en geen detailhandel. Bij dit voorstel ging het om de verkoop van auto’s (detailhandel) en zou een groot deel van het erf gebruik kunnen worden voor het uitstallen van auto’s (buitenopslag). De meerderheid van de raad was met ons van mening dat dit bedrijf zich volgens ons beleid niet kan vestigen in het buitengebied. VVD en SHK waren een andere mening toegedaan. Raad 23 april Op 23 april opnieuw voorstellen omtrent de huisvesting van tijdelijke medewerkers. Naast een gewijzigd voorstel voor het Joods Werkdorp huisvesting op het perceel Moerbeek 6. In de raadsvergadering van 27 februari 2020 hebben wij reeds aangegeven hoe wij verzoeken, die op grond van artikel 6 aan de raad worden voorgelegd toetsen aan de voor ons geldende leidende principes: primair daar waar de arbeidsbehoefte is (agrarische bedrijven) of grootschalig, waarvoor een zekere spreiding over de gemeente is gewenst, mits voldaan wordt aan de algemene regels zoals door de raad vastgesteld op 8 oktober 2019 (w.o. oppervlakte per logiesplek, maximaal aantal bedden per slaapvertrek en oppervlakte voor recreatieve voorzieningen (artikel 2)). Algemeen kader is de vraag of e.e.a. ruimtelijk aanvaardbaar is. Joods Werkdorp In de raadsvergadering van 27 februari hebben wij positief gereageerd op een eerder principeverzoek. Ten aanzien van de eerdere verzoeken betrof het thans minder tijdelijke medewerkers (160). Dit verzoek volgde op het resultaat van het eerdere debat, waarin VVD en SHK aangeven open te staan voor huisvesting van maximaal 160 personen. Wat waren en zijn ook al weer onze overwegingen? De locatie heeft een gemengde bestemming (locatie van bestaande en beoogde bebouwing) en een agrarische bestemming. De gemengde bestemming van het bestaande gebouw maakt veel vormen van gebruik mogelijk. Ook vormen van gebruik waarbij ter plaatse mensen zouden kunnen worden gehuisvest (sociaal medisch) in het bestaande gebouw, met de daarbij behorende verkeersstromen. Het is al jaren niet mogelijk gebleken om te komen tot een rendabele exploitatie van het gebouw, waarbij het behoud van het pand als rijksmonument is gewaarborgd en waarbij ruimte aanwezig is voor het onder de aandacht brengen van de historische betekenis van deze locatie. Dit plan biedt wat ons betreft de mogelijkheid invulling te geven aan de historische betekenis van het pand. Tijdens de discussie bleek dat de huisvesting niet zal plaatsvinden in het hoofdgebouw, daarin komen wel voorzieningen ten behoeve van de huisvesting van de tijdelijke medewerkers (denk bijvoorbeeld aan een recreatieruimte e.d.). Het hoofdgebouw krijgt daarnaast een functie als herinneringscentrum. Aan onze principemedewerking hebben wij een aantal voorwaarden verbonden, vooral met het oog op een goede borging van verenigbaarheid van beide functies en het gebruik als herinneringscentrum, de exploitatie daarvan en het behoud van het gebouw. De meerderheid van de raad stemde in. Het college kan nu samen met de ontwikkelaar en de omgeving de plannen verder uitwerken. Uiteindelijk zal de raad de bestemmingsplanwijziging nog moeten vaststellen. Een motie van GL om een alternatieve plek op een bedrijventerrein te zoeken voor deze ontwikkeling (ruil van eigendom?) kreeg alleen steun van GL en Anders!. Moerbeek 6 Het verzoek betrof de huisvesting van 40 tijdelijke medewerkers op het perceel Moerbeek 6 (voor 20 jaar). De arbeidsbehoefte is door de ABC commissie vastgesteld. Daarmee lijkt dit verzoek in overeenstemming met het beleid. Echter, de arbeidsbehoefte is aanwezig op het nabijgelegen perceel nummer 10. De accommodatie is al gerealiseerd (de vergunning is ingetrokken omdat deze met een verkeerde procedure was verleend) en staat dus feitelijk op de verkeerde plek. De ABC commissie gaf in haar advies aan dat zij zich zou kunnen voorstellen vanuit agrarisch oogpunt dat de huisvesting wordt toegestaan. Moerbeek 6 en 10 zijn ook in handen van hetzelfde agrarische bedrijf. Tegen de accommodatie op de huidige plek bestaan ruimtelijk gezien geen overwegende bezwaren. Binnen het buurtschap Moerbeek bestaan bezwaren tegen de huisvesting, maar gelet op de aard van die bezwaren maakt het niet uit of de accommodatie wordt gerealiseerd op nummer 6 of op nummer 10. Gelet op de locatie in het buitengebied, de verspreid liggende bebouwing in de omgeving en het feit dat leidend principe is huisvesting bij de agrarische bedrijven daar waar de arbeidsbehoefte is , achten wij de huisvesting ruimtelijk aanvaardbaar. Wel hebben wij een aantal randvoorwaarden aan het college meegegeven, onder andere op het gebied van voorkomen van overlast (exploitatievergunning) en een milieuverantwoorde afhandeling van afvalwater. De meerderheid van de raad stemde in met dit principeverzoek. Uitloopvergadering 28 april Gebiedsplan (= deelstructuurvisie) Wieringermeer Voor lag het voorstel om de procedure van de gebiedsvisie voor de Wieringermeer te beëindigen en de resultaten van dit traject te betrekken bij de actualisatie van de omgevingsvisie. Op 25 juni 2019 heeft deze raad een amendement vastgesteld met de opdracht aan het college om -zoals door ons verwoord- meer draagvlak te verkrijgen voor de gebiedsvisie. In de in 2016 vastgestelde omgevingsvisie is aangegeven in welke richting Agriport zich zou mogen ontwikkelen. Onze fractie heeft genoemd amendement niet mede ingediend omdat in het amendement was vastgelegd dat het zoekgebied werd verkleind tot 750 ha. Dat onderdeel van het amendement bemoeilijkte de uitvoering van de opdracht aan het college en volgens ons is dat ook gebleken. Toch zijn we wel akkoord gegaan met het amendement omdat de oppervlakte van 750 ha redelijk overeenkomt met de ontwikkelingsrichting, zoals die in de huidige omgevingsvisie is opgenomen. Gelet op een aantal samenhangende ontwikkelingen (bladzijde 3 van het voorstel) , stelde het college voor de procedure van het gebiedsplan te beëindigen. De raad heeft daarmee ingestemd. Wij hebben er nog wel op gewezen dat materieel de huidige omgevingsvisie met de daarin aangegeven ontwikkelingsrichting voor Agriport van kracht blijft. Het college gaat dan ook verder met reeds lopende verzoeken, die ook al in juni 2019 actueel waren. Eerste bestuursrapportage 2020 Deze rapportage kent een grote plus door met name een aantal incidentele meevallers. Wat de waarde hiervan is, zal moeten blijken gelet op de huidige coronacrisis. Mogelijk hebben wij dit ruime overschot hard nodig om tegenvallers door de huidige crisis goed op te kunnen vangen. De raad heeft de rapportage unaniem vastgesteld. Motie zienswijze provinciale omgevingsverordening Gedeputeerde Staten hebben de ontwerp Omgevingsverordening vanaf 18 februari 2020 ter inzage gelegd, waarbij zienswijzen ingediend konden worden tot vrijdag 10 april 2020 (deze termijn is met enkele weken verlengd vanwege de coronacrisis). Meerdere gemeenteraden, waaronder de gemeenteraad van Hollands Kroon hebben in 2019 een motie aangenomen om er bij het provinciaal bestuur op aan te dringen dat het voorontwerp van de omgevingsverordening gedurende een periode van vier maanden ter consultatie werd voorgelegd, zodat de gemeenteraden in die periode een reactie op het voorontwerp konden geven. Gedeputeerde Staten hebben deze wens van de gemeenteraden niet overgenomen. Gedeputeerde Staten zijn wel voornemens om een hoorzitting te houden voor de gemeenteraden in het najaar van 2020, voorafgaand aan de vaststelling van de Omgevingsverordening door Provinciale Staten. Die hoorzitting valt ruim buiten de zienswijzeperiode en onduidelijk is op welke wijze reacties vanuit de gemeenteraden meegenomen worden in het besluitvormingsproces. Onze fractie acht het wenselijk dat ook de gemeenteraden hun zienswijze geven richting provinciaal bestuur omtrent de inhoud van de ontwerp Omgevingsverordening. Mede door de coronacrisis was het echter qua tijd niet mogelijk om te komen tot een initiatiefvoorstel. Gelet daarop hebben wij een motie voorbereid en samen met VVD, SHK en D66 ingediend met de opdracht aan het college om het provinciaal bestuur te informeren dat de gemeenteraad van Hollands Kroon de zienswijze van het college van burgemeester en wethouders van 8 april 2020 volledig onderschrijft. Deze motie is door de raad, met uitzondering van de fractie van GL ondersteund. Motie Kernenergie Door de fracties van VVD en OHK werd een motie ingediend om het college op te dragen onderzoek te doen naar de mogelijkheden van kernenergie. Dit in relatie tot de op te stellen RES. Toepassing van kernenergie is een aangelegenheid van het rijk. Recent heeft de Tweede Kamer in meerderheid (w.o. het CDA) besloten dat onderzoek moet worden gedaan naar de mogelijkheden voor de toepassing van (nieuwe vormen van) kernenergie. Omdat de meerderheid van de raad (op grond van verschillende overwegingen) de motie niet zou ondersteunen, is deze door de indieners ingetrokken. Fractie en raad in mei Als het goed is, zal in mei de reguliere vergaderkalender (digitaal) worden gevolgd. Te zijner wordt dan ook bekend gemaakt wanneer de fractievergadering plaatsvindt en op welke wijze belangstellenden daaraan kunnen deelnemen. Wij feliciteren ook langs deze weg Kees van Noorloos met het bijzondere blijk van waardering voor al zijn verdiensten. Namens de fractie CDA Hollands Kroon Sjaak Vriend, fractievoorzitter

Nieuwsbrief van de fractie oktober 2019

CDA CDA VVD Hollands Kroon 04-11-2019 19:29

Raadsvergadering 8 oktober Nadat de raad op 20 juni jl. het amendement van CDA, VVD en SHK heeft aangenomen (m.u.v. GL en Anders) omtrent de uitgangspunten voor de huisvesting van tijdelijke medewerkers, met de opdracht aan het college om dit te vertalen in de concept beleidsregels, kwamen deze beleidsregels op 8 oktober opnieuw aan de orde. Omdat beleidsregels rechtszekerheid moeten bieden en het college op bepaalde punten het amendement niet helemaal had gevolgd, zijn op initiatief van het CDA door de coalitie drie amendementen ingediend (per onderdeel van de beleidsregels namelijk geen logies meer in woningen, max. 40 op agrarische bouwpercelen en grootschalige opvang op bedrijventerrein). Met het door de raad aannemen van deze amendementen zijn de beleidsregels thans vastgesteld. Ook nu stemden GL en Anders tegen. In deze raadsvergadering is daarnaast besloten: - een door Triade opgesteld cultuureducatie- (en participatieplan) vast te stellen, met als onderdeel de inzet van een cultuur coördinator (0,2 fte) - in te stemmen met het masterplan om te komen tot de ontwikkeling van integrale kindcentra en daarvoor de benodigde gelden beschikbaar te stellen - de tweede bestuursrapportage vast te stellen (met een positief saldo van ca. 3 ton). Raadsvergadering 31 oktober In deze vergadering is een besluit genomen over de renovatie en reconstructie van de haven in Den Oever. De havens (Den Oever en De Haukes) zijn in 1995 overgedragen door Rijkswaterstaat aan de gemeente. Daarbij heeft de gemeente een afkoopsom meegekregen voor achterstallig onderhoud. Met het laatste achterstallig onderhoud in de haven van Den Oever is gewacht totdat de dijkversterking bij Den Oever is afgerond. De investering komt ten laste van de eerder genoemde afkoopsom. De rente op die afkoopsom (reserve) werd de afgelopen jaren gebruikt om het exploitatietekort te dekken. Nu de reserve wordt uitgenut, zal dit tekort (als die blijft bestaan) binnen de begroting de komende jaren moeten worden opgevangen. De Oostkade wordt verlengd. Het amendement om eerst een onderzoek naar het te verwachten rendement te doen haalde het niet. De meerderheid van de raad is van mening dat die werkzaamheden nu in een keer meegenomen moeten worden. De extra meters zullen worden verhuurd, zo is de verwachting. Uit een nader onderzoek zou ook alleen maar een prognose rollen. Ook is besloten de 4 overdekte zwembaden in eigendom, beheer en exploitatie over te dragen aan 4 lokale rechtspersonen, die via het HOZE-overleg met elkaar samenwerken. Aan de HOZE-groep en alle anderen die hierbij betrokken zijn/waren, een compliment dat het gelukt is om met een gezamenlijk voorstel tot verzelfstandiging te komen. Het openhouden van de 4 zwembaden kost jaarlijks meer dan aanvankelijk als randvoorwaarde was meegegeven, maar in lijn met het eerdere besluit om te komen tot verzelfstandiging en openhouden van de 4 zwembaden is de raad hiermee akkoord gegaan. Bij de verzelfstandiging hoort ook een gemeentelijke bijdrage voor groot onderhoud. Uitdrukkelijk is aandacht gevraagd voor het personeel in dienst van de gemeente, die door dit besluit worden gedetacheerd bij de nieuwe eigenaren van de zwembaden. Na twee jaar zal geëvalueerd worden hoe de exploitatie zich ontwikkelt. Veel (inhoudelijke) discussie gaf het voorstel om in te stemmen met een startnotitie voor de Regionale Energie Strategie NHN (RES). De discussie ging vooral over de mogelijke uitwerking en alle mogelijke vormen van maatregelen. De VVD diende een amendement, samen met SHK, OHK, Anders! en LADA in om de startnotitie voor kennisgeving aan te nemen. Wij hebben dit amendement niet mede ingediend, omdat het amendement was ingegeven door inhoudelijke overwegingen, terwijl wat ons betreft nog geen sprake was van een beslismoment. Alleen het proces om te komen tot een RES werd beschreven. Gelet daarop hebben wij -op grond van processuele overwegingen- het amendement wel gesteund. De startnotitie is in Hollands Kroon voor kennisgeving aangenomen. In opdracht van de raad is door de Toetsingskamer onderzoek gedaan naar Partners in Beheer. Hieruit is een aantal aanbevelingen naar voren gekomen, die door de raad zijn overgenomen. Nadat ook over een aantal hamerstukken is besloten, was het deze keer bijna 23.30 uur. Op naar de begrotingsraad op 7 november. Gelet op de begroting die er ligt, zal het toch geen 23.00 uur worden hoop ik (zeker niet nu we evengoed al om 17.00 uur beginnen). Sjaak Vriend Fractievoorzitter CDA Hollands Kroon

Nieuwsbrief van de fractie mei 2019

CDA CDA VVD Hollands Kroon 25-05-2019 14:59

Raadsvergadering 23 mei Subsidie lokale omroep RTV Noordkop Door de lokale omroep is een aanvullende subsidie gevraagd (is nu ca. € 27.000, aanvulling gevraagd van ca. € 23000). Wij hebben hiermee ingestemd op grond van onderstaande overwegingen. Bij de keuze voor de lokale omroep op 22 februari 2018 is aan het betreffende raadsbesluit een aantal voorwaarden verbonden waaraan RTV Noordkop volgens de raad moet voldoen. Wij hebben het amendement destijds ondersteund. Achteraf bezien acht onze fractie het niet geheel logisch dat de raad een aantal voorwaarden heeft gesteld zonder de vraag te stellen of dit realistisch is gelet op het aanzienlijk lagere subsidiebedrag dat Hollands Kroon kent ten opzichte van de andere lokale omroepen in de regio. Het zorgen voor een evenwichtige nieuwsvoorziening voor de gehele gemeente, waar alle inwoners zich mee verbonden voelen vraagt extra investering en dus geld en dat vraagt RTV Noordkop nu dan ook. Onze fractie vindt het van groot belang dat de lokale omroep in elk huishouden is te ontvangen. Dat vraagt extra investeringen. Beschikbaarheid via alle providers is dan ook voor ons een belangrijk criterium bij de vaststelling van de subsidie. Dit nog los van de evenwichtige nieuwsvoorziening voor de gehele gemeente. Onze fractie is er ook voorstander van dat het gemeentelijk nieuws via de lokale omroep beschikbaar komt, in ieder geval op TV. Door de ontvangst in elk huishouden kunnen we daarmee bereiken dat ook elk huishouden de beschikking kan hebben over deze informatie, nog los van de kanalen via internet. Via de huis-aan-huis bladen lukt dat niet, zo hebben we in de raad al eerder vastgesteld. Onze fractie is ermee bekend dat de gemeente zich niet mag bemoeien met de programmering, maar ook dit gemeentelijk belang is voor ons een belangrijk criterium bij de vaststelling van de subsidie. Wij hebben dan ook het college op hierover in gesprek te gaan met RTV Noordkop (dit is ook toegezegd). De wereld is vaak te klein als van bovenaf opgelegd wordt dat een gemeente moet fuseren. Geldt dat bij de lokale omroepen dan ook niet? De wens om tot een streekomroep te komen moet van onderaf vanuit de gezamenlijke lokale omroepen komen. Daaraan moeten wel alle partijen willen meewerken. Zover is het echter helaas nog niet. Onze fractie is echter van mening dat dit geen reden kan en mag zijn om de gevraagde middelen niet te verstrekken. Tenslotte is de totale bijdrage van € 50.000 nog steeds minder dan de gemeentelijke bijdragen die de andere lokale omroepen in de regio krijgen. De komende jaren wordt wat ons betreft bij de jaarlijkse subsidievaststelling geëvalueerd of de lokale omroep erin geslaagd is te komen tot een brede verspreiding en bereik van gemeentelijk nieuws De meerderheid van de raad heeft ingestemd met de extra subsidie. Enkele partijen vonden dat de lokale omroep onvoldoende heeft laten zien dat zij werken aan een kwaliteitsverbetering en/of dat zij onvoldoende stappen hebben ondernomen om te komen tot samenwerking en hebben daarom tegengestemd. Uitwerking omgevingsvisie wel/niet toestaan permanente bewoning recreatiewoningen In de omgevingsvisie is opgenomen dat een nadere uitwerking moet plaatsvinden m.b.t. de problematiek van de bewoning van recreatiewoningen. Hiertoe is door het college een vijftal kaders opgesteld, die ter vaststelling aan de raad werden voorgelegd. Onze fractie stond en staat sceptisch tegenover een eventuele omzetting van recreatiewoningen naar permanente bewoning. Wij hebben er mee ingestemd dat in de omgevingsvisie in 2016 is opgenomen dat deze problematiek nader uitgewerkt wordt. Op dat moment overigens met de gedachte dat alle haken en ogen zouden leiden tot de conclusie dat omzetting naar permanente bewoning niet mogelijk of wenselijk is. Na een beeldvormende bijeenkomst in oktober 2017 is onze fractie hierover genuanceerder gaan denken, maar dilemma’s blijven. Is het nog logisch een recreatieve bestemming te handhaven, indien verwezenlijking van die bestemming op grond van diverse omstandigheden niet (meer) realistisch is? Een van die dilemma’s is in welke gevallen wordt vastgehouden aan de recreatieve bestemming en betekent dat dan ook handhaven van die bestemming? En als duidelijk is dat recreatief gebruik op de betreffende locatie niet realistisch is, wat is dan de gewenste bestemming? Is dat per definitie (permanente) bewoning of zijn hierop nog varianten denkbaar? Begin mei heeft de raad de door het college opgestelde kaders beeldvormend besproken. In die bijeenkomst bleken veel vragen te bestaan. Hoewel de antwoorden wel enige verduidelijking geven, blijven we met dilemma’s zitten. Op 21 mei heeft een aantal belanghebbenden ingesproken en gepleit voor een woonbestemming. In een aantal gevallen betreft dit echter locaties, waarvan het maar zeer de vraag is of deze recreatief geen potentie (meer) hebben en dus niet voor omzetting van de bestemming in aanmerking komen. Wanneer kan gelet op de locatie e.d. sprake zijn van een vitaal park c.q. een vitale recreatiewoning? Een situatie waarbij de recreatieve bestemming dus ongewijzigd blijft? Ons is nog onduidelijk hoe dit uitpakt voor de diverse locaties. Eigenlijk wensen wij meer inzicht in de vraag welk park/welke recreatiewoningen wel of niet voldaan aan het eerste kader (een kader dat overigens qua formulering kan worden verbeterd). Onze fractie kent nog een aantal dilemma’s in dit dossier, die om een reactie van het college vragen. Wat te doen met de persoonsgebonden ontheffingen die zijn verleend voor woningen die nog recreatief bestemd zouden moeten blijven (kan namelijk nog jaren leiden tot afwijkend gebruik)? Daardoor ontstaat gedurende lange(re) tijd gemengd gebruik, terwijl de voorgestelde kaders dat uitsluiten. En wat is de reden om geen gemengd gebruik toe te staan als alle eigenaren in het park daarmee instemmen? Kan een ondernemer kiezen voor tijdelijke verhuur in de winter voor bewoning, opdat zijn recreatiebedrijf in het hoogseizoen daardoor recreatief vitaal kan zijn? En dan komt de vraag wat we verstaan onder permanente bewoning? Uit de informatie, die wij hebben blijkt dat meerdere recreatiewoningen bewoond worden door mensen die vanwege sociale problematiek e.d. tijdelijk woonruimte moeten hebben. Omzetting naar een woonbestemming kan ertoe leiden dat ook deze woningen in de toekomst niet meer beschikbaar zijn voor deze woningzoekenden. Hoe gaan we met die inwoners om, ook in de situatie dat er wel gehandhaafd zal moeten worden omdat de recreatieve bestemming behouden moet blijven? Eén park, één plan, roept vragen op. Stel: het park is recreatief niet vitaal en komt dus voor omzetten naar wonen in aanmerking. Op grond van dit kader kan 1 eigenaar deze wijziging tegenhouden. Dat leidt tot handhaving van de recreatieve bestemming en er zou dus moeten worden gehandhaafd. Maar dan handhaven we, terwijl we vooraf al weten dat de recreatieve bestemming niet (meer) realistisch is. En als het park wel recreatief vitaal is, zitten we met persoonsgebonden ontheffingen, die nog gedurende lange tijd recht geven op afwijkend gebruik. Ook het laatste kader (verantwoordelijkheid voor voorzieningen e.d.) roept veel vragen op. Ook hiervoor geldt eigenlijk dat we meer inzicht willen hebben wat dit betekent voor een bepaalde locatie, indien deze in aanmerking komt voor omzetting in een woonbestemming. En tot slot. Wat doen we met nog bestaande bouwrechten bij een wijziging van de bestemming? Het college wil dit separaat beoordelen, wij vinden dat dit in de kaderstelling meegenomen moet worden. Vorenstaande vraagstukken maakt dat onze fractie er (onderling) nog niet uit is of dit de juiste kaders zijn. Ook andere fracties waren er duidelijk nog niet uit. Besluitvorming is daardoor uitgesteld tot na de zomer, nadat eerst nog een keer beeldvormend over deze problematiek is gesproken. Overig In de raadsvergadering is ingestemd met extra kosten voor nieuwe huisvesting van de jeugdgezondheidszorg in Nieuwe Niedorp. De huidige locatie voldoet en voldeed niet aan de eisen. Dit leidt ook tot jaarlijks hogere exploitatielasten. De notitie cultuur is door de raad vastgesteld. Een Cultuurplatform wordt ingesteld en een website met een cultuuragenda wordt gelanceerd. De bomenlijst behorende bij de Algemene Plaatselijke Verordening is vastgesteld. In die lijst staat voor welke bomen een kapvergunning nodig is. Buiten de orde, maar op vragen van GL is door het college toegezegd dat particulieren door de gemeente te leveren bomen op eigen grond kunnen plaatsen, indien dit op gemeentegrond niet lukt. Dit betreft bomen voor elke geboorte in de gemeente, zoals in de coalitie afgesproken. Hoe dit in zijn werk gaat, werkt het college nog nader uit. Bestemmingsplannen zijn vastgesteld voor Kluisgat 5 te Wieringerwerf (kenniscentrum WMC) en Erfgoed Mostert in Westerland (vestigen hospice) en is een grondexploitatie geopend voor de herontwikkeling van de locatie De Dentele in Westerland (bouw enkele woningen). Tot slot is door de raad een motie vastgesteld, die door de twee jongste raadsleden (Lars Ruiter en Daan Pruimboom) was voorbereid. Strekking van de motie is het ondernemen van een aantal activiteiten om jongeren meer bij de politiek te betrekken. Onze fractie heeft deze motie mede ingediend, naast VVD, OHK en SHK. Sjaak Vriend Fractievoorzitter CDA Hollands Kroon

Zie je content die volgens jou niet op deze site hoort? Check onze disclaimer.