De doelstelling is dat Nederland in 2050 (bijna) geen fossiele energie meer gebruikt, om zo de gewenste reductie van CO2-uitstoot te bereiken. Een ambitieuze doelstelling en voor veel weggebruikers en woningeigenaren een grote stap. Daarom vinden wij dat bewoners en gebouweigenaren betrokken moeten worden bij het ontwikkelen van een uitvoeringsplan om over te schakelen op andere energiebronnen. Wij streven naar een wijkgerichte aanpak, waarbij ook wordt gekeken naar de ontwikkelingen van de toepassing van waterstof en
alternatieve warmtebronnen.
Besparing voorop
Het besparen op energiegebruik staat voorop. Hoe minder je gebruikt, des te minder je hoeft op te wekken. Dat betekent minder energie gebruiken voor huishouden, vervoer en andere doeleinden. De gemeente geeft het voorbeeld met bijvoorbeeld zuiniger of minder verlichting. Het gebruik van wegwerpartikelen willen we ontmoedigen, denk aan slechts eenmalig te gebruiken gadgets met batterijtjes of wegwerpbekers en -bestek.
Verduurzamen van de woning
Isolatie van een woning is de eerste stap, daarmee wordt direct energie bespaard. Dan volgen maatregelen zoals het plaatsen van zonnepanelen of een warmtepomp. Volgens ons moeten woningen die slecht zijn geïsoleerd daarom eerst aan de beurt komen. De gemeente moet zich voorbereiden op het kunnen uitvoeren van de bijbehorende subsidieregelingen.
Het inzetten van energiecoaches vinden wij een goede aanpak. Zij adviseren inwoners bij het zetten van stappen in het verduurzamen van hun woning en helpen hen om subsidies optimaal te benutten. Een verhuizing, verbouwing, renovatie of onderhoud zijn geschikte momenten om extra te investeren in verduurzaming.
Op weg naar minder fossiele energie
De doelstelling is dat Nederland in 2050 (bijna) geen fossiele energie meer gebruikt, om zo de gewenste reductie van CO2-uitstoot te bereiken. Een ambitieuze doelstelling en voor veel weggebruikers en woningeigenaren een grote stap. Daarom vinden wij dat bewoners en gebouweigenaren betrokken moeten worden bij het ontwikkelen van een uitvoeringsplan om over te schakelen op andere energiebronnen. Wij streven naar een wijkgerichte aanpak, waarbij ook wordt gekeken naar de ontwikkelingen van de toepassing van waterstof en alterantieve warmtebronnen.
Zonnepanelen op daken
De ChristenUnie Tynaarlo pleit voor een goede balans tussen de belangen van duurzame energieopwekking, van landbouw en van landschappelijke waarde. De gemeente moet zich eerst richten op het plaatsen van zonnepanelen op geschikte waterplassen of daken van grote gebouwcomplexen, zoals kantoren, stallen en andere bedrijfsgebouwen, en uiteraard ook op eigen gebouwen. Subsidiemogelijkheden hiervoor moeten worden uitgebreid, liefst provinciaal of landelijk. Wij zijn tegen zonneparken op het land ten koste van goede landbouwgrond. Ook niet-fossiele energieopwekking moet circulair zijn, dus moet er een oplossing komen voor het verwerken van afgedankte zonnepanelen.
Energie opslaan
De capaciteit van het huidige elektriciteitsnetwerk is niet voldoende. De gemeente Tynaarlo moet samen met provincie, rijksoverheid en netbeheerder onderzoeken welke rol zij kan spelen in dit vraagstuk. Dit gaat over de energiebehoefte in de bebouwde omgeving en over de mogelijkheden van de opslag van lokaal opgewekte energie. Dus ook de samenwerking met particulieren met zonnepanelen of windmolens is onmisbaar.
Mobiliteit verder verduurzamen
Mobiliteit brengt mensen bij elkaar. Goede wegen, (fiets)paden en goed openbaar vervoer zijn noodzakelijk om economische, sociale en culturele activiteiten te kunnen ondernemen. Maar de groeiende mobiliteit mag niet ten koste gaan van onze leefomgeving. Wij zijn voorstander van een verdere verduurzaming van de mobiliteit (volledig CO2-neutraal in 2040) en een vergroting van het aandeel van lopen, fietsen en openbaar vervoer in de totale mobiliteit.
Oog houden voor het landschap
De ongereptheid van ons Drentse landschap trekt veel toeristen en is belangrijk voor de recreatie. Daarom geen hoogbouw, grote windmolens en windmolenparken of andere horizonvervuiling. Ook de toeristische accommodaties moeten passen in het Drentse landschap, dus laag en compact.