Poliflw

Zaterdag 18 januari verwelkomden wij veel GroenLinksers en vrienden bij onze jaarlijkse nieuwjaarsreceptie. Een mooi moment voor onze fractievoorzitter, Gebke van Gaal om te vertellen wat het afgelopen jaar bereikt is en wat er in 2020 allemaal gaat komen. Benieuwd? Lees hier de nieuwjaarsspeech van Gebke. 

Verandering begint hier – dat was de verkiezingsleus die ons in 2018 heeft geholpen aan de beroemde acht zetels onder leiding van Walter van Peijpe. 8, een getal dat GroenLinks in Leiden nog nooit eerder behaald had. Verandering begint hier heeft GroenLinks Leiden dan ook ten volle benut en heel serieus genomen: zo sta ik hier als derde fractievoorzitter deze periode, staat het aantal GroenLinks wethouders op drie, is Hester van Kruijssen toegetreden als raadslid afgelopen herfst, hebben we een nieuwe afdelingsvoorzitter en ook veel nieuwe leden en bewegers. En als kersverse verandering wil ik, nadat we net afscheid hebben genomen van Jos, van de gelegenheid gebruik maken om Ivo van Spronsen te verwelkomen in de fractie. Ivo draait al een tijdje mee als echte Leidenaar binnen onze afdeling, zo ken ik hem nog uit de tijd bij GroenLinks eind jaren 90 begin 2000 toen wij allebei actief waren voor GroenLinks leiden. Hij is even duo-raadslid geweest en nu dan volwaardig lid van de fractie. Welkom Ivo.

Verandering begint hier heeft ook grote impact op onze stads Leiden: je ziet, voelt, ruikt en proeft gewoon letterlijk dat wij eindelijk weer deel uitmaken van het college van B&W en dat we met 8 raadsleden in de raad zitten.

Waar Martine Leewis een belangrijke grondlegger was van de klimaatadaptatie in de stad, bouwt Ashley North als opvolger hierop voort. Zo gaat het College een gebied ter grootte van 100 voetbalvelden in onze stad klimaatadaptief maken.

Nog een overweldigend succes zijn de ecoglazen die onze wethouder Yvonne van Delft heeft gelanceerd op 3 oktober! Hierdoor hebben we een gigantische plasticreductie gerealiseerd en wees gelijk even alert op het programma Circulaire economie dat Yvonne volgende week lanceert.

En op dit moment worden de singelparken met bosjes tegelijk uit de grond gestampt door Ashley, en bijna letterlijk door Ashley zelf.

En als je het hebt over duurzaamheid in onze bouwopgave dan denk je zeker ook aan: GroenLinks: energieneutraal, circulair en fair. Deze onderwerpen zetten wij hoog op de agenda. Zo is net het Jaar van het Dak 2020 gestart met “de top van het dak”, komt er huurteam en ruimte voor wonen voor bijzondere doelgroepen.

Ik kan nog wel even doorgaan, want met twee wethouders en 8 raadsleden en is de lijst van successen lang. Ik wil ook graag een doorkijkje geven naar de tweede helft van deze periode. 

Wat kunnen jullie van ons verwachten?

Veel, heel veel. Verandering begint hier en verandering is hier – en wij beseffen dat dat niet voor iedereen gelijk even fijn en makkelijk is. Er zijn zelfs politieke partijen, ik noem ze voor het gemak even de bam-boe-roepers, die al over de rooie gaan van het plaatsen Bamboeverkeersborden in Leiden.  Tegen hen zeg ik ook: maak je borst maar nat – want bamboeborden zijn nog maar een fractie van wat we als GroenLinks aan het bouwen zijn samen met PvdA en D66 en hopelijk met alle partijen in deze stad, dus ook met jullie.

Ons klimaat, ons zorgstelsel en de wooncrisis vragen om rigoureuze verandering. Soms grote stappen, soms hele kleine. En als die verandering niet nu wordt ingezet: wanneer dan wel? Als wij het niet doen? Wie dan wel?

Voor nu ga ik drie speerpunten delen met jullie die óók nog van belang zijn voor de verdere verandering in onze mooie stad Leiden vorm te geven:

GroenLinks is bezig met een initiatiefvoorstel voor meer acceptatie van transgenders. De autoluwe binnenstad: hoeveel mensen schoten niet een prachtig kiekje toen delen van de stad ontdaan waren van auto’s vanwege de Rembrandt dagen of filmopnames. Deze autoluwe binnenstad geeft ruimte om te spelen, te sporten en te vergroenen. Ik zie zo de picknick tafels, moestuinen en speellocaties verrijzen. We blijven ons met de hele coalitie en de hele raad hard maken voor het welzijn van alle Leidenaren, dat iedereen kan meedoen en de zorg en begeleiding krijgt die nodig is. Wij als stad van vluchtelingen, als sociale stad bieden kansen en oplossingen voor iedereen, niemand mag aan de zijlijn blijven staan, of onzichtbaar zijn door eenzaamheid, ziekte of uitsluiting. Leiden is een stad waar iedereen zich thuis voelt. En dit derde punt rondom zorg stelt ons voor lastige keuzes, en vraagt om verandering.  Dat wordt een hele uitdaging. Dat zeg ik er gelijk bij. Wij gaan ons keihard inzetten om betere zorg voor alle Leidenaren te borgen. Met de hoogste prioriteit.

En dat thuis voelen he: als je geen huis hebt – dan ook geen thuis, daarom als extra punt wil ik noemen dat de wooncrisis beteugeld moet worden. De beleggersmarkt, het bouwen met hoge mate van circulariteit, energieneutraal bouwen. Een houtbouwprijs bijvoorbeeld kan Leiden stimuleren om meer naar alternatieve en innovatieve bouwvormen te kijken. Of een zelfbewoningsplicht: zou dat in Leiden kunnen? GroenLinks denkt na over de toekomst en blijft dat doen.

Al met al – super veel te doen, de fractie en wethouders hebben, zoals het een goed GroenLinks-er betaamt de mouwen opgestroopt, op zoek naar de samenwerking en verbinding met de stad en alle partijen in de gemeenteraad. Want…

Verandering begint hier en nu, iedere dag weer. GroenLinks staat erop dat alle Leidenaren kunnen meedoen. We hebben alle menskracht nodig om de verandering die hier begint op zorg, klimaat en economie verder vorm te geven. Dat vergt lef, moed en doorzettingsvermogen, een luisterend oor, innovatiekracht en een beetje liefde.

Leiden vernieuwt haar cultuurbeleid. Onze wethouder Cultuur, Yvonne van Delft nodigde ons uit voor een gesprek over de cultuurvisie 2020. Lees in dit interview over de drie cultuur-ambities voor Leiden en over het belang van inclusiviteit in het cultuuraanbod.

De cultuurvisie heeft drie ambities. Welke zijn dat en wil je over elke ambitie iets vertellen?

De nieuwe cultuurvisie bestaat uit drie ambities. Allereerst Cultuur Op Sterke Benen, waarbij wij juist vinden dat er meer cultuurparticipatie voor alle Leidenaren moet plaatsvinden. Dan gaat het onder andere om amateurkunst maar ook over het aanbieden van kunst in de wijken, in de huizen van de buurt en bibliotheken. Verder gaat Op Sterke Benen ook over Kunst en Cultuur waarbij we niet alleen de buurthuizen drager willen maken van kunstprojecten maar ook juist de cultuurinstellingen. Zo speel je de ouderwetse buurthuizen vrij voor nieuwe ontwikkelingen. Buurthuizen kunnen dan ook andere faciliteiten bieden, zoals flexplekken voor zzp’ers. Cultuureducatie vind ik verder ook zeer belangrijk en komt ook terug in deze ambitie. Gelukkig is de cultuureducatie in Leiden al goed op orde. Er is in Leiden heel veel aanbod voor scholen op het gebied van cultuur.

Cultuur met Hart en Ziel

De tweede ambitie heet Cultuur Met Hart en Ziel. Dat is eigenlijk de cross-over met het sociaal domein. Met deze pijler spreken we de ambitie uit om Kunst en cultuur een rol te laten spelen in preventie. Zodat bijvoorbeeld mensen die eenzaam zijn of mensen die ziek zijn samen iets te beleven door te creëren. Dit is meegenomen in de visie omdat bij een van de cultuur aan tafelgesprekken dit werd genoemd. Bij het LUMC wordt ook veel onderzoek gedaan naar hoe kunst en creativiteit kunnen bijdragen aan de genezing van een patiënt.

We spraken ook een dame in een rolstoel die een tijd in het hospice Xenia heeft gelegen. Zij zei: 'als ik aan het tekenen ben voel ik mij even geen patiënt en dan ben ik gewoon mezelf, dan voel mij als ieder ander'. Dit inzicht is voor ons een inspiratie geweest.

Cultuur met Kop en Schouders

En de derde ambities is Cultuur met Kop en Schouders. Leiden is uniek qua kennis en cultuur. Wij zijn de Stad van Ontdekkingen en die lijn willen wij ook blijven voortzetten. We willen Leiden nationaal en internationaal goed neerzetten. Zo willen Leiden goed op de kaart zetten in 2020, dan is Leiden European City of Science. Wij gaan samen met de musea laten zien dat kennis en cultuur mooi met elkaar verbonden zijn. Ik ben ook blij dat alle musea hierbij aansluiten en gaan zorgen voor een mooi aanbod.

Hoe is de Cultuurvisie tot stand gekomen?

De cultuurvisie is tot stand gekomen door middel van een heel uitgebreid participatieproces. We zijn bijna een jaar bezig geweest, waarbij we van alles hebben 'opgetekend' zoals we dat zeiden. We zijn bij allerlei evenementen geweest om bezoekers om input te vragen. Ook veel verschillende instellingen zijn betrokken geweest, natuurlijk cultuurinstellingen maar ook zorg- en welzijnsorganisaties hebben input geleverd. We hebben ook kinderen apart gevraagd over wat zij belangrijk vinden. Ook hebben we alle input op een groot festival met elkaar besproken.

In visie staat ook dat het college inclusie belangrijk vindt. Waar blijkt dat uit?

Inclusiviteit betekent sowieso toegankelijkheid, zowel qua prijs als fysiek. Inclusiviteit betekent ook aanbod voor alle verschillende doelgroepen. We willen bijvoorbeeld in de wijken veel meer aansluiten bij de jeugd en jongeren. Ook willen we het cultuuraanbod voor alle verschillende culturen in de stad verbreden. Vaak zie jij bij concerten alleen ouderen mensen. Maar ik zou graag zien dat iedereen plezier beleeft aan cultuur, omdat kunst en cultuur creativiteit bevordert. Creativiteit is in deze tijd van groot belang. Als je kijkt naar werk en school dan zie je dat twenty first century skills steeds belangrijker worden. Creativiteit, samenwerken en in een ander kunnen verplaatsen is zijn steeds vaker essentiële vaardigheden. Het is dus belangrijk dat iedereen zich kan ontwikkelen op het gebied van cultuur en creativiteit.

Ook denken we dat cultuur een verbindende factor kan zijn. Een voorbeeld daarvan is het Zeemanskoor Rumor di Mare in Leiden. Dat zijn allemaal oudere mannen die samen in een koor zingen. Zingen verbroedert, zo blijkt, want de mannen kijken echt naar elkaar om en ze zorgen ook voor elkaar als er bijvoorbeeld eentje ziek is. Dat vind ik nou echt heel erg leuk en een mooi voorbeeld van het positieve effect van cultuur.

Dan nog even over onze prachtige musea. De Lakenhal die dit jaar opnieuw is geopend, hoe gaat het daar mee?

Ik raad iedereen aan om te gaan: het is zo mooi geworden! Sinds de jaren vijftig werd er al gesproken over uitbreiding. Zo lang was er niets gebeurd en we moesten natuurlijk ook in gaten houden dat de collectie veilig bleef in het oude gebouw en dat werd steeds lastiger. Dus we zijn heel blij met de nieuwe Lakenhal. We zijn blij met de uitbreiding aan de achterkant en er een mooi gebouw hebben neergezet aan de Langemarkt. Er zijn zeven verhaallijnen over Leiden gemaakt en het is schitterend qua gebouw en collectie. Dat is ook het mooie: het museum is bij de start van de verbouwing eerst de hele collectie gaan inventariseren. Ze hebben het gebouw en het verhaal gebaseerd op de eigen collectie. We hebben na de opening volgens mij nu al 70.000 bezoekers gehad.

Overigens heeft Naturalis vanaf de opening tot aan 31 augustus al 200.000 bezoekers gehad. Naturalis is ook echt waanzinnig geworden en de recensies in de kranten zijn ook allemaal vijf sterren en terecht. Ik ben heel trots!

In de visie wordt ook gesproken over broedplaatsen. Waarom zijn broedplaatsen in de stad belangrijk?

Broedplaatsen zijn natuurlijk de plekken waar mensen dingen uit kunnen proberen, waar makers elkaar kunnen inspireren. Een broedplaatsen heb je nooit in je eentje, maar broeden doe je met elkaar. We hebben nu al een aantal broedplaatsen bijvoorbeeld de Haagweg 4 en de Nieuwplaatz. Verder willen we kijken of we leegstaande panden daarvoor kunnen gebruiken. Ook gaan we kijken naar de mogelijkheden bij het Stadsbouwhuis of Stationsplein. Het zou mooi zijn als kunstenaars ruimtes kunnen gebruiken die op dit moment leegstaan.

Bedankt Yvonne en succes met de uitvoering. 

Graag gedaan en dank je wel!

 

 

De cultuurvisie wordt nog besproken in de raad. 

Illustratie: Gemeente Leiden, Inge de Fluiter, Schetswinkel

Leiden wordt een culturele uitgaansgelegenheid rijker. Dat maakte wethouder Yvonne van Delft (GroenLinks) zojuist bekend. In een leegstaande loods op bedrijventerrein De Waard, waar tot voor kort een dansschool zat, opent binnenkort de Wibar. GroenLinks Leiden juicht het besluit toe: onder het motto "Let's Dance" pleit de partij al jaren voor meer uitgaansgelegenheden in Leiden.

De Wibar is een initiatief van de mensen achter Doorgedraaid, die hun sporen ruimschoots hebben verdiend in de organisatie en aankleding van festivals en evenementen. Het moet een plek worden met een diverse programmering, waar zowel ruimte is voor kleinschalige culturele activiteiten, als ontmoeting overdag en ’s avonds en grotere feesten. Volgens wethouder Yvonne van Delft zijn ook omwonenden intensief betrokken in het voorbereidingstraject en is er brede steun voor het plan in de aangrenzende buurten.

De voordelen van de nieuwe uitgaansgelegenheid zijn wat GroenLinks betreft dan ook groot. Als er ’s avonds iets te doen is voor jongeren, houdt dat ze letterlijk van de straat en een spannende nieuwe culturele hotspot kan een flinke impuls geven aan de creatieve energie in de stad. “In Leiden stikt het van de jongeren die kunst of muziek willen maken of beleven, maar nu vaak geen plek hebben om daar laagdrempelig mee aan de slag te gaan”, aldus Alex Friso en Ashley North van GroenLinks. “Daarom dreigt de stad ook veel creatief talent te verliezen en dat is zonde voor een stad die innovatief en cultureel wil zijn.”

Dezelfde voordelen benoemde GroenLinks al in de motie “Let’s Dance”, die drie jaar geleden werd aangenomen bij de bespreking van de zogeheten Horecavisie. In die visie werd voorgesteld dat horeca gericht op dansen, niet zou mogen toenemen in Leiden. Dit terwijl GroenLinks veel signalen van jongeren kreeg dat er juist behoefte was aan nieuwe en vernieuwende uitgaansconcepten waar ook een dansje gewaagd kan worden. Uiteindelijk stemde de gemeenteraad, soms nog wat lacherig, in met de motie van Friso en North, die toename van dit soort uitgaansgelegenheden mogelijk moest maken. Ook in de jaren daarna lieten veel Leidenaren blijken flinke behoefte te hebben aan een spannender, diverser en creatiever Leids nachtleven.

GroenLinks pleitte bij het indienen van de motie “Let’s Dance” ook al voor het kijken naar andere locaties dan traditionele uitgaansgebieden en voor het mogelijk maken van tijdelijk gebruik van leegstaande panden. De fractie is dan ook erg enthousiast over het besluit van het college om voor twee jaar een omgevingsvergunning aan de Wibar te verlenen, met een optie voor verlenging. De locatie heeft een industriële feel en ligt ver genoeg van omwonenden om geen directe overlast op te leveren, maar dichtbij genoeg om meerwaarde voor de buurten te hebben. Verschillende raadsleden staan dan ook te trappelen om het besluit te vieren met een dansje.

Een grensverleggend plan: sociale huurders een student in huis laten nemen als zij een kamer over hebben. Nu is dat in de huurovereenkomst vaak nog verboden, maar binnenkort zou dat wel eens anders kunnen zijn. Een interessant vooruitzicht!

In overleg met de Leidse woningcorporaties presenteerde wethouder Yvonne van Delft eerder deze week het plan om bij wijze van proef huurders met een uitkering toestemming te geven een kamer te verhuren aan studenten. Een vernieuwend voorstel met mogelijk meerdere winnaars: de kamernood onder studenten wordt bestreden, terwijl Leidenaars met een klein inkomen wat extra’s kunnen verdienen.

Kamernood vraagt om creatieve oplossingen De fractie van GroenLinks juicht de creativiteit van het college toe. De kamernood onder Leidse studenten is met een tekort van zo’n 2000 woningen groot en schreeuwt om oplossingen. Nog begin dit schooljaar waren studenten gedwongen in tentjes te kamperen vanwege het nijpende kamergebrek. Onaanvaardbare taferelen. Onder andere GroenLinks verzocht daarom het college destijds snel met innovatieve oplossingen te komen om het kamerprobleem te verhelpen.

De proef die wethouder Van Delft nu voorstelt zou zomaar eens een deel van de oplossing kunnen zijn. Door het huurders van woningcorporaties mogelijk te maken een student in huis te nemen, komt er potentieel ineens een groot aanbod aan betaalbare kamers bij. Zowel de lokale woningcorporaties als de landelijke koepelvereniging Aedes stimuleren dan ook dit soort creatieve maatregelen om de kamernood het hoofd te bieden.

Maatregel tegen verkamering, vóór sociale samenhang Een ander voordeel is dat de proef eraan kan bijdragen dat studenten zich meer over de stad verspreiden en beter geïntegreerd raken in de omgeving waar zij leven. Nu wonen zij vaak geconcentreerd in grote studentencomplexen bijeen en is er regelmatig sprake van een fikse kloof tussen de studenten en de omwonende buurtbewoners. Een belangrijke reden waarom de coalitie heeft besloten om verkamering aan banden te leggen.

Het mooie aan de proef van Van Delft is dat het juist oplossingen biedt voor de problemen die verkamering heeft veroorzaakt. In plaats van grote panden op te delen en voor veel te hoge prijzen te verhuren aan anonieme huurders die geen binding hebben met de wijk, wordt nu juist kleinschalige verhuur mogelijk bij nota bene die mensen die geworteld zijn in de wijk. Zij kunnen als geen ander de studenten op een positieve manier kennis laten maken met de omgeving en hierin een eigen bestaan laten opbouwen. Voor dit vooruitzicht van meer ontmoeting en sociale samenhang, teken ik met liefde.

Alle huurders betrekken Het experiment van wethouder Van Delft brengt dus grote voordelen met zich mee, maar ook, zoals altijd met een proef, vragen. Deze week stelden daarom meerdere Leidse partijen, waaronder GroenLinks, vragen aan het college. Uit interesse, om zorgen te delen en om tips mee te geven. Sindsdien heeft de wethouder de beleidsregels die horen bij de proef toegestuurd aan de raad, waarmee in feite de meeste vragen al beantwoord zijn. Beide documenten vind je hieronder.

Een meer politieke vraag, of eigenlijk een suggestie, die voor GroenLinks nog openstaat is de volgende: de proef richt zich nu nog uitsluitend op mensen met een uitkering, maar waarom niet ook sociale huurders zonder uitkering mee laten doen? Dat levert nog meer kamers op, een nog betere spreiding van studenten en maakt het bovendien ook voor Leidenaars met betaald werk mogelijk om wat extra’s te verdienen. Daarmee zou de proef helemaal geslaagd zijn!

Ashley North Fractievoorzitter GroenLinks Leiden

In aanloop naar de Provinciale verkiezingen gaan we in gesprek met kandidaten die op de lijst staan. Nu aan de beurt is Wethouder Duurzaamheid, Mobiliteit en Beheer Openbare Ruimte: Martine Leewis!

Stel jezelf even voor!

Ik ben Martine Leewis, sinds 23 mei 2018 wethouder Duurzaamheid, Mobiliteit en Beheer Openbare Ruimte voor GroenLinks in Leiden. Samen met GL collega Yvonne van Delft, Marleen Damen (PvdA), Fleur Spijker en Paul Dirkse (beide D66) vormen wij een ambitieus, progressief college dat vol voor duurzaamheid gaat.

Hoe ben jij bij GroenLinks Leiden terecht gekomen?

Ik ben al ruim 10 jaar binnen GL actief, maar tot dusver vooral achter de schermen of indirect. Ik ben 5 jaar voorzitter van de afdeling Leiden geweest, en vervolgens ook voorzitter van verscheidene andere commissies. Daarnaast was ik actief lid van de Landelijke werkgroep water, en ben via die lijn bij het Hoogheemraadschap Rijnland beland. Immers, GL doet niet onder eigen titel mee aan de waterschapsverkiezingen, maar steunt Water Natuurlijk. Toen ze daar 10 jaar geleden kandidaten zochten, ben ik als GroenLinkser actief geworden binnen Water Natuurlijk. En ben vervolgens eerst 6 jaar fractievoorzitter geweest, en de drie jaar voor mijn wethouderschap Hoogheemraad.

Je bent nu momenteel wethouder van duurzaamheid, mobiliteit en beheer openbare ruimte. Hoe is dit zo gelopen? / Wilde je altijd al wethouder van duurzaamheid, mobiliteit en beheer openbare ruimte worden?

Het wethouderschap is min of meer toevallig op mijn pad gekomen. Ik heb heel veel met de onderwerpen van mijn portefeuille, met name met klimaatadaptatie, water, vergroenen en biodiversiteit. Ook in mijn overig werkzaam leven heb ik me daar altijd mee bezig gehouden. Mijn inhoudelijke betrokkenheid, gecombineerd met mijn bestuurlijke ervaring als Hoogheemraad, bleken voor de fractie aanleiding te zijn om me te vragen wethouder te worden. Zeker toen we twee kandidaten (!) mochten leveren, werd dat accuut. Ik vind het natuurlijk een eer en een genoegen dat deze kans me gegund is!

Kan je uitleggen hoe de introductie van het integraal waterketenplan tot stand is gekomen? En wat de ontwikkelingen tot nu zijn?

Het Integraal Waterketen Plan, dat in januari door Leiden is vastgesteld, is een prachtig voorbeeld van de toenemende samenwerking tussen gemeenten, Hoogheemraadschap en twee waterleidingbedrijven in de waterketen. Met de waterketen bedoelen we alles: van drinkwatervoorziening, regen- en smeltwater opvang tot rioolwaterverwerking. Die samenwerking is voor de ‘waterenthousiastelingen’ heel voor de hand liggend; water houdt zich niet aan gemeentegrenzen, en het is logisch om expertise te delen. Vervolgens is het natuurlijk een hele toer om beleid (module 1) en maatregelen (module 2) voor al die partijen gelijkluidend te laten zijn. Maar juist omdat de financiën (module 3) per partij specifiek zijn houdt iedereen voldoende ruimte om, binnen gezamenlijke kaders, eigen afwegingen te maken. Voor Leiden biedt dit plan een belangrijke drager voor klimaatadaptatie, bijvoorbeeld door het besluit te nemen voortaan altijd hemelwater gescheiden in te zamelen, en niet te mengen in 1 buis met afvalwater uit huishoudens en bedrijven.

Waarom heb jij je kandidaat gesteld voor de Provinciale Verkiezingen?

Als kandidaat voor de Provinciale Statenverkiezingen sta ik alleen op de lijst als ‘lijstduwer’. Door mijn plek wil ik graag laten zien hoe belangrijk het is om GroenLinks ook in de provincie een stevige plek te geven; we hebben elkaar als overheden hard nodig!

Waar sta jij voor? / Wat vindt je belangrijk om extra aandacht aan te schenken?

Ik sta voor duurzaamheid en klimaat. Wij zijn de eerste generatie die de gevolgen van klimaatverandering gaan ervaren, en de laatste die er iets aan kunnen doen. Vanuit de gemeente wil ik daar als wethouder iets aan bijdragen, en ik hoop dat met een sterk, groen, duurzaam provinciebestuur te kunnen versnellen.

Wat zijn jou toekomstplannen?

Mijn toekomstplannen reiken op dit moment niet verder dan van mijn wethouderschap en ons college een daverend succes te maken. En tegelijk voldoende in balans te blijven met gezin, familie en vrienden.

Door: Hafsa Ismail

Vanmorgen was de lancering van de Leidse Aanpak Duurzaamheidsopgaven waarbij jongerenorganisatie King for a Day het gesprek aanging met onze wethouders Yvonne van Delft, Martine Leewis en Fleur Spijker (D66) en hierbij kritische vragen stelden.

Gedurende het gesprek kwam duidelijk naar voren dat er een goede klik bestaat tussen ambities van deze jongeren en de wethouders. De jongeren zijn heel ijverig ingesteld en gaan graag aan de slag met plannen voor een duurzamer Leiden. Zo maakten de scholieren al eerder een eigen business case voor zonnepanelen op het dak van hun school DaVinci College. De drie wethouders hebben uiteraard ook niet stil gezeten en gaven vanmorgen hun ambitieuze plannen meer gezicht door het noemen van diverse voorbeelden. Een van de plannen die ze bespraken is het streven om de GFT afvalstromen van de horeca te scheiden via een infrastructuur op het water. Ook bespraken ze hoe de corporaties in Leiden hun huizen willen verduurzamen. De wethouders gaven de jongeren van de King for a Day het aanbod om met delegatie onze afvalverwerker AVR te bezoeken, dat belooft een nuttig uitstapje te worden!

Voor jongeren die nog twijfelen over welke kant ze op willen gaan na hun middelbare school had Martine Leeuwis een goede tip: “Een echte baangarantie is in de klimaattechniek”. De scholieren drongen in het gesprek zelf aan op lessen in het onderwijs om (lokale)duurzaamheidsambities meer aandacht te geven en leerlingen te wijzen op wat ze zelf kunnen doen. Zo kan duidelijker worden getoond wat de gemeente nu doet aan de duurzaamheidsopgave en krijgen jongeren ook een beter beeld waar ze zelf een bijdrage aan kunnen leveren.

Samengevat staan de komende jaren in het teken van een viertal punten die onderling samenhangen: 1. Energietransitie, 2. Klimaatadaptatie en vergroening, 3. Circulaire economie & 4. Duurzame mobiliteit!

De wethouders sloten de bijeenkomst optimisch af: “We moeten nu de basis leggen en aan de slag! En dit college gaat dat doen!”

Mocht jij naar aanleiding van dit artikel denken, ik kan hierbij helpen! Neem dan contact met onze wethouders op via deze pagina.

Van 24 tot en met 30 november werd in Leiden de week van de stadsgesprekken gehouden. Dit was een onderdeel van het maken van de Omgevingsvisie Leiden 2040. Eerder waren er al algemene vertrekpunten vastgesteld door het huidige college van B&W, en hadden enkele groepen al meegedacht over de onderwerpen. In de stadsgesprekken ging het de gemeente om meepraten door de burgers over te maken keuzes. 

Er zijn ook nu nog thematische groepen aan de slag om inbreng te leveren. De opbrengst van dit alles wordt verwerkt in een concept van het college, waarover in april een inspraakprocedure komt. Voor de zomervakantie wil de gemeenteraad een eerste omgevingsvisie hebben vastgesteld. Hier moeten nog vele discussies en gesprekken voor gevoerd worden om uiteindelijk met z'n allen een goede visie vast te stellen. Deze eerste omgevingsvisie zal de basis vormen voor toekomstige besluitvorming over de stad. En zal ongetwijfeld nog regelmatig worden besproken en verfijnd. Meer informatie is hier te vinden. 

Sfeerbeeld gedurende de week

Het college straalde uit echt te werken vanuit het motto “Samen maken we de stad”. Op de avonden waren ook veel gemeentelijke ambtenaren aanwezig. Ook die straalden enthousiasme en betrokkenheid uit. De burgers dachten graag mee aan het bedenken van mogelijkheden, kansen en oplossingen, en brachten overigens ook zorgpunten over inhoud en vertrouwen in “de politiek” in. De aanwezige GroenLinksers hadden het gevoel dat er draagvlak is voor de hoofdlijnen van koers. De gesprekken waren niet op hoge toon, en werden afgesloten met napraten. Wel is vergroting van de diversiteit onder de deelnemers voor vervolgstappen een stevige uitdaging, want heel gemakkelijk is dat niet.

In het onderstaande verslag kun je meer lezen over de vijf stadsgesprekken, de thema’s en de hieruit voortkomende vragen en dillema’s.

Werken en ondernemen in de stad 

Bij dit eerste stadsgesprek werd een presentatie gehouden die bedoeld was om de aanwezigen aan het denken te zetten. De insteek was de vraag wat Leiden zou moeten doen om wereldstad te worden. Het antwoord was: onderdeel te worden van een Randstad die tot ongeveer Eindhoven en Amersfoort zou moeten reiken. Die zou kunnen concurreren met zeg Shanghai, en het smadelijk lot van Barcelona en Frankfurt als niet-megawereldstad ontlopen. De aanwezige GroenLinksers werden inderdaad aan het denken gezet door deze schets van wat je niet zou willen: een hypergrote stad zonder menselijke maat, met megastallen voor de bewoners, en met weinig zichtbare duurzaamheid.

In de groepen kwam meer de economie aan bod. Onderwerpen als smart city met bedrijfsactiviteiten over kennis en innovatie voor zorg en onderwijs, en brede arbeidsparticipatie werden van inbreng voorzien. De economische rol van de binnenstad kwam ook aan de orde. De bereikbaarheid van de binnenstad voor consumenten kan door veel beter en duurzaam busvervoer dan nu vanuit de wijken worden vergroot, en is een randvoorwaarde voor het autoluw maken ervan. Het door de Stadsmakers genoemde idee om alsnog de Rijn-Gouwe lijn te realiseren en tegelijk de NS lijn naar Utrecht te verschrompelen werd gezien de forensenstromen als uiterst onverstandig idee beschouwd.

De groeiende stad 

Het tweede stadsgesprek ging dieper in op de groeiende stad. De opzet was aanvankelijk om op de hele losse manier van een rondetafelgesprek zoals bij De Wereld Draait Door suggesties op te halen. Leiden als vooruitstrevende en sociale stad werd als uitgangspunt gedeeld. Zoeken naar het vergroten aan het aantal betaalbare woningen werd onderschreven, maar ook werd benadrukt dat het moet passen bij de bestaande omgeving. Er moet niet enkel worden gezocht naar hoogbouw ten koste van een uitnodigende woonomgeving. De autoluwe binnenstad werd ook onderschreven, zeker vanwege de slechte luchtkwaliteit. De voorwaarde is wel dat er betaalbaar, toegankelijk en effectief openbaar vervoer in, van en naar de binnenstad komt. De opzet werd daarna aangepast aan de behoefte om het te hebben over onduidelijkheden (zoals verkamering of veel hoger bouwen dan de gemeentelijke kaders) en de behoefte aan goede en duidelijke processen richting de burgers. De crux daarvan was dat “de politiek” moet werken aan versterken en terugwinnen van het vertrouwen. De aanwezige wethouders deelden deze ambitie.

De identiteit van de stad 

Het derde stadsgesprek stond in het teken van de identiteit van de stad. Water is de drager van de Leidse identiteit. Daarover werd een zeer interessant college gegeven door iemand die met dit onderwerp ook in de stad Mechelen aan het werk was geweest. Een zeer boeiend verhaal afgewisseld met beelden van de Mechelse resultaten. Zo kon je zien dat sommige verwaarloosde plekken veranderden in aantrekkelijke hoeken van de stad, door een overbrugd stuk stadsrivier te "ontkluizen" en daar een aantrekkelijke ontmoetingsplek van te creëren. Voor Leiden zou dat betekenen de Mare weer openbreken, een discussie die nooit weg is geweest. Daar kwamen wel bezwaren op, omdat dat stuk stad net zo is opgeknapt: niet meer aankomen. Voor wethouder Paul Dirkse hoeft het niet: is zeer kostbaar.

Deze discussie blijft dus. Dat het water als identiteit werd gekozen heeft van alles te maken met het onderwerp klimaatadaptatie, hittestress en wateropvang. Eigenlijk is iedereen er wel van doordrongen dat daar beslist de aandacht naar toe moet gaan. Vanuit het publiek werden leuke ideeën aangedragen. Yvonne van Delft antwoordde dat zij vooral geïnteresseerd is in "slimme" ideeën. Slim betekent in dit geval bijvoorbeeld dat je met een lantaarnpaal-aansluiting zoveel meer kon doen. Innoverende en samenbrengende ideeën zullen steeds meer van betekenis zijn. Groen kwam als onderwerp natuurlijk ook aan bod. Hoe meer groen, hoe meer water opgezogen wordt. Tegelijkertijd geeft groen de nodige schaduw. Ook handig en verstandig met dit thema omgaan- dat staat.

De sociale stad voor iedereen

Het vierde stadsgesprek betrof de sociale stad. Er waren korte presentaties als warming up voor sessies in groepjes over de ontwikkeling van fictieve wijken. De opening was een schets van een stad op menselijke maat met uitnodigende ruimtes voor ontmoeting. De schets was op ooghoogte en gericht op gedrag, heel anders dan de opening op maandag dus. Een andere inleiding ging over respect voor en normale omgang met personen met GGZ-problemen die toch recht hebben contactmogelijkheden, moedig verteld door een ervaringsdeskundige. De presentatie van de beleving van de stad door mensen met lichamelijke beperkingen gaf duidelijk aan wat er nu ontbreekt en hoe dat beter kan en moet.

De sessies gingen over stadsontwikkeling waarin groepjes aan de slag konden. Er zijn duidelijke verschillen tussen de uitdagingen in wijken met veel hoogbouw, goedkope huurwoningen en lage welvaart en wijken met meer eengezins-koopwoningen en meer welvaart. Gemeenschappelijk was de aandacht voor groen tussen de woningen, de inrichting op menselijke maat, het maken van ontmoetingsruimtes, en ook een gemengde bevolkingssamenstelling. Anders gezegd: bebouwing moet meer sociale en maatschappelijke samenhang en sociaal gedrag stimuleren. Dat vergt ook dat bij stadsontwikkeling niet alleen op stadsdeelniveau gekeken moet worden maar ook naar wijken en buurtjes.

Terugblik op de week

Het vijfde stadsgesprek was een talkshow over de opbrengst van de vier gesprekken. Die werd in kort bestek gepresenteerd. Zowel interviews over onderwerpen als stemmingen over dilemma’s door een app maakten dit interactief. Eigenlijk kwamen de thema’s uit de inbreng van andere gesprekken weer aan de orde. Alleen openbaar vervoer in samenhang met de overgang van bezitten van auto’s naar gebruiken van gericht gebruiken en parkeren van vervoermiddelen was in de beleving van aanwezige GroenLinksers onderbelicht in de samenvattingen. De wethouders bedankten voor de inbreng en de fantastische week, en gaven aan dat het proces nu verder gaat. Er liggen nog veel uitdagingen voor onze stad waarbij de participatie van inwoners van harte welkom is! Deze gesprekken zijn alvast een goede stap en maken duidelijk dat je als inwoner ook naast de verkiezingen invloed hebt over het beleid in de stad, hierover mee kunt praten, gehoord wordt en serieus genomen. Samen maken we de Stad!

Door: Jos van Iersel, Maurits Donga, Astrid Suurmond, Edith van Middelkoop, Joost Schrieks en Willem van der Wal

Voor een spannende, aantrekkelijke, levendige en eigentijdse stad zijn kunst en cultuur van groot belang. Bij de begrotingsbehandeling in de gemeenteraad vorige week vroegen we hier dan ook uitgebreid aandacht voor. En met succes! Op voorstel van ons raadslid Walter van Peijpe gaat de wethouder zich inzetten voor een Kunstroute365 en krijgt het Cultuurfonds meer financiële steun.

De Kunstroute is één van de culturele hoogtepunten van het jaar. Het is een prachtig en altijd druk bezocht evenement waarbij kunstenaars, makers en kunstliefhebbers elkaar ontmoeten. Het is jammer dat het maar één weekend duurt! Daarom verzon Walter de Kunstroute365. Het idee is simpel: gebruik het hele jaar door de etalages van leegstaande winkelpanden in de binnenstad als expositieruimte voor Leidse kunstenaars of zelfs als tijdelijke ateliers. GroenLinks-wethouder Yvonne van Delft vond het een mooi idee en beloofde er samen met het Cultuurfonds en het Centrum Management mee aan de slag te gaan.

Het Cultuurfonds Leiden draagt sinds 2010 met succes bij aan een levendig Leids kunst- en cultuurklimaat met onder andere spannende culturele programmering. In het zogenaamde 'Handelshuis' werkt het Cultuurfonds samen met City Marketing en het Centrum Management aan de ontwikkeling van Leiden, stad van Ontdekkingen. Helaas stopte Fonds 1818 een aantal jaren geleden met de structurele subsidie aan het Cultuurfonds. Een nieuwe partner wordt helaas maar niet gevonden. GroenLinks vindt dat het Cultuurfonds wel wat extra financiële steun kan gebruiken. Daarom dienden we een voorstel in die door een grote meerderheid in de gemeenteraad werd aangenomen. In overleg met de partners in het 'Handelshuis' gaat de gemeente nu kijken of een deel van de toenemende inkomsten uit de toeristenbelasting naar het Cultuurfonds kan gaan.

Sinds de verkiezingen van maart 2018 hebben we als GroenLinks Leiden maar liefst acht raadsleden! Maar wie zijn dit eigenlijk en wat doen zij allemaal? In deze interviewreeks leer je ze allemaal kennen, de aftrap is aan het jongste raadslid Marleen Schreuder.

Hoi! Wie ben jij?

Ik ben Marleen Schreuder, ik ben 25 jaar en ik kom uit het prachtige Leiden, waar ik ook nog steeds woon. Sinds maart ben ik raadslid voor GroenLinks, en dat doe ik met heel veel plezier. Naast mijn raadswerk ben ik bezig met het afronden van mijn scriptie voor de master Europees Recht. Daarvoor heb ik mijn bachelor rechtsgeleerdheid gedaan. Ook ben ik erg graag buiten! Het liefst ga ik wandelen door de Horsten of de Leidse Hout. Als ik nog tijd heb, vind ik het leuk om naar kringloopwinkels te gaan om daar te shoppen.

En wie is jouw politieke rolmodel?

Ik vind Bas Eickhout heel erg bijzonder. Vooral omdat hij heel inhoudelijk sterk is, dat vind ik erg knap. Naast wetenschapper is hij ook echt politicus, hij kan het allebei. Daarnaast ook wel Femke Halsema, vooral vanwege de manier waarop ze staat voor de rechtstaat. Ze is een sterke vrouw, wiens vuur en stijl ik bewonder. Ook nu ze burgemeester is van Amsterdam vind ik dat erg leuk om haar te volgen.

Wanneer en waarom ben je bij GroenLinks gegaan?

In oktober 2016 ben ik officieel lid geworden van GroenLinks, nu bijna twee jaar geleden. Ik ben erbij gegaan omdat een vriendin van mij, die bij de campagnecommissie zat, mij vertelde dat het erg leuk was. Ik ben toen een keer met haar meegegaan met het informeren van leden aan de deur, en dat vond ik toen zo leuk om te doen dat ik graag nog een keer mee wilde. Zo heb ik besloten om lid te worden van GroenLinks en van DWARS. Omdat ik het leuk vond om te doen en het heel gezellig was, ben ik er op die manier ingerold. Nu voel ik me bij GroenLinks perfect thuis.

Je bent nu dus al twee jaar lang lid van GroenLinks, wanneer heb je ervoor gekozen om ook op de lijst te gaan om op die manier wat te betekenen voor de lokale partij?

Op een gegeven moment, toen ik een half jaar lid was, kwam er een vacature online voor kandidaat raadsleden. Aan het begin vond ik het ook totaal onrealistisch dat ik in de top tien zou staan, dus had ik me aangemeld vanaf de top tien. Ik was er pas net bij, dus dat vond ik zelf ook helemaal geen probleem. Toen heeft Walter van Peijpe mij eigenlijk aangespoord om hoger op de lijst te willen. Toen ik me voor een hogere plek had opgegeven, hadden alle kandidaat raadsleden een assessment dag aan het eind van de zomer. Hier moesten we ons presenteren zodat de partij een goed beeld van ons kon krijgen. In eerste instantie verwachtte ik er niet zoveel van, als ik op plek 20 was gekomen had ik dat ook goed begrepen. Maar gelukkig eindigde op plek acht, wat ik erg leuk vond! Ik zit nu ook vooral in de raad omdat ik het zo ontzettend leuk vind, niet voor mijn CV en al helemaal niet voor het geld.

Wat vind je dan het leukste aan je baan als raadslid?

Het leukste vind ik dat je iets kan doen aan de problematiek die je tegenkomt. Zo was er laatst een protest van studenten tegen de aangekondigde verhoging van de rente op studentenleningen. Toen ik dit hoorde, wilde ik er graag iets mee doen. In mijn rol als raadslid heb ik hier dus schriftelijke vragen over gesteld. Ik vind het erg leuk om het GroenLinks gedachtegoed te kunnen uitspreken ten opzichte van deze mooie stad en ik hoop dat ik dat goed doe. Ook kan ik heel goed mijn nieuwsgierigheid kwijt in alle verschillende onderwerpen en leer ik veel van mijn raadswerk. Daarnaast vind ik het leuk om samen te werken in de hechte groep van fractieleden.

Jij bent vrij nieuw in die groep, krijg je voor je werk veel hulp van de meer ervaren raadsleden?

Nu steeds meer. In eerste instantie was hier niet heel veel tijd voor, omdat de tijd na de verkiezingen erg hectisch was voor ons. We waren namelijk druk met de formatie en het aanstellen van wethouders. Nu, na de zomer, begint dat wel steeds meer op gang te komen en krijg ik veel hulp bij de technische dingen, zoals het opstellen van schriftelijke vragen. Ervaren raadsleden helpen me graag en ik leer ook veel van hen.

Sprekend over die fractie, wat is jouw rol binnen de fractie? Wat zijn jouw taken?

Ik heb mijn eigen portefeuille waarin ik actief ben, de portefeuille Onderwijs, Jeugd & Sport. Dat is best wel een grote verantwoordelijkheid, omdat ik Yvonne van Delft opvolg, die nu wethouder is. Ik heb hierdoor veel afspraken met mensen en instanties in Leiden, zo was ik laatst bijvoorbeeld bij Topsport Leiden. Ook heeft iedereen de taak om bezig te zijn met de actualiteit en dingen te signaleren.

Waarom heb je eigenlijk voor de portefeuille Onderwijs, jeugd & sport gekozen?

In eerste instantie maakte het mij niet heel veel uit welke portefeuille ik zou krijgen, ik vond namelijk alles interessant!

Heeft het misschien met je leeftijd te maken?

Ik ben inderdaad wel erg enthousiast over het onderdeel jeugd. Omdat ik zelf nog jong ben, heb ik veel ideeën hoe dat allemaal beter kan in Leiden. Gezien mijn eigen achtergrond voel ik heel erg de behoefte om iets voor jongeren te doen, die vooral door de prestatiedruk het veel zwaarder hebben dan ik het vroeger had. Dit zie ik vooral terug bij mijn broertje van 16, waarbij ik van dichtbij meemaak hoe groot de druk op jongeren is. Door mijn broertje en ook mijn eigen ervaringen met opgroeien in Leiden, staat het dichtbij me. Dat inlevingsvermogen met de jeugd heb ik dus heel erg. Op die manier heb ik ook veel contacten met, en verhalen van jongeren. Van elke school en sportclub ken ik wel iemand die daar op heeft gezeten.

Hoeveel tijd ben je ongeveer per week bezig aan raadswerk?

Het hangt er per week vanaf hoeveel tijd ik aan mijn werk in de raad besteed. Op drukke dagen ben ik er wel eens 7 uur druk mee, maar ook vaak minder. Omdat ik pas net begin, moet ik ook mijn tijd nemen om de technische kanten van het vak te leren. Dat zal ook minder worden zodra ik er wat meer gedreven in ben. In totaal denk ik dat ik wel zo’n 20 uur per week met mijn raadswerk bezig ben. Daar kunnen ook nog veel afspraken bij komen.

Hoe blijf jij in contact met je kiezers en de achterban van GroenLinks?

Ik vind het zeker belangrijk om in contact te blijven met mijn achterban. Daar zie ik voor mezelf nog wel verbetering in, omdat ik niet zo heel goed ben met sociale media. Daar moet ik nog wel nog wat in leren. Ik vind het ook erg leuk om interviews te doen en om gastlessen en presentaties te geven op scholen. Afgelopen april heb ik een gastles gegeven op mijn oude middelbare school, wat ik super leuk vond om te doen. Later hoorde ik van ouders dat mijn presentatie heel wat had losgemaakt bij de leerlingen. Ik vond dat zo bijzonder! Ik vind het belangrijk om naar mensen te luisteren. Ik wil graag vertellen wat ik allemaal doe, maar vind het eigenlijk nog interessanter om te horen wat andere allemaal te vertellen hebben.

Je zit nu een tijdje in de raad. Wat voor onderwerp zou je nog graag op de agenda zetten in de raad?

Ik zou in de raad nog graag willen spreken over inclusiviteit in Leiden. Hierbij kun je denken aan discriminatie op de huidige woningmarkt, of in het uitgaansleven of bij stageplekken. Als je kijkt naar de afspiegeling van de samenleving in de raad, is dat erg scheef. Het hele racisme debat ontbreekt nu nog in de raad. Sommige mensen vinden het erg ongemakkelijk om dit debat te voeren, maar om eerlijk te zijn heb ik daar geen boodschap aan. Ik vind dat we moeten kunnen zeggen waar het op staat. Daarnaast wil ik ook graag benadrukken in de raad dat het leven van jonge mensen vooral leuk moet zijn. Hun leven is nu al zo serieus, maar ik wil graag dat mensen lol hebben, en dan vooral jonge mensen. Als raadslid wil ik ervoor zorgen dat vrije tijd gestimuleerd wordt en op welke manier. Leiden moet weer een Spelende Stad worden!

Heb je hiervoor al concrete wetten en maatregelen in gedachte?

Ik had van te voren gedacht dat ik dat nu al wel zou hebben, maar door de waan van de dag is dat er helaas nog niet van gekomen. Ik zit er nog maar net bij, dus ik moet er nog achter komen wanneer wat kan. De goede timing vinden, maar ook het draagvlak vinden in de raad moet ik nog leren voordat ik met mijn eigen plannen begin. Hiervoor moet ik nog geduld hebben, maar hopelijk binnen een jaar ben ik met mijn eigen plannen bezig. In ieder geval ben ik heel erg gemotiveerd, en ik vind het belangrijk om mijn doelen te bereiken, want daar zit ik voor in de raad.

Over doelen gesproken, wat hoop je bereikt te hebben over vier jaar als deze raadsperiode erop zit?

Ik wil vooral het idee hebben dat ik deze plek en deze bijzondere eer niet voor lief heb genomen en er alles heb uitgehaald wat erin zit. Ik wil aan het einde alle dingen gezegd hebben die ik te zeggen had. Het idee dat ik erop terug kan kijken en kan denken: ja ik heb er goed gebruik van gemaakt. Ik weet nu nog niet wat dat allemaal zal zijn, maar ik wil aan het eind een tevreden gevoel hebben over mijn rol op deze bijzondere plek en functie.  

Door: Bas Bouman