Nieuws van politieke partijen inzichtelijk

3 documenten

Antwoorden op raadsvraag: Privacy bij inzet camera binnenstad | Tilburg

GroenLinks GroenLinks D66 Tilburg 28-05-2020 00:00

Onlangs stelden GroenLinks in samenwerking met D66 vragen omtrent het behoud van privacy van burgers, bij het inzetten van camerabewaking in de binnenstad. Op 8 mei berichtte het Brabants Dagblad dat er poorten met camera’s zullen worden ingezet om de drukte in de Tilburgse binnenstad in te kunnen dammen. Dit als onderdeel van een breder pakket aan maatregelen om ervoor te zorgen dat mensen veilig, op voldoende afstand van elkaar kunnen winkelen in deze coronatijd. GroenLinks en D66 ondersteunen de doelstelling van harte en zijn in beginsel een voorstander van de inzet van moderne middelen om de veiligheid van onze inwoners en ondernemers te vergroten. Tegelijkertijd vinden wij dat we bij het nemen van dergelijke maatregelen aandacht moeten blijven houden voor de rechten van onze inwoners. Dit houdt onder meer in dat we oog moeten houden voor de privacy van het winkelende en passerende publiek in onze binnenstad. Daarom stelden wij samen met Erik Blommestijn de volgende vragen, waarop nu antwoorden zijn gekomen. 

1. Hoe kijkt het college aan tegen de inzet van de poorten met camera’s en webcams in de binnenstad in relatie tot de privacy van het winkelend en passerend publiek? Privacy is een belangrijk grondrecht dat stevig bewaakt moet worden. Alle maatregelen die we nemen om de samenleving in goede banen te leiden mogen de privacy van onze inwoners niet schaden. Dat was, is en blijft het uitgangspunt.

2. Hoe verhouden deze maatregelen zich tot de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG)? We zetten twee middelen in. Als eerst maken we gebruik van telcamera’s. Die huren we in via het bedrijf Crowdcom. Deze techniek wordt ook op evenementen gebruikt. Die camera’s geven ons een cijfermatig inzicht in de aanwezige aantallen bezoekers. Het gaat om sensoren die hoogte en beweging meten. Er komt dus geen beeld aan te pas. De meting wordt direct (dus op de sensor) omgezet in teldata. De teldata wordt verstuurd en opgeslagen. Er worden dus géén geen persoonsgegevens verzameld en bewaard. Dat maakt dat er geen privacy conflict ontstaat. Het tweede middel is de webcam. Die camera hangt daar altijd in het kader van OOV en zijn dus niet recent voor dit doel geplaatst. Daar is apart een besluit over genomen (door Burgemeester in overleg met de officier van justitie).Die beelden worden conform gemeente wet (artikel 151 lid C) 28 dagen bewaard. Deze beelden zijn uiteraard vertrouwelijk van aard en worden bekeken door medewerkers van cameratoezicht en de politie. Voor de webcam streamen we het beeld van één van deze webcams naar onze website. Dit zodat potentiële bezoekers via de site kunnen zien hoe druk het is. Die beelden kunnen dus niet worden opgeslagen. Tevens hebben we het beeld wazig gemaakt zodat personen niet individueel herkend kunnen worden. Daarmee delen we dus geen persoonsgegevens. We doen dit op eenzelfde wijze bij de milieustraat.

3. Heeft er in dat kader afstemming plaats gevonden met de Autoriteit Persoonsgegevens voordat tot deze maatregel is besloten? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke voorwaarden en/of afspraken zijn hieruit voortgekomen? Nee. Er heeft afstemming met onze privacyadviseur plaatsgevonden. Verder contact met de AP is voor deze maatregelen niet nodig. Er worden geen persoonsgegevens verzameld en gedeeld.

4. Op de website van de gemeente zijn vervaagde opnamen van de webcam te zien. Tevens is daar te lezen dat de opnamen te zien zijn tussen 09:00 en 18:00. Dat zegt echter niets over de werkelijke scherpte van de opnamen, noch over het daadwerkelijk tijdstip van opereren. Wat is de aard van de daadwerkelijk verzamelde data? Is er sprake van herkenbaarheid of slechts inzage in hoeveelheden of drukte? Op welke daadwerkelijke tijden worden er beelden door de camera’s opgenomen? Zie eerdere beantwoording.

5. “Crowd-management control” vereist geen opslag. Worden de beelden desondanks opgeslagen? In het bevestigende geval: wie heeft er toegang tot de verzamelde data? Zijn er afspraken over het bewaren en vernietigen van de uitgelezen beelden? Zo ja, wat zijn deze afspraken? Zie eerdere beantwoording. Er worden geen beelden of persoonsgegevens opgeslagen, naast de camera die daar hangt op basis van artikelen 151c van de gemeentewet in het kader van de openbare orde en veiligheid.

6. Waar is de controle op de uitvoering van bovengenoemde afspraken belegd? De techniek biedt geen ruimte om additionele data te verzamelen.

7. Op welke manieren worden mensen geïnformeerd over het feit dat er opnames worden gemaakt, anders dan op dezelfde website? Bent u het met ons eens dat het raadzaam is de hierboven bedoelde informatie ook met het publiek te delen; op de website en wellicht ook ter plaatse? We informeren mensen via de website. Ook heeft er een uitgebreid artikel in het BD gestaan. De poorten en camera’s zijn fysiek zichtbaar. Uiteraard zijn wij altijd aanspreekbaar via de reguliere kanalen.

8. Zijn – of worden - er alternatieve maatregelen overwogen om de drukte in de Tilburgse binnenstad in kaart te brengen? Waarom is daar niet voor gekozen? We hebben specifiek voor telcamera’s gekozen vanwege het onderwerp privacy. Alternatieven als bijvoorbeeld Wifi tracking zijn vanwege de privacy minder goed te gebruiken. Die ervaring hebben we inmiddels.

9. Welke mechanismen of vervolgacties (kunnen) worden geactiveerd indien de opnamen aantonen dat de drukte te groot wordt? Op basis van de gemeten bezittingsgraad kunnen we: - Door middel van tekstkarren op de toegangswegen (Heuvelring/Piustraat) aanstaande bezoekers vragen hun bezoek te heroverwegen. - De instroom van het aantal mensen verminderen door parkeergarages te sluiten of verder de capaciteit daarvan omlaag te brengen. Dat geldt ook voor die fietsenstallingen. - We kunnen door middel van de geplaatste Led schermen de mensen in de winkelstraat vragen hun bezoek af te ronden en naar huis te gaan. - We kunnen handhaven;, dat is in de praktijk er lastig; - In extremis kunnen we via Social media mensen oproepen de binnenstad niet meer te bezoeken.

D66 vraagt het college naar kinderopsluiting in politiecellen

D66 D66 Tilburg 31-01-2020 19:18

Betreffende: Artikel “Sluit kinderen niet op in een politiecel”

Op woensdag 29 januari publiceerde de Raad voor Strafrechttoepassing en Jeugdbescherming (RSJ) het rapport “Minderjarigen in een politiecel

NRC en NOS berichtten daarover: “Een kind van 12 jaar of ouder dat verdacht wordt van een overtreding of misdrijf mag door de politie worden vastgezet, in afwachting van verhoor. Bij zwaardere misdrijven kunnen ze daarna maximaal drie dagen in verzekering worden gesteld. Opsluiten is volgens de wet een uiterste maatregel, die voor de kortst mogelijk duur moet gelden. Daarbij moet rekening worden gehouden met de belangen van het kind”.

Volgens de RSJ gebeurt dat lang niet altijd. In 2018 werden 21.608 minderjarige verdachten tijdelijk vastgezet, 4.675 kinderen bleven langer in de cel. Vaak zaten ze in cellen die voor volwassenen bedoeld zijn.

Het adviesorgaan wil dat kinderen alleen in uitzonderlijke gevallen worden vastgezet, bijvoorbeeld als ze een direct gevaar voor zichzelf of de samenleving vormen. Kinderen zouden een politieonderzoek thuis moeten kunnen afwachten. De RSJ pleit verder voor kindvriendelijke cellen, opleidingen voor het omgaan met minderjarige arrestanten en een maximale detentieduur van 24 uur.

De politie heeft al regels opgesteld voor de omgang met minderjarigen, zo stelt de RSJ op haar site. Dat is een goede stap. Daarnaast constateert D66 Tilburg met genoegen dat in onze stad “de rechten van het kind” uitgangspunten van beleid vormen. Die rechten van het kind dienen ook het uitgangspunt te zijn en te blijven in geval van verdenking van een overtreding of misdrijf. We willen derhalve graag dat de conclusies en aanbevelingen van de RSJ opvolging krijgen.

Wij willen dat net zoals al wordt toegepast in politiedistricten Twente en IJsselland, kinderen niet meer worden opgesloten voor kleine vergrijpen.

Voorts wensen wij dat er, vooruitlopend op mogelijke landelijke wetgeving, zoveel mogelijk opvolging gegeven wordt aan de conclusies van de RSJ, binnen de lokale wettelijke mogelijkheden.

Daarom stelt D66 de volgende vragen aan het college:

In hoeverre is het college het eens met de conclusies van het rapport? Hoeveel kinderen zijn er in de afgelopen jaren vastgezet in Tilburg? Onder welke richtlijnen gebeurt dat? Bestaan er in Tilburg regels of protocollen waarmee ‘rekening gehouden wordt met de belangen van het kind’ – en zo ja, hoe luiden die? Zijn er eventueel zorginstanties betrokken bij de aanpak die hierop bestaat in onze gemeente? Is het college bereid middels een brief uitvoeriger terug te komen op dit onderwerp, en daarbij aan te geven in hoeverre onze ‘driehoek’ lokaal invulling wil geven aan de aanbevelingen van het rapport? Is het college ook bereid er bij het Rijk op aan te dringen dat – voor zover er sprake is van Rijksbeleid – ook dat wordt aangepast naar aanleiding van de aanbevelingen?

 

Namens de fractie van D66,

Erik Blommestijn (Woordvoerder Openbare Orde en Veiligheid) Eva van Wijngaarden (Woordvoeder Jeugdzorg & Jeugdhulp)

D66 vraagt college naar staatloosheid in Tilburg

D66 D66 Tilburg 26-06-2018 12:43

Geacht college,

Het fenomeen ‘staatloosheid’ is relatief onbekend. Toch zijn er in Nederland zo’n 4000 mensen geregistreerd als staatloos in de Basisregistratie Personen (BRP). Dat is slechts een klein deel van de 80.000 personen van wie de nationaliteit onbekend is.

Personen met een onbekende nationaliteit – en staatlozen in het bijzonder – ervaren veel praktische belemmeringen waardoor zij door de maatschappij worden buitengesloten en hebben niet dezelfde rechten als mensen met een vastgestelde nationaliteit. Zo ondervinden zij problemen met onder andere: het volgen van onderwijs, toegang krijgen tot de zorg, het krijgen van werk, het kopen van een huis, het halen van een rijbewijs, of het in het huwelijk treden. Rechten die wij voor mensen, kinderen in het bijzonder, vaak vanzelfsprekend vinden.

De landelijke wetgeving schiet momenteel tekort in het bieden van oplossingen, hoewel er momenteel in Den Haag gewerkt wordt aan een vaststellingsprocedure. D66 Tilburg vindt dat Tilburg een inclusieve stad moet zijn en dat Tilburg als stad van de social innovation een voortrekkersrol zou moeten spelen in het verbeteren van de vaststellingsprocedure van staatloosheid en het verbeteren van de leefomstandigheden van staatlozen in onze gemeente.

Dit brengt ons tot de volgende vragen:

Is het college op de hoogte van het aantal staatlozen, en in het bijzonder het aantal staatloze kinderen, in de gemeente Tilburg? Hoeveel mensen (en hoeveel kinderen) zijn er geregistreerd met ‘onbekende nationaliteit? Is het college bereid zich door experts, bijvoorbeeld de in Tilburg gevestigde ‘Institute on Statelessness and Inclusion’, te laten informeren over de mogelijkheden om de omstandigheden voor staatloze en kinderen met een onbekende nationaliteit binnen de gemeente Tilburg te verbeteren? Is het college bereid om actief op zoek te gaan naar kinderen in Tilburg, die geboren/getogen zijn in Nederland, maar een onbekende nationaliteit hebben en wellicht staatloos zijn, om hen te informeren over optieregelingen die Nederland specifiek voor staatloze kinderen kent?

In afwachting van uw reactie,

namens de fractie van D66 Tilburg, Bas Verberk & Erik Blommestijn

Zie je content die volgens jou niet op deze site hoort? Check onze disclaimer.