Een interpellatieverzoek van de oppositie was voor de PvdA de 2 keer in één maand aanleiding om met veel bombarie luidkeels te verkondigen dat raadsleden hun boekje ver te buiten gaan.

Was het de eerste keer op 12 oktober een motie buiten de orde (CU/SGP) waarvan de PvdA voorafgaand aan de indiening reeds hun veto uitsprak dat behandeling volgens ongeschreven regels niet aan de orde kon zijnWas het op 26 oktober het veto van de PvdA dat de indieners van het interpellatiedebat voornemens waren vragen te stellen waarvan voor de PvdA vast staat dat ze niet gesteld mogen worden.Het moet niet gekker worden.

Indieners van het interpellatiedebat hebben een poging gedaan de PvdA uit te leggen dat de voorzitter van de Raad er op toeziet dat raadsleden hun boekje niet te buiten gaan en dat we die rol toch echt bij de voorzitter van de Raad moeten laten.

Of denkt de PvdA dat de voorzitter van de Raad daar hulp bij nodig heeft?

Het leverde een onaangenaam ordedebat op waarvan de kijkers naar de Raadsvergadering gedacht moeten hebben : 

Hoe zit het met de democratie in de Vlaardingse Raad?

Slotopmerking:

Het siert de PvdA niet dat zij na afloop van het interpellatiedebat niet de moeite hebben genomen in het openbaar hun excuus aan te bieden voor het feit dat ze volkomen ongepast èn onterecht het aangevraagde debat reeds op voorhand hebben afgewezen.

Hun aanname dat indieners ongepaste vragen zouden stellen is namelijk totaal niet uitgekomen.

Niet de indieners, maar de portefeuillehouder zèlf ging tijdens het debat in op zaken waarvan hij op voorhand had laten weten daarover niet met de Raad te willen debatteren.

Hand in eigen PvdA-boezem steken is in dit geval dus passend.

Vera Kalf-Müllerfractievoorzitter VVD