Tijdens de algemene politieke beschouwingen in de Gemeenteraad heeft CDA fractievoorzitter Joost Bleijie vraagtekens geplaatst bij het collegemotto “Samen maken we de stad”. Bij het vorig jaar gepresenteerde collegeprogramma gaf het college van D66, GL en Pvda aan graag met iedereen de stad te willen maken. Samenwerken, inspraak serieus nemen, participatie bevorderen: het college wilde niet vanuit de ivoren toren de stad besturen, maar nadrukkelijk met de hele Raad en met alle Leidenaren de stad de handen in een slaan. “Hoe zit het eigenlijk met het collegemotto Samen maken we de stad” vroeg Bleijie zich af, “en maakt het college ook echt samen met de inwoners en het CDA de stad?” De conclusie was niet mals. “Het valt het CDA op dat er de laatste tijd steeds meer onrust is over voorstellen van het college. Of het nou de uitbreiding van het aantal hockeyvelden is, het weghalen van een fietspad, het investeren in een ijshal of de herinrichting van de Hooigracht: Er was onrust in de stad. De onrust was het meest zichtbaar bij Bouwprojecten. Leidenaren zijn helemaal niet tegen bouwen, maar willen daar graag over meepraten. De steeds terugkerende klacht is dat participatie onvolledig en onvoldoende is. Geacht college, maak waar wat jullie continue zeggen en maak die stad ook echt samen. Anders is “Samen maken we de stad” een loze belofte!” Ook bij de wens van het college om samen met de gehele Raad, dus ook de oppositie de stad te maken, zette Bleijie grote vraagtekens. “Toen dit college aantrad, is het CDA gevraagd om vooral constructief oppositie te voeren. Met “Samen maken we de stad” viel er voor het CDA het nodige te halen. Genoeg reden dus om, en ik citeer “de zurigheid achterwege te laten.” Ik was daar blij mee. CDA’ers staan er immers om bekend vrolijk, constructief en complimenteus te zijn. En, eerlijk is eerlijk, het begon goed vorig jaar: het college liet het initiatief bij het CDA om met een voorstel te komen om eenzaamheid in Leiden te bestrijden. Dat voorstel gaat er binnenkort in samenwerking met wethouder Damen komen. Maar was dit een opmaat voor een innige samenwerking en maakt het college ook echt Samen met het CDA de stad? Nee, niet echt! Aan het CDA heeft het niet gelegen: Van alle Raadsvoorstellen die zijn ingediend, steunde het CDA ruimt 92%. Wij zijn dus zoals we beloofden een hele constructieve oppositiepartij.” Nog een super constructief staaltje van het CDA volgens Bleijie: “Van alle wijzigingsvoorstellen die de collegepartijen het afgelopen jaar indiende, werd ruim 75% door het CDA gesteund. Driekwart! Dat is echt een compliment waard! En andersom? Hoe zit het met de voorstellen die het CDA in diende? Hoe reageerden de ‘samen-maken-we-de-stad-partijen” hierop? Nou helaas veel minder constructief. Van de voorstellen die wij indiende, kreeg slechts 25% steun van de collegepartijen. “Maar dat ligt aan het CDA” hoor ik u denken. Dat zou kunnen. Maar hoe kan het dan, dat slechts 35% van alle voorstellen van de oppositie werden gesteund door de collegepartijen? Nee, afgaand op het afgelopen jaar geldt “Samen maken we de stad” toch vooral voor de collegepartijen.” Afsluitende had Bleijie nog een wens voor het college en de college dragende partijen in petto. “Voor het komende jaar hoopt het CDA dat D66, GroenLinks en de PvdA een andere mooie slogan in de praktijk zullen brengen: “Practice What You Preach”. U zegt namelijk vaker “Samen maken we de Stad”, dan dat u dat daadwerkelijk doet. Zowel in de stad als hier in de Raad. Gebleken is dat het CDA graag met u de stad maakt. Dat geldt ook voor veel Leidenaren. Nu u nog!”