Poliflw

In de raadsvergadering van maandag 13 juli stemde de CDA-fractie tegen de motie 'Zonenergie', ingediend door de coalitiepartijen en de ChristenUnie. Deze motie roept het college op te onderzoeken hoeveel daken in Delft geschikt zijn om zonnepanelen op te leggen, en met een plan van aanpak te komen om op deze daken zonnepanelen te leggen. "Een goedbedoelde motie", noemt CDA-raadslid Gerrit Jan Valk dit initiatief. "Typisch een motie waarvan je in eerste instantie denkt, waarom niet? Maar als je de motie nog een tweede keer leest, zie je dat er toch een paar adders onder het gras zitten." Principieel vindt het CDA dat de energietransitie niet door de gemeente moet worden opgelegd. Het is niet aan de gemeente om met een plan te komen hoe eigenaren van huizen of bedrijfspanden moeten verduurzamen en dat plan vervolgens op te dringen. Het initiatief moet vanuit de samenleving komen, en de gemeente moet stimuleren en ondersteunen. Uit ervaringen van andere gemeentes blijkt de energietransitie van onderaf ook veel beter te werken, omdat dit draagvlak creeert. De energietransitie opleggen wekt alleen weerstand op. Daarnaast ontbreekt de financiële dekking van deze motie. De indieners doen gemakshalve alsof onderzoek gratis is, maar dat is niet zo. Je moet of een (duur) extern bureau inhuren of ambtenaren vrij maken. Tijdens de raadsvergardering toonde Gerrit Jan Valk op basis van openbaar beschikbare informatie met een live-berekening aan dat je heel eenvoudig een goede inschatting kunt krijgen van de hoeveelheid daken in Delft. Maar blijkbaar gaat het de indieners niet om een goede inschatting, maar om een precies getal. Het achterhalen van een heel precies getal gaat echter heel wat onderzoekstijd en -geld kosten. Tijd die ambtenaren niet aan ander werk kunnen besteden. Geld dat we niet aan CO2-besparing kunnen besteden. En dat brengt ons bij ons derde bezwaar: wat hebben we eraan als we heel precies weten hoeveel daken er in Delft zijn die geschikt zijn voor zonnepanelen? De indieners konden niet uitleggen hoe hun motie helpt bij de verduurzaming van Delft en hielden het bij enkele algemeenheden: "We denken dat het nuttig kan zijn", was het antwoord. Voor het CDA was het duidelijk. Deze motie uitvoeren kost tijd en geld, en helpt de energietransitie niet verder. Het CDA riep de wethouder en de indienders van de motie daarom op om het geld dat dit onderzoek gaat kosten niet in papier te steken, maar in panelen. Helaas was deze oproep aan dovemansoren gericht, en haalde de motie een ruime meerderheid. #geenpapiermaarpanelen

Recent hebben we in de gemeenteraad een goed debat gevoerd over de manier waarop we in Delft aan duurzaamheid moeten werken. Het Delftse plan hiervoor is het uitvoeringsprogramma energieneutraal in 2050. Zoals de naam al zegt een ambitieus doel om uiteindelijk helemaal energieneutraal te worden. De ChristenUnie vindt het belangrijk dat we hier ambitieus in zijn want het is voor nu en de toekomst van groot belang dat we kunnen genieten van een gezonde leefomgeving.

In het debat hebben we ook gepleit voor een realistisch en eerlijk verhaal naar buiten over de opgave. Het is duidelijk dat de maatregelen uit het uitvoeringsprogramma nog lang niet voldoende zijn. Er zal nog veel moeten gebeuren en zonder aanvullende maatregelen zullen we het einddoel en de tussendoelen (bijvoorbeeld voor 2020) niet halen. De wethouder was dat met ons eens en gaf aan dat het nodig zal zijn om onderweg nieuwe kansen en mogelijkheden te grijpen. Om dit ook echt te kunnen doen heeft de ChristenUnie gepleit voor het inzetten van meer geld en capaciteit. We hebben aangekondigd bij de behandeling van de begroting voor 2018 met een voorstel te komen om meer geld voor de energietransitie vrij te maken.

Verder heeft de ChristenUnie onderstreept dat de energietransitie niet vanzelf komt, dat dus van iedereen in de stad een bijdrage wordt gevraagd en dat er goed samengewerkt zal moeten worden. De vrijblijvende afspraken met bedrijven in de afgelopen jaren leveren vooralsnog te weinig op. De wethouder gaf daarop aan dat het inderdaad nodig is dat we “dichter op de bal moeten gaan spelen”. En ook op inwoners mag wat ons betreft een stevig appèl worden gedaan om zuinig om te gaan met energie. Huiseigenaren en woningcorporaties kunnen maatregelen nemen om woningen energiezuiniger te maken. De energietransitie kan soms ook van mensen vragen om iets te accepteren of te gaan doen waar ze niet direct erg blij mee zijn. Een bekend voorbeeld zijn windmolens, maar relevant voor Delft is bijvoorbeeld de overstap van koken op gas naar koken op elektriciteit. Dit vraagt even een investering, maar het is wel de bedoeling op termijn helemaal af te komen van het gebruik van gas.

We hebben ook gesuggereerd dat het zinvol kan zijn om (in plaats van leningen, en in navolging van steden als Den Haag en Rotterdam) subsidie te geven aan mensen die wel een bijdrage willen leveren aan duurzaamheid, maar dat vanwege het gebrek aan financiële middelen niet kunnen. Het zou wat ons betreft moeten gaan om een regeling die vooral ook ten goede kan komen aan de lagere inkomensgroepen.  De ChristenUnie denkt dat hier nog kansen liggen en daarom hebben we een motie ingediend om te onderzoeken hoe een subsidieregeling eruit zou kunnen zien.  Helaas wilde de coalitie zelfs aan een onderzoek hier naar geen steun geven en dus haalde de motie het niet.

Dat duurzaamheid bij de ChristenUnie in goede handen is laat het recent gepubliceerde regeerakkoord wel zien. Het regeerakkoord is een belangrijke steun in de rug voor alle gemeenten die serieus werk willen maken van de energietransitie. In Delft zullen wij het college ook blijven aanmoedigen om werk te maken van duurzaamheid en met concrete voorstellen komen om dat te bereiken.

Jabco Vreugdenhil